57 kapitaal te verkoopen 10700)als kan worden aangekocht voor de belegging van de gelden voor den schoolbouw besteed f 5700) en van 't geen uit het overschot der exploitatie van de gasfabriek wordt afge zonderd, om te komen tot jaarlyksche vermindering van het voor den aanleg der fabriek uitgeschoten kapitaal (f 5000). Zij wilden dus ook handhaving van het principe, in bovengenoemd raadsbesluit uitgedrukt, ofschoon zij levens wegens de nog altijd belangrijke uitgave voor het duinwater, voorstellen kapitaal te verkoopen om in die garantie gedeel telijk te voorzien. Maar bij later voorstel, dat wij thans de eer hebben te behandelen, geven zij u in overweging, terug te komen op het be sluit van 27 December 1872, en den eerstgenoemden post (aankoop van kapitalen voor den schoolbouw f 5700) niet meer op de begrooting te brengen. Daar zij geene nadere voorstellen over den 2den post (aankoop van kapitaal uit het overschot der gasfabriek f 5000) indienen, kunnen wij dien post thans ter zijde laten, terwijl wij ons voorbehouden bij de behandeling der begrooting daarop terug te komen. Allereerst is bet noodig, de zaak tot haren juisten omvang terug te brengen. Uit het hierbij gevoegde staatje ontleend aan de ontwerp- begrooling voor 1880, blijkt, dat de sommen, voor schoolbouw besteed en die dus volgens genoemd raadsbesluit moeten gekapitaliseerd worden, bedragen f 112,230, waarvan reeds 21214 is algedaan, zoodat nog is te kapitaliseeren f91010, of met bijrekening eener som van f 3300 voor de stoombrandspuit en van 330 voor benoodigdheden bij die brand spuit4) 94646. Burg. en Weth. stellen nu voor, die som niet te kapitaliseeren, maar eenvoudig af te schrijven, omdat naar hunne over tuiging voor» die som aan de gemeente een daarmede gelijkstaand kapitaal is gegeven in scholen (en brandspuit) bestaande, en het niet aangaat het tegenwoordig geslacht die som te laten opbrengen, en aan het opvolgend geslacht èn kapitaal in scholen, èn kapitaal in inschrijvingen na te laten. Tegen dit voorstel meent de meerderheid onzer Commissie zich met kracht te moeten verzetten. Zij blijft van oordeeldat het thans ge volgde stelsel het meest met de wet in overeenstemming is, die waar geldleeningen voor schoolbouw of andere doeleinden zijn aangegaan, de verplichting aan hel tegenwoordig geslacht oplegtdie geldleeningen binnen vrij korten termijn af te lossen, al wordt uit de opbrengst dier leening het vast kapitaal der gemeente vermeerderd. Veronderstel b. v. dat de f 112,230 in de gasfabriek of in de bank van leening waren gestoken, voordat er tot den schoolbouw besloten was, dan had deze door eene geldleening moeten worden bestreden, die in 40 jaar moet worden afge- lost, en zou de wet uitdrukkelijk geboden hebben, hetgeen Burg. en Weth. nu bestrijden. Maar bovendien ontkent de meerderheid onzer Commissie, dat tegen over de t 112,230, die zijn uitgegeven, een gelijke waarde aan de ge meente in vaste goederen is teruggebracht. In de eerste plaats moet worden opgemerkt, dat die vaste goederen geene rente voor de gemeente, in geld waardeerbaar, opbrengen, al geven wij volgaarne toe, dat de moreele vruchten, die het onderwijs oplevert, van het hoogste belang zijn. Te ontkennen is het niet, dat de inkomsten der gemeente met het bedrag verminderd zijn, dat die som opleverde toen zij nog in het Grootboek was ingeschreven. En vervolgens mag niet worden uit het oog verloren dat die scholen, wanneer zij eenmaal niet meer aan hare beslemming mochten beantwoorden, juist door hare inrichting eene be trekkelijk geringe kapitaalswaarde vertegenwoordigen en geenszins de voor den aanbouw besteedde sommen zouden opbrengen. En het beroep op het argument, dat wanneer de Raad had besloten een school te huren, de gemeente, bij behoud van hel kapitaal een huur zou hebben moeten betalen, schijnt juist voor onze meening te pleiten. Immers in dat ge val zouhetgeen wij verlangenhet kapitaal behouden zijnen daar de eigenaar wel zou zorgen, door het vorderen van eene hooge huur ge waarborgd te worden tegen waardevermindering van zijn pand, wanneer het eventueel niet meer voor school werd gebruikt, zou de gemeente dan juist doen, wat wij nu verlangeneene terugbrenging van het kapitaal, voor den schoolbouw besteed, maar dan ten bate van den ver huurder van hel pand en nu ten eigen nutte. Maar zelfs in het stelsel van Burg. en Weth. kan onmogelijk worden besloten tol intrekking van het raadsbesluit voor alle sommen voor school bouw besteed. Immers kunnen de posten, hieronder sub eend vermeld (aan- en verbouw van schoollokalen), niet gezegd worden kapitaalsver meerdering in vaste goederen tengevolge gehad te hebben. Verbouw moge de scholen beter voor hun doel geschikt hebben gemaakt, maar groolere kapitaalswaarde kan daarvan moeielijk het gevolg zijn. Wanneer wij eindelijk nagaan, hoe onze gemeente in vorigen tijd in het bezit was van een groot renlegevend kapitaal, waarvan thans niets meer is overgebleven, dan moet dit tot voorzichtigheid stemmen. Wij beweren geenszins dat dit kapitaal onnut zou zijn besteed. Integendeel erkennen wij volmondig de groole verbeteringen, die daarvan het gevolg zijn geweest en geven wij gaarne toe, dat de gemeente in de gasfabriek een renlegevend eigendom bezit, dat ruimschoots opweegt tegen het ver loren kapitaal, maar dit laatste is onzeker, en de voorzichtigheid ge biedt ons te zorgen, dat de goede financiële positie, waarin onze voor gangers de gemeente aan ons overgaven, door ons zooveel mogelijk be houden wordt, ook met betere behartiging van een aantal belangen, vroeger grootelijks verzuimd. En dan gaat het niet aanzich nu nog op de uitgaven voor duinwaterleiding te beroepen, om hel afwijken van dien weg te verdedigen. Immers zijn die uitgaven reeds beduidend - minder dan het maximum, waarop gerekend moest worden. En boven dien is de gemeente een levend geheel, dat zich voortdurend ontwik kelt en daardoor uit den aard der zaak telkens nieuwe uilgaven vor dert. Met zekerheid kan men voorzien dat ook in de naaste toekomst groote finantieele offers van de gemeenle zullen gevorderd worden, ter wijl in den loop der tijden van zelf nieuwe behoeften zullen ontstaan, die nu nog onbekend zijn. En dan mag men niet zeggen, dal wij on recht doen, door op het tegenwoordig geslacht de kosten der duinwa terleiding te doen drukken, en zoodoende dal komende geslacht te veel te ontlasten. Want ook dat geslacht zal op nieuw voor groote uilgaven staan, en deze, men vergele het niet, kunnen alleen door geldleeningen bestreden worden, die in korten tijd moeten worden afgelost. Onze plicht schijnt het, te zorgen, dat ook in de naaste,toekomst eenige ruimte van geldmiddelen daar zij, om in de vele, ons wachtende uitgaven, tegemoet te komen. Terwijl aldus de meerderheid van de Commissie zich kant tegen het voorstel van Burg. en Weth. erkent zij tegelijk, dat de tegenwoordige regeling der kapitalisatie van de gelden voor schoolbouw in één opzicht veranderd moet worden. Uitgaande van het beginsel dat het verbruikte kapitaal op dezelfde wijze behoort te worden teruggebracht, als gesloten leeningen moeten worden afgelost, geeft zij u in overweging, den ter mijn van 25 jaar, voor de kapitalisatie vastgesteld te veranderen in dien van 40 jaar; een gelijke termijn als voor de aflossing der geldleening in 1879 door de gemeente aangegaan, is vastgesteld. Behalve dat daardoor eene meer logische handelwijs wordt gevolgdheeft ons voorstel nog het voordeeldal daarmede van druk voor het tegenwoordige geslacht wel niet ernstig sprake kan zijn. Immers zal de jaarlijksche uitgave voor kapi talisatie waarvan hier sprake is niet hooger zijn dan 2870 waarbij "de eerste 3 jaren nog te voegen zijn 1210 voor aflossing der stoombrand- spuit, tenzij men ook op dien post het bovengenoemde stelsel wil toepas sen. Maar mocht ons denkbeeld bij U ingang vinden, dan spreken wij de verwachting uit, dal dan ook weder niet daarvan zal worden afge weken, en dat Burg. en Weth. in hunne voorstellen, en de Raad in zijne beslissingen niet, onder voorwendsel van financiëelen druk door groote uitgaven, van het eenmaal genomen besluit zullen afwijken. In zooverre hebben wij het voorstel van Burg. en Weth. met vreugde begroet,omdat daardoor de zaak principieel kan worden nitgemaakt. Welke nu uwe beslissing zij, zoo gelde zij voortaan zonder uitzondering. Meent alzoo de meerderheid onzer Commissie het voorstel van Burg. en Weth. te moeten bestrijden, de minderheid daarentegen kon zich vol komen daarmede vereenigen. Naar hare overtuiging legde de kapitalisatie wel degelijk een beduidenden druk op hel tegenwoordige geslacht, dat door de uitgaven voor duinwaterleiding enz. reeds zwaar genoeg belast was, terwijl de voordeelen even goed aan het volgend geslacht ten goede komen. Ook zij ziet in de lokalenvoor de verkochte inschrijvingen gebouwd, eene daaraan evenredige waarde, en is dus met Burg. en Weth. van oordeel, dat door het tegenwoordige stelsel dubbel kapitaal aan het nageslacht wordt nagelaten, waartoe wij geenszins geroepen zijn. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE. t) a. School n°. 2 voor minvermogenden 33000, waarvan belegd f 9240 b. Huisje in de Groenesteeg v. bewaarschool 1400, V 306 c. Aan- en verbouw v. schoollokalen 18000, m 4560 d. Verbouwing school Aalmarkt 15000, 3600 e. Vérhooging der som sub d 580, 138 f. School n°. 3 voor minvermogenden 40000, m 3200 g. Verhooging der som sub 4250, 170 112230 21214 2) Brandspuit f 11000 af te lossen in 10 termijnen, waarvan 7 zjjn verschenen Benoodigdheden 1100 10 - 7» l) Het van f 33000 bedraagt f 825. o 1400 i a 35. h u 18000 u 450. V 15000 375. n u m 580 15. h h 40000 1000. u h m 4250 - 0 170. 112230 2870.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1880 | | pagina 3