35
N®. 113. Leiden, 26 Juni 1880.
Naar aanleiding van art. 3 van het reglement van beheer, hebben wij
de eer u de volgende dubbeltallen voor te dragenter vervanging van
de leden van ons Bestuur builen den Gemeenteraad, die den lslen Juli
moeten aftreden, zijnde de heeren D. A. Schrellen, H. P. J. Van Wensen
en C. J. Leembruggen, die weder op nieuw benoembaar zijn: 1° de
heer D. A. Schrellen en de heer L. C. Quant, 2® de heer II. P. J. Van
Wensen en de heer SI. W. Jaeger, 3° de heer C. J. Leembruggen en
de heer W. C. Zuurdeeg.
Aan den Gemeenteraad Leiden.
Besluurderen van het Werkhuis
J. Van Heukelom Jr., Voorziter.
fl. C. Juta, Secretaris.
N°. 113. Leiden, 28 Juni 1880.
Ingevolge art. 2 van de verordening, houdende reglement van de
Bank- vin Leening, hebben wij de eer u hiernevens aan te bieden eene
alphabelisch gestelde voordracht voor de benoeming van een Commissaris
der Bank ter vervulling van de vacature ten gevolge van de periodieke
aftreding van den heer II. W. F. Bakker, als: II. W. F. Bakker, L.
C. Quant en C. Wassenaar.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N®. 114. Leiden, 1 Juli 1880.
Na ingewonnen rapport van den Voorziltèr der Commissie van Fabricage
geven wij Uwe Vergadering in overweging aan Z. A. E. Van Eldik, ver
gunning te verleenen een stoep Ie leggen voor zijne woning aan den
Ouden Rijn, n°. 52, mits niet meer dan tachtig centimeters uitsprin
gende en overeenkomstig de aanwijzing van rooimeesters.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders enz.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Z. A. E. Van Eldik, boek
houder alhier, dal hij voor zijne woning aan den Ouden Rijn, n®. 52,
wenschl te plaatsen een hardsteenen stoep met palenwaartoe hij beleefd
uwe toestemming verzoekt.
Leiden, 14 Juni 1880.
'tWelk doende,
Z. A. E. van Eldik.
N°. 115. Leiden, 26 Juni 1880.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering hiernevens over te leggen een
staat vermeldende de namen van eenige aangeslagenen in de plaatselijke
directe belasting over hel jaar 1879, die in den loop van dat jaar de
gemeente hebben verlaten of overleden zijn, met voorstel aan die personen
seheele of gedeeltelijke afschrijving te verleenen lot een bedrag als in
de 12e kolom van dien staat is aangewezen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 28 Juni 1880.
De Commissie van Financiën, in wier handen werd gesteld ten fine
van bericht en raad, eene lijst van personen die in den loop van het
jaar 1879 de gemeente verlieten of overleden zijn en in de plaatselijke
directe belasting over dat jaar waren aangeslagenheeft de eer voor te
stellen de door Burg. en Weth. voorgestelde afschrijving te verleenen,
voor de sommen als in de 12e kolom dier lijst zijn uilgetrokken tot een
gezamenlijk bedrag van f 80.37.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën enz.
N°. 116. Leiden, 3 Juli 1880.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij over te leggen eene lijst
van personen die tegen hunnen aanslag in de plaatselijke directe belas
ting dezer gemeente, dienst 1880, bezwaarschriften hebben ingediend;
met voorstel om overeenkomstig hel in de laatste kolom dier lijst ver
melde te willen beschikken en het kohier voor dit dienstjaar door ons
college voorloopig vastgesteld op een bedrag van f 117697.51, thans tot
dat bedrag te willen vaststellen.
Aan den Gemeenteraad.
Burgemeester en Wethouders, enz.
N". 117. Leiden, 2 Juli 1880:
Evenmin als bij den hoofdonderwijzer der betrokken school bestaat bij
ons bezwaar tegen het verleenen van een eervol ontslag aan A. F. J.
Vinkesteyn, uit zijne tegenwoordige betrekking van hulponderwyzer aan
de openbare lagere school n°. 1 voor minvermogenden. Wij geven Uwe
Vergadering derhalve in overweging hem dat ontslag te verleenen en
zulks ingevolge zijn verzoek met ingang van 1 Augustus a. s.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 30 Juni 1880.
Edel-Achtb. Heer!
Bij deze verzoek ik UEdel-Achlb. eervol ontslag uit mijne betrekking
als hulponderwijzer aan school n°. 1 voor minvermogenden, tegen 1
Augustus a. s.
Met de meeste hoogachting
UEd. Dw. Dienaar,
A. F. J. Vinkesteyn.
Leiden, 1 Juli 1880.
In antwoord op Uw aposlille van gisteren, waarbij een verzoek van
A. F. J. Vinkesteyn, om met 1 Augustus e. k. eervol ontslagen te wor
den uit zijne tegenwoordige betrekking, heb ik de eer U te melden, dat
ik geene bedenkingen heb legen eene gunstige beschikking op adressants
verzoek.
De hoofdonderwijzer der openb. school n°. 1 voor minv.,
A. van der Harst.
Aan den heer Burgemeester der gemeente Leiden.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.
INO. STUKKEN 1S8Q.