43 Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE. ZlMJng van Maandag Juli 1880, geopend 's namiddags te 2 uren. Voorzitter: de heer Burgemeester L. M. De Laat de Kantcr. Te behandelen ondertcerpen .- 1». Benoeming van drie Bestuurders van het Stedelijk Werkhuis. (112) 2". Idem van een Commissaris der Bank van Leening. (113) 3°. Idem van een lid der Commissie van Financiën. 4®. Idem van den Voorzitter der Commissie van Financien. 5°. Idem van een lid" der Commissie tot het ontwerpen en herzien der plaat selijke huislioudelpe verordeningen. 6°. Verzoek van Z. A. E. Van Eldik, om een stoep te leggen. (114) 7». Kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1880, met de daartegen ingediende reclames. (116) 8°- J'oordra^lH tot afschrijving van plaatselijke directe belasting, dienst 9®. Rekening van hel Stedelijk Werkhuis over 1879. (95) Tegenwoordig de heeren Le Poole Juta, Van WensenDriessenDonner, Du Rieu, Verster, De Goeje, Wilhelmy Damsté, Hartevelt, De Fremery, Van der Zweep, Van Iterson en De Laat de Kanter. De heer Librecht Lezwijn gal kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van 28 Juni 11. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede 1°. dat is ingekomen een brief van Mevrouw Stokbuyzenwaarbij zij het overlijden van haren echtgenoot mededeelt. Die brief luidt als volgt: «Bij deze vervul ik den treurigen plicht, UEd.-Achtb. kennis te geven, dat mijn geliefde echtgenoot, de heer Frederik Stokbuyzen, in leven lid van den Baad uwer Gemeente, gisteren is overleden. Met de meeste hoogachting heb ik de eer te zijn UEd.-Achtb. Dw. Dienaresse, Leiden, 5 Juli 1880. Wed. F. Stokhuïzen, Van Putten. Aan den Raad der Gemeente Leiden." De Voobzitteb. De heeren zullen zeker met leedwezen vernomen hebben dat de Raad opnieuw een lid door den dood heeft verloren. De heer Stok buyzen was nog slechts kort lid van deze vergadering, maar ook in deze als in andere betrekkingen heeft hij altijd bewijzen gegeven een ijverig en goed gezind man te zijn. Zijn versoheiden zal ongetwijfeld met leedwezen ver nomen zijn. Ik stel voor deze kennisgeving met een briel van rouwbeklag te beantwoorden. Daartoe wordt besloten. De Voorzitter legt vervolgens over 1°. Verzoek van J. E, Zirkzee, om een keldergat te maken in de stoep van zijn huis uitkomende in de Sohapensteeg. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit te stellen in handen van Burg, en Weth. 2". Verzoek, met de daaromtrent uitgebrachte rapporten, van A. F. J. Vinkesteynom ontslag uit zijne betrekking van hulponderwijzer aan de school n®. 1 voor minvermogenden. Deze stukken zullen ter inzage van de leden in de leeskamer worden nedergelegd. De Voorzitter deelt nog mede: 1°. dat ter voorziening in de behoefte aan kasgeld eeoe som van/60000 is opgenomen bij de HH. Reimeringer en Zn., tegen eene rente op dit oogenblik bedragende 5 pCt. 2». dat de toepassing van het Liemurstelsel op het werk aan de Binnen- vestgraeht de raming der kosten verre zou doen overschrijdenzoodat daarop niet het Liemurstelsel, maar het gewone rioolstelsel zal worden toegepast. Dit wordt voor kennisgeving aangenomen. 3°. Missive van Commissarissen der gasfabriekten geleide van een rap port van den deskundige belast met de controle der lichtsterkte van het gas. Deze missive zal gedrukt en onder de Ingekomen Stukken opgenomen worden. Aan de orde is I. Benoeming van drie Bestuurders van het Stedelijk Werkhuis. (Zie Ing. St. no. 112.) De Voorzitter noodigt de heeren Le Poole, Verster en De Goeje uit met hem het stembureau te willen uitmaken. Met algemeene stemmen worden achtereenvolgens benoemd de heeren D. A. Schretlen, H. P. J. Van Wensen en C. J. Leembruggen. II. Benoeming van een Commissaris der Bank van Leening. (Zie Ing. St. no. 113.) Met algemeene stemmen wordt benoemd de heer II. W. F. Bakker. III. Benoeming van een lid der Commissie van FinanciëD. De heer Van Iterson komt ter vergadering. Met 7 stemmen wordt benoemd de heer G. Wilhelmy Damsté. Op den heer Le Poole worden 3 en op de heeren VersterDriessen en Van Iterson ieder 1 stem uitgebracht. De Voorzitteh. Mag ik den heer Damsté vragenof bij bereid is deze betrekking te aanvaarden? De heer Wilhelmy Damsté. Mijnheer de Voorzitter! De uitslag der etemming heeft mij zeer verrastik had die niet verwacht. Ik ben zeer ZlTTIN OVEBSLAO 1880. gevoelig voor de eer van tot lid dezer Commissie benoemd te zijn, maar ik vrees dat mijne particuliere zaken mij moeielijk den tijd zullen laten de betrekking naar eisch te vervullen. Niettegenstaande ik die vrees koester, verklaar ik mij toch bereid voorloopig deze gewichtige betrekking te aan vaarden. De Voorzitter. Het doet mij genoegendat gij bereid zijt de betrek king op u te nemen. Ik wensch u geluk met de op u gevallen keuze en ik ben overtuigd dat uwe drukke particuliere bezigheden u niet zullen ver hinderen in de commissie tot eene grondige en flinke behandeling van za ken mede te werken. IV. Benoeming van een Voorzitter der Commissie van Financiën. Met algemeene stemmen wordt benoemd de heer Mr. P. A. Van der Lith. V. Benoeming van een lid der Commissie tot het ontwerpen en herzien der plaatselijke huishoudelijke verordeningen. Met 11 stemmen wordt benoemd de heer Mr. S. Le Poole. De heer Du Rieu verkrijgt 2 en de heer Juta 1 stem. De Voorzitter. Mag ik den heer Le Poole vragenof hij bereid is deze betrekking te aanvaarden De heer Le Poole. In het vertrouwen dat mijne werkzaamheden niet te veelvuldig zullen zijn ben ik bereid de betrekking te aanvaarden. De Voorzitter. Ik hoop dat geen overwegende redenen u dit zullen beletten. VI. Verzoek van Z. A. E. Van Eldik, om een stoep te leggen, (Zie Ing. St. no. 114). De heer Du Rieu. Ik moet zeggen, dat ik de ruimte daar aan den Ouden Rijn niet heel ruim vind en ik niet gaarne mijne stem zal geven voor de vergunning tot het leggen van een stoep met palen. Zonder palen zou ik er minder bezwaar tegen hebbenmaar nu zie ik er meer hinder dan gemak van en daarom ben ik niet voor het verleenen der gevraagde ver gunning. De Voorzitter. Ik moet den heer Du Rieu er attent op maken, dat voor het plaatsen van palen het Dagelijksch Bestuur vergunning moet geven en de Gemeenteraad alleen over het leggen van een stoep heeft te oordeelen. Ik kan den heer Du Rieu overigens de verzekering geven dat er geen vergunning tot het plaatsen van palen zal worden verleend, als daartegen bezwaren bestaan. De heer Du Rieu. Dan vervalt ook mijn bezwaar. Het voorstel van Burg. en Weth.om de gevraagde vergunning te ver leenen, wordt met algemeene stemmen aangenomen. Hierop verandert de Voorzitter de vergadering in eene zitting met ge sloten deuren. Na heropening der vergadering stelt de Voorzitter aan de orde; VII. Kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1880, met de daar tegen ingediende reclames. (Zie Ing. St. no. 116). De Voorzitter. Ik stel voor afwijzend te beschikken op de verzoeken tot vermindering van aanslag van: de Wed. J. La Rivière, P. Hanselaar, J. Kasteelen, J. Van der Walle, M. S. Reyst, F. D. Mayer, A. N. Visser, J. C. Van Vuuren, A. B. Steyger, J. J. Van Maastricht en P. H. Spek, en den aanslag van A. Langeveld van de achtste in de zevende klasse over te brengen en derhalve dien aanslag met f 5.40 te verminderen. Dienovereenkomstig wordt met algemeene stemmen besloten en het kohier vastgesteld op een bedrag van 117692.11. VIII. Voordracht tot afschrijving van plaatselijke directe belasting, dienst 1879. 8' (Zie Ing. St. no. 115.) Deze wordt overeenkomstig de voordracht met algemeene stemmen goed gekeurd. De Voorzitter. Thans zou aan de orde zijn de rekening van het Ste delijk Werkhuis, maar ook nu zou de vergadering, wanneer heeren Bestuurders haar verlietenniet talrijk genoeg zijn om een besluit te nemen. Dienten gevolge zal de vaststelling van die rekening andermaal tot eene volgende vergadering moeten worden verdaagd. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloton.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1880 | | pagina 1