38 's weeks gratis te vaccineeren. Dit laatste maakt het aanbod zeer aanne melijk voor de gemeente. Reeds hierin zijn redenen te over gelegen om de zaak te ondersteunen. Wat daartegen aangevoerd wordt in het advies van de heeren stadsdoctoren komt mij voor weinig hout te snijden. Wij weten ieder dat reeds 30 jaren aan het vaccinatie-bureau is opgedragen bet vaeci neeren en revaecinecren van onvermogendenmaar dat sluit niet uit dat wij van de aanbiedingen van anderen gebruik mogen, neen moeten ma- keu wanneer die anderen aanbieden wat door bet vaccinatie-bureau niet geleverd kan worden, namelijk animale vaccine. Ik zal niet beweren dat ik zoo volkomen instem met de loftuitingen over voortreffelijkheid van die animale vaccine in vergelijking met de humane vaccine. Ik geloof integendeel, dat er in dit opzicht in den laalsten tijd zeer veel overdrijving heeft plaats gebadwaarvan ik al te zeer de nadeelige gevolgen vrees. Maar die overdrijving bestaat nu eenmaal en dan moeten wij er rekening mede houden, te meer daar het vaststaat, dat animale vaccine in alle ge vallen verre en verre te prefeerercn is boven gecne vaccine. Vele tegenstan ders van de humane vaccine zouden zich geheel onttrekken, indien niet de gelegenheid tot animale vaccine gegeven werddaarom moeten wij ter be vordering der goede zaak, naar het mij voorkomt, het gedane aanbod dankbaar aannemen. Wanneer wij zien hoe weinig aan adressanten gege ven wordt, dan kan men daarin niet zien eene onbillijke bevoordeeling van den een boven den ander. Bovendien hebben anderen nog niet ge vraagd, en ik ben overtuigd dat men hunne eventueele aanvragen niet zal weigeren als er gelegenheid en ruimte bestaat. En nu het derde bezwaar, liet verlangen om aan het vaccinatie-bureau te verbinden een pare vacci- uogène is een denkbeeld ongetwijfeld der overweging waardig, maar door u, in. d. V.l terecht gequalificeerd als niet vatbaar voor immediate be handeling. Ik stem daarmede volkomen in en zou mitsdien wenschen dat de Kaad besloot de aanvrage nu te behandelen en daarop gunstig beschikte. De lieer Van dek Lith. Naar aanleiding van hetgeen de heer Van Iterson in de tweede plaats heeft opgemerkt, neem ik de vrijheid de vraag aan Burg. en VYeth. te stellenof zij voornemens zijnwanneer anderen zich mochten aanmeldenbehalve de beide doctorenaan die personen de zelfde faciliteiten te geven. Naar mijne meening is dat bepaald noodza kelijk. liet gaat toch niet aan alleen aan die doctoren deze faciliteiten te geven, en anderen daarvan uit te sluiten, lloc meer faciliteiten er ver leend worden, des te meer gelegenheid is er om de kunstbewerking te onder gaan. Ik zou gaarne de verklaring erlangen, dat Burg. en Welli. daarin niet zien eene uitsluiting van andere vragers, maar aan andere doctoren dezelfde faciliteiten zullen worden verschaft als aan de beide anderen. De Voorzitter. Allereerst wensch ik den Band in overweging tc ge ven ingevolge het voorstel van den beer Van Itersonte besluiten het adres van de heeren Nijkamp en Van der Sluys onmiddellijk in behandeling te nemen. De heer Donker. Daarmede kan ik mij niet vercenigen. Ik meen dat de urgentie daarvoor niet genoeg bewezen is. De mededeelingen omtrent het dreigen eener pokken-epidemie, die als geruchten gequaliffceerd zijn, zijn te ver en te vaag. Bovendien oordcel ik het ongeraden op staanden voet een besluit te nemen, waarbij aan een paar doctorenboven de anderen in onze staddit voorrecht zou verleend worden; de'Ilaad zou hier mede werken om eene niet wenschelijke concurrentie tusschen de doctoren te versterken. Mocht de llaad aan het verzoek voldoendan stem ik met den het r Van der Lith indat, indien andere doctoren hetzelfde verzoe ken ook dezen het niet geweigerd worde, ik geef in overweging eenige dagen beraad te nemen om een wel overdacht besluit vast te stellen. Ik althans, en ongetwijfeld de meeste ledenzijn daarop niet voorbereid. De motie van orde, om het punt dadelijk te behandelen, wordt aangeno men met 11 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren: Driessen, Le Foole, Scheltema en Donner. De beraadslaging over het voorstel zelf wordt geopend. De heer Van Iterson. Ik acht het onnoodig in herhaling te treden van argumenten, die ik helder en klaar meende uiteen gezet te hebben. l)e lieer Van der Lith is er dadelijk op ingestoven, alsof ik bevoordeeling van den een boven den ander steunde. In dit opzicht heeft de heer Van •ler Lilb zich vergist, liet is niet noodig zich daarvoor zoo in de bres te stellen. Wanneer er aanzoeken mochten komen vsn anderendan zullen deze bij mij ook steun vindenindien dat met even weinig opoffering en moeite kan geschieden als nu van de stad gevraagd wordt; ik zou zelfs tegen wat meerdere opoffering niet opzien. Het spijt mij dat de discussie deze wending heeft genomen. Wij behandelen zaken, geen personen. Het laatste is beneden de waardigheid van den Baad en de mijne. De heer Van per Lith. Is er iets dat mij verbaast, dan is het deze uitval van den heer Van Iterson. Ik heb niets anders gedaan dan rele- veeren hetgeen die geachte spreker reeds als wenschelijk had voorgesteld. Hij zelf beeft deze zaak het eerst ter sprake gebracht en uitdrukkelijk ver langd, dat ook andere doctoren de gevraagde faciliteiten zouden kunnen verkrijgen. Maar hij-heeft van te voren gezegd bereid te zijn aan meer deren faciliteiten to geven. Doch wat geeft die bereidverklaring vnn den heer Van Iterson? De heer Van Iterson kan nog immers niet de verzeke ring geven, dat die voordcelen aan allen worden verschaft? Die kanalleen door bet Dagelijksch Bestuur gegeven worden en daarom heb ik de vraag aan dat college gedaan. Ik wilde de bevestiging van de gevoelens, die de heer Van Iterson als de zijne uitsprak, door het Dagelijksch Bestuur. Ik meende dat daarin niets misdadigs lag of wat tot den uitval van den heer Van Iierson kon leiden en blijf derhalve op eene verklaring van het Dage lijksch Bestuur aandringen. De Voorzitter. Ik kan de heeren Van der Lith en Vun Iterson tevre den stellen. Er is op de stadstimmerwerf ruimschoots gelegenheid tot het stallen van meerdere kalveren. De beide doctoren, wier adres thans be handeld wordt, hebben zich reeds met anderen vereenigd om, wat ik nu maar noemen zal, een pare vaccinogène a petit pied op te richten en het is niet waarschijnlijk dat ieder geneesheer in Leiden eene inrichting voor zich zelf zal maken; anderen zullen zich denkelijk ook vereenigen. Wan neer er meer aanvragen inkomen bet Dagelijksch Bestuur heeft reeds ge toond bereid te zijn, onder nadere goedkeuring van den Baad, de noodige maatregelen te nemen dan zal bet Dagelijksch Bestuur hetzelfde doen voor de nieuwe adressanten. Alleen voor maatregelenwelke uitgaven na zich slepen van dien aard, dat Burg. en Weth. die niet op hunne verantwoor ding durven nemenzal 's Raads goedkeuring vooraf gevraagd worden. De heer Van der Lith. Ik ben volkomen voldaan, mijnheer de Voor zitter. De heer Van der Zweef. Ik wensch eene vraag te doen. In het adres schijnt de bedoeling te liggen dat door den Baad een tarief wordt goedge keurd. Is het goed dat wij dat doen? Menigeen b. v. zal bezwaar hebben f 2.50 per persoon te betalen. Is dat tarief door den Baad vastgesteld, dan krijgt dit een ander karakter. De heer Van Iterson. Mag ik den heer Van der Zweep doen opmerken dat voor ieder tweemaal 's weeks de gelegenheid wordt geopend zich gratis te doen vaccineeren Die geen lust heeft een rijksdaalder te versnoepenbehoeft 't niet te doen. Ieder kan zich ook voor f 1 laten inenten. Daarin ligt, dunkt mij geen bezwaar. De Voorzitter. Ik geloof niet dat hier door den Baad een tarief wordt vastgesteld. Adressanten verbinden zich alleen geen hoogeren prijs te vragen. Ik kan bij ondervinding zeggendat zij zelfs niet zoo ver gaan als het tarief aangeeft, maar bij talrijke familiën zeer belangrijk daar beneden blijven. In allen gevalle is door hen zeiven een maximum gesteldwaarboven zij niet zullen gaan. De beer Goudsmit. Ik zou willen voorstellengeheel het maximum weg te lateu en alleen de verbintenis te stellen, dat onvermogenden kosteloos worden ingeënt. De Baad heeft met het tarief niets te maken. Alleen zou ik er in willen hebben de verbintenis om kosteloos te vaccineeren en re- vaceioeeren. Dan komen wij niet in den waanalsof bet Stedelijk Bestuur het tarief vaststelt. Daarvan bestaat nu schijn. De Voorzitter. De heer Goudsmit wenseht dus het verzoek in te wil ligen, alleen onder voorwaarde dat adressanten tweemaal 's weeks gratis on vermogenden zullen vaccineeren De heer Van Iterson. Daarbij moet dan gevoegd wordendat zij recht hebben op andere dagen tegen betaling te raccineeren. De heer Goudsmit. Dat spreekt van zelf. De heer Van Iterson. Er is niets tegen het bepalen'van een maxi mum. Waarom zullen wij adressanten dit beletten en dus zijn plus rot/a- Ihles que le roiHier bepalen zij het zeiven. De heer Goudsmit. Wij laten het publiek in de meeningalsof de Baad het tarief vaststelt. Dat is de taak niet van den Baad, Wij hebben alleen te maken met onvermogenden. De heer Scheltema. Ik wensch nog even op de hoofdzaak te komen, ik heb tegen eene dadelijke behandeling gestemd, omdat ik voor een kort uitstel ben ten einde ook anderen in de gelegenheid te stellen zich aan te melden en dan alle aanvragen tegelijk te behandelen. Is de zaak echter zoo spoed vereischenddat ze niet wachten kandan zou ik gaarne zien dat wanneer anderen hetzelfde versoek doen aU deze beide heerendit ook dadelijk wordt toegestaan en daarmede niet behoeft gewacht te worden tot er eene raadsvergadering plaat9 beeft. De heer Juta. Hetzelfde bezwaar, dat de heer Scheltema nu oppert, beeft bij mij gewogen. Ik heb er niet over gesproken na kennisneming van de welwillende wijze, waarop Burg. en Weth. aan het verzoek van de eerste aanvragers hebben voldaan. Geen oogenblik twijfel ik er aan of Burg. en Weth. zullenin het belang der inwoners dezer gemeente volgende verzoeken even welwillend behandelen. De heer Hartevelt. Door u, mijnheer de Voorzitter, is duidelijk ge zegd wat door het Dagelijksch Bestuur zou gedaan worden. Alleen zouden Burg. en Weth. geene dadelijke beslissing nemen ingeval de maatregelen aanzienlijke kosten zouden verderen. Ik vertrouw dat ia zoodanig geval de raadsleden spoedig bij elk&ar zullen worden geroepenen er niet meer tijd zal verloopen dan hoog noodig is, tot het nemen van een besluit. De heer Van Iterson. Ik moet nog even aan mijn gevoel van verbazing lucht geven. Het is alsof wij bezig zijn vetjes of voordeelcn te distribueeren. Het gelijkt er niets naar; de gemeente is ontvangende partij. Wanneer anderen aanbieden hetzelfde te doen, zullen wij de gelegenheid daarvoor dank baar aangrijpen. Burg. en Wetb. hebben daarvan genoeg doen blijken. Het hindert mij te hooren spreken alsof wij die menschen iets toeduweu, iets toesteken. Wij moesten veeleer dankbaar zijn, dat zij aanbieden kosteloos te vaccineeren. Die dankbaarheid zal ik althans gevoelen tegenover ieder, die hetzelfde aanbod doet. De Voorzitter. Alleen wensch ik nog dit op te merken dat ik het ge voelen van den heer Goudsmit omtrent het tarief niet kan deelen. Adres santen vragen eene plaats om hnnne kalveren te mogen 9tallen en verbinden zich daarentegen niet hooger te gaan dan tot zekere somdie zij noemen. Adressanten leggen zich zeiven een band aan. Staat de Baad het verzoek toe, zooals adressanten dit gedaan hebben, dan stellen wij het tarief niet vast. Dan heeft ieder de keuze om er al of niet gebruik van te maken. Overigens wil ik, voor zooveel noodig, de verzekering herhalen dat, al9 er verzoeken inkomen, Burg. en Weth. zich beijveren zullen deze op dezelfde wijze te behandelen ah dit, en, in afwachting van nadere goedkeuring van den Baad, bij iedere aanvraag, voor zoover de gelegenheid daartoe bestaat aan bet verzoek te voldoen. De beraadslaging wordt gesloten. In stemming wordt gebracht: 1° Het voorstel om eene gunstige beschikking te nemen op het verzoek van de heeren Nijkamp en Van der Sluys. Daartoe wordt met 13 tegen 2 stemmen besloten. Tegen 9temden de heeren Donner en Le Poole. 2° Het voorstel om het advies der sladsgeneesheeren in handen te stellen van Burg. en Weth., ten einde op het laatste gedeelte van dit advies te dienen van bericht en raad. Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter legt nog over: 8'. Voordracht ter benoeming van eene bülponderwijzeres aan de meisjes school 2e klasse. 9°. Voordracht voor de bfnocming van een regent van het Geref. Minne- cf Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1880 | | pagina 3