31 N®. ÏOO. Leiden, 7 Juni 1880. Wij hebben de eer Uwe Vergadering voor te stellen de tienden voor den oogst- en jaarschare dezes jaars, te Leiderdorp te veld slaande, weder om onder de hand, volgens taxatie van twee deskundigen, aandetiend- plichtigen af te staan, vermits bij de opname der tienden is gebleken dal deze van te weinig belang zijn om daarvan eene openbare verpachting te houden. Mochten evenwel de tiendplichtigen zich met die taxatie niet vereenigen, dan zoude eene openbare verpachting der tienden noodzakelijk zijn. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 10 Juni 1880. Ten aanzien van het door Burg. en Welh. gedaan voorstel om de tienden voor den oogst- en jaarschare dezes jaars, te Leiderdorp te veld staande, wederom onderhands, volgens taxatie van twee deskun digen, aan de tiendplichtigen af te staan, indien zij zich met die taxatie kunnen vereenigenheeft de Commissie van Financiën geen bezwaar. Zij heeft mitsdien de eer u te raden overeenkomstig dit voorstel te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 101. Leiden, 5 Juni 1880. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Wij hebben de eer, ter benoeming van eenen Regent van het Ger. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis alhier, in plaats van wijlen den heer J, J. Hubrechtu voor te dragen de heeren I. Not1. W. F. Kaiser. II. A. Hartevelt, Jz. Regenten van het Oude mannen- en vrouwenhuis. H. Obreen, Voorzitter. G. F. Alsche, Secretaris. Leiden, 14 Mei 1880. Onder het getal mijner hulponderwijzers bevindt er zich een, de heer v. Maanen, die de akte heeft van hoofdonderwijzer. Het bezit dier akte stelt hem in de gelegenheid om elders op voor hem voordeeliger voorwaarden geplaatst te worden, ik zou dan een' onderwijzer verliezendien ik om vele redenen gaarne voor de school wensch te behouden. Ik neem daarom de vrijheid om, in overleg met den districtsschool opziener, Uw College te verzoeken, den Raad der gemeente het voorstel te doen, het aantal onderwijzers op de school tijdelijk op vijf te bren gen, totdat v. Maanen in de plaats treedt van een der overigen, die de school gaal verlaten. Ik doe dit verzoek met te meer vrijmoedigheid, pmdat in den laatslen tijd de ervaring genoegzaam heeft geleerd, dat zich naar de betrekking van hulponderwijzer geen sollicitanten opdoen, zoodat ik bij bet vertrek van v. Maanen, door den nood gedrongen, aan Uw College toch een dergelijk voorstel zou moeten indienen. Ten einde dus eene onnoodige mutatie te voorkomen, waarvan ik U het nadoelige wel niet zal behoeven te beloogen, zij het mij vergund Uwe Vergadering te verzoeken, mijn verzoek in ernstige overweging te willen nemen. De hoofdonderwijzer der openb. school voor m. u. 1. onderwijs der le klasse voor jongens, G. Japikse. Leiden, 31 Mei 1880. Met terugzending van het schrijven van den hoofdonderwijzer G. Japikse, in onze handen gesteld bij uwe apostille van 18 dezer, n°. Ill 1 hebben wij de eer le berichten, dal wij het daarin verval voorstel krachtig ondersteunen. De plaatselijke schoolcommissie alhier, F. Was, secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders alhier. N#. 108. Leiden, 8 Juni 1880. Ter benoeming van eene hulponderwijzeres aan de openbare meisjes school 2de klasse, hebben wij in overleg met de betrokken hoofdonder wijzeres en den districts-schoolopziener, de navolgende voordracht opge maakt, als: 1°. Mej. Antoinelta Barbara Greeve, thans tijdelijk met de waarneming dier betrekking belast; 2°. Mej. Maria Martina- Vrijhoff en 3°. Mej. Alberta Jacoba Van Loghemde beide laatstgenoemden hulp onderwijzeres aan openbare lagere scholen alhier. Onder mededeeling dat aan de betrekking eene jaarwedde van 550.— is verbonden en f 50.— voor het geven van onderwijs in de Fransche taal en de beide laatste op de voordracht zijn geplaatst ter aanvulling, om aan de bepalingen der wet te voldoen, nemen wij de vrijheid Uwe Vergadering le verzoeken tot eene benoeming te willen overgaan. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N#. 103. Leiden, 10 Juni 1880. De Commissie van Financiën heeft de eer u te berichten dat zij op den in hare handen gestelden suppletoiren staat van begrooting van het Gereformeerde Minne- of Arme Oude Mannen-en Vrouwenhuis voor 1880; geene bedenbingen heelt, en daarom vrijheid vindt u voor te stellen dien goed te keuren, in ontvangst ad f 1142.40 in uitgaaf ad 1142.40, sluitend quite. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 101. Leiden, 11 Juni 1880. .Evenmin als bij de hoofdonderwijzeres der openbare meisjesschool 2e klasse beslaat bij ons bedenking tegen bet verleenen van een eervol ontslag aan mejuffr. J. J. Van der Weyde, uit hare betrekking van onderwijzeres 2e klasse aan de genoemde school. Wij geven Uwe Vergadering alzoo in overweging haar dat ontslag le verleenen en zulks ingevolge haar verzoek, met ingang van 1 Augustus a. s. De betrekkelijke stukken worden hierbij overgelegd. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz. Aan den Raad der Gemeente Leiden. De ondergeteekende, onderwijzeres aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs 2e klasse voor meisjes, neemt bij dezen de vrijheid u te verzoek haar een eervol ontslag legen 1 Augustus le ver leenen. Leiden, 9 Juni 1880. j. j. Van der Weïde. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders. In antwoord op uwe apostille van 9 dezer heb ik de eer u mede te deelendat bij mij geene bezwaren beslaan tegen het eervol ontslag van mej. J. J. Van der Weyde. Aan Heeren Burg. en Weth. S. Winkler van Leiden. hoofdonderwijzeres. N®. lOö. Leiden, 1 Juni 1880. Onder overlegging van en verwijzing naar nevensgaande stukken geven wij Uwe Vergadering in overweging te besluiten dat aan de jongensschool le klasse het getal onderwijzers lijdelijk met één wordt vermeerderd en dal der hulponderwijzers met één wordt verminderd. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE. Ino. stukken 1880.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1880 | | pagina 3