24 zooverre met den consulent van gevoelen, dat wij het niet alleen niet waarschijnlijk achtendal die oprichting alleen plaats had met het oog op de Leidsche Tramway, maar zien uit de ons toegezonden bescheiden duidelijk hel tegendeel: niet zoozeer met het oog op hel doel der Maat schappij, zooals dit in hel overgelegde prospectus wordt omschreven, als wel omdat daaruit blijkt dat reeds sedert 12 Mei 1879 de paarden spoorweg te Mannheim en Lüdwigshafen door de Maatschappij geëxploi teerd wordt. Maar zelfs al ware dit vermoeden van den consulent in zooverre juist, dan nog is hel ons niet duidelijk dat daarin op zichzelf eene speciale reden van wantrouwen zoude liggen. Op dienzelfden grond zoude elke nieuwe onderneming met wantrouwen moeten worden ont vangen en het behoeft geen betoog dal daardoor in eens en voor goed elke onderneming onmogelijk gemaakt zoude worden. Het bezwaar, dat vonnissen tegen de Maatschappij verkregen, in het buitenland niet executabel zouden zijn, kan volgens de meening van den consulent alléén worden opgeheven, wanneer deze builenlandsche Maat schappij hier te lande voldoende bezittingen had of voldoende zekerheid voor de nakoming harer verplichtingen stelde. Bij de eerste lezing, meenden wij, in dit gedeelte van het advies eene gewenschte oplossing van het bezwaar te vinden, want het schijnt ons inderdaad niet moeielijk een voldoenden waarborg aan te geven tegen mogelijke schade door de gemeente te lijden bij eene eventueele décon fiture van de Maatschappij, doch wij moeten volmondig verklaren niet te begrijpen met welk doel dit denkbeeld, door den consulent aan de hand werd gegeven, daar hij er onmiddellijk op laat volgen: «Welke waarde echter die bezittingen zouden moeten vertegenwoordigen of tol welk cjjfer dergelijke zekerheid zou moeten worden gesteld om voldoende te zijn, moge moeielijk te bepalen zijn, daar men vooraf niet alle gevol gen uit hel niet nakomen eener overeenkomst enz. kan voorzien, dit is echter zeker, dat later wel eens zou kunnen blijken, dat noch de nu lol 2000 verminderde zekerheid, noch de bepaling in uw brief van 5 Maart jl. verval, noch het ijzer van den Tramway genoegzamen waar borg opleverden." Inderdaadtegenover de praemisse dat het niet moge lijk is om alle eventualiteiten te voorzien, is het stellen van waarborgen eene bepaalde onmogelijkheidmaar wij veroorloven ons de opmerking dat ook tegenover eene Nederlandsche firma in Nederland gevestigd het zelfde argument aangevoerd kan worden; en de ondervinding, zelfs van zeer recenten lijd, heeft dat duidelijk genoeg bewezen; doch wanneer wij ons niet vermoeien, met het zoeken naar alle mogelijke gebeurlijkheden, maar ons bepalen tot het praktische gedeelte der kwestie, dan schijnt dit ons toe zich te reduceren tol de beantwoording der vraag: welk nadeel zal de gemeente ingeval van décomfilure der Maatschappij lijden en tol welke uitgaven zal deze haar noodzaken? Op het eerste gedeelte dier vraag is het ons niet gelukt een antwoord te vinden. Het zou zeker nu reeds een groot gemis zijn voor de inge zetenen en de vreemdelingen, die Leiden bezoeken, wanneer de exploi tatie van den paardenspoorweg gestaakt werden naarmate de exploitatie langer geduurd heeft, zou het gemis zwaarder gevoeld worden; maar wij gelooven niet, dat er iets te noemen is, dat men zoude kunnen aanduiden, als eene schade door de gemeente te lijden, tengevolge van de staking der exploitatie, vatbaar om in eene geldsom te worden uit gedrukt, welker betaling als vergoeding voor kosten, schaden en interes sen zoude kunnen worden geeischt. Van geheel anderen aard is het tweede gedeelte der vraag, en daarop is even gemakkelijk een stellig antwoord te geven, als het ons onmogelijk was, er een op het eerste gedeelte te vinden. In het gestelde geval, nl. zouden de ijzeren rails opgebroken en de straten in haren vorigen toestand terug gebracht moe ten worden, maar daarmede zoude dan ook alles gedaan zijn, en het is zeker niet moeielijk aan te geven, welke uitgaven dit werk zoude ver oorzaken. Die uitgaven kunnen worden geraamd op eene som van 3000 en wanneer nu hel denkbeeld in uwen brief van 5 Maart jl. aan den consulent in toepassing wordt gebracht, dan zoude, naar onze meening, de uilvoering dier verstrating ruimschoots gewaarborgd zijn. Behalve de 2000 waarborgkapitaalkan de waarde der stallen en remises voor afbraak op ƒ2500 en die van het ijzer der rails op ƒ500 worden gesteld, zoodat er dan nog een overschot van ƒ2000 voor de gemeentekas zoude overblijven. Zoo wij dus van een praktisch standpunt de zaak beschouwende in de inwilliging van het verzoek geen bezwaar zien, zij heeft nog eene andere zijde, welke door den consulent, uit den aard der zaak onaan geroerd is gelaten, daar hem alleen een rechtsgeleerd advies gevraagd werd. Evenals het praktische terrein, betreden wij ook het laatstbedoelde met meer vrijmoedigheid dan het rechtsgeleerde, nl. dat der moraliteit. Het was ons allen, (wij bedoelen daarmede den geheelen Raad) niet onbekenddat de firma Crans dj C°. de concessie aanvroegmet het doel haar over te dragen aan hare geldschieters en dat die geldschieters Engelschen waren. In het volle vertrouwendat bij eene behoorlijke uitvoering der concessie deze op hun naam zoude worden gesteld, heb ben zij de noodige fondsen verstrekt, en nu is het naar onze opvatting in strijd met de goede trouw, wanneer dit wordt geweigerd op geen anderen grond, dan dat het den Leidschen gemeenteraad evenmin als eenig particulier gegeven is alle mogelijke eventualiteiten te voorzien, en daartegen vooraf maatregelen of waarborgen te nemen. Wij zijn van oordeel, dat de weigering alleen gebaseerd zoude mogen zijn op deug delijke bew\jzen, of zoo men dit te sterk uitgedrukt acht, dan toch min stens op gegronde vermoedens van insolidileit der aanvragers; maar dat het niet aangaat als reden van weigering aan te geven, dat de Maat schappij nog eerst onlangs is opgericht; en wat haar soliditeit betreft, zal men bezwaarlijk kunnen ontkennen, dat het haar gemakkelijker zou vallen die met de opgedane ondervinding te bewijzen, dan het ons zoude zjjn het tegendeel aan te toonen; en daarenboven houde men wel in het oog, dal eene weigering niet alleen een direct nadeel voor de Maatschappij zoude zjjn, maar daarenboven haar crediet, eene levenskwestie voor eene jeugdige maatschappij, een gevoelige knak zoude geven. Wij aarzelen dan ook niet, Uw College aan te raden, aan den Raad voor te stellen: met wijziging van het raadsbesluit van 30 December 1878, de gevraagde vergunning tot het overdragen der concessie enz. aan de Tramway-Trust-Company te verleenenop voorwaardedat het waarborgkapitaal en de onroerende goederen der Maatschappij binnen de gemeenten Zoeterwoude, Oegstgeest en Leiden gelegen, voor de richtige uitvoering der concessie en exploitatie, ten voordeele der gemeente ver bonden worden en de gemeente het recht heeft, zich die zonder vorm van proces toe te eigenen, wanneer de nieuwe concessionaris, volgens oordeel van den Gemeenteraad, aan zijne verplichtingen tekort komt; en verder onder bepaling, dat dit besluit niet wordt uitgevoerd vóór dat de stallen en remisen op het daarvoor in erfpacht uitgegeven terrein buiten de voormalige Hoogewoerdspoort zijn opgericht en overigens onder dezelfde bepaling ten aanzien van het kiezen van domicilie. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. N'. 77. Leiden, 4 Mei 1880. Naar aanleiding van het besluit, genomen in de raadszitting van 30 April jl., hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat erbij den Hoogleeraar Dr. P. L. Rijke geenerlei bezwaar bestaat tegen het door den druk openbaar maken van het verslag omtrent het lichtvermogen gedurende de drie eerste maanden van dit jaar, van het gas der Stede lijke Gasfabriek alhier. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 30 Maart 1880. Ik heb de eer U te berichtendal ik gedurende hel afgeloopen kwar taal voor het lichtvermogen van het gas der Stedeljjke Gasfabriek ge vonden heb: In Januari 13.37 14.06 12.53 Februari 14.47 16.24 12.25 Maart 14.79 15.30 14.40. De eenheid, waarin de bovenstaande waarden zijn)uitgedrukt, is het licht dat men verkrijgt van eene spermacetikaars, die 120 Eng. grein per uur verbrandt, en waarvan er 6 in het Eng. pond gaan, De gebezigde brander is de zoogenaamde Sugg's Londen Argand bur ner n°. 1 met 24 openingen, waarbij 5 Eng. voeten (141.6 dm*.) per uur verbruikt worden. De photometerwaarmee is waargenomenis een zoogenaamde Letheby- Bunsen'sche photometer. Het instrument is vervaardigd door den inge nieur William Sugg en kornt in alle deelen overeen met de toestellen die in Londen gebezigd worden bij het onderzoekdat daar van over heidswege (de metropolitan Board of Works) geschiedt. Ook de door mij gebezigde kaarsen zijn dezelfde als die welke men aldaar gebruikt. Ik heb nochtans gemeend niet alleen op den hoe gunstig ook bekenden naam van den vervaardiger van den toestel te mogen afgaan, en heb daarom de onderscheiden deelen er van, met inbegrip van den meter, nauwkeurig onderzocht. Ik heb bevonden, dat de miswijzingen van den toestel veel kleiner zijn, dan de onvermijdelijke fouten van observatie. Zij kunnen op de einduitkomsten geen merkbaren invloed hebben uitgeoefend. Dat ik in de maanden Februari en Maart gunstigere uitkomsten dan in Januari verkregen heb, moet daaraan worden toegeschreven, dat de buis aan de Zonneveldsteeg (kleine Ruïne), welke het door mij gebruikte gas levert, in de maand Februari in rechtstreeksche gemeenschap is ge steld met een hoofdbuis in de Breestraat. Verder dient te worden op- gemeikl, dat het hooge cjjfer (16.24), in de maand Februari verkregen is op een avond, waarop opzettelijk meer Cannelkool dan gewoonlijk voor de distellatie is gebezigd. Daar de door mij gebezigde toestel eene rechtstreeksche vergelijking toelaat van mijne uitkomsten met die, welke te Londen, van wege het Metropolitan Board of Works verkregen wordenlaat ik hier volgen hetgeen omtrent het kwartaal eindigende 30 Sept. 11. is meegedeeld Station Beckton (gewoon gas) 17.2 17.9 16.7 Frendly Place 16.9 17.4 16.5 Cambdenstreet 17.6 19.7 16.2 ia Ludbroke Grove 17.3 18.3 16.0 Carlyle Square 16.6 17.2 16.0 Graham Road 17.3 18.9 16.3 Devon's Road 17.4 18.1 16.6 Milbankslreel (Cannel gas) 21.4 23.3 20.1 Commercial Gas-Company. Station Parnellroad (gewoon gas) 17.3 18.3 16.1 i) Willclose square 17.1 18.2 15.6 South Metropolitan Gas-Company. Station Hillst (gewoon gas) 16.8 18.5 15.9. Het is u zeker bekenddal thans aan elke Gasmaatschappijdie in Engeland wordt opgericht, door het Parlement de verplichting wordt op gelegd gas te leveren dat een lichtvermogen van minstens 16 kaarsen bezit. Ben ik wel ingelicht, dan zal men weldra nog hoogere eischen gaan stellen. Ik heb tot nu toe zelfs geen sporen van zwavelwaterstofgas in hel onderzochte gas kunnen ontdekken. In de volgende verslagen zal ik opgeven, hoeveel er aan zwavel, am monia en koolzuur in voorkomt. Aan Heeren Commissarissen der Stedelijke (w. g.) P. L. Rijke. Gasfabriek te Leiden. Voor copy conform, D. V. d. Horst. Leiden, 7 April 1880. Ik heb de eer ter Uwer kennis te brengen, dat ik zelf heden het lichtvermogen van het gas aan de Stedelijke Gasfabriek bepaald heb. Ik heb bevonden dat, terwjjl dit lichtvermogen bij de Zonneveldsteeg 14.4 kaarsen bedroegde photometer aan de fabriek vier kaarsen meer aanwees. Aan Heeren Commissarissen der Stedelijke (w. g.) P. L. Rijke. Gasfabriek te Leiden. Voor copy conform, D. V. d. Horst. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE. Gemiddelde waarde. Grootste waarde. Kleinste waarde. Gaslight Coke-Company. Gemiddelde waarde. Grootste waarde. Kleinste waarde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1880 | | pagina 4