17
Zitting van Donderdag 8 April I88O,
geopend 's namiddags te 3 uren.
Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler.
Te behandelen onderwerpen:
1». Benoeming van een hulponderwijzer aan de jongensschool der 2J« klasse. (43)
2». Verzoek van II. G. Van der Waals, om omslag als hulponderwijzer aan
de school n°. 2 voor minvermogenden. (39)
3». Idem als voren van P. P. Spruit. (39)
4». Voordracht tot aanstelling van een onderwijzer 2d« klasse aan de scho
len n®. 2 en 3 voor minvermogenden. (41)
5». Verzoek van P. Van Vliet om eene loozing te leggen. (42)
6». Staat van af- en overschrijving op de begrooting der dienstdoende Schut
terij, dienst 1879. (44)
7'. Idem op de begrooting van het Stedelijk Werkhuis. (45).
8". Verzoek van J. E. Vlaanderen om een beerput te leggen. (46)
9°. Idem van J. Hartendorp, om ontslag als hulponderwijzer aan de school
n®. 2 voor minvermogenden. (47)
10®. Idem van R. N. Duits Wesseling, om eene stoep te vernieuwen en eene
loozing te maken. (48)
11®. Voordracht tot verhuring van het benedengedeelte van het perceel in de
Smidssleeg. (49)
12®. Idem tot continuatie van de huur van het ijklokaal. (50)
13®. Rekening van de Bank van Leening over 1879. (40)
Tegenwoordig de heeren Van Wensen, OriessenVan der Lith, Van
Heukelom, de Goeje, Scheltema, Wilheltny Damstó, Le Poole, Suringar,
Hartevelt, Be Laat de Kanter, Librecht Lezwijn, De Fremery, Juta,
Verster en Van den Brandeler.
De heeren Van Iterson en Stokhuyzen gaven kennis verhinderd te zijn
de vergadering bij te wonenlaatstgenoemde tengevolge van ernstige onge
steldheid.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag
11 Maart jl. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede:
1°. Dispositiën van de Ged. Statendd. 9/14 Maart jl. n". 20/1ten
geleide van de goedgekeurde raadsbesluiten van 26 Februari 1880, tot
afstand van grond aan Jhr. Mr. Diert Van Melissant, en tot de uitgifte
in erfpacht van grond aan de Commissie voor de B. K. begraafplaats.
2°. Missive van de Ged. Staten, dd. 16/19 Maart n#. 16, houdende
verdaging van de beslissing omtrent het raadsbesluit van 28 Februariin
zake de stoomtram tussehen Leiden en Katwijk.
Deze missive is van den volgenden inhoud:
*'s Gravenhage16/19 Maart 1880.
Wij hebben de eer u mede te deelen dat door ons College bezwaar
wordt gemaakt om eene beslissing te nemen, omtrent de gevraagde goed
keuring op het bij Uwe Missive van 2 Maart II. n°. 192, in duplo inge
zonden raadsbesluitwaarbij aan de heeren Crans C°. te 's Gravenhage
concessie wordt verleendtot het aanleggen en exploiteeren van een stoom-
tramway in Uwe Gemeente, vóór en aleer door genoemde heeren van de
bevoegde magt in casu de Minister van Waterstaat, Handel en Nijver-
lieid de verlangde concessie zal zijn verkregen voor den aanleg en de
exploitatie van den tramlijn tussehen Leiden en Katwijk a/Zee.
In verband met art. 197 der gemeentewet berichten wij u mitsdien dat
de beslissing in deze door ons wordt verdaagd en noodigen u uit daarvan
mededeeling te doen aan den Baad.
De Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Holland,
Fock, Voorzitter.
F. Tavenbaat, Griffier.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden."
3®. Dat door de Algemeene Commissie van liquidatie der zaken van
de voorm. Wees- en Momboirkamers is ingezonden het bewijs van Inschrij
ving op het Grootboek pet. van een kapitaal van ƒ32900 en een man
daat ad ƒ102.58 wegens de verzekering met de voorm. Weeskamers.
4°. Dat een afschrift van de balans en de exploitatierekening der Leidsche
duinwatermaatschappij over 1879 ter inzage van de leden in de leeskamer
is nedergelegd.
Deze mededeelingen worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verslag van de plaatselijke schoolcommissie; idem van de commissie
voor het stedelijk museum in de Lakenhalidem van den praeleetor in de
verloskunde.
Deze zullen in het gemeenteverslag worden opgenomen.
2°. Adres van Dr. A. Vau Iperen houdende verzoek om continuatie
in zijne betrekking van stads-dokter.
3°. Adres van het bestuur der Leidsche vereeniging tot bevordering van
geregeld schoolbezoek om een subsidie ad 250 's jaars uit de gemeentekas.
Dit adres luidt als volgt:
#Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Het Hoofdbestuur der Leidsche Vereeniging tot bevordering van geregeld
schoolbezoek neemt de vrijheid het volgende onder uwe aandacht te brengen.
Zooals u bekend isstelt deze vereeniging zich ten doeldoor huisbe
zoek aan de woningen der on- en minvermogenden en door andere middelen
het geregeld schoolgaan der kinderen uit de geringere volksklasse te be
vorderen, Spoedig bleek dat er behoefte bestond aan gelegenheidom het
geleerde te onderhouden en zoo mogelijk eenigszins voort te zetten. Het
Hoofdbestuur besloot om die reden in het jaar 1875 eene herhalingsschool
op te richten, voor die kinderen, welke gedurende vier jaren getrouw van
het lager onderwijs gebruik hebben gemaakt. Deze school levert uitmuntende
resultaten op, met belangstelling wordt van het daar gegeven onderwijs ge
bruik gemaakt.
ZimSOVERSLAO 18S0.
i De school telt thans 55 leerlingen, terwijl zij reeds door 183jongelieden
is bezocht. Het spreekt van zelve, dat dit onderwijs met betrekkelijk be
langrijke kosten gepaard gaat, welke voor de financiën der Vereeniging
drukkend beginnen te worden, te meer nu door het steeds afnemend aantal
contribueerende leden de inkomsten der Vereeniging aanmerkelijk ver
minderen.
Aan eene opheffing der school zijn groote bezwaren verbondenzij is
voor de kinderen uit de geringere volksklasse eene behoefte geworden er
zou bepaald eene leemte in het onderwijs voor die kinderen ontstaan.
Het is om die redendat het Hoofdbestuur zich wendt tot umet het
ernstig verzoek, om aan de Vereeniging, ten behoeve der herhalingsschool,
eene subsidie uit de gemeentekas te verleenen ad ttoee honderd vijftig gulden
's jaars.
Leiden, April 1880. 't Welk doende enk."
4°. Voorstel van Commissarissen der gasfabriek, om den prijs van het
gas vast te stellen op 7 cents per kub. meter, in te gaan 1 April.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen
van Burg. en Weth. en van de Commissie van Financiën.
5°. Rekening van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en
Vrouwenhuis, over 1879.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit te stellen in handen
van de Commissie van Financiën.
6°. Missive van de Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier, hou
dende verwijzing naar haar schrijven van 2 October 1878, waarbij zij
hare bezwaren mededeelde tegen de voorgestelde wijziging der verordening
op de heffing en invordering van bruggeld.
Deze missive is van den volgenden inhoud
"Leiden6 April 1880.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Toen op 22 Juli 1878 door Burgemeester en Wethouders een ontwerp
tot wijziging van de verordeningen op de heffing en invordering van brug
geld bij Uwe Vergadering was ingediend, veroorloofden wij ons, bij mis
sive van 2 October 1878 (Ingekomen Stukken, n°. 193), eenige, naar
onze meening, gewichtige bezwaren tegen die voordracht in het midden
te brengen.
Nu dezelfde voordrachtdie toenmaals uwe goedkeuring niet mocht ver
werven andermaal door het Dagclijksch Bestuur bij Uwe Vergadering
wordt aanhangig gemaakt, achten wij het onzen plicht de aandacht Uwer
Vergadering bij vernieuwing op onze genoemde missive van 2 October
1878 te vestigen en u mede le deelen dat bij ons nog dezelfde bedenkin
gen tegen dat ontwerp bestaan en dat wij het ter wille van handel en
scheepvaart zouden betreuren indien die voordracht thans werd aangenomen.
DeHCaraer van Koophandel en Fabrieken te Leiden,
P. Du Rieu, Voorzitter.
N. L. J. Van Buttingha Wiciiers, Secretaris."
Overeenkomstig de voordracht vordt besloten deze te behandelen bij het
betreffende deze zaak door Burg. en Weth. gedane voorstel.
7°. Missive van Mej. C. Schieckwaarbij zij zich aanbiedt om benoemd
te worden tot hulponderwijzeres.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter deelt nog mede dat voor de verkiezing van twee leden
der Provinciale Staten van Znid-Hollandop Dinsdag 11 Mei a. s., in het
stembureau als leden zitting zullen hebben de heeren P. L, C. Driessen en
Mr. P. C. Librecht Lezwijn.
Aan de orde is:
I. Benoeming van een hulponderwijzer aan de jongensschool der 2de
klasse.
(Zie Ing. St. no. 43.)
De heeren Van der Lith, Van Heukelom en Scheltema worden door den
voorzitter uitgenoodigd met hem het stembureau uit te maken.
Wordt benoemd C. Goedeljec, hulponderwijzer, thans verblijf houdende
te Parijs, met 13 stemmen, zijnde 3 in blanco-briefjes ingeleverd.
II. Verzoek van II. G. Van der Waals, om ontslag als hulponderwijzer
aan de school no. 2 voor minvermogenden.
(Zie Ing. St. no. 39.)
Wordt zonder hoofdelijke stemming besloten een eervol ontslag te ver
leenen, met ingang van 16 April e. k.
III. Verzoek als voren van P. P. Spruit.
(Zie Ing. St. no. 39.)
Wordt besloten als voren.
IV. Voordracht tot aanstelling van een onderwijzer 2e kl. aan de scho
len no. 2 en 3 voor minvermogenden.
(Zie Ing. St. no. 41.)
Wordt met algemeene steramen aangenomen.
V. Verzoek van P. Van Vlietom eene loozing te leggen.
(Zie Ing. St. n°. 42.)
Wordt met algemeene stemmen besloten dat verzoek toe te staan onder
de in het rapport der Commissie van Fabricage vermelde voorwaarden.
VI. Staat van af- en overschrijving op de begrooting der dienstdoende
schutterij, dienst 1879.
(Zie Ing. St. n°. 44.)
Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd, hebbende de heer Scheltema
zich builen steinmiug gehouden.