S
86
Arme- Wees- en Kinderhuis verdient ten volle eene nadere beschou
wing van wege hare onnauwkeurigheid.
In de bijlagen heelt uwe Commissie onder letter C een staat vermeld,
■welke naast de opgaaf van het gasverbruik in dat stuk vermeld, de op
gaaf van het werkelijk in dit geslicht verbruikte gas uitdrukt; de daar
voor betaalde gelden zijn er naast geplaatst, opdat men zich met één
oogopslag overtuigen kan, hoe zelfs in de opgaaf des Bestuurs het aan
tal kub. meters vermenigvuldigd met den eenheidsprijs niet strookt met
het daarvoor als betaald vermeld bedrag. Wil uwe vergadering dus de
beteekenis dezer cijfers beoordeelendan dient op den voorgrond gesteld
dat zij niet juist zijn. Uit de opgegeven cijfers zou volgendat het ge
sticht, niettegenstaande de prijsvermindering steeds meer betaald heeft;
hetgeen dan ook als resultaat door het Bestuur verkregen, wordt mede
gedeeld. Uil de juiste cijfers vermeldend het werkelijk gebruik blijkt
dat tusschen 1876 en 1877 bijna geen vermeerdering in verbruik is te
conslateeren wel tusschen 1877 en 1878.
Voorts vermeldt het Bestuur, dat de orde van het huiswat betreft het
ontsteken en uitdooven der lichten geene verandering heeft ondergaan.
Inlusschen is het de vraag hoe die orde moet opgevat worden Is het
Bestuur verzekerd dat dagelijks de hoofdkraan op den behoorlijken lijd
wordt gesloten en de ornamentkraanljes evenzoo? Of gebeurt hét nu
en dan dat, hetzij 's morgens vroeg door een bepaald persoon alleen de
hoofdkraan wordt gesloten en de ornamentkraantjes ten deele open blijven
ol de hoofdkraan in het geheel niet gesloten wordt en de ornament-
kraantjes worden gesloten? Meermalen is onzerzijds geconstateerddat
de hoofdkraan dan eens des daags niet gesloten was, of op andere lijden
de hoofdkraan wel, doch de ornamentkraanljes niet. Hoe doet men in
het laatste geval, wanneer hel licht moet ontstoken worden? Gaat men
dan eerst zorgvuldig rond om te zien of alle kraantjes gesloten zijn
Zeer wel is hel dus mogelijk dat de orde dezelfde is gebleven, maar
de vraag blijft of met deze handelwijze het gasverbruik-daardoor niet
moet vermeerderen, vooral in een gesticht, waar tol het voorjaar van
dit jaar de hoofdtakken der leiding niet binnen maar buiten tegen het
gebouw lagen. Dat een en ander werkelijk niet zonder invloed is ge
bleven en hier inderdaad alles nagenoeg van de directie afhangt, bewijst
de label D der bijlagen, waaruit ten duidelijkste een zeer sterk afwis
selend gasverbruik spreekt over de laatste tien jarenen die overigens
nog leert, hoe het verbruik, dat men tegenwoordig als onvoordeelig
kenmerkt, vergeleken bij het verbruik vóór 1874, werkelijk zoo hoog
niet is, om daaruit met slechts eenigen grond te besluiten tot de onvol
doende kwaliteit van het tegenwoordige gas.
Waarom is het verbruik in 1874 en 1875 zooveel lager geweest dan
do jaren daarvoor en daarna Zonder twijfelomdat de persoon destijds
belast met de orde van het gasverbruik in het huis, hierin met een
zeldzame nauwkeurigheid te werk ging.
De gasmeter is gedurende de vermelde jaren dezelfde gebleven,'eerst
in het voorjaar van dit jaar werd hij gereviseerd en aan den ijk onder-
Het aantal pitten werd slechts met drie vermeerderdbehalve de par-
tiëele reiniging der buizen, die nu en dan noodig bleek. De verlichting
zelve echter is daardoor niet verbeterd; die verlichting is onvoldoende
en zal het altijd blijven, zoolang men een gebouw van dergelijke uitge
breidheid voldoende verlicht wenscht te zien met slechts 110 lichten,
gevormd door allerlei soort van branders in de meeste vertrekken zonder
monteering van reflectors of cilinders. Wil men van eene verlichting op
deze wijze ingericht, zooveel mogelijk werkelijk voordeel trekken, dan
is er van bezuiniging geen sprake, en zal zonder twijfel thans, nu
bovendien de gasmeter is gereviseerd het verbruik blijven stijgen; wil
men minder verbruik dan verscherpe men het toezicht als in 1874 en
1875, of men matige de hoofdkraan en getrooste zich onvermijdelijk
duisternis.
Commissarissen meenen Uwe Vergadering deze beschouwingen mede
te moeten deelen, juist omdat het zoo hoogst moeielijk is te oordeelen
naar gegevens, welke door niet ten volle deskundigen zijn verzameld.-
De Fremert.
Aan Burg. en Weth. der P. Du Rieü.
gemeente Leiden. J. I- Wensen.
GASVERBRUIK LEIDSCHE BROODFABRIEIK.
B.
m
có
W
s
is
1 :i
II 11
S
a
N®. 254. Leiden, 22 November 1879.
Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen
de rapporten van de Commissie van Fabricage op de daarbij omschreven
verzoeken van Vrouwe D. A. E. Pompe, wed. Dr. C. W. H. Van Kaat-
hoven en hel Bestuur der Leidsche Bouwvereeniging, waarmede wij
ons kunnen vereenigen, zoodat wij U in overweging geven de gevraagde
vergunningen onder de voorgestelde voorwaarden te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met gepaste gevoelens te kennen:
Diderika Anna Elisabeth Pompe, weduwe van den Weledel zeer Ge
leerden Heer Dr. Cornelis Willem Hendrik Van Kaathoven, zonder be
roep te Leiden.
Dat door haar aan den Witten Singel op een tuin liggende binnen de
Gemeente Zoeterwoude eene woning wordt gesticht, uitkomende aan den
Willen Singel onder deze Gemeente.
Dat thans van den Witten Singel op gezegd perceel een bruggetje ligt,
hetwelk door de stichting van haar woonhuis zal behooren te worden
verplaatst en van eene eenigszins grootere afmeting en betere constructie
zal moeten worden.
Dat door dit een en ander het wenschelijk zal worden, dat een
boom, staande op den Witten Singel midden voorden hoofdingangharer
nieuwe woning, worde weggenomen en rekwirante tevens behoefte zal
krijgen aan hel noodige verlof tot opsnoeiing van enkele boomen die haar
hinderlijk zouden kunnen worden.
Weshalve zij de vrijheid zich veroorlooft aan den Raad der Gemeente
Leidenbeleefd te verzoeken aan haar rekwestrante te vergunnen:
le. Haar bruggetje te verleggen;
2e. Den boom le doen wegnemen;
3e. Andere boomen te doen opsnoeien zoo als dit een en ander voor
hare woning verkieselijk wordt geacht.
Hetwelk doende,
D. A. E. Pompe,
Leiden, 4 October 1879. Wed. Dr. C. W. H. Van Kaathoven.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met eerbied te kennen:
Mevrouw D. A. E. Pompe, weduwe van den Heer Dr. C. W. H. Van
Kaathoven le LeideD.
Dat aan haar is vergund geworden door Dijkgraaf en Hoogheemraden
van Rijnland blijkens hierbijgaande dispositie van 1 November 1879,
No. 12/1274, om in de Witte Singelgracht voor haar nieuw gebouwd
huis een plankier of stoep le laten maken en daartoe de noodige palen
te slaan.
Bijlagen.
A.
Gasverbruik
in de jaren
1869
1870
1871
1872
1873
1874
1875
1876
1877
1878
5655 M5
6189 -
5968 -
5521
6193
5645
6336
7779
8285
11377
Prijs
per M3
Jan. Juni f 0.14
Juli Dec. 70.121
0.124-
0.12»
0.12
O.I24
- O.I24
O.I24
0.10
Jan. Juni f 0.10
Juli Dec. /008
ƒ0.08
A°.
1874
1875
1876
1877
1878
1879
M5
M5
M3
M3
M3
M3
Januari
779
674
706
863
975
1054
Februari
405
563
697
768
854
903
Maart
464
529
704
782
795
853
April
396
410
506
540
737
723
Mei
331
284
484
511
715
640
Jnni
269
346
491
420
590
416
Juli
306
360
485
439
709
627
Augustus
371
391
553
571
848
689
September
461
471
643
620
860
798
October
524
596
740
816
1028
November
611
668
825
919
1131
December
728
1044
945
1036
1135-
5645
6336
7779
8285
10377
6703
1
P5
Q
Sq
M
W
63
rt
■4
te
O
CS
K
H
pa-
SS
62
H-»
CQ
P5
CO
O
a 3
m A
O
8.'3
x -o
rf o
O- O
®T s?
g
Os O
Jp
fD |o a» 10 10 10 O
H t* t*
01 0505oa>05a>oooooo
o 000000-^^-00
6066066606
"a "3 "3 "3
xt .a -a
Q) Q) O O
<NCl
-In -|n-|n |n |n |n
t— t— h K) CO N IN O O
r- N - N O) C3 h- 00 O
O O CO "S tO OO Cl ©i
O in I- «O co w C4 --
O h (N - O h O O
a>
10 b> n m in co o n 00
04 - o o 't im 40
ft 00 O O O 00 ©I ©1
O O ©1 co Cl O Cl H ©I
oh ©1 co to
t— N l" h» h» t" N
00 co 00 co 00 00 00
M
'3
h
Si
JA
:s»
if 01 o
g O) ©I
©I
o o o
rq
V
co Tf co
©j m ir:
©4 ©1
©1
«O N 00
O b- N
co co CO
w
M
N ©I O
00 O
j- ©i ©i
'CS t-
os O O
pq
©1 >0 *n
co I
rt O CO
O eoc
23S ïs
©4
co t- CO
Or- t- t-
CD CO 00