99 de rails worden gelegd, om den wagen opzettelijk te. doen derailleeren. Ik geloof dat dergelijk bedrijf niet te zwaar wordt gestraft door bof te en ge vangenisstraf. Ik vereenig mij dus met de voorgestelde wijziging van art. 54 e; maar het opzettelijk op en tusschen de rails liggen van voorwerpen om het verkeer te belemmeren of den wagen te doen derailleeren, dient zwaarder te worden gestraft. De heer Goudsmit. Daarom wensch ik de beslissing aan den rechter over te laten. Hij zal de beweegredenen moeten beoordeelen. Maar ik I wensch niet absoluut gevangenisstraf toegepast te hebben. De heer Du Rieu. Het zal vaak zeer moeielijk zijn te weten of iemand i opzettelijk dit artikel overtreden heeft, al dan niet. Daarom juist zou ik ook de gevangenisstraf slechts facultatief willen hebben zien bedreigd. Lr 1 zijn plaatsen op de Hoogewoerd waar de rails zoo dicht bij de kleine steenen liggendat het niet mogelijk is een voorwerp voor handel of bedrijf te plaatsen zonder met de rails in aanraking te komen. Te ver zou het gaan dit feit strafbaar te stellen met gevangenisstraf. De heer De Laat de KaNTEb. Op de openbare straat mogen geen voorwerpen worden nedergelegd. Hier echter heeft men meer bepaald het oog op voorwerpendie op de rails worden geplaatst om. het verkeer te belemmeren of te hinderen. De heer Van dee Lith. Ik heb geen bezwaar tegen het voorstel van den heer Goudsmit om de beslissing aan het arbilrium judicis over te laten. Dan kan gevangenisstraf toegepast worden. De Voorzitter. De Commissie heeft bet voorstel van den heer Goud- emit overgenomen. Wenscht de heer De Kanter nu nog een voorstel te doen? De heer De Laat db Kanter. Als de Commissie zich met de wijziging vereenigtheb ik er vrede mede. De Se alinea wordt, alzoo gewijzigd, goedgekeurd. De overige alinea's van art. 54o worden onveranderd goedgekeurd. De heer StokhuïZEN. Daareven is in een der voorgelezen artikelen sprake geweest van een bepaalden leeftijd voor kinderen op de balcons. Maar is er ook een bepaling van leeftijd voor kinderen die in de trams worden toegelaten? Ik vraag het, omdat er sprake is, naar ik hoor, om een abonnement open te stellen voor schoolgaande kinderen. De Voorzitter. Hoe oud men kinderen in de trams alleen wil toelaten moeten de ouders weten. Op de balcons echter voeren wij gezag en daar mogen geen kinderen beneden de 12 jaar zonder geleide worden toegelaten. De gebeele toegevoegde 4de afdeeling wordt hierop met algemeene stemmen aangenomen. De Voorzitter. Aan bet slot van art. 143 zal, met het oog op de nieuwe vierde afdeeling moeten worden toegevoegdvalles echter onvermin derd hetgeen in art. 154 ten aanzien van de paardenspoorwegen is bepaald. De beer Cock. Slaat dat op al de bepalingen van art. 54? De Voorzitter. Alleen op art. 54. De heer Cock. Ik zou dat niet durven zeggen. Zijn er niet andere bepalingen, vervat in de onderafdeelingen van Brt. 54, dus in diegene, welke met letters worden aangegeven, waarop art. 43 zal moeten slaan? Ik hecht er intusschen niet veel aanwant de rechter zal tochwanneer kortaf art. 54 wordt aangehaald, natuurlijk, zoo ooodig, daaronder ook de onderdeden van dat artikel begrijpen. De voorgestelde wijziging van art. 43 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Alsnu komt iu beraadslaging het voorstel om art. 44 aan te vullen met de bepaling dat de passage voor rijtuigentramwagens uitgezonderddoor de na te melden stegen anders dan in de daarbij aangeduide richting is verboden door de Paardensteegin de richting naar de Turfmarkt; door de Schapensteegin de richting naar den Apothekersdijk. De Voorzitter. De heeren zullen zich berinneren dat in September jl. is ingekomen een verzoek van F. A. Knagewonende bij de Watersteeg waarbij den Raad in overweging wordt gegeven dat de Watersteeg aan een kant zou worden bereden, welk verzoek is aangehouden in verband met de ontwerp-verordeningdie thans behandeld wordt. Burg. en Wetb. maken bezwaar daaraan gevolg te geven. Zij meenen dat de Watersteeg niet ge vaarlijker is dan andere stegen. Juist de aanwezigheid van een wisselspoor zal aanleiding geven dat de tramwagens langzamer rijden. Buitendien wordt aan alle stegen het signaal gegeven. Het wordt zeer moeielijk eene wijziging in de regeling van het berijden van straten te maken. Men vervalt daar door in een tal van bezwaren. Men vindt bij elke dwarsstraat hetzelfde bezwaar terug. Bij de Commissie is ernstig overwogen de vraag, of op andere wijze wellicht in het bezwaar ware te voorzienmaar het is haar niet wtnschelijk voorgekomen eene andere regeling voor te stellen. De heer Cock. Het zooeven door onzen geachten Voorzitter medege deelde kan ik ten volte bevestigen. Ik kom er dan ook alleen op terug, omdat ik geloofdat wij vroeger of later tot iets dergelijks zullen moeten komen. Zeker ben ik er echter nog niet van. De bedoeling zoude zijn om de rijtuigen die van het Station komen en die de Schapensteeg zijn doorgeredenterstond nadat zij die steeg verlaten hebben naar den Apothe kersdijk af te leiden. Deze zouden alsdan den Apothekersdijk tot aan de Vrouwensteeg afrijden en vervolgens door die steeg de Breestraat bereiken. Die weg is voor rijtuigennaar het oostelijke gedeelte der stad bestemd, als het ware de aangewezen weg, terwijl hij voor diegene, die naar bet Noordeinde of het westelijke gedeelte bestemd zijn, slechts een kleinen omweg oplevert. Zoodoende zou men de zeer smalle Borstelbrug en het smalle Kort-Rapen- hurg van een aanzienlijken toevloed van rijtuigen bevrijden. Maar dat kan nu ongelukkig niet, zoolang de Vrouwensteeg slechts in de thans geoor- loofde richting mag bereden worden. Dit laatste ware wel te veranderen doch dan moet men tevens verandering brengen in het thans bepaalde om trent het rijden door de Maarsmans- en Donkerstegenwil men niet het verkeer tusschen het noordelijke en zuidelijke gedeelte der stad belemmeren. Tegen eene dergelijke verandering bestaan verscheidene bezwaren. De Com missie besloot dus de zaak vooreerst te laten rusten, zich voorbehoudende er later op terug te komenzoo de ondervinding leerdedat verandering noodzakelijk was, iets dat thans nog twijfelachtig scheen. De aanvulling van art. 44 wordt zonder hoofdelijke stemming, goedge keurd, zoomede het voorstel om in art. 45 de Paardesteeg in te voegen, zoodat gelezen worde: Donker-, Maarsmans-, Mandenmakers-, Vrouwen-, St. Paucraskerk-, Paarden- en Mooi Japikstegen. De heer Cock. Ik kan nog mededeelen dat er ook gesproken is over het stapvoets rijden in de Schapensteeg maar dat daartoe geen voorstel is gedaan, 1®. omdat die steeg niet lang is en door voetgangers waarschijnlijk toch weinig zal gebruikt wordenen 2°. omdat de helling van uit die steeg naar de Borstelbrug vrij steil is, veel steiler dan van de Paardensteeg nBar die brug, zoodat voerlieden van eenigszins zwaar beladen voertuigen wel geuoodzaakt zullen zijn reeds halverwege die steeg hunne paarden den draf te doen aannementen einde de kruin der brug te kunnen bereiken. De voorgestelde wijzigingen in de ontwerp-Algemeene Politieverordening, in haar geheel iu omvraag gebrachtworden met algemeeDe stemmen aangenomen. De heer De Laat de Kanter. Alvorens van dit punt af te stappen wensch ik te vragenof het de bedoeling is in de nieuwe verordening art. 54 met al de daaropvolgende letters op te nemen of nieuw genum merde artikelen. De Voorzitter. De nieuwe nummering zal in elk geval eerst na goed keuring der artikelen door Gedep. Staten kunnen geschieden. Over dit punt is in de Commissie gesproken meer bepaald over do vraag in hoever daartegen wettelijke bezwaren bestonden. Tot nog toe heeft men bij verordeningen, na de goedkeuring van Gedep. Staten, de nummering defini tief vastgesteld, en daar bestaan, zoo het schijnt, geen bezwaren tegen. III. Voordracht betrekkelijk de regeling van de lesuren aan het gym nasium en de hoogere burgerschool in verhand met het godsdienstonderwijs. (Zie Ing. St. n°. 242.) De beer Du Rieu. Ik wensch alleen te zeggen dat ik met die voordracht niet ben ingenomen. Ik geloof dat zij weinig doel treft en zal er mitsdien tegen stemmen. De voordracht wordt met 14 stemmen tegen 1die van den heer Du Rieu, aangenomen.. Niets meer aan de orde zijndewordt de vergadering gesloten. Zitting van Donderdag 29 November 18?0, geopend 's namiddags te 2 uren. Voorzitter: de beer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler. Te behandelen onder roerpen: 1*. Benoeming van een ambtenaar voor de belasting op de honden. (244) 2'. Verzoeken van T. M. Cornelissen en Dr. J. C. Drabbe, betrekkelijk den afstand van grond aan de Scheepmakerssteeg. (184 en 243) 3': Voordracht tot verhooging der jaarwedde van den onderwijzer 2Je klasse, J. Verwey de Winter. (240 cn 251) 4». Verzoek van W. F. Laman, betrekkelijk de bewoning van den kelder in de Cboorlammersteeg. (245) 5». Voordracht betrekkelijk de vaststelling van hel Raadsbesluit regelende de heffing van Collegegeld op de gemeente-inrichting voor de opleiding van O. 1. ambtenaren. ^246) - 6*. Idem lot belooning voor het geven van onderwijs in de gymnastiek tijdens de vacature. (247) 7*. Snppletoire staat van hegrootins, dienst 1879. (248 en 251) 8". Concept-verordeningen op de heffing en invordering van rechten wegens de verrichtingen van den Ambtenaar van den Burgerlijken Stand. (249) 9". Verzoek van C. Van Swieten, om ontslag als onderwijzer 2d« klasse aan de jongensschool der 2d' klasse. (250) 10d. Concept-verordening op de verdeeling der gemeente in wijken en ge buurten en op het bestuur van deze. (252) 11*. Verzoeken van D. A. E. Pompe, wed. Dr. C. W. II. Van Kaathoven tol verplaatsing van eene brug en tot het leggen van eene stoep. (254) 12'. Idem van het Bestuur der Leidsche Bouwvcreeniging om eene spoelstoep te leggen. (254) 13». Idem van Mej. M. Konpal. om ontslag als onderwijzeres 2J< klasse aan de school n°. 2 voor minvermogenden. (255) Tegenwoordig de heeren Scbeltema, DonnerStokhuyzenDe Laat de Kanter, Hartevelt, Van der Lith, Van Wensen, l)e Fremery, Suringar, Van der Zweep, Withelmy Darasté, Cock, De Goeje en Van den Brandeler. De heeren Juta, EigemanVan Ileukelom en Librecht Lezwijn gaven kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. Te 2 uren 15 min., toen nog slechts 12 leden tegenwoordig warenzeide De Voorzitter. Mijne heeren. Aangezien het vereischte getal leden niet tegenwoordig is, zoo kan de vergadering thans niet plaats hebben en zal ik den Secretaris verzoeken de presentielijst voor te lezen. Inmiddels treedt de heer Cock de raadszaal binnen. De Voorzitter. Aangezien de heer Cock zooeren ter vergadering is gekomen zoo kan zij thans voortgang hebben. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 6 November II. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1°. Dispositie van de Ged. Staten van 10 14 November, B. n 5oo, G. S. n°. 104houdende mededeeling van de vaststelling der begrooting van de dienstd. schutterij voor bet jaar 18S0. 2". Dispositie van de Ged. Staten van 18/21 November, B. n 2981 (3e afd.), G. 8. n°. 75, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 23 October, betreffende de nitgifte in erfpaoht van grond aan de Kweek school voor Zeevaart.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1879 | | pagina 19