96 in de eerstvolgende jaren het kapitaal der gemeente niet zal vermeerderen. Integendeel, de schuldenlast zal toenemen. De heer De Laat de Kanter. Het punt zelf acht ik voldoende toege licht. Alleen wensch ik den heer Van Iterson, op hetgeen hij in de laat ste plaats zeideeen kort antwoord te geven. Als de cijiers zoo boog zijn, dan moest gij getracht hebben op andere posten te bezuinigenzeide de heer Van Iterson en hij voegde er bij, dal ik zelf medegewerkt had om den post directe plaatselijke belasting ad 120,000 op de begrooting te brengen. Dit is juist; maar de heer Van Iterson is daarbij niet tegen woordig geweest. Anders zou hij wetenwelke diepe zuchten het ons go- kost heeft, toen het bleek, dat het cijfer niet lager kon gesteld worden. En hij heeft niet gezien, hoe wij alle artikelen hebben nagegaan en nog eens nagegaanom te zien of er niets bezuinigd kon worden. Maar het kon niet anders. Wij waren verplicht 120,000 op de begrooting uit te trekken voor hoofdelijken omslag. Eene zeer volkome tijding was het daarom, dat no. 100 met 4500 kon verminderd worden, daar de duin- watermaatscbappij betere resultaten opleverde dan verwacht werd. En daarom wensch ik niet roede te werken om dezen post te verminderen. De Voorzitter. Volgens aanteekeningen van den Secretaris zal de hoofdelijke omslag bij aanneming van dit voorstel vermeerderen met 2000, dus 122,000 worden, en bij niet-aanneming met 2000 verminderen, dus 118,000 worden. De heer Cock. Ik ben voor het amendement van den heer Van der I.ithmaar zal tegen het artikel stemmentegen den verkoop van kapitaal om eene rentegarantie te dekken. Het voorstel van den heer Van der Lith strekt om het kwaad kleiner te maken. Het voorstel van den heer Van der Lith om den post met 4500 te verminderen, wordt met 12 tegen 8 stemmen aangenomen. Tegen stemdende heeren DriessenDe FremeryVan Wensen De Laat de Kanter, Suringar, Van der Zweep, Wilheïmy Damsté en de Voorzitter. No. 54, tot een bedrag van 6200, wordt met 17 tegen 3 stemmen aangenomen. Tegen stemden: de heeren Verster, Cock en Donner. Nos. 5557 worden aldus goedgekeurd: Renten wegens op prolongatie uitgegeven gelden 50Teruggave van voorschotten uit de gemeentekas 7000; Ontvangsten voortvloeiende uit het beheer van de voormalige ad ministratie der vereenigde gast- en leprooshuizen ƒ4100. No. 58. Renten van de door de gemeente Katwijk gesloten geldleeniog voor liet kanaal naar Katwijk aan Zee 150 vervalt, als zijnde deze post overgebracht naar no. 26. Hoofdstuk V wordt met algemeene stemmen aangenomen. Do vergadering wordt enkele oogenblikken geschorst. Na hervatting der zitting wordt medegedeeld, dat uit eene berekening blijkt, dat de ontvangsten, bij een hoofdelijken omslag van ƒ122,500, ge raamd worden op ƒ635,587 en de uitgaven op gelijk bedrag, zoomede dat de onvoorziene uitgaven met ƒ18 moeten verminderd worden. Hoofdstuk XI der Uitgaven wordt, na goedkeuring van no. 178 tot een bedrag van ƒ5235 aangenomen met algemeene stemmen. No. 6 der Inkomsten wordt, verhoogd met ƒ2500, goedgekeurd. Hoofdstuk II der Inkomsten wordt met 18 tegen 2 stemmen aangenomen. Tegen stemden: de heeren Verster en Donner. De begrooting der Uitgaven, uitgetrokken op een bedrag van ƒ635,587, wordt aangenomen met 17 tegen 3 stemmen. Tegen stemden: de heeren Verster, Cock en Donner. De begrooting der Inkomsten, uitgetrokken tot een bedrag van 635,587, wordt aangenomen met 17 tegen 3 stemmen. Tegen stemden: de heeren Le Poole, Verster en Donner. De geheele begrooting, bedragende wegens inkomsten en uitgaven ƒ635,587, wordt aangenomen met 17 tegen 3 stemmen. Tegen stemden: de heeren Le Poole, Verster en Donner. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. VERBETERINGEN. Bladz. 84, reg. 12 v. o.staat onder Inkomsten *110 leerlingen", moet zijn #210 leerlingen", en reg. 19 v. o., staat #bleef ongedekt", moet zijn »blijft ongedekt". Zifting Tan Donderdag 6 November 18<9, geopend 's namiddags te 2 urén. Voorzitter: de beer Burgemeester Dr. VV. C. Van den Brandelcr. Te behandelen onder tcerpen: 1°. Uenoeming van eene hulponderwijzeres aan de Meisjesschool der 1«<« klasse. (238) 2». Voordracht tot wijziging van de Algemeene Politieverordening. (241) 3°. Mem betrekkelijk de regeling van de lesuren aan het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool, in verband met hel godsdienstonderwijs. (242) Tegenwoordig de heeren Wilheïmy Damstd, Suringar, Goudsmit, De Laat de Kanter, Van der Lith, Van HeukelomStokhuyzenCock, Du Kieu Le Poole, Van Heltinga Tromp De Fremery, Juta, Librecht Lezwijn en Van den Brandeler. De heeren De GoejeVerster, HartcveltVan Wensen en Eigeman gaven kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningan van het verhandelde in de zittingen van Donderdag 30 October II. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1°. Dispositie van de Gedep. Staten der provincie Zuidholland, van 28 October/1 November, B. n°. 2739 (3e afd.), G. S. n°. 60/3, houdende goedkeuring van het raadsbesluit tot verbooging der begrootingdienst 1879, in ontvangst en uitgaaf met ƒ2400. 2°. Dispositie van de Gedep. Staten, van 28 October/3 NovemberB. n°. 741 (4e afd.) G. S. n'. 59 waarbij wordt berust in de raadsbesluiten tot subsidie-verleening aan verschillende instellingen van weldadigheid. Deze worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over 1°. Verzoeken van J. U. Pruim, te Breda, en P. J. Keymante Win schoten om in aanmerking te komen voor de betrekking van leeraar in de Engelscbe taal en letterkunde aan de boogere burgerschool alhier. 2°. Verzoek van M. J. Kleyn, om benoemd te worden tot ambtenaar belast met de riebtige invordering der hondenbelasting. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze verzoeken te stellen in handen van Burg. en Weth. Aan de orde is: I. Benoeming van eene hulponderwijzeres aan de Meisjesschool der eerste klasse. (Zie Ing. St. n°. 238.) De heeren Du Rieu, Stokhuyzen en Le Poole worden door den Voor zitter uitgenoodigd met hem het stembureau uit te maken. Wordt benoemd met 11 stemmen Mej. E. Van Dijk, kweekeling aan meergenoemde school, zijnde twee blanco-briefjes in de bus gevonden. De heer Juta komt ter vergadering. II. Voordracht tot wijziging van de Algemeene Politieverordening. (Zie Ing. St. n°. 241.) De Voorzitter. Ik open de algemeene beschouwingen hierover. Niemand het woord verlangende, worden die gesloten. De Voorzitter. Door de Gedeputeerde Staten zijn eenige aanmerkingen gemaakt, die door de Commissie voor de Plaatselijke Strafverordeningen gedeeld worden en die wij de eer zullen hebben aan de goedkeuring der vergadering te onderwerpen. Achtereenvolgens vereenigt de vergadering zich zonder hoofdelijke stem ming met de voorstellen van de Commissie voor de Plaatselijke Verorde ningen om: a. in de art. 132 en 212, voor de woorden #ten allen tijde" in de plaats te stellen#tusschen zons op- en ondergang"; b. art. 145 dus te lezen: «Burgemeester en Wethouders, alsmede de roomeesters hebben de bevoegdheid om, ter handhaving van de Brtt. 143 en 144, ten allen tijde, en van de overige bepalingen dezer afdeeling, tusschen zons op- en ondergang, perceelen binnen te treden" enz.; c. art. 172 dus te lezen: #In een winkel, waar petroleum wordt verkocht, mag geene grootere hoeveelheid voorhanden zijn dan van 350 liter." De heer Librecht Lezwijn komt ter vergadering. Aan de orde is thans het voorstel om art. 130 te doen wegvallen en daarvoor in de plaats te stellen de volgende bepalingen: «Niemand mag een mestput maken" enz. De heer Van Heukelom. Ik schroom hier eene vraag te doen, omdat ik vrees dat ik daarbij alweder mijne diepe onkunde aan den dag zal bren gen omtrent zakenwaarbij sprake is van wet en recht. Zooals ik toch de eerste alinea lees, versta ik er uit dat niemand een mestput mag maken noch op gemeentegrond noch op bijzonder eigendom. Maar hoe kan men dan bepalendat de wanden en vloeren van nieuwe mestputten van water dicht metselwerk gemaakt moeten worden? Is do redactie ondnidelijk, of is zij dit alleeu voor mij Ik zou bijna het laat9te vreezen. De Voorzitter. Niemand mag een mestput maken aan of in de open bare straathetzij op gemeentegrond of op bijzonder eigendom. De heer Van Heukelom. Op zijn bijzonder eigendom ook niet? De heer Cock. Op eigen grond juist wel. Alinea 4 zal u licht geven daaruit blijkt, dat er plaatsen zijn waar het maken van een mestput geoor loofd is. Alinea 1 verbiedt bet maken daarvan aan of in de openbare straat. De heer Van Heukelom. Ik heb er vrede mee. De heer Van der Lith. In de verordening wordt verboden liet maken van een mestput aan of in de openbare straat. Dat is het eenige ver bod hetzij de put gelegd wordt op gemeentegrond dan wel op bijzonder eigendom. Men mag dus wel een mestput makenmits niet op of aan de openbare straat. Derhalve wel midden in een tuin of plaats. Zoodra hij wordt gemaakt in of aan de openbare straat is de aanleg verboden. Zonder hoofdelijke stemming wordt het nieuwe art. 130 goedgekeurd. De Voorzitter. Wijders is voorgesteld art. 200 te vervangen door de navolgende bepalingen: #Bij het daarstellen" enz. De Commissie voor de strafverordeningen wensebt hieraan nog toe te voegen:. #De vloeren van de stallen moeten in hellende richting worden gelegd en de urine worden opgevangen in eene ge- strate goot, uitwaterende in eene dicht gemetselde kolk. Bovendien moeten de uitwerpselen van de koeien worden opgevangen in eene waterdichte groep (gemetselde greb)." De heer Van der Lith. In plaats van het oude art. 200 komt nu art. 200 (nieuw), met de bijvoeging zooeven door den Secretaris voorgelezen. De heer De Laat de Kanter. De opmerking is mij gemaakt, dat ezels en muilezels niet vallen onder de rubriek paarden en koeien en dat bet nuttig zou zijn voor de inrichting der stallen voor ezels en muilezels dezelfde bepaling te maken. Nu wij toch bet artikel herzien zon het niet kwaad zijn ook die dieren te noemen. Ik ben zoo vrij dit voor te stellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1879 | | pagina 16