95 schorste stelsel in zoover hervat zal wordendat zal worden voortgezet bet kapitaliseeren van uitgavendie indertijd voor den bouw van scholen enz. zijn gedaan. Hooger wenscb ik niet te gaan. Ik heb bet maximum der kosten op 9000 gesteld, derhalve eene betrekkelijk geringe som. Ik ge loof niet anders te handelen dan in het stelsel van den Raaddie de kapi talisatie beeft aangenomen. De heer Van Iterson. Het idee is,, dat op het oogenblik minder van bet kapitaal van de gemeente zal worden afgenomen om aan de duinwater leiding bij te dragen dan verleden jaar, op grond dat er 45 00 minder be hoeft te worden uitgekeerd. Vroeger is besloten dat wat na de ƒ9000, van bet kapitaal genomenoverbleef betaald zou worden door de tegenwoor dige belastingschuldigen jaar voor jaar. Welnu, datzelfde willen wij blijven betalen. Wat vroeger van bet kapitaal genomen is, wordt nu verminderd met ƒ4500, die minder noodig zijn. Zoo ie de juiste voorstelling der zaak. Alleen veroorloof ik mij een kleine rectificatie eener minder juiste voorstel ling van den beer Van der Lithdie bij het historisch relaas eene uitdruk king liet insluipen, welke verbeterd moet worden, ten einde een verkeerden indruk weg te nemen. Er is nimmer besloten tot schorsing van het raads besluit om kapitaalswaarde aan te leggen. Wij hebben alleen eene admini stratie gevoerd, waarvan het gevolg is geweest dat hetgeen onder de uitgaven als aankoop werd vermeld gedeeltelijk weer voorkwam onder de ontvangsten wegens verkoop van kapitaal. Formeel onjuist is het dus te zeggen, dat besloten is dat besluit te schorsen. De heer Van Hettinga Tromp. Het is mogelijk dat ik de zaak niet goed begrepen heb, maar anders geloof ik dat de heer Van der Lith zich vergist. No. 29, Ontvangsten dtr gasfabriek, is verhoogd met 4500 derhalve moet de post Verkoop van inschrijvingen" met 4500 verminderd worden, opdat het totaal der ontvangsten gelijk zij. Maar nu schijnt de heer Van der Lith juist de uitgaven te willen vermeerderen met ƒ4500. De heer Van der Lith. Ik schijn bijzonder onduidelijk te zijn geweest, zoodat zelfs de heer Tromp meent dat ik gesproken heb over de ƒ4500 van de gasfabriek, die hier niets mede te maken hebben. Deze /4500 hebben alleen betrekking op de vermindering der garantie voor de water leiding. Daar no. 100 der nitgaven met ƒ4500 verminderd is, willen wij nu de ontvangsten met datzelfde bedrag vermeerderen daar anders die f 4500, die van de waterleiding vrijvallen, zullen worden opgegeten en verteerd. Dat willen wij niet. De heer Van Hettinga Teomp. Mijne vergissing sproot voort uit het feit dat zoowel ten aanzien van de waterleiding als van de gasfabriek sprake was van eene som van ƒ4500. Door afwezigheid heden morgen was mij de mcdedeeling omtrent de waterleiding onbekend. De heer De Laat de Kanteb. Ik wensch in overweging te geven eerst No. 172 te behandelen, daar de Commissie van Financiën plan schijnt te hebben ook nog kapitaal te maken van de meerdere overwinst van de gasfabriek, dan waarop bij het opmaken der begrooting gerekend is. ^Ik geloof dus, dat het beter is eerst den post vAankoop van inschrijvingen te behandelen en stel voor de discussiën over No. 54 te schorsen en eerst die over No. 172 te honden. De VooBZiTTEB. Dan zullen wij nu No. 172. behandelen. No. 172. Aankoop van inschrijvingen op het grootboek der nat werk. schuld ƒ13200. De heer Van deb Lith. De Commissie van Financiën heeft voorge steld dezen post te verhoogen, eerst meende zij met ƒ9000, nu met 4500. De qnaestie, die het daarbij geldt, is deze: zullen du gelden der gasfabriek ook strekken tot vermindering der inkomstenbelasting of enkel tot aankoop van kapitaal? Ik begrijp dat de heer De Kanter die zaak wil beslist heb ben alvorens te beslissen over het lot van die andere ƒ4500. De heer De Laat de Kantek. Aannemende dat nu aan de orde is het voorstel der Commissie van Financiën, om no. 172 met ƒ4500 te verhoogen, wensch ik de redenen mede te deelen waarom ik daartegen zal stemmen. In de vorige vergadering heb ik reeds te kennen gegeven ge neigd te zijn mee te gaan met de Commissie voor de gasfabriek om den prijs van het gas te verlagen, omdat er iets onbillijks in ligt de gasverbruikers zoo bijzonder zwaar te belasten. Nu echter besloten is een onderzoek in te stellenblijft de tegenwoordige gasprijs voorloopig behouden en wordt daarom no. 29 der Inkomsten met ƒ4500 verhoogd, zoodat ten aanzien der gasverbruikers de onbillijkheid blijft voortduren. Nu wordt echter die onbillijkheid verdubbeld, als men de meerdere winst, daardoor verkregen, aanwendt tot aankoop van kapitaal. Die meerdere winst dient bestemJ te worden tot bestrijding der gewone uitgaven van de gemeente. Dan zou de onbillijkheid tegenover de gasverbruikers grootendeels wegvallen, omdat het cijfer van den hoofdelijken omslag dan met f 4500 zou dalen en ook de gasverbruikers, door minderen aanslag in de plaatselijke directe belasting, vergoeding zouden vinden voor den te veel betaalden gasprijs. Daarom ben ik tegen het voorstel van de Commissie van Financiën om den post wAankoop van inschrijvingen" met 4500 te vermeerderen en kan ik niet medewerken om de ingezetenen gewone of buitengewone belastingen te laten opbrengen om voor het nageslacht kapitalen te beleggen. De heer De Fremery. Ik beschouw de 4500, nu nog door de gasver bruikers bij te dragenals eene buitengewone winst boven het aanvankelijk vast gesteld cijfer. Ofschoon ik er voor ben de gewone winst te gebruiken ter vermindering der gewone uitgaven acht ik het voorzichtig de buitengewone winst te doen strekken tot schulddelging. Vermindering van den hoofde lijken omslag tot een buitengewoon laag cijfer acht ik niet gewenscht. Zoo licht wordt men daaraan gewendterwijl later de uitgaven toch nog vermeerderen zullen. Beter acht ik het dus de buitengewone inkomsten aan te wenden tot schulddelging. De heer Dkiessen. Ik ben tegen het voorstel van de Commissie van Financiën. Als prineipe is aangenomen dat 5000 uit de gasfabriek jaar lijks zal aangewend worden tot aankoop van kapitaal, zoodat in 48 jaren het kapitaal (dus berekend a 2 pCt.) in stadskas zal terugvloeien. Ik wensch dat bedrag niet te vermeerderen. De heer Harteveet. Ik ben van een tegenovergesteld gevoelen. Als liet cijfer stationnair bleef, zou de vorige spreker gelijk kuonen hebben. Jdaar wij hebben gezien wat sedert 1873 aan kapitaal is bijgekomenbijna anderhalve ton. Dat er extra-schulddelging plaats vinde, nu daartoe de mogelijkheid bestaat, acht ik zeer geraden. De heer Dkiessen. Ik baseer mij op het kapitaal, dat nu in de gasfa briek is en dat in 48 jaar zal worden teruggebracht. De heer Hartbtelt. Mits in die 48 jaren er niet weer 2 ton bijkome of zoo veel meer. De lieer Van dee Lith. Ik deel het gevoelen van den heer Hartevelt. 48 jaar is een beele termijnook met het oog op de vorderingen der wetenschap. De pogingen om op andere wijze te verlichten kunnen intussclien gelukken. In Den Haag heeft men ook op dit gevaar gewezen. Demoge lijkheid bestaat dat er eene verlichting komt die geen fabriekmatige be reiding eisebt; dan heeft onze gasfabriek geen waarde meer. De tegen woordige stand van bet electrische licht levert daarvoor wel nog geen gevaar opmaar wie waarborgt ons dat dit niet spoedig wel het geval zal zijo Daarom ook acht ik den termijn van 48 jaar zeet lang. De heer Van dek Zweep. Ik ben tegen het voorstel van de Commissie van Financiën. Als dat werd aangenomenzou ik ook kunnen meegaan met het voorstel om de boekhouding aan de gasfabriek te veranderen, liet zou dan toch beier zijn die boekhouding te veranderen en geen winst meer te behalen dan de uitgaven bedragen. Het voorstel der Commissie van Financiën wordt hierop met 15 tegen 5 stemmen aangenomen. Tegen stemdende heeren DriessenDe Laat de KanterSuringnr Van der Zweep en de Voorzitter. No. 172 wordt alsnu, met ƒ4500 verhoogd, goedgekeurd. Hoofdstuk X der Uitgavendat was aangebondenwordt nu met alge- meene stemmen aangenomen. De discussiën over no. 54 worden hervat en over het voorstel van de Commissie van Financiën tot vermindering van den post met ƒ4500. De heer De Laat de Kanteb. Ik zsl nu stemmen tegen het verlagen van dit artikel. Ik acht het onbillijk alle lasten op het tegenwoordige ge slacht te leggen en niets voor de nakomelingschap over te latendie er de meeste vruchten van zsl plukken. De heer Van deb Lith. Het zij mij vergund op te merken dat dit nu eigenlijk is reageeren tegen hetgeen de Raad indertijd heeft bepaald en wel degelijk buiten werking stellen van hetgeen door den Raad is aange nomen en dat wel voor goed. De heer Van Iterson heeft zijn voorstel indertijd ingediend als tijdelijken maatregel, en de Raad dit als zoodanig aangenomen. De heer Van Iterson zeide toen»Ik erken de bezwaren tegen het afwijken, zij het ook tijdelijk, van het eenmaal genomen raads besluit. Daarom wenschte ik in overweging te geven hetzelfde doel te be reiken langs een anderen weg, en het principe, door den Raad aangeno men, dat van de kosten van schoolbouw enz. jaarlijks zal worden besteed tot aankoop van kapitaal, te handhaven door art. 167 te verhoogen met 9000. Om dan toch tegemoet te komen aan de mijns inziens geheel juiste opvatting van Burg. en Weth.dat het onbillijk zou zijn den ge beden last der rentebetaling op de belastingschuldigen te doen drukkenen wel, omdat in 1877 stellig nog geene voordeelen van de duinwaterleiding te wachten zijn, zou men no. 50 ^Verkoop en inschrijving" ook met ƒ9000 kunnen verhoogen." Toen is dus uitdrukkelijk door den Raad besloten de kapitalisatie van de uitgaven voor achoolbouw voorloopig niet in werking te brengenomdat men geen voordeel had van de duinwaterleiding en de ƒ22500 in hun geheel moesten worden uitgekeerd. De heer De Fremery heeft toen een volgend jaar voorgesteld dat besluit te handhaven zoolang de duinwaterleiding de volle garantie eischte. Ik meen dat wij dat stand punt moeten handhaven of in principe aannemen dat niet voor schoolbouw zal gekapitaliseerd worden. De heer De Laat de Kanter. Evenzeer is door den Raad besloten jaarlijks slechts 5000 af te lossen van het kapitaal der gasfabriek en zooeven is besloten daarvoor f 9500 te besteden. Als mijn denkbeeld reageeren isdan i9 ook het besluitdat zooeven genomen werdreageeren. Mijne bedoeling is niet alle lasten te doen drukken op het tegenwoordige geslacht, en voor hot nageslacht uitsluiteud het genot over te laten. De heer Van Iterson. Ik zou voor het denkbeeld van den heer De Kanter een open oor hebbenals in de begrooting omstandigheden voorkwa mendie eene buitengewone opdrijving van het cijfer van den hoofdelijken omslag noodzakelijk maakten. Maar dit is het geval niet. Het zal niet noodig wezen den hoofdelijken omslag beduidend hooger uit te trekken dan hij door Burg. en Weth. geraamd is, ook al wordt het voorstel der Commissie van Financiën aangenomen. De heer De Laat de Kanteb. De hoofdelijke omslag is op ƒ120,000 geraamd even als verleden jaar, doch die werd met 14000 verminderd door de groote winst der gasfabriek en op 106,000 gebracht. Maar nu zal de post wel wat boven de 120,000 stijgen. Het voordeel van de ƒ4500 winst der gasfabriek i9 reeds vervallen; nu zal de ƒ4500 voordeel van de duinwaterleiding ook alleen aan onze nazaten ten goede komen. De heer Van Iterson. Ik kan dat groot bezwaar niet inzien. In den loop van liet volgende jaar zal er zooveel geld noodig zijn voor andere za kendat het geen kwiiad kan eene kleine reserve te houden en niet alle toevallige baten aan te wenden om de directe belastingen te verminderen. Het cijfer ik ben dit met den heer De Fremery eens waarom de hoof delijke omslag heendraait, moet aan zekere norma zijn gebonden en men moet er niet lichtvaardig toe overgaan enkele malen dat cijfer te vermin deren. Dan meent men licht dat het verminderde cijfer het normale cijfer is en dan valt het bezwaarlijker weer te verhoogen als er behoefte bestaat. De heer De Kanter heeft overigens toen de omstandigheden van gas fabriek en duinwaterleiding nog niet bekend waren tot de samenstel ling der begrooting zelf medegewerkt en dus ook vermoedelijk tot bet cijfer van den hoofdelijken omslag van ƒ120,000. Als hij dat cijfer zoo be zwaarlijk vond, had hij middelen moeten zoeken om daarin verandering te brengen, maar nu zich eene toevallige gelegenheid aanbiedt om het cijfer te verminderen, dient men deze niet aan te grijpen, maar moet men zich liever houden aan het oorspronkelijke, als het ware natuurlijke, cijfer. Ais wij werkelijk gingen potten, dan zou ik er tegen zijn; maar ik voorzie dat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1879 | | pagina 15