94 De Voorzitter. Mag ik opmerken, dat door eene beslissing dat een onderzoek zal ingesteld worden naar de redenen van het onvoldoende van het gas zou worden te kennen gegeven, dat het ga9 niet goed isP Dat kan niet de bedoeling geweest zijn. De heer Van Iterson. Hebben wij, toen het voorstel betreffende den gasprijs behandeld werd, dan niet gestemd over het voorstel der Commissie van Financiën? Ik meen van ja. De heer De Fremery. Ik geloof dat dit gewijzigd is door de bespre king, aangezien herhaaldelijk gezegd is, dat men niet vooruit wilde loopen op het onderzoek, en dan kon van de onvoldoendheid van bet lichtgas, meen ik, geen sprake zijn. De heer Van der Lith. Ik weet zeker dat de heer Hartcvelt heeft voorgesteld te besluiten overeenkomstig de conclusie der Commissie van Financiën, dat de Voorzitter die conclusie in stemming heeft gebracht en dat zij is aangenomen. Mij dunkt dat het officieel verslag hieromtrent nader naricht kan geven. Bovendien heeft de beer De Freraery zich niet ont trokken aan een onderzoek naar den prijs der cokes. De heer De Fremery. Wat het onderzoek van den cokesprijs betrof, daartegen bad ik geen bezwaar. De heer Van deb Lith. Ik geloof ook dat de heer Hartevelt niet in het voorstel gelegd heeft de uitspraak dat het gaslicht onvoldoende is. De beer Hartevelt. Volstrekt niet. De heer Cock. Ik vind het steeds een goede gewoonte, mijnheer de Voor zitter, die dan ook door u terecht wordt gehandhaafd, dat geene voorstellen in stemming mogen worden gebracht, tenzij die schriftelijk aan n zijn in gediend. Welnu, in bedoelde zitting is u geen enkel voorstel overhandigd. Dat behoefde ook nietwant aangenomen is de conclusie van de Commissie van Financiëndie gedrukt voor ons lag en namens die Commissie door den beer Hartevelt is voorgesteld. Ik handhaaf mijne opinie, dat aange nomen is het voorstel zooals bet gedrukt is, en sis zoodanig heb ik er ook voor gestemd. Het is hier eene quaestie van groote portée. Bedoelde men enkel te constateeren de lichtsterkte van het gas, dan zou men niet gewaagd hebben van slecht licht, want het slecht zijn van het licht had in dat geval eerst nit het onderzoek naar de sterkte mogen blijken. Neen, men nam juist daarom aan, dat het licht slecht was, om de bewering te voorkomen dat de meeste Leidenaars zóó verblind zijn dat zij goed licht van slecht licht niet weten te onderscheiden. Ik blijf van meening, dat een onderzoek naar de reden van den lagen prijs der cokes en van het slechte liebt bepaald, gedemandeerd is. Het was een enquête in zake de gasfabriek. De Voorzitter. Door den heer De Fremery is voorgesteld den post met ƒ4500, door den heer Hartevelt bet no. met ƒ9000 te verhoogen. De beer Van Itekson. Ik wil mij gaarne laten leiden door degenen, die beter dan ik kunnen oordeelen, en daartoe behoort zeer zeker de Voor zitter van de Commissie voor de gasfabriek. Maar ik moet nog steeds bet argument hoorenwaarom de heer De Fremery sedert de vorige vergadering van opinie ia veranderd. Toen heeft bij blijkens het Verslag der Hande lingen gezegd: #Ik moet nog even opmerken dat, wanneer de Raad eerst in Maart tot eene verlaging besluit, daaraon niet voor Juli uitvoering zal kunnen gegeven worden. Er zullen dus nog tot dien tijd 9 maanden moeten voorbijgaan en in al dien tijd zullen de gasverbruikers 12| pCt. meer moeten betalen daD billijkerwijze naar onze meening en die van het Dage- lijksch Bestuur kan worden gevorderd." Dat is zoo apodictisch mogelijk. De heer De Fremery. Ik heb Diets anders gezegd dan dat ik vreesde dat de prijsverlaging dan wel tot Juli zou kunnen verschoven worden. Wordt het voorstel van den heer Hartevelt aangenomen, dan merk ik op dat alsdan meer van de gasverbruikers geheven zal worden dan Burg. en VVetb. billijk voorkomt. In stemming gebracht, wordt het voorstel van den heer Hartevelt ver worpen met II tegen 9 steramen. Voor stemden: de heeren Van der Lith, Juta, Van ItcrsonVan Het- tinga Tromp, Hartevelt, Le Poole, Verster, Cock en Donncr. Het voorstel van den beer De Fremery, daarop in stemming gebracht, wordt aangenomen met 19 stemmen tegen 1, die van den beer Hartevelt. De heer Cock. Het komt mij voor, dat het thans het oogenblik niet is om uit te maken, wat de Baad wezenlijk besloten heeft. Ik geloof, dat onze geachte Voorzitter het met mij eens zal zijndat ik die quaestie in eene latere vergadering zal dienen aan te brengen. De Voorzitter. Die beraadslaging zou in eene eerstvolgende vergadering kunnen gevoerd worden. No. 29 wordt goedgekeurd. No. 30. Baggeren in de wateren de gemeente toekomende ƒ3190. De heer Du Bieu. Ik zou wenscben dat er wat meer gebaggerd werd in de stadswaterendie erg vuil zijnwellicht juist omdat zij te weinig uitgebaggerd worden. Daarbij ziet men, dat wat de baggerman niet naar zijne gading ophaalt, zooals takken enz., achter de schuit in bet water geworpen wordt. Dat acht ik niet goed. Ik zou het beter vindendat die voorwer pen weggevoerd werden en daardoor de uitstrooming van het water niet belemmerd werd. De Voorzitter. De beantwoording der opmerkingen omtrent het meer of minder baggeren meen ik aan den heer De Laat de Kanter te kunnen overlaten. De heer De Laat de Kanteb. Ik moet alleen opmerken dat wij hier spreken over een ontvangpost wegens de verpachting van h«t recht om te baggeren. Het belang van den pachter brengt dus mede niet minder te baggeren dan bij mag. Wij zullen er dus niets aan kunnen doenwant zelf laten baggeren, mogen wij niet: dan komt men in conflict met den pachter. Ik geloof echter, dat de vrees van den beer Du Bieu onge grond is: het eigenbelang van den pachter zal hem wel nopen niets achter te laten wat van zijne gading is. De Voorzitter. Wat aangaat bet wederom wegwerpen van opgebag gerde voorwerpenkan ik mededeelend;,t verschillende processen-verbaal zijn opgemaakt tegen de arbeiders, die daaraan schuldig werden bevonden. Die verbalen zijn eehter ter zijde gelegd, omdat, volgens de zienswijze van den ambtenaar van het openbaar ministerie, deze handelingen geen straf baar feit daarstellen. Volgens het contract van verpachting kan echter de pachter worden aansprakelijk gesteld en dezen eene boete worden opgelegd. De heer Du Bieu. Mag ik nog al9 mijne meening uitsprekendat het verkeerd is bet recht van baggeren te verpachten en dat het heter is zoo danig contract te sluitenwaarbij de pachter verplicht is het water van bagger vrij te houden? De Voorzitter. Als de tijd gekomen is zal daaromtrent een voorstel kunnen gedaan worden. No. 30 wordt goedgekeurd. No. 31 wordt aldus goedgekeurd: Ontvangsten bij de Commissie van Fabricage 600. Hoofdstuk III wordt met algemeene stemmen aangenomen. Hoofdstuk IV. Ontvangsten van verschillenden aard en tob- VALL1GE RATEN. Nos. 324o worden aldus goedgekeurd: Tienden, cijnsen en erfpachten ƒ1350; Pacht of opbrengst der Bank van Leening (Nihil); Pacht of op brengst van den baarda9ch, vuilnis-, bagger- en dergelijke mestspeciën 5722; Boeten van politie, nationale militie enz. ƒ200; Boeten wegens overtredingen in zake plaatselijke belastingen ƒ25; Teruggave van het rijk wegens bij voorschot verstrekte reisgelden aan militieplichtigen 50; Terug gave van verpleging8- en transportkosten van krankzinnigen en kinderen van gevangenen, bedoeld bij art. 26 der wet van den 28stea Juni 1854 ƒ10; Bijdrage van bet Kijk in de kosten vau liet kantonnaal huis van bewa ring ƒ130; Bijdrage van het Bijk in de kosten van het middelbaar onder wijs ƒ7000. No. 41. Bijdrage van bet Rijk in de kosten van het hooger onderwijs (gymnasium) ƒ9600, wordt met ƒ400 verminderd. De heer Cock. Moeten hier geen 60 bij De heer Van der Lith. Mag ik opmerken dat de post is uitgetrokken naar aanleiding van de schriftelijke toezeggiog van den Minister van Bin- nenlandsche Zaken? De Voorzitter. Men moet een onderscheid maken tusschen het cursus jaar en het dienstjaar. De heer Cock. Ik dring er uiet verder op aan. No. 41 wordt goedgekeurd. Nice. 4246 worden aldus goedgekeurdAndere ontvangsten niet tot de vorenstaande beboorende ƒ500; Teruggave van zegelgelden voor quitan- tiën der plaatselijke belastingen 300Opbrengst van faecale stoffen stelsel Liernur ƒ750; Pensioenbijdragen van gemeente-ambtenaren 1650; Terug gave van het Bijk van de kosten der zesde algemeene tienjarige volkstel ling ƒ700. Hoofdstuk IV wordt aangenomon met algemeene stemmen. Hoofdstuk V. Buitengewone ontvangsten. Nos. 4752 worden aldus goedgekeurd: Opbrengst van den verkoop van gemeente eigendommen van hoornen enz. 500; Geld leening tot voorziening in de tijdelijke behoefte aan kasgeld 75000; Aflossing op hypotheken en obligatiën 2000; Alkoop van grondrenten, tienden enz. 10; Subsidie in de verpleging van arme krankzinnigen 2070; Tegemoetkoming in de ge wone kosten van bet lager onderwijs 2000. No. 53. Bijdragen van de omliggende gemeenten in de kosten van het openbaar onderwijs 1400. Wordt, verminderd met ƒ200, goedgekeurd. No. 54. Verkoop van inschrijvingen op het Grootboek der Nat. Werk. Schuld 2j- pCt. 10700. De heer Van der Litii. Door den heer Van Iterson is indertijd voor gesteld, tegenover den aankoop van inschrijvingen een post te brengen tot verkoop, ten einde de kosten der duinwaterleiding niet te brengen uit sluitend op het tegenwoordige, maar ook op het volgende geslacht. Vergis ik mij niet, dan heeft de heer Van Iterson toen verklaard dat, wanneer het subsidie aan de duinwatermaatschappij verminderdetot het oude systeem moest worden teruggekeerd. Ik stel voor den post te vermeerderen met ƒ4500, zijnde de som waarmede de rentegarantie verminderd is, geheel overeenkomstig het stelsel van den heer Van Iterson. De heer Van Iterson. Ik ondersteun dit voorstel geheel en moet tevens verklaren met het allergrootste genoegen te hebben vernomen dat in het volgend jaar ƒ4500 minder zal worden uitgegeven wegens rentegarantie. De wenschelijkheid ligt nu voor de hand om die ƒ4500 bij te schrijven. De heer De Fremery. Als het beginsel, door den heer Vaa der Lith voorgesteld, aaDgenomen mocht worden, dan zal voortdurend, zelfs indien er geen bijdrage voor de duinwaterleiding noodig is, tot aanleg van kapitaal of tot vermindering van schuld moeten worden overgegaan. Wij zullen op die wijze wel nimmer in een beteren toestand komen. Laten wij toch niet vergeten dat de duinwaterleiding ook voordeel geven zal aan hen die na ons komen. De heer Van der Lith. Het zij mij vergund met een enkel woord de zaak ab ovo op te halen. Zij was deze. Tengevolge van een voorstel waartoe een man het initiatief nam wiens aftreding wij steeds betreuren den heer Buys, was bepaald, dat de gelden, gestrekt hebbende voor den aanbouw van scholen enz.langzamerhand gekapitaliseerd zouden worden dus alleen tot een bedrag, waarvan men bij no. 172 der begrooting het totaal bedrag kan zien. Tot voor twee jaren werd er een bedrag gekapitali seerd, gelijk bier te vinden is, en dat werd door bet voorstel van den heer Van iterson tijdelijk gestaakt. Nu is het de tijd om daarmede weêr voort te gaan. Het is geenszins mijn doel om voort te gaan met de kapitalisatie der rentegarantie aan de duinwatermaatschappij verschuldigd en dus, wan neer wij b. v. slechts ƒ4000 zullen hebben uit te keeren, jaarlijks ƒ18500 te beleggen. Neenik wil den toestand herstellen io dien zindat het ge- 41

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1879 | | pagina 14