75
Dat hij den tuin achter zijn woning voornoemduitkomende aan de
Voldersgracht, beneden heeft ingericht tot timmermanswerkplaats en
boven tot het bergen en drogen van hout;
Dat hij onbekend met de politieverordening den tuinmuur heeft opge
trokken met eene houten schutting ter hoogte van p. m. twee meter,
in plaats van eenen steenen muur.
Reden waarom hij zich wendt totUEAchtb., na door HH. rooimeesters
gewaarschuwd te zijn dat hij in strijd handelde met de algemeene
politieverordening, met beleefd verzoek om de reeds bestaande houten
schutting te mogen blijven behouden.
'tWelk doende,
Leiden, 22 September 1879. A. Verhoog Jzoon.
N». 222. Leiden, 2 October 1879.
Door het Bestuur der Kweekschool voor Zeevaart wordt bij nevens
gaand adres eene wijziging verzocht van den vorm van hel raadsbesluit
van 24 April jl.waarbij werd besloten een gedeelte van de singelgracht
bij de Kweekschool voor rekening van de gemeente te doen aanplempen
en aan de Kweekschool in erfpacht uit te geven tegen een jaarlijkschen
canon berekend naar 5£ pCt. van de kosten van aanplemping.
In het adres is duidelijk uiteengezet op grond waarvan de wijziging
wordt noodig geacht en wij zijn met de Commissie van beheer van oor
deel dat de jaarlijks te betalen som van rente en aflossing van de door
de gemeente voor de aanplemping uitgegeven geldenin geenen deele kan
worden aangemerkt als eene erfpachtcanon. De bedoeling kan dan ook
niet bestaan hebben om voor het gebruik van den aangeplempten grond
eene zekere recognitie te vorderen, doch het gemeentebestuur beoogde
alleen de gemeente geheel en volledig schadeloos te stellen voor de uit
gaven ter zake van de aanplemping. Nu bovendien de Kweekschool ten
gevolge van het bovenaangehaald raadsbesluit reeds belast is met de
aanzienlijke uitgave van 5} pCt. van de kosten van aanplemping ad on
geveer 7000terwijl door ons was voorgesteld de jaarlijksche vergoe
ding te bepalen op 4| pCt., gelooven wij dat er te meer termen bestaan
om door inwilliging van het verzoek, aan de Kweekschool het maken
van de in het adres bedoelde kosten te besparen. Wij stellen Uwe Ver
gadering alzoo voor het raadsbesluit van 24 April jl. als volgt te wijzigen:
1°. Een gedeelte der singelgracht bij de Kweekschool voor Zeevaart ter
grootte van ongeveer 1350 centiaren, uitmakende een gedeelte van het
perceel bij het Kadaster der gemeente Leiden, bekend onder Sectie A,
n*. 585voor rekening van de gemeente Leiden te doen aanplempenen het
aangeplempte terrein in erfpacht aan de Vereeniging tot instandhouding en
bevordering van den bloei der Kweekschool voor Zeevaart voor den tijd van
vijf en twintig jaren uit te geven, onder bepaling dat de grond en de be
schoeiing door het Bestuur der Kweekschool in behoorlijken staat, ter
beoordeeling van Burg. en Weth. der gemeente Leiden, zullen worden
onderhouden en overigens onder dezelfde voorwaarden, zonder verhooging
van den daarvoor bepaalden canon van 4.50 'sjaars, als de aange
vraagde grond aan de Kweekschool bij raadsbesluit van 12 December
1878 in erfpacht gedeeltelijk met recht van opstal is uitgegeven.
2°. Te bepalen dat door de Kweekschool jaarlijks 5| percent van de
kosten van aanplemping aan de Gemeente Leiden zal worden uitbetaald.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Wij nemen derhalve de vrijheid Uwe Vergadering in overweging te
gevea hem dat eervol ontslag te verleenen en zulks, ingevolge zijn ver
zoek, met ingang van 1 November a. s.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met gepasten eerbied te kennen de ondergeteekende J. V. Dis
selkoen, dat hij, wegens zijne benoeming tot hoofdonderwijzer te Stel
lendam, verzoekt, hem eervol ontslag te willen verleenen als onderwijzer
2de klasse aan de school voor m. u. 1. o. 2de kl., voor jongens en meisjes,
en wel met ingang van 1 November a. s.
'IWelk doende enz.,
Leiden, 30 Sept. 1879. J. V. Disselkoen.
Leiden, 1 October 1879.
Ter voldoening aan uwe apostille van heden heb ik de eer U te be
richten dat het verzoek van den onderwijzer der 2de klasse J. V. Dis-
selkoein in alle opzichten voor eene gunstige beschikking vatbaar is.
De hoofdonderwijzer,
Aan den heer Burgemeester van Leiden. J. A. Van Dijk.
N®. 219. Leiden, 2 October 1879.
Reeds meermalen is gewezen op de wenschelijkheid dat de raadzaal,
de vergaderkamer van ons college en de voormalige Rechtbank van
gaskronen worden voorzien, ook met het oog op de meerdere veiligheid
in vergelijking met eene verlichting door middel van petroleumlampen
gelijk thans het geval is.
Blijkens bericht van Commissarissen der gasfabriek worden de kosten
voor een en ander geraamd op ƒ2400, en wij meenen u te moe
ten in overweging geven die som ten voorschreven einde beschikbaar
te stellen, terwijl de vereischte gelden zullen kunnen worden gevonden
door verhooging van volgn. 29 der begrooting voor dit jaarontvangsten
wegens de gasfabriek, vermits, zooals u reeds vroeger is medegedeeld,
het overschot van de exploitatie dier inrichting over dit jaar belangrijk
meer zal bedragen dan bij de vaststelling van de begrooling was geraamd.
Een suppletoire staat van begrooting tot verhooging met 2400 van
volgn. 76, Kosten voor het onderhouden enz. van het Raadhuis en van
bovengemelden onlvangstpostwordt hiernevens ter vaststelling aan
geboden.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders enz.
N°. 220. Leiden, 4 October 1879.
Wij hebben de eer U mede te deelen dat wij geen bezwaar hebben
tegen de inwilliging van het verzoek van E. Brouwer om eervol ontslag
als onderwijzer le klasse aan de jongensschool 2e klasse, zoodat wij
Uwe Vergadering in overweging geven hem dat ontslag te verleenen
en zulks met ingang van 15 November e. k.
Het adres met het advies van den hoofdonderwijzer der school wor
den hierby overgelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Den Edel-Acfatbaren Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen ondergeteekende, onder
wijzer eerste klasse aan de jongensschool tweede klasse,
dat hij tengevolge eener benoeming naar elders eervol ontslag ver
zoekt uit zijne tegenwoordige betrekking tegen 15 Noverber e. k.
De onderwijzer voornoemd,
Leiden, 1 Oct. 1879. E. Brouwer.
Leiden; 3 October 1879.
De ondergeteekende heeft de eer UEd. Achtbare te berichten, dat er
van zijnen kant geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van hel ver
zoek van den onderwijzer E. Brouwer, om eervol ontslag uil zijne
betrekking van onderwijzer eerste klasse aan de openbare jongensschool
tweede klasse.
De hoofdonderwijzer,
J. D. Van Wijk.
Den Edel-Achlbaren Heer Burgemeester van Leiden.
N®. 221. Leiden, 2 October 1879.
Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen
een verzoek van A. Verhoog Jz. om vrijstelling van de toepassing van art.
204, 1ste alinea, der algemeene politieverordening, krachtens welke
geen gebouw binnen deze gemeente mag worden opgericht dan met
steenen zijwanden. Het verzoek strekt om voor de timmermanswerk
plaats langs de gedempte VoldersgrachlWijk 6, n9. 950 (straatn®. 109)
houten wanden aan den bovenzolderbestemd tot het bergen en drogen
van timmerhout, te maken in plaats van steenen.
Na ingewonnen advies van den Voorzitter der Commissie van Fabricage
bestaan legen de inwilliging van het verzoek bij ons geene bedenkingen,
zoodat wij U in overweging geven de voorgestelde ontheffing to verleenen
zullende adressant worden gewezen op art. 189, n». 10, der Algemeene
Politieverordening, krachtens hetwelk het is verboden om, zonder ver
gunning van Burg. en Weth., in onbewoonde huizen of erven vuur te
bezigenvan I April tot en met 30 Septembervan des avonds 0 tot
5 uren des morgens, en gedurende de overige maanden van 3 uren des
namiddags tot 's morgens 6 uren.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan de Edel-Achtbare neeren Burg. en Weth. der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Abraham Verhoog Jz., tim
merman, wonende Oude Vest, n°. 109;
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de Commissie van Opper
toezicht en Beheer der Kweekschool voor Zeevaart te Leiden:
dat zij den 12den Februari dezes jaars tot den Raad het verzoek richtte
om haar vergunning te geven en de noodige middelen le verschaffen
voor de aanplemping van een gedeelte water, hetwelk zij tot vergrooting
van het terrein der Kweekschool behoefde;
dat Burg. en Weth. daarop aan den Raad hebben voorgesteld, de be
doelde aanplemping voor rekening der gemeenteledoen verrichten, onder
bepaling dat door de Kweekschool jaarlijks aan de gemeente zou worden
betaald 4| percent van de kosten van aanplemping, en de grond en de
beschoeiing door de Kweekschool in behoorlijken staat zouden worden
onderhouden
dal evenwel bij de behandeling van haar verzoek in de raadszitting
van 3 April 11. door een der leden als amendement op het rapport van
Burg. en Weth. is voorgesteld: »dat het aangewezen gedeelte Singel
gracht voor rekening der gemeente worde aangeplempt en onder den last
tot onderhoud der beschoeiing in erfpacht aan de Kweekschool worde
uitgegeven voor gelijken tijd en overigens onder dezelfde voorwaarden
als de aangrenzende grond bij de Kweekschool in erfpacht bezeten wordt,
en wel tegen een jaarlijkschen canonberekend naar 5£ percent van de
kosten van aanplemping";
dat de Raad zich met dit amendement, waarover bij eerste stemming
de stemmen staakten, in zijne zitting van 24 April jl. heeft vereenigd
met de meerderheid van ééne stem en de aldus gewijzigde voordracht
met 14 tegen 5 stemmen is aangenomen.
Het zoude der Commissie niet moeilijk vallen aan te toonen dat, wel
verre dat de inwilliging van het verzoek voor de gemeente onereus zoude
zijn, zooals bij de gevoerde discussiën is beweerd, integendeel de aan
de adressante opgelegde verplichtingen voor haar buitengewoon schadelijk
en bezwarend en in dezelfde mate voordeelig voor de gemeente zijn;
immers bij eene nauwkeurige berekening en afscheiding van rente en
aflossing blijkt dat na 25 jaren niet alleen de gemeente weder het ge-
heele door haar voorgeschoten bedrag zou hebben terug bekomen, maar
nog ruim ƒ1000 meer, en daarenboven eigenares zoude zijn geworden
van eene uitgestrektheid grond van plus minus 1400 centiaren, omtrent
welke waarde verschil van opinie scheen te bestaan, doch welke dan
toch zeker niet gering is le schatten, evenmin als het voordeel dat de
gemeente door de belangrijke uitbreiding der Kweekschool geniet; zij
had echter geene keuze en bij de behoefte welke zij aan het nu aange
plempte terrein had, was zij wel verplicht zich aan die onereuse be
palingen te onderwerpen. Het is dan ook thans hare bedoeling niet le