64 VI. Verzoek ven J. C. Rijk, om een zérkjo tc leggen. (Zie Ing. St. n°. 171.) Zonder hoofJelijke stemming wordt overeenkomstig bet voorstel van Burg. en Wetli. besloten. VIT. Staat van af- en overschrijving op de gemeentebegrootingdienst 1879. (Zie Ing. St. n°. 165.) Wordt met algemeene stemmen vastgesteld. VIII. Rekening van de ontvangsten eu uitgaven der gemeente over 1878. (Zie Ing. St. no. 170.) Met algemeene stemmen wordt deze overeenkomstig het voorstel van Burg. en Wcth. goedgekeurd. Burg. en Weth. onthielden zich van medestemmen. IX. Rekening als voren, van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (Zie Ing. St. no. 166.) Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. Gedurende de behandeling van de rekening was de heer Hartevelt afwezig. X. Rekening van Vrouwen kraammoeders. (Zie Ing. St. n°. 167.) Wordt met algemeene steramen goedgekeurd. XI. Rekening van het R. K, Wees- eri Oudelicdeuhuis. (Zie Ing. St. n°. 168.) Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. XII. Rekening van het R. K. Armbestuur. (Zie Ing. St. n". 169.) Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. Gedurende de behandeling der beide laatste rekeningen was de heer Van Wensen afwezig. De Voorzitter. Zooals uwe vergadering uit de baar van wege Burg. en Weth. verstrekte mededeeling zal gezien hebben, bedraagt bet belastbaar inkomen op het kohier ongeveer f 5,850,000. Op de begrooting van dit jaar is voor den te heffen hoofdelijken omslag de som van f 120,000 uit getrokken, onverminderd de 5 pCt. voor kwade posten. Het te heffen percent zou dan op 2.35 moeten worden bepaald. Daar aan ons college echter dezer dagen door de Commissarissen van de Gasfabriek is medegedeeld, dat het batig saldo over 1879 het op de begrooting uitgetrokken cijfer van f 45000 aanmerkelijk zal overschrijden achten Burg. en Weth. dat eene heffing van 2 pCt. meer dan voldoende zal zijn. Daar het niet wensohelijk is de plaatselijke belasting hooger op te voeren dan noodig is, zoo hebben zij gemeend het kohier voorloopig op 2 pCt. van het belastbaar inkomendus tot een bedrag van 107,044, te kunnen vaststellen. Burg. en Weth. doen dat voorstel met te meer vrijmoedigheid, omdat door de bewerking van de kohieren van den hoofdelijken omslag de belastingschuldigen dit jaar in slechts enkele termijnen zullen kunnen betalen en door dezen maatregel aan dat bezwaar eenigermate wordt tegemoet gekomen. Dc heer Do Rieu. Mijnheer de Voorzitter! Begrijp ik u wel, dan vragen Burg. en Weth. nan den Raad machtiging om op de begrooting 107,041 te brengen? De Voorzitter. Burg. en Weth. vragen machtiging om den hoofdelijken omslag niet tot het op de begrooting uitgetrokken cijfer van ƒ126,000 te heffen. De heer Do Ried. Wordt dat niet beslist bij de indiening der be grooting. De Voorzitter. De machtiging wordt gevraagd voor de begrooting van dit jaar. De exploitatie van de gasfabriek heeft zulke groote baten opge leverd dat zonder eenig bezwaar tot deze vermindering van het cijfer van den hoofdelijken omslag kan worden overgegaan. De heer Do Rieü. Ik begrijp de strekking van het voorstel niet. Op de begrooting zijn posten uitgetrokken. Waarom moeten die midden in het jaar gewijzigd worden? De Voorzitter. De strekking is niet om de begrooting te wijzigen. Burg. en Weth. wenschen te vernemen, of Uwe Vergadering zich met de beschouwingen van Burg; en Weth. kan vereenigen. De heer De Fremery. Ik heb weinig bij de mededeeling van den Voor zitter te voegen. Zooals de heer Du Rieu weet is aan Burg. en Welb. overgelatenom het evenredig percent van het belastbaar inkomen te be palen. Stellen wij dat op 2 percent vast, dan zal op liet artikel: 'Hoof delijke omslag" ontvangen worden 107,044. Dit zou dus een tekort opleverenware het niet dat er aan de andere zijde voordeelen tegenover stonden, waarvan door Commissarissen der Gasfabriek mededeeling is gedaan. Burg. en Weth. zijn dus zeker, al wordt niet meer dan 2 percent geheven van het belastingschuldige inkomen, dat de ontvangst over dit jaar, door de buitengewone voordeelen die de Gasfabriek aanbrengt, de raming van de begrooting nog zeer verre znl overtreffen. Tegen bet rcrleenen der mach tiging kan alzoo niet het minste bezwaar bestaan. De toegestane uitgaven zullen alle uit de ontvangst kunnen bestreden worden; er is dus geen enkele aanleiding om meer te beffen dan door ons wordt voorgesteld. Ik boop en vertrouw daarom dat ons voorstel algemeene instemming zal vinden. Aan velen zal op die wijze genoegen worden gegevenzonder dat de ge meentekas daarbij schade lijdt. Zonder hoofdelijke stemming wordt de gevraagde machtiging verleend. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorzitter de openbare vergade ring waarna nog eene zitting met gesloten deuren wordt gehouden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1879 | | pagina 2