63
■N°. 176. Leiden, 16 Augustus 1879.
De Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handen ten
tine van bericht en raad gestelde verantwoording van Burg. en Welh.
van de inkomsten en uitgaven dezer gemeente over den dienst 1878,
benevens de daarbij overgelegde rekening van den gemeente-ontvanger.
Zij neemt de vrijheid Uwe Vergadering te raden omonder goedkeu
ring der rekening van de trekvaarten en jaagpaden, welke deze gemeente
in gemeenschap met andere bezitdeze rekening voorloopig vast te
stellen bij het besluit waarvan hel ontwerp overeenkomstig art. 220 der
wet van 29 Juni 1851 Staatsblad n°. 85) te gelijk met de rekening
door Burg. en Welh, is aangeboden, terwijl zij ten slotte de vrijheid
neemt U in overweging te geven de daarbij overgelegde suppletoire be
grooting en den staat (model A) levens vasi te stellen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N®. 171. Leiden, 18 Augustus 1879.
Na overleg met den WethouderVoorzitter der Commissie van Fabri
cage, hebben wij de eer II mede te deelen dat wij geen bezwaar hebben
legen de inwilliging van hel verzoek van J. C. Rijk, om een zerkje te
leggen voor zijn huis aan den Ouden Rijnn°. 59, en zulks ter breedte
van 75 centimeters, mits het gelijk met de straat worde gelegd.
Wij geven Uwe Vergadering alzoo in overweging daartoe de gevraagde
vergunning te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan IIII. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen J. C. Rijk om voor zijn
huis aan den Ouden Rijn een zerkje te mogen leggen ter lengte van
het deurkozijn en ter breedte van 75 cM., Wijk 7, n°. 59.
Welk is doende
Leiden, 18 Augustus 1879. J. C. Rijk.
N\ 172. Leiden, 16 Augustus 1879.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te
deelen dal zij geen bezwaar lieert tegen de inwilliging van hel verzoek
van Mejulfr. C. M. Dozy, ter bckoming in eigendom van een perceel
gemeentegrond aan het St. Jansgrachtje.
Zij neemt derhalve de vrijheid Uwe Vergadering in overweging te ge
ven bedoelden grond in eigendom af te staan tegen een koopprijs van
ƒ5 per centiare en onder de door de Commissie van Fabricage voorge
stelde voorwaarden. 1
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 173. Leiden, 21 Augustus 1879.
Na overleg met den Wethouder, Voorzitter der Commissie van Fabri
cage, hebben wij de eer U mede te deelen dat wij geen bezwaar hebben
tegen de inwilliging van het verzoek van de Commissie der Christelijk
Geref. school aan de Hooigracht alhier, om eene stoep met afsluilings-
palen te leggen voor de perceelen aan de Hooigracht nos. 97 en 99.
Wij nemen alzoo de vrijheid Uwe Vergadering in overweging te geven
de vereischte vergunning daartoe te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Raad der Gemeente Leiden,
Geeft met verschuldigden eerbied to kennen, de Commissie der Christ.
Geref. school aan de Hooigracht alhier, dat zij voor de school en ingang
van het kerkgebouw, straatnummers 97 en 99, wenscht te leggen
eene sloep met afsluilingspalenwaarvoor beleefdelijk de toeslemming
Uwer Vergadering wordt verzocht.
'I Welk doende,
De Secretaris,
Leiden, 18 Juli 1879. J. W. FiLipro Iz.
W®. 174. Leiden, 22 Augustus 1879.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering mede te deelen dal het belast
bare inkomen op het door ons college voorloopig vast te stellen kohier
der plaatselijke directe belasting bedraagt ongeveer 5,352,000, terwijl
op de begrooting voor dit jaar als opbrengst van plaatselijke directe be
lasting is uitgetrokken eene som van 120,000. Vermits ingevolge de
verordening bovendien hoogstens vijf ten honderd kan worden omge-
slagen, zoo zoude het te heffen bedrag kunnen worden vastgesteld op
ƒ126,000, en alsdan zoude het te heffen percent moeten worden bepaald
op 2.35, waardoor eene opbrengst wordt verkregen van 125,777.35.
Inmiddels is ons door Commissarissen der gasfabriek bericht dal het
batig saldo over 1879 het daarvoor op de begrooting uitgetrokken cijfer
van ƒ45000 aanmerkelijk zal overschrijden, tengevolge waarvan, bij
eene heffing van slechts 2 percent, opleverende ƒ107,044, meer dan
voldoende in de behoeften van den dienst zal worden voorzien.
Wij achten het in alle opzichten wenschelijk dat bij plaatselijke be
lasting niet meer worde geheven dan, met het oog op de andere ont
vangsten der begrooting, noodig is en hebben mitsdien gemeend op het
voorloopig vast te stellen kohier de aanslagen der belastingschuldigen
niet hooger te moeten vaststellen dan op 2 percent van hel aangenomen
inkomen.
Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Gemeenteraad.
N®. 176. Leiden, 21 Augustus 1879.
Wij hebben de eer U mede te deelen dat wij geen bezwaar hebben
legen de inwilliging van het verzoek van Mejuffr. G. M. Beylom eervol
Inc. stckken 1879.
ontslag uit hare betrekking van hulponderwijzeres aan de openbare lagere
school n°. 2 voor onvermogendenmet ingang van 1 October a. s.
V\ij geven Uwe Vergadering alzoo iri overweging haar het gevraagd
eervol ontslag te verleenen tegen genoemd tijdstip.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Geertruida Maria Beyl,
hulponderwijzeres aan de openbare school n°. 2 voor onvermogenden
alhier:
dal zij primo October e. k. deze gemeente zullende verlaten, dienten
gevolge eervol ontslag verzoekt uit gemelde hare betrekking tegen 30
September aanslaande.
'I Welk doende,
Leiden, 20 Augustus 1879. G. M. Beïl.
Leiden, 22 Augustus 1879.
Ter voldoening aan den inhoud uwer apostille, dd. 21 dezer, n°. 1893,
en onder terugzending van het adres van de hulponderwijzeres, Mejuf
frouw G. M. Beylhoudende verzoek om eervol ontslag uit hare betrek
king tegen 30 September e. k.heb ik de eer te berichten, dal gemelde
hulponderwijzeres zich steeds ijverig van haar taak heeft gekweten en
ik dus vrijheid vind U te raden, haar hel gevraagd ontslag eervol te
verleenen.
De hoofdonderwijzer der openbare school
Aan HH. Burg. en Weth. n°. 2 voor onvermogenden,
der Gemeente Leiden. J. P. Laiscel.
N°. 176. Leiden, 21 Augustus 1879.
Ter vervulling van de vacature van onderwijzer 2de klasse aan de school
n°. 2 voor onvermogenden, ontstaan door het verleend eervol ontslag
aan A. Van der Steen, hebben wij de eer U hierbij de navolgende voor
dracht, opgemaakt in overleg met den betrokken hoofdonderwijzer en
den districtsschoolopziener, aan te bieden, als: 1°. J. Verwey de Win
ter onderwijzer te Driebergen2°. P. Deuzemanonderwijzer te Bar-
singerhorn en 3°. P. Bleeksma, onderwijzer te Nieuwveen.
Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging tol eene benoeming
te willen overgaan, onder mededeeling dat aan die betrekking eene jaar
wedde van ƒ700 is verbonden.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N°. 177. Leiden, 21 Augustus 1879.
In de hierbij gevoegde adressen verzoeken A. H. R. Hooiberg en de
Wed. J. T. Schouten restitutie en afschrijving van plaatselijke directe
belasting over den dienst van 1878.
De eerste adressant is, volgens bekomen inlichting, den 16den Mei
1878 naar Epe vertrokken, nadat hij zich behoorlijk van de bevolkings
registers dezer gemeente heeft laten afschrijven, zoodat hem voor de
zeven laatste maanden van 1878, en alzoo voor jj gedeelten van zijnen
aanslag ad ƒ18.75, vrijdom van plaatselijke directe belasting kan worden
verleend.
Vermits door hem echter reeds eene som van ƒ11.25 is betaald zal
hem een bedrag ad ƒ3.43 moeten worden gerestitueerd.
Ten aanzien van de tweede adressante is ons gebleken dat zij den
17den Augustus 1878 met getuigschrift van werkelijke woonplaatsver
andering naar de gemeente 'sGravenhago is vertrokken, zoodat haar
voor de vier laatste maanden van 1878 afschrijving van belasting ten
bedrage van ƒ1.34 zal kunnen worden verleend.
Wij nemen mitsdien de vrijheid Uwe Vergadering voor te stellen de
gevraagde restitutie en afschrijving lol de bovengemelde bedragen te
verleenen.
Aan den ^Gemeenteraad.
Burgemeester en Wethouders enz.
Leiden, 23 Augustus 1879.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering te be
richten dal bij haar geene bezwaren bestaan tegen het voorstel van
Burg. en Weth. tot het verleenen van restitutie en afschrijving van
plaatselijke directe belasting over 1878 aan A. II. R. Hooiberg en de
Wed. J. T. SchoutenRespectievelijk tot een bedrag van 3.43 en 1.34.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 178. Leiden, 25 Augustus 1879.
Ten gevolge van het vermeerderd aantal leerlingen op de meisjesschool
der 1ste klasse, is, na overleg met de Plaatselijke Schoolcommissie en
den Districtsschoolopziener, een der bovenvertrekken, bewoond door de
hoofdonderwijzeres, lijdelijk tot schoollokaal moeten woiden ingericht.
Wij achten het billijk dal aan de hoofdonderwijzeres eene vergoeding
worde verleend voor de schade en hel ongerief welke voor haar uit dezen
maatregel noodwendig voortvloeien, welke schadevergoeding zoude kunnen
worden bepaald op 100 per jaar.
Wij stellen Uwe Vergadering alzoo voor om daartoe te besluiten, de
uitgaven te voldoen uit den post «Vergoeding aan de hoofdonderwijzers
voor gemis van vrije woning."
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N®. 179. Leiden, 27 Augustus 1879.
De Commissie van Financiën heeft onderzocht de hierbij gevoegde
suppletoire begrooling van het bestuur van het Heilige Geest of Arme
Wees- en Kinderhuis alhier, voor het jaar 1879.
Zij heeft de eer U te berichten dat zij daarop geene bedenkingen heeft
en Uwe Vergadering alzoo voorstelt deze goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.