44 l. het boekhouden 1 uur per week. m. bet schoonschrijven2 uren n. het handteekenen i 15 o. het handwerken 8 Totaal130 uren per week. V. De jaarwedden voor het onderwijzend personeel worden geregeld als volgt a. voor de directricetevens belast met het onderwijs in een der moderne talen2500.— b. voor 3 leeraressen in de moderne talen, a f 1400 voor elk, 4200. c. voor één leeraar in de wis-, natuur- en scheikunde 1800.— d. voor één leeraar in de geschiedenis en aardrijkskunde 1800.— e. voor één leerares in de plant- en dierkunde1000. voor eén leerares of leeraar in het handteekenen 1200. g. voor één leerares in het handwerken300. h. voor één leerares in het schoonschrijven 100. s'. voor dén leeraar in de staatswetenschappen150.— te. voor den leeraar in het boekhouden v 100. Totaal f 13150.— De onder a. genoemde Directrice geniet tevens vrije woning. De onder 6. genoemde leeraressen ontvangen tweemaal eene verhooging van tractement van f100 om de 2 jaar. De onder c. en d. genoemde leeraren genieten tweemaal eene verhooging van tractement van ƒ200 om de 4 jaar. VI. Aan deze inrichting wordt nog werkzaam gesteld een amanuensis, ten einde behulpzaam tp zijn by het onderwijs in de natuur-en scheikunde op een tractement van f 450. VII. Om te worden toegelaten tot de le klasse dezer school worden dezelfde kundigheden vereiscbt, als voor de toelating tot de hoogere bur gerschool voor jongens. VIII. Voor bet aanschaffen van materieel, ten behoeve van het onder wijs in natuur- en scheikunde, plant- en dierkunde en aardrijkskunde, wordt voldoende gezorgd. IX. Voor kostenvallende op het schoonhouden der lokalenwordt een som van f 300 uitgetrokken. X. Ten behoeve dezer inrichting wordt een nieuw gebouw opgericht. Tot toelichting dezer algemeene regelendie wij meen endat bij de oprichting eener boogere' burgerschool voor meisjes moeten worden in acht genomen, strekke het volgende: Ad lam. Zal (e Leiden eene hoogere burgerschool voor meisjes aan haar doel beantwoorden en op een «enigszins talrijk bezoek van leerlingen kunnen rekenendan meenen wij dat eene instelling met vijfjarigen cursus, welke het middelbaar onderwijs voor meisjes in zijn geheel omvat, vereischt wordt. De kosten zullen niet veel booger zijn dan die voor eene school met drie- of vierjarigen cursus. Neemt men toch den driejarigen cursus, die aan de drie laagste klassen van eene school met vijfjarigen cursus beantwoordt, dan zou die cursus weinig meer, dan thans op de hoogere klassen der school van mej. Jesse gegeven wordt, omvatten. Neemt men daarentegen een driejarigen cursus, die aan de drie hoogste klassen eener echool met vijfjarigen cursus zou beantwoordendan zouden minder leerlingen van deze inrichting gebruik makenterwijl de kosten ongeveer dezelfde zouden blijven. Ad Hum. Over de bepaling van het schoolgeld waren de meeningen onder ons verdeeld; sommigen toch wenschten een schoolgeld van 60's jaars, in overeenstemming met dat voor de hoogere burgerschool voor jongens en met dat voor de school van mej. Jesseanderen daarentegen drongen aan op een schoolgeld van 50 'sjaars, in de overtuiging, dat wil dit on derwijs, door de aanschaffing van boeken toch reeds zoo kostbaar, niet alleen voor de meer-maar ook voor de minder gegoedenzooals bijv. voor de leerlingen van de school van mej. Winkler, toegankelijk zijn, het schoolgeld zlo laag mogelijk moet zyu. Ad lllum. Wordt er tot de oprichting eener hoogere burgerschool voor meisjes besloten, dan komt het ons wenschelgk voor, in de eerste plaats de Directrice te benoementen einde met haar niet alleen de verder te nenen maatregelen, de uitvoering betreffende, te overwegen, maar ook omdat bet mogelijk is dat de benoemde persoonzoo zij de bevoegdheid had van geschiedenis of aardrijkskunde te onderwijzen, met het onderwijs in een dier vakken belast werd. Alsdan zou een klcioe wijziging in het onderwijzend personeel moeten plaats hebben, daar wij ondersteld hebben dat de Directrice met bet onderwijs iu oen der moderne talen, zooals het meest waarschijnlijk is, zou worden belast. Ad iVum. £ij de opgave der vakkendie wij meenden dat aan eene hoogere burgerschool voor meisjes onderwezen moeten worden, hebben wij de uren vermelddie aan elk vak zouden moeten worden besteedten einde daardoor tot eene berekening der tractementen te komen. De 130 lesuren zouden wij verdeeld wenscben te zien over 26 school uren, met dien verstande, dat de Woensdag en Zaterdag namiddagen be schikbaar bleven voor privaat onderwijs in muziek, enz. Onder de handwerken zou de eerste plaats worden ingenomen door ver stellen knippen en hetgeen verder op bet vervaardigen van vrouwelijke kledingstukken betrekking heeft. Ad Vum. Tot de bepaling der jaarwedden voor bet onderwijzend per soneel kwamen wij door de onderlinge vergelijking van de tractemeeten aan andere inrichtingen, waarbij het aantal te geven lessen in rekening is gebracht. Behalve eene jaarwedde van ƒ2500 aan de Directrice, meenden wij, dat zij in bet gebouw der school vrije woning moet hebben. Men zal wellicht de bezoldiging der Directrice vrij hoog vinden; men houde echter in het oog dat van die Direttrice grootendeels de toekomst van de instel ling afhangt en het dus wenscbclijk is bij de benoeming eene ruime keuze te hebben. De tractementen voor de leeraren in de wiskunde en de ge schiedenis hebben wij gemeend gelijk te moeten stellen aan hetgeen thans door dergelijke leeraars aan onze bestaande instellingen wordt genoten. In hoeverre deze tractementen j uiat zijnmet het oog op de reorgan isatie van verschillende gymnasiazal de tijd moeten leerenwij meenden daarop echter niet te mogen vooruitloopen. Behoudens het geval dat de Directrice, op grond van hare bevoegdheid, met het onderwijs in de geschiedenis of de aardrijkskunde werd belast, zouden wij het liefst voor dit onderwijs zien aangewezen een leeraar, die in het bezit was van eenen voor dat onderwijs vereischt wordende acade- mischen graad; bij gebreke van dergelijken sollicitant zoude men echter dit onderwijs kunnen opdragen aan eene andere daartoe bevoegde leerares ia welk geval men met een minder hoog tractement zou kunnen volstaan. Voor het onderwijs in plant- en dierkunde meenen wij dat het, met het oog op dien leerstof, zeer gewenscht is, dat daarmede eene vrouwelijke docente worde belast, daar deze, gemakkelijker en beter dan een leeraar, aan meisjes de grondbeginselen dier vakken, waarvan enkele van teeren aard zijnkan mededeelen. Dat het tractement voor deze leeraresmet het oog op hare lesuren bijzonder hoog is, vindt zijn grond hierin, dat deze leerares daarin haar bestaan moet vinden; slechts in het geval dat men dit ouderwijs aan den leeraar der hoogere burgerschool voor jongens zou willen opdragenzou men met een toelage van ƒ600 kannen volstaan. Goede leeraars of leeraressen in het handteekenen zijn schaarschzoodat een tractement van ƒ1200 daarvoor niet te boog te achten is, te meer indien het mogelijk was dat hiervoor iemand gevonden kon worden, die tevens aan de leerlingen eenige gezonde begrippen van aesthetica zou kun nen mededeelen. Voor een leerares in het schoonschrijven is slechts ƒ100 uitgetrokken, daar dit onderwijs daarvoor gaarne zal gegeven worden, hetzij door eene onderwijzeres aan een der lagere scholenhetzijhetwelk wij het meest wenschelijk zouden vinden, door een der leeraressen aan de instelling. Voor het onderwijs in de handwerken hadden wij natuurlijk gaarne eene afzonderlijke en in haar vak uitmuntende onderwijzeres; echter zoude men bij den aanvangdit onderwijs tijdelijk aan een of meer der andere leeraressen kunnen opdragen. Met bet onderwijs in staatswetenschappen en boekhouden kunnen de leeraren in die vakken aan de boogere burgerschool voor jongens worden belast; zoodat de daarvoor uitgetrokken toelagen voldoende zijn te achten. Nog merken wij opdat wijvoor de leeraressen in de moderne talen en voor de leeraars in wiskunde en geschiedenis, hebben gemeend, het stelsel van verbooging van tractement te moeten behouden. Ad Vlum. liet salaris voor den amanuensis hebben wij gelijk gesteld met dat, wat de amanuensis aan de hoogere burgerschool voor jongens thans geniet. Ad Vllum. De vereischten om te worden toegelaten tot de le klasse meenden wij dat dezelfde mogen zijn ais die, welke voor de toelating tot de hoogere burgerschool voor jongens worden gesteld en welke wij, ge durende het bestaan dier schoolals de juiste en het meest aansluitende met de lagere school hebben leeren kennen. Ad VlIIum. Voor bet aanschaffen van instrumenten en ander voor het onderwijs noodzakelijk materieel meenen wij dat een jaarlijkscbe som van ƒ700 vereischt wordt. Ad IXum, Voor het schoonhouden der lokalen, waarvoor de aanschaf fing van borstels en dergelijke zaken noodig is, meenen wij een som van 300 te moeten uittrekkenwelk bedrag aan de Dirpctrice wordt uitge reikt, ten einde daarvoor, onder baar toezicht en bare verantwoordelijk- beid de reiniging geschiede. Ad Xum. Noodzakelijk achten wij de oprichting van een nieuw gebouw; wij zouden bet bejammeren, wanneer men zuinigheidshalve besloot er een of ander bestaand gebouw voor te nemen. Het zou aan de nieuwe be stemming niet kunnen voldoen, zonder aanzienlijke veranderingen te onder gaan. Met welke bezwaren zulks gepaard gaat, heeft men ook in onzo gemeente ondervonden, terwijl men ten slotte toch tot het oprichten van een nieuw gebouw heeft moeten overgaan. Het nieuwe gebouw zou, behalve eene woning voor de Directrice, onder meer moeten bevatten 5 gewone schoollokalen 2 lokalen voor het onderwijs in natuur- en scheikunde, 1 lokaal voor bet onderwijs in plant- en dierkunde, 1 lokaal voor het onderwijs in aardrijkskunde, l lokaal voor het onderwijs in het handteekenen, 1 kleedkamer, 1 kamer voor dc leeraressen. Aan dit gebouw dient daarenboven éene speelplaats verbonden te zijn terwijl het gebouw zoo moet worden ingericht, dat het, voor eventueele parallelklassen, gemakkelijk en zonder groote kosten kan worden uitgebreid. De kostenvolgens het bovenstaande plan aan eene hoogere burgerschool voor meisjes verbondenzouden ongeveer jaarlijks de volgende zijn 1*. aan tractementen van het onderwijzend personeel 13150. 2®. aan de rerhoogingen1400. 3®. aan salaris van den amanuensis450. 4®. aan aanschaffing van instrumenten700.— 5®. aan kosten vallende op het schoonhouden der lokalen 300. 6®. aan rente van het kapitaal benoodigd voor het gebouw memorie 16000.—. Echter vertrouwen wij dat de gemeente voor deze instelling op een subsidie uit de schatkist kan rekeqen, en ofschoon wij niet hebben kunnen nagaan welke maatstaf de regecring bij het verleenen daarvan in acht neemt zoo meenen wij niet eene te hoogc berekening te maken wanneer wij dit subsidie op f 4000 stellen. Hoeveel leerlingen de op te richten burgerschool zullen bezoeken is natuur lijk zeer onzeker, wanneer wij echter de gevolgen nagaan die de oprich ting op de school van mej. Jesse en misschien op de normaalschool en de school van mej. Winkler zal uitoefenenen eene vergelijking maken lus- scben het aantal leerlingen op de hoogere burgerscholen voor meisjes in andere gemeenten van denzelfden omvang als Leidendan meenen wij te mogen verwachtendat een honderdtal leerlingen gaarne van het middel baar onderwijs zal gebruik maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1879 | | pagina 2