K°. 119. Leiden, 13 Juni 1879. Wij hebben de eer U mede te doelen dat ook vnij geen bezwaar heb ben legen het verleencn van een eervol ontslag aan A. Van der Steen, uit zijne betrekking van onderwijzer 2e klasse aan de openbare lagere school n®. 2 voor onvermogenden alhier. Wij nemen derhalve de vrij heid U le raden hem dat ontslag te verleenen, en zulks, ingevolge zijn verzoek, met ingang van 1 Augustus a. s. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders enz. Aan den Gemeenteraad van Leiden Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: de ondergeleekendeonderwijzer aan de openbare school voor onver mogenden n®. 2 alhier, dat hij, door eene benoeming elders, eervol ontslag verzoekt uit zijne tegenwoordige betrekking, tegen 1 Augustus a. s. 'I Welk doende, enz. Leiden, 12 Juni '79. A. Van der Steen. Leiden, 13 Juni 1879. Ter voldoening aan den inhoud uwer apostille, dd. 12 dezer, n°. 1363, en onder terugzending van het adres van den onderwijzer A. Van der Steen, houdende verzoek om eervol ontslag uit zijne betrekking tegen 1 Augustus e. k., heb ik de eer te berichten: dat gemelde onderwijzer, reeds meer dan 2 jaren in mijne school werkzaam, zich steeds met voorbeeldigen ijver van zijn taak heeft ge kweten en ik dus volkomen vrijheid vind te raden, hem het ge vraagde ontslag eervol te verleenen. De Hoofdonderwijzer der openbare school n9. 2 voor onvermogenden, J. P. Lancel. Aan Hll. Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. N«. ISO. Leiden, 9 Juni 1879. Blijkens nevensgaand rapport van Commissarissen der Gasfabriek be slaat voor die inrichting behoefte aan bedrijf kapitaaltol een bedrag van ongeveer 20000. Wij stellen Uwe vergadering daarom voor eene som van f 20000, te dien einde beschikbaar te stellen, onder overleg ging van een suppleloiren staat van begrooting, dienst 1879, strekkende lot verhooging van die begrooting in ontvangst en uitgaaf met 20000; en wel door toevoeging van een nieuw artikel aan Hoofdstuk V der Ontvangsten: Opbrengst van geldleeningenen aan Hoofdstuk III der Uilgaven: «Aanvulling van het bedrijf kapitaal der Stedelijke Gasfabriek." Het in het rapport van Commissarissen vermeld overzicht van de kas is in de Leeskamer ter inzage van de leden nedergelegd. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, Juni 1879. Bij raadsbesluit van 22 Mei 1876 is het bedrijf kapitaal der Stede lijke Gasfabriek door de beschikbaarstelling van 30000 gebracht op, f44909.38. Door de uitbreiding der productie van de fabriek en den aankoop van de noodige gasmeters den verbruikers in huur verstrekt en le ver strekken, is dit kapitaal van lieverlede overgegaan in de waarde van den inventaris, welke uit®. 1876 bedroeg f 53725.63 en bij 't einde des vorigen jaars lot 63226.83 is geslegen. Daarenboven werden in de eerste maanden dezes jaars weder onge veer 4550.77 voor den aankoop van nieuwe meters besteedzoodat behoefte aan meer kasgeld ontstaan is, nu de uitkcering van de op brengst over 1878 heeft plaats gehad. Een overzicht van de kas loopend van 1 Mei 1879 lot 1 December 1879, zooals deze vermoedelijk zijn zal, wijst een vermoedelijk le kort aan begin November van 19682.58^ zooals het als het als bijlage hierbij- gevoegd afschrift duidelijk aantoont. Commissarissen van de gasfabriek hebben op deze gronden de eer den Gemeenteraad voor te stellen, om voor hunne administratie ƒ20000 beschikbaar te stellen, ten einde hiervan succesievelijk in verhouding tot de behoefte gebruik te maken, legen vergoeding van renten a vijf ten honderd. De Eremery, P. Du Rieu. Aan den Gemeenteraad van Leiden. J. I. Van Wensen. Leiden, 13 Juni 1879. Na kennisneming van de betrekkelijke stukken hebben wij geene be denkingen legen de beschikbaarstelling van de gevraagde gelden, ad f 20000, benoodigd voor uitbreiding van hel bedrijfkapitaal der stede lijke gasfabriekwelke gelden te zijner lijd zullen moeten worden ge vonden door hel aangaan van eene geldleening, aangezien op het Groot boek geene kapitalen meer ten name van de gemeente zijn ingeschreven. Wal de geldleening zelve betreft, zullen wij de daartoe betrekkelijke voordracht afwachtenwaarbij dan tevens zal moeten worden beslist of ten aanzien van de aflossing van de voor uitbreiding van het bedrijf kapitaal der gasfabriek op te nemen gelden al of niet een kortere ter mijn van aflossing dan de gewone zal worden vastgesteld. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 121. Leiden, 12 Juni 1879. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering biernevens over le leggen een voorstel van Commissarissen der Gasfabriek betrekkelijk de regeling der jaarwedde van den Directeur, waarmede wij ons vereenigen, zoodat, wij u voorstellen art. 5 der Verordening van 30 November 1876, houdende Reglement op bet bestuur der Stedelijke Gasfabriek te lezen als volgt: Onder het bestuur van Commissarissen zullen werkzaam zijn: a. een Directeur, op eene jaarwedde van 3500, met genot van vrij woning, vuur en licht. b. enz. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 10 Juni 1879. Bij Raadsbesluit van 11 Juni 1874 is op gunstig advies van de Com missie van Financiën met 18 tegen céne slem het tractement van den Directeur van de Gasfabriek vastgesteld op ƒ2200 met 3 pCl. van de zuivere winst. Tot toelichting is alstoen aangevoerd (zie n°. 130 van de ingekomen stukken) dat bij gelijke winsten als in de tien laatste jaren zijn verkregen dit aandeel gemiddeld zou bedragen f 1426.48, makende met het bedrag van liet voorgestelde tractement ad ƒ2200, eene jaar- lijksche bezoldiging van ƒ3626.48. Inlusschen is later op 30 Nov. 1876 door den Raad besloten het tractement voorloopig le bepalen op 3500 zonder eenige toelage, op grond dat de prikkel, die vroeger noodig cn dienstig werd geacht, niet meer gevorderd scheen, nu de Directeur door dienstijver en getrouwe behartiging van het gemeentebelang gedurende meer dan twee jaren genoegzame waarborg gaf, dat men ook zonder speciale aanmoediging, gerechtigd was van hem gelijke plichtsbetrachting te verwachten. Bovendien werd bepaald, dat indien eenmaal overeen komstig de wensch van Uwe Commissie eene Directeurswoning op hel fabrieksterrein zou zijn daargesteld, dan ook eene nadere regeling in overweging zou worden gegeven; dit tijdstip schijnt nu aangebroken, daar de woning in de vorige maand door den Directeur is betrokken. Is de vestiging op het terrein van de fabriek bovenal in het belang van de zaak, stellig zullen daardoor ook nog hoogere eischen aan den Directeur worden gestelden heeft de ondervinding sedert zijne benoe ming op 9 Juli 1874 opgedaan, voor onze gemeente zeer beduidende waarde, dan mag de vraag worden gesteld, of de arbeid door dien amb tenaar, na verloop van eenige jaren gepresteerd, bij bekwaamheid en ijver ook zoodanig is toegenomen, dat het overweging verdient of zijne belooning met het oog op dien vermeerderden arbeidgeene uitbreiding behoeft. Wij achten het dienstig daartoe eene vergelijking te geven tusschen den stand zijner werkzaamheden op uit. Dec. 1874 en einde 1878, om le doen uitkomen, dat werkelijk eene zoodanige uitbreiding is waar te nemen. De volgende tabel geeft hiervoor de noodige gegevens. De fitlerij en smederij werkten in 1874 met zes, in 1878 met tien werklieden. Deze cijfers, ze behoeven dunkt ons verder geene toelichting. Is dus de omvang der directie, gelukkig boven onze stoutste verwach ting toegenomen, onnoodig zal hel zijn, U te wijzen op de uitbreiding der verantwoording daardoor op den Directeur gelegd. De controle is dan ook zeer verscherpt, niettegenstaande het toeziend personeel nage noeg onveranderd is gebleven. Zonder aanmatiging mag beweerd wor den, dat de toestand der gasverbruikers door snelle en betere hulp dooi de fitlerij verleend, de vergemakkelijking der persoonlijke behandeling van hunne belangen, hetzij door zamenspreking op het bureau der fabriek of door conferentiën ten hunnent, in deze vier jaren gebracht is op den voet, waarop zij behoort te zijn, hetgeen o. i. naast de ver kregen prijsverlaging van ƒ0.125 op ƒ0.08 niet weinig heeft bijgedragen lot de buitengewone stijging van het debiet. Bovendien zjjn, zooals U bekend is, deze resultaten niet verkregen zonder de fabriek zelve en het buizennet aan eene geduchte uitbreiding te onderwerpen, waarvan de werken op 't initiatief en volgens de schets ontwerpen van den Directeur tot stand kwamen, al geschiedde hel uil- werken der bouwprojecten niet zonder de gewaardeerde medewerking van den Gemeente-Architect. Blijft het debiet, zooals ook dit jaar weder zal aanwijzen, toenemen, dan zal ook later de werkkring van den Directeur nog uitgebreider wor den, vooral ook, wanneer eene tweede stokerij verdubbeld toezicht zal eischen. Nemen wij voorts in aanmerking dat de Directeur nevens de technische directie nog gedeeltelijk administratieve werkzaamheden heeft te vervul len, zooals de geheele binnen- als buitenlandsche correspondentie, de controle der ontvangsten en betalingen, zooals die in zijne en des Boek houders instructiën nader zijn omschreven, dan behoeft zeker verder niet betoogd te worden, dat er alle aanleiding is, om de belooning van den Directeur in verhouding van den vermeerderden arbeid mede le wijzigen. Wij hebben dienovereenkomstig de eer aan den Gemeenteraad- in over weging le geven om het tractement van den Directeur vast le stellen op eene jaarwedde van ƒ3500 met genot van vrij woning, vuur en licht en alzoo art. 5 der Verordening van 30 Nov. 1S76, Gemeenteblad n*. 10 al. 2 te wijzigen. Commissarissen van de Stedel. Gasfabriek, De Fremery. I'. Du Rieu. Aan den Gemeenteraad van Leiden. J. 1. Van Wensen. Jaar. HL. gedistill. Steenkolen. Geproduceerd gas in M3 p. gasmeters afgelev. gas. HL. cokes publiek verkocht. Lantaarn vlammen. Aantal gas meters Productie in Ms per HL. kolen. Aantal stokers. 1694 1696 72.010.5 99.592. t.557.898 2.262.790 1-125.092 1.648.327 61.627 97.511 598 634 1335 1818 21.63 22.67 25 32 Verschil Verschil in pCt 27.587.5 38 pCt. 70.4.892 45 pCt. 523.235 46 pCt. 35.884 58J- pCt. 36 6 pCt. 483 36 pCt. 1.04 7 2.8 pCt. Ino. stikken 1879.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1879 | | pagina 3