22
verandering van bestaande namenwat de Qarenmarkt betreft is dit bijzon
der liet geval. Op de Garenmarkt, mijnheer de Voorzitter, staat nog altijd
een pomp en daarop een garenbundel, zoo klassiek dat een lid der oud
heidkundige commissie mij verzocht heeft te spreken voor het behoud van
dien bundel en tevens voor den naam van de straat zelf. Waren nu bij dit
voorstel ook de middelen aangewezen om dien garenbundel te amoveeren
eu boven die bron het standbeeld van den minister Thorbecke te plaatsen,
dan misschien zou men de naamsverandering van de Garenmarkt nog een
maal populair kunnen maken. Maar nu dit niet geschiedt zal de gewoonte
boven de wet blijven gaan. De Garenmarkt trouwens heeft zeer oude brie
ven. De heer Suringar spreekt daar van Van Mieris. Maar de nog oudere
kroniekschrijver Orlers, die in 1641 zijn kroniek schreef, teekent omtrent
den oorsprong van de Garenmarkt op pag. 273 het volgende aan: «Desge-
lijcx soo hebben die voornoemde van den Gherechte mede gheordonneert
dat men tot gheryf als voorenalle Woonsdagen ende Saterdagen op de
Oosterlitrg-plaelse openbare Gaerne Marckt houden saltot welcke dagen
dan allerley Garen te coope gebracht, ende vercocht werdt". Hoe komt
men nu aan den naam van OosterlingplaatsP Dat is ook de moeite waard
te vernemen. Van Mieris zegt: »'t zal aan weinigen moogelijk bekent
zijn waarom de Garenmarkt, somwijlen de Oosterlingplaats geheeten wordt:
de oorsprong van dezen naam is gesprooten van de Oostersche Kooplieden
die Leden waren van de verbondene Hanzesteden, welke eertijds in Maat-
schappije handeldeneen Huis gebouwd hadden bij het Steenschuur, en tus-
schen de Sint Jacobsgraft en de tans genaamde Garenmarkt, dat in dien
tijd door hen bewoond, cn dicrhalven het Oosterlinghuis geheeten wierdt;
gelijk zij in de meeste Koop.steden van Nederland, zoodaanige Huizen tot
hun veilig en gemaklijk verblijfmidsgaders gevoeglijken handelbewoonden."
Do Oosterlingplaats strekte zich vroeger niet zoover uit als nu slechts tot
de Raarasteeg. Daarvan mag ik echter ook niet meer sprekendaar die
steeg ook wel in Raamstraat zal veranderd worden. Op die hoogte had men
de Oosterlingpoort, die toegang gaf tot de Raamlanden. Bij de uitbreiding
der stad zijn de Raamlanden geamoveerd en buiten de stad geplaatst en is
de Oosterlingpoort afgebroken en aan de oude de nieuwe Oosterlingplaats
geannexeerd, welke beiden te zamen sinds het einde der 16de eeuw, dus
sedert bijna drie eeuwenGarenmarkt genoemd wordt. Hieruit blijkt dus
dat, willen wij in de namen van straten en grachten de geschiedenis van
Leiden's handel en industrie bewaren, wij dan moeielijk zullen kunnen
overgaan tot de verandering van Garenmarkt in ïhorbeckeplaats. Wel zegt
de heer Suringar dat, omdat de Garenmarkt vervallen is, de naam van Ga
renmarkt als zoodanig geen doel meer heeft, maar dat is cvenzoo met de
namen van andere markten. Op de Kalvermarkt heeft men geen kalveren
meer en op de Varkenmarkt geen varkens, en toch zijn die namen onver
anderd gebleven. Ik vind dus geen aanleiding om met het voorstel mede
te gaan cn zal er tegen stemmen.
De heer Van Heukelom. Ik wensch daar nog een woord bij te voegen.
Zeer appuyeer ik bet voorstel van den heer Le Poole om 'Garenmarkt"
te behouden. Die naam brengt in herinnering vroegere toestanden, toen
Leiden op het gebied van industrie een soort van mogendheid was, toen
de correspondentie tusschen Leiden en Klein-Azië zeer levendig was, toen
hier waren werden gemaakt van garens uit Klein-Azië aangevoerd en weer
verzonden naar ConstantinopelSmirna tot Angora toe, waar zij werden
verkocht ter goeder trouw zonder de balen te openen. Het is, dunkt mij,
wel goed die tradities te bewaren en het spijt mij dat men ook aan die
herinnering de schendende hand wil slaan. Er zijn weinig personen in
Leiden, die zich den naam zullen herinneren van Sayas de Venise, Corposi,
MerrocorposiMahudiallen stoffen die hier gemaakt werden en naar
Klein Azie verzonden. Alles af te breken tot de laatste herinnering toe is
niet goed. Als men al niet meer van Oosterlingplaats spreekt, laat het
dan Garenmarkt blijven en laten wij daaraan niet een naam geven die
toch in eere zal blijven door de werken die de bezitter er van heeft ge
wrocht, werken die sterker tot het nageslacht zullen spreken dan de huisjes
van een straat naar zijn naam vernoemd.
Het voorstel om de Garenmarkt Thorbeckeplaats te noemen, wordt ver
worpen met 12 tegen 7 stemmen.
Vóór stemden: de heeren Suringar, Wilhelmy Damsté, Van der Lith,
Van Wensen, De Fremery, De Laat de Kanter en de Voorzitter.
De heer De Laat i>e Kanteu. Er zijn nu verschillende puntendie
eerst in eene volgende vergadering beslist zullen worden. Er zal er nu
nog een bijkomen, namelijk welken naam men behouden moetGarenmarkt
of Ocsterlingplaatswelke laatste naam niet is verdwenen, maar nog altijd
op het naambordje staat. Er is nu beslisthoe de naam niet zal luiden.
Alen zal nu, dunkt mij, een naam moeten vaststellen. Twee namen voor
dén plaats is ondoelmatig. Ik hoor den heer Van Heukelom daar zeggen
dat de straat Garenmarkt heet. Maar ik herhaal dat op het naambordje
staat Oosterlingplaats.
De heer Van Heukelom. De Leidenaars noemen de straat Garenmarkt.
Onder een anderen naam is de plek niet bekend.
De heer De Laat de Kanter. Men dient wel aan te nemen dat de
naam op het naambofdje de juiste is.
De Voorzitter. Dit punt zullen wij ook aanhouden. Nu komt ons
voorstel om sommige stegen in straten te veranderen.
De heer Van Heukelom. Ik zou Burg. en Weth. in overweging wen-
schen te geven dit deel van hun voorstel nog eens in petto te houden en
er nog eens over na te denken. Ik vrees dat, gaat hun voorstel door, wij
in zonderlinge zaken zullen komen. Er zijn toch stegen die niet en die
wel bereden worden maar ook die slechts half bereden worden van één
kant; wat zullen dit dan zijn? halve straten, straatstegen steegstraten
Bovendien, de naam van Maarsmansteeg enz., ligt zoo in de ooren van
ieder Leidenaar, dat het werkelijk moeite zou kosten een anderen naam te
leeren. Ik althans zal het nooit Ieeren.
De Voorzitter. Ik zie geen bezwaar om dit deel van het voorstel
thans te behandelen. De zaak is heel eenvoudig, als meD slechts als
principe aanneemt, dat stegen die bereden kunnen worden straten heeten.
Ieder vreemdeling, die hier komt, verwondert zich over namen nis Alaars-
raansteegDoukersteeg en andere. Het is een verkleinwoord dat een
dwaasheid is, waar het juist geldt straten waarin de circulatie het grootst is.
De heer Verster. Wanneer druk verkeer, op zich zelf, eene aanlei
ding is, om aan eene *steeg" den naam van 'Straat" te geven, dan zal
men het zoogenaamde 'Gangetje," van de Breedestraat naar de Boter
markt ook wel mogen herdoopen. Het verkeer is daar ter plaatse althans
zeer druk.
De Voorzitter. Neen daar kan geen rijtuig passeeren.
De heer Van Heukelom. En de Groenesteeg, die zoo nauw is, zal
die dan 'Groenestraat" heeten?
De heer Van der Lith. Ik heb bezwaar tegen het radicale van den
maatregel, dien Burg. en Weth. voorstellen. Er zijn nu een aantal nauwe
doorgangen die den naam van straat niet verdienen. Mocht het voorstel
worden afgestemd, dan zou ik toch in overweging geven een paar stegen
afzonderlijk tot straten te promoveeren, b. v. de Doukersteeg en Maars
mansteeg, maar in zoo algeraeenen zin kan ik mij moeielijk met het voor
stel van Burg. en Weth. vereenigen.
In stemming gebracht, wordt het voorstel van Burg. en Weth. verwor
pen met 14 tegen 5 stemmen.
Voor stemden: de heeren Suringar, Van Wensen, De Fremery, De Laat
de Kanter en de Voorzitter.
IV. Suppletoire begrooting, dienst 1878, van bet Nederlandsch Israë
litisch Armbestuur.
(Zie Ing. St. no. 67.)
Wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
V. Voordracht betrekkelijk de tijdelijke vervulling van de betrekking
van leeraar in de Fransche taal.
(Zie Ing. St. n°. 68 en 89.)
Wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
VI. Verzoek van A. Van Wamel, om ontslag als onderwijzer 2de klasse
aan de jongensschool der lste klasse.
(Zie Ing. St. no. 70.)
Het ontslag wordt eervol verleend.
VII. Voordracht tot uitbreiding van het hulppersoneel aan de school
n°. 3 voor minvermogenden.
(Zie Ing. St. no. 71.)
Wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
VIII. Verzoek van G. Passant om een stoep en een riool te leggen.
(Zie Ing. St. no. 72.)
Wordt zonder hoofdelijke stemming toegestaan.
IX. Idem van Gebr». Van Wijk Co. betrekkelijk de huur van het
Raamland buiten de voormalige Hoogewoerdspoort.
(Zie Ing. St. n°. 73 en 89.)
Met algemeene stemmen wordt het verzoek toegestaan.
X. Voordracht tot verkoop van ecnige looden pijpen enz.
(Zie Ing St. n°. 74 en 89.)
Wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
XI. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1878, van het Werkhuis.
(Zie Ing. St. no. 75.)
Wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
XII. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1878,
van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis.
(Zie Ing. St. no. 76.)
Wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
XIII. Idem van het Evangelisch Luthersch Wees- en Oudeliedenhuis.
(Zie Ing. St. n°. 77.)
Wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
XIV. Idem van de dienstdoende Schutterij.
(Zie Ing. St. n°. 80.)
Wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De heer Scheltema onthield zich van medewerking tot dit besluit.
XV. Voordracht betrekkelijk het verven enz. van het schoollokaal in
de Brandewijnsteeg.
(Zie Ing. St. no. 78 en 87.)
De heer De Laat de Kanter. De Commissie van Financiën acht het
regelmatig de uitgaven te brengen op de begrooting van 1879 en niet,
gelijk Burg. en Weth. voorstellen, op de begrooling van 1878, daar het
werk nog moet worden uitgevoerd. Overwegend bezwaar bestaat er niet
tegen het denkbeeld der Commissie van FinanciëD. De voorname reden
die de Commissie van Fabricage gemoveerd heeft den post op de begroo
ting van 1878 te brengen, is dat zij bet verven der lokalen beschouwde
als een voortzetting van het reeds aangevangen werk der reiniging. De
hoofdreden waarom zij voorstelt het werk uit de begrooting van 1878 te
bestrijden is dat deze de uitgaaf toelaat en nu nog niet uit te maken is of
die voor het loopende jaar insgelijks met een overschot zal sluiten. Over
wegend bezwaar bestaat er overigens niet tegen.
De Voorzitter. Burg. en Weth. nemen het voorstel van de Commissie
van Financiën over.
Dat voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.