9 Bali,a nu. N". 24. Leiden17 Februari 1879. Ingevolge art. 15 der Algemecne Politieverordening van 16 October 1873 is door ons voor bet uitkloppen van vloerkleeden of tapijten een ter rein aangewezenlaatstelijk de plaats aan den Vestwal aan het einde der Oosihavenstraat. Intusseben heeft de wet van 2 Juni 1875 (Stb!. n". 95), tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken, in die aangelegenheid voorzien, aangezien in n°. 16 van art. 2 de klopperijen van tapijten zijn vermeld onder de inrichtingen, die niet mogen norden opgericht zonder vergunning van bet Gemeentebestuur en in art. 4 is bepaald dat de Gemeenteraad bij plaatse lijke verordening: 1°. wijken, buurten of straten kan aanwijzep, waar een of meer uitdrukkelijk genoemde inrichtingen in art. 2 bedoeld, zonder voorafgaande vergunning kunnen worden opgericht; 2". in het belang van de openbare orde, veiligheid of gezondheid, eene bepaalde plaats of ge deelte der gemeente kan aanwijzen voor liet oprichten hebben of gebrui ken van eene der in ajt. 2 genoemde inrichtingen met verbod om elders in de gemeente het bedrijf of de bedrijven uit te oefenen, waartoe de oprich ting of het gebruik van die inrichting vereischt wordt. De bestaande toestand zal alzoo in overeenstemming moeten worden ge bracht met de wet en wij bieden U dientengevolge de nevensgaande con cept-verordening aan ter vaststelling: De Raad der gemeente Leiden Gezien art. 4 der Wet van 2 Juni 1875 (Stbl. n°. 95); Besluit 1°. op het terrein aan den Vestwai aan het einde der Oosthavenstraat bekend bij het kadaster der gemeente Leiden onder Sectie A, n°. 616, kunnen klopperijeu van tapijten worden opgericht zonder voorafgaande ver gunning van het Gemeentebestuur; 2°. bet sub 1° bedoeld terrein wordt, in het belang van de openbare gezondheidaangewezen voor het oprichtenhebben ot gebruiken van klopperijen van tapijten, met verbod om elders in de gemeente dat bedrijf uit te oefenen 3°. deze Verordening geldt voor den tijd van 20 jaren. 4°. alle vroeger verleende vergunningen voor het hebben en gebruiken van klopperijen van tapijten of vloerkleeden zijn vervallen bij het in wer king treden van deze verordening. Gedaan enz. Vervolgens bestaat er behoefte aan eene overdekte loods op bedoeld ter rein, ten einde de uit te kloppen tapijten en vloerkleeden bij ongunstig weder te kuunen bergen. Door de Commissie 'an Fabricage is een plan van zoodanige loods ontworpen, blijkens nevensgaande teekening, zijnde de kosten geraamd op fifth. Wij stellen U voor de vereiscbte machtiging te verleenen om tot de op richting van de loods over te gaan, de gelden te vinden uit den post On derhoud van straten en pleinen van de begrooting voor bet loopend jaar. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. berekend naar het 3/5 van zijn inkomen ad f 312 en zulks ingevolge art. 3 n°. 1van genoemde verordening, na 36 jaren onafgebroken in dienst der gemeente werkzaam le zijn geweest. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 28. Leiden, 15 Februari 1879. Voor de vervulling van de vacature in onze Commissie, ontstaan ten gevolge van het overlijden van den beer B. F. Krantz, hebben wij de eer u de volgende voordracht aan te bieden: 1°. Mr. P. Du Rieu; 2°. F. A. Verster. De Commissie voor de bewaring van voorwerpen van waarde of belangrijk voor de oudheidkunde en de geschiedenis der kunst. Aan den Gemeenteraad. N®. 24. Leiden, 17 Februari 1879. Door de vereenigde Commissie van toezicht op de gemeente-instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs en den Inspecteur voor het middel baar onderwijs wordt voor de betrekking van leeraar in de wiskunde Ban gezegde instellingen aanbevolen de heer Dr. F. De Boer, sedert 17 Mei 1871 leeraar aan de lioogere Burgerschool te Deventer, met welke aau- beveling wij ons gaarne vereenigen. Onder overlegging van de betrekkelijke stukken geven wij Uwe Vergade ring alzoo in overweging tot eene benoeming over te gaan op eene jaar wedde van f 1800, met bepaling, voor het geval de aanbevolene wordt benoemd, dat dadelijk de eerste periodieke verhooging van f 200 wordt toegekend en de tweede verhooging op den 1 Januari van bet jaar volgende op dat, waarin de titularis gedurende 8 jaren hij eene Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cursus werkzaam zal zijn geweest. Tot eene zoodanige regeling is Uwe Vergadering bevoegd, vermits bij de verordening van 14 Februari 1878 (Gemeenteblad n°. 9), de verorde ning houdende regeling van het getal en de jaarwedden der leeraren aan de gemeente-instellingen voor hooger- en middelbaar onderwijs de volgende bepaling is toegevoegd: »De Gemeenteraad behoudt zich de bevoegdheid voor, om in buitengewone gevallen de jaarwedden, in art. 1 vermeld, te verhoogen en de in art. 2 bedoelde periodieke verboogingen ook toe te kennen voor dat de vier- of achtjarige diensttijd is volbracht". Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N®. 26. Leiden, 17 Februari 1879. Naar aanleiding van de ingevolge liet raadsbesluit van 23 Jaunari jl. gedane oproeping voor de betrekking van stads genees- en heelkundige, op eene jaarwedde van 630, heeft zich als sollicitant aangemeld de heer D. J. Braakenburg, genees- heel- en verloskundige alhier. Wij nemen de vrijheid den voornoemden geneeskundige voor de betrek king aan te bevelen en Uwe Vergadering voor te stellen tot eene benoe ming over te gaanmet bepaling dat aan den te benoemen titularis worden opgedragen de werkzaamheden vroeger vervuld door Dr. Zaalbergwat de geneeskundige, en door Dr. Van Kaathoven, wat de heelkundige praktijk betreft. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 2ff. Leiden, 17 Februari 1879. Naar aanleiding van het slot van art. 5 der verordening van 13 Januari 1876, regelende het pensioen aan ambtenaren cn bedienden te verstrekken hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat aau Thomas Van Stralen eervol ontslagen werkman aan de Stedelijke Gasfabriek alhier, door ons een pensioen is verleend van f 187.20 per jaar, ingegaan zijnde 1 Januari jl., Jko. STOKKEN 1879. N°. 29. Leiden, 20 Februuari 1879. Onder overlegging van nevensgaande stukken hebben wij de eer U mede te deelen dat bij ons geen bezwaar bestaat tegen liet verleenen van een eervol ontslag aan den heer J. J. Balland uit zijne betrekking van leeraar in de Fransche taal aan de gemeente-instellingen voor hooger- en middelbaar onderwijs alhierzoodat wij de vrijheid nemen U te raden dat ontslag te verleenen met ingang van l Mei e. k. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leidele 6 Févritr 1879. A Monsieur le Maire et a Messieurs les adjoints de la communj: de Leide. Monsieur le Maire et Messieurs. Ayant élé nomuié professeur de francais au gymnase et a l'école-moyenne ij de Zutphenle 8 Janvier dernier et ayant re^u "l'approbation de sou Ex cellence Monsieur le Ministre de l'lntcrieur, le 25 suivant, j'ai l'bonneur de vous remettre la charge que vous m'aviez confiée dans vos institutions le 20 Aout 18 ?ft. Mais corume les autorités de Zutphen ont daigné, le 4 courant, faire droit a ma requête du 29 JaDvier, en me permettant de garder mon poste a Leide jusqu'au Ier Mai prochain je prentls la liberté de vous demander que Inspiration de mon mandat n'ait lieu qu'a cette mêrae date. Reeevez Monsieur le Maire et Messieurs, avec 1'expression de ma sincere gratitude l'assurance de mon profond respect. Leiden, 19 Februari 1879. Ter voldoening aan uwe apostille van beden heb ik de eer U te melden, dat ik geen bezwaar heb tegen de inwilliging van liet verzoek van den lieer J. J. Balland om eervol ontslag, ingaande 1° Mei a. s. De Directeur der Kweekschool voor Onderwijzers J. A. Van Dijk. Aan den Heer Burgemeester der Gemeeute Leiden. Leiden, 18 Februari 1879. Onder terugzending der bijlagen van uw schrijven van 17 Februari jl. n®. 172, heb ik de eer te kennen te geren, dat bij mij geen bedenking is, tegen een eervol ontslag van den heer J. J. Balland mét i Mei. Aan Heeren Burgemeester en De Inspecteur van bet Middeib. Ond., Wethouders van Leiden. Steyn Parvé. Leiden, 15 Februari 1879. Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. In antwoord op uwe missive van 7 Februari jl., n°. 144, en onder terugzending van liet daarbij gevoegde request, beeft de Vereenigde Com missie van toezicht op de scholen voor hooger en middelbaar onderwijs te dezer stede, de eer te berichten, dat pr bij baar geen bezwaar bestaat, om, tegen den lsten Mei e. k., aan den heer J. j. Balland, op zijn ver zoek, een eervol ontslag uit zijne betrekking van leeraar in de Fransche taal aan de gemeente instellingen voor hooger en middelbaar onderwijste verleenen. De Commissie voornoemd V. d, Brandelek, Voorzitter. N. L. J. Van Buttingha Wichers, Secretaris. N°. 30. Leiden, 20 Februari 1879. Op de vroeger aan Uwe Vergadering medegedeelde verzoeken van H. C. F. Couwenberg te 's Gravenbage en J. L. J. Jansen te Hillegom, betref fende den aanleg van stoointramways van 's Gravenbage en van Haarlem naar Leiden, hebben wij het advies ingewonnen van de Commissie van Fabricage en van de Kamer van Koophandel en Fabrieken welke berichten hierbij worden overgelegd. Wij stellen u dienovereenkomstig voor aan adressanten de vereiscbte vergunning te verleenen onder bepaling dat zij in overleg moeten treden met de concessionarissen van de paardenspoorwegen in deze gemeente ten aanzien van het gebruik maken van die wegen en met het Bestuur vau de spoorwegmaatschappij LeidenWoerden, wat betreft de brug over het kanaal naar het goederen-station buiten de voormalige Wittepoort. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 15 Januari 1879. In onze handen gesteld zijnde twee adressen betreffende den aanleg van stoomtram ways, als: 1®. van H. C. F. Couwenberg, te 's Gravenbagelangs den Leidschen Straatweg van het Tournooiveld te 'sHage, over de Vink, tot de Breede- straat alhier; 2°. van J. L. J. Jansen, te Hillegom, van Haarlem langs den straatweg en den Stationsweg tot de Beestenmarkt alhier;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1879 | | pagina 1