HiEDWEN TAN 111 TAN LEIOEN. r Zltllng van Zaterdag 18 Januari I§S9, geopend 's namiddags te half vier. Voorzitterde Leer Burgrmcester Dr. W. C. Van den Brandeler. Tegenwoordig de heeren: Wilheltny Damsté, Le Poole, Van IIetlinga Tromp, Van der Zweep, Suringar, Juta, l)e Laat de Kanier, De Fremery, Van Wensen, Driessen, OLreen, Cock, Schcltcma en Van den Brandeler. De heeren Librecht Lezwijn, Eigeman en d'Aumerie gaven kennis ver hinderd te zjjn de vergadering bij te wonen. De Voorzitter richt de volgende toespraak tot de leden: Mijne Heeren! Weinig had ik kunnen vermoeden dat wij hij de hcilwenschen, die ik U en de uwen bij deze eerste samenkomst van den Raad in het nieuw begonnen jaar uit den grond van mijn hart toebreng, onder den diepen indruk zouden verkeeren van den slag, die ons Vorstenhuis en Vaderland treft. Nog ruisclien ons de jubelklankcn in de ooren, toen in den nazomer van het afgeloopen jaar de edele prins Hendrik der Nederlanden met zijne jeug dige gemalin bij hun inlogt het vorstelijk 'sGravenhage deden weergalmen van vreugde. Wat geluk spelde de toekomst niet aan Hemdie aan zijne gade bij het naderen der grenzen van haar nieuw vaderland konde toevoegen: Gij zult straks een volk zien gezegend en groot door de vrijheid. Maar niet alzoo. Terwijl als om strijd de hoofd- en hofstad zich beijveren om zich le tooien en den plechtigen intocht van den geëerbiedigden Koning en Koningin voor te bereiden, ziet daar verspreidt zich alomme de verplet terende mare dat de edele telg van Oranje aan zijne gcmaliune, aan het vorstelijk huis, aan het vaderland door den dood is ontvallen. Trotsch als wij waren op het bezit van een Prins, die geheel zijn leven wijdde aan het welzijn van zijn Vaderland, van een Prins, die een voorbeeld van echten godsdienstzin en huiselijke deugden was en die zijn doorluchtig geslacht zoozeer lot eer verstrekte, is zijn dood een onherstelbaar verlies, eene ware volksramp! God sterke den Koning, den hoogbejaarden Prins Frederik, het Koninklijk gezin, maar niet het allerminst de zwaar beproefde weduwe, die zich den steun op haar verder levenspad op eens ziet ontvallen. Mogen de ondubbelzinnige blijken van algemeene liefde en gehechtheid aan den dierbaren overledene eenigermate hunne smart lenigen en de Nederland sche natie, bij wie die koninklijke Vorst in dankbaar aandenken zal blijven, steeds diep doordrongen zijn van de plichten, die op een volk rusten dat gezegend en groot werd door de vrpeidbezegeld met het bloed van Oranje. Aan de orde is: Voordracht lot het indienen van adressen van rouwbeklag aan Z. M. den Koning en H. K. H. prinses Hendrik der Nederlanden. Door den Secretaris wordt voorlezing gedaan van het volgende onlwerp- adres van rouwbeklag aan Z. M. den Koning: Sire! De ontzettende tijding van het plotseling overlijden van Uwer Majesteit's beminde broeder Prins Hendrik der Nederlanden heeft de ingezetenen van Leiden ten zeerste getrolïen eu algemeene verslagenheid in deze gemeente teweeggebracht. De Gemeenteraad, als vertegenwoordigende de burgerij, gevoelt zich daar om gedrongen Uwe Majesteit eerbiedig zjjne oprechte deelneming le beluigen in dit door Uwe Majesteit en het Koninklijk Huis geleden treilend en smar telijk verlies. Was devorstelpe overledene door het geheele Nedrrlandsche volk geacht en gewaardeerd, ook de gemeente Leiden, het is Uw Majesteit bekend, heeft groote verplichtingen aan den beminden Vorst en voorzeker zal zijne nagedachtenis bp voortduriug ook le dezer stede in dankbare herinnering bljjven voortleven. De Gemeenteraad kan bij de meest eerbiedige betuiging van deelneming niet nalaten den oprechten wensch uit te spreken dat Uwe Majesteit en Haar Koninklijk Huis de noodige kracht moge worden geschonken tot berusting in den verpletterenden slag, die Uwe Majesteit, Haar Koninklijk Huis en het geheele Vaderland heeft getroffen. De Gemeenteraad van Leiden enz. Dit adres wordt zonder stemming goedgekeurd. Door den Secretaris wordt vervolgens gelezen het volgende ontwerp-adres van rouwbeklag aan H. K. H. prinses Hendrik der Nederlanden: Mevrouw De Gemeenteraad van Leiden voldoet aan eene innige en diep gevoelde behoefte door Uwe Koninklijke Hoogheid eerbiedig zjjue oprechte deelneming te betuigen wegens het afsterven van Haren Koninklijken Gemaal Prins Hendrik der Nederlanden. Heeft dit zoo onverwacht sterfgeval algemeene verslagenheid in den lande teweeggebracht, ook in deze gemeente wordt het door Uwe Koninklijke Hoogheid geleden treflend en smartelijk verlies diep gevoeld en heeft de ontzettende treurmare de ingezetenen met weemoed vervuld. Leiden toch heeft Uwen Koninklijken Gemaal leeren waardeeren en hoog achten. Werd Zijne Koninklijke Hoogheid in het geheele vaderland alge meen geëerd en bemind, niet het minst heeft Leiden de vruchten van Zijnen talentvollen en edelen arbeid van nabij mogen aanschouwen. De nagedachtenis van den edelen en beminden Vorst zal zoowel in deze gemeente als in het geheele vaderland in eere worden gehouden en in dank bare herinnering bljjven voortleven. Moge U«e Koninklijke lloogluid de noodige kracht worden geschonken tot berusting in den verpletterenden slag, die Haar heeft getroffen en de algemeene deelneming in den lande Uwe Koninklijke Hoogheid lot troost verstrekken in Hare droelheid en steunen bij deze zoo zware btproeving. De Gemeenteraad van Leiden enz. Dtt adres wordt mede zonder stemming goedgekeurd. De vergadering wordt daarop gesloten. ZiniNQYEi*z.AG 1ST». Zitting van Donderdag S3 Januari 1879, geopend 's namiddags te half drie uren. Voorzitter: tie heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler. Te behandelen ondericerpen: 1". Benoeming van een lid der Plaalseiijke schoolcommissie. (1) 2". Idem van eene adjunct-stadsvroedvrouw. (2) 3». Voordracht aangaande de verhuring ven het raamland builen de voor malige Hoogewoerdspoorl. (3) 4*. Idem betrekkelijk liet raamland huilen de voormalige Marenoort. f235 en 240) 5". Verzoek van Mr. H B. Greven. om ontslag als leeraar in de staatswe tenschappen aan de lloogere Burgerschool. (4) 6", Voordracht betrekkelijk de herstelling van de brug over de Middelste gracht bij de Vleerensteeg. ^231 en 209) 7'. Verzoek van J. Imans betrekkelijk het doen rooien van een hoorn. (6) 8". Idem van W. A. Van Lith Ier bekoming van gemeentegrond enz. (5) 9". Idem van Dr. Jac. Van Kaathoven om ontslag als stadsheelkundige. (9) 10". Idem van J. Rmkes Borger, oin een brug te leggen. (7) 11». Idem van het Bestuur der Sociëteit Minerva om eene waterlonzin" te maken. (8) Tegenwoordig de heeren Wilhelmy Damsté, Van der Zweep, Suringar, Juta, Le Poole, De Laat de Kanter, HarteveltVerster, Du Rieu, Cock, Obreen, d'Aumerie. Van Heukelom Van der Lith, De Fremery, Goudsmit, Librecht Lezwijn, Van ItersonDriessen en Van den Brandeler. De heer Van Wensen gaf kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zittingen van Maandag 30 December 1878 en Zaterdag 18 Januari II. worden gelezen en goed gekeurd. De Voorzitter deelt mede 1°. Dat met het bestuur der spoorwegmaatschappij LeidenWoerden is overeengekomen dat 5 pCt. wordt uitbetaald van de ƒ100 U00 subsidie ingaande 15 Januari tot 2 April; 2®. Dat in het afgeloopen jaar al de instellingen van weldadigheid zijn bezocht, ingevolge art, 179 litt. u der gemeentewet; 3°. Dat eene commissie is benoemd tot voorlichting van Burg. en Weth. bij het opmaken van het voorloopig kohier der plaatselijke directe be lasting, welke commissie bestaat uit de heeren: G. Wilhelmy Damsté, Mr. P. A. Van der Lith, Mr. L. D. Suringar, leden van den Gemeenteraad, A. Boekwijt, A. G. Hessels, E. J. Hoos, J. Van Lith, J. C. Meysing, D. Pander, J. Van der Togt, S, B. Vos en VV. C. Zuurdeeg. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzttter deelt verder mede: 1°. Missive van de Gedeputeerde Staten, van 13/17 Januari jl. G. S. n°. 17, daarbij inzendende het goedgekeurde tweede suppletoir kohier van de plaatse lijke directe belasting, dienst 1878. 2°. Idem alsvoren, van 14/17 Januari G. S. n°. 24, ten geleide van het goedgekeurde raadsbesluit tot het aangaan eener geldleening ad 125,000, tegen 4} pCt. rente. 3°. Idem van 14/17 Januari G. S. n°. 95, ten geleide van bet goedge keurde raadsbesluit tot verhooging der begrooting dienst 1878, in ontvang met 107,750 en in uitgaaf rret ƒ101,450. Deze worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Adressen om benoemd te worden tot leeraar in de staatswetenschap pen aan de Hoogere Burgerschool, van Mr. P. A. Jansma Van der Ploeg, Mr. W. Polman KrusemanMr. C. C. N. Krom en Mr. P. J. M. L. Scheepes. 2°. Adres van J. L. J. Jansen, te Hillegom, om concessie voor het aanleggen en exploiteeren van een stoomtram-spoorweg van Haarlem naar Leiden. Dit adres is van den volgenden inhoud »Ann het Bestuur der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigde!» eerbied te kennen Johannes Leonardus Jacobus Jansen, particulier wonende te Hillegom, dat bet zijn voornemen is, zoo hij daartoe van de verschillende bevoegde autoriteiten de vergunning bekomt, een stoomtram voor personen- en goederenvervoer aan te leggen en te exploiteereu van Haarlem over Heemstede, Bennebroek, Hillegom, Lisse, Sassenbeim en Oegstgeest naar Leiden tot aan de Beestenmarkt vice versa; dat hij echter de vergunning van uw Gemeentebestuur behoeft om dien stoomtramweg in de aan de gemeente Leiden behoorende wegen of straten aan te leggen. Redenen waarom hij het Bestuur der gemeente Leiden eerbiedig verzoekt hem, onder zulke voorwaarden als het zal vermeenen te behooreu, vergunning te verleenen tot het leggen van rails in de aan de gemeente Leiden be hoorende straten en wegen tot het exploiteereu van een stoomtramspoorweg van Haarlem over Heemstede, Bennebroek, Hillegom, Lisse, Sasseuheim, Oegstgeest naar Leiden tot aan de Beestenmarkt vice versa. Hetwelk doende enz., Hillegom, 7 Jan. 1879. J. L. J. Jansen." 3°. Adressen om benoemd te worden tot leeraar in de wiskunde van Dr. A. Kempe, P. Vlaanderen, Dr. G. J. D. Mounier, Dr. F, De Boer en Dr. D. J. Jansen. 4°. Adressen van S. A. Andreson en A. J. Schretlen om benoemd te worden tot stads heelkundige.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1879 | | pagina 1