IAHM6EN VAN DEN 6IHEENTEBAAD TAN LEIDEN. LWEKOlfefl ST UK REX ter inzage van de leden nedergelegd. N°. 265. Leiden, 27 December 1878. Ingevolge art. 3 der verordening houdende Reglement op liet beheer en bestuur der Stedelijke Gasfabriek geschiedt de benoeming van Commissarissen uit een dubbeltal door Commissarissen aan te biedenvermeerderd met een gelijk getal door Burg. en Wetli. Ter voldoening aan dat voorschrift «vordt door ons aan het dubbeltal door Commissarissen opgemaaktde volgende voordracht toegevoegd als de heeren H. C. Hartevelt en J. C. Van der Zweep. Tevens kunnen wij ons vereenigen met de voordracht van Commissarissen betrekkelijk den verkoop van cokes, weshalve wij U voorstellen om dien overeenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N®. 266. Leiden, 28 December 1878. Onder verwijzing naar nevensgaand rapport der Commissie van Fabricage, hebben wij de eer Uwe Vergadering voor te stellen om goed te keuren dat de concessie onder de gestelde voorwaarden door de firma Crans C®. worde overgedragen aan de firma Philips C°. te Londen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Den Haag, 19 December 1878. Geven met verschuldigden eerbied te kennen: Crans C0., concessiona rissen voor den aanleg en de exploitatie van den tramweg binnen de ge meente Leiden, dat zij bovenbedoelde concessie wenscben over te dragen aan de heeren Philips C°. te Londen. Reden waarom zij UEd. Achtb.in verband met art. 19 van de voorwaar den der concessieeerbiedig verzoeken bun de daartoe benoodigde machti ging wel te willen verleenen. 't Welk doende enz. Crans C°. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Leiden, 28 December 1878. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het adres van de firma Crans C3. te berichtendat naar hare meening geene bezwaren bestaan om de concessie voor den aanleg en de exploitatie van paardenspoorwegen binnen deze gemeente te doen stellen op naam der firma Philips C°. te Londen, omdat reeds voldaan is aan de voorwaarde tot storting van ƒ2000 in de gemeentekas en tot het deponeeren van het onderpand groot /6U00, terwijl de firma Crans C°. met de directie belast blijft. De Commissie meent daaraan evenwel de voorwaarde te moeten verbin dendat de firma Philips C°. bij de te verlijden notarieele akte domicilie kieze ter griffie van de Arrondissements-rechtbank te's Gravenhage, in zich onderwerpe aan de Nederlandsche rechtspraak. Aan 11H. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. N°. 267. Leiden, 28 December 1878. Blijkens de heden gehouden opening van de inschrijvingsbiljetten voor de geldleening ad f 125,000 rentende 4 pCt., krachtens raadsbesluiten van 21 November en 12 December jl.is ingeschreven door de firma Lezwijn en Eigeman 2 aandeelen a /250 a 93 pCt.11 a ƒ1000 a 93 pCt., 5 a 1000 a 89 pCt., 10 a 1000 a 87 pCt., 10 a 1000 a 85 pCt. en door de firma A. L. Reimeringer en Zonen 20000 a 95 pCt. 5000 a 90 pCt.ƒ1500 100 pCt., f 1000 a 96» pCt. Vermits alzoo de leening niet is volteekend zal tot eene nieuwe inschrij ving moeten worden overgegaan. Intusschen schijnt geen vooruitzicht te bestaan dat bij behoud van de vastgestelde rente ad 4 pCt. eene tweede inschrijving een meer gewenschten uitslag zal opleverenen wij stellen U daarom, na overleg met de Commissie van Financiën, voor te besluiten dat de geldleening zal worden aangegaan tegen eene jaarlijksche rente van 4J- pCt. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N#. 26S. -Leiden, 27 December 1878. Na kennisneming van den door Burg. en Weth. overgelegden staat van af- en overschrijving op de begrooting en van den suppletoiren staat van be grooting, dienst 1878, hebben wij de eer U mede te deelen dat wij tegen de vaststelling van die staten geene bedenkingen hebben. Evenwel heeft het onze aandacht getrokken dat de Volgnummers 75 en 76 zijn overschredenwegens buitengewone herstelling van het bureau van den commissaris van politie, terwijl, naar onze mecningdie uitgave boven het toegestaan bedrag had kunnen en behooren te worden vermeden en beter op de begrooting van 1879 had gepast. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N*. 269. Leiden, 9 December 1878. Op de in onze handen gestelde stukken, betrekking hebbende tot de vraag, of de brug over de Middelstegracht bij de Vleerensteeg al of niei zal worden behoudenenzoo jaof daar eene vaste brug zal worden ge legd, dan wel eene beweegbare, gelijk die in 1864 is gemaakt, hebben wij de eer te berichten, dat het ons, na aandachtige lezing van de verschil- Ino. stckkkn 1879. lende bijlagen, duidelijk is gebleken, dat cr in 1864 behoefte bestond aan eene beweegbare bruu en wel voornamelijk voor de firma Dro9 Tieleman, welke firma rlari ook de niet onaanzienlijke som van duizend gulden daar voor bijdroeg. Onzcs inziens, spreekt het van zelf, dat het onderhoud van die brug kwam voor rekening van de gemeente, doch dat er grond bestaat om te vermoedendat er van wege de gemeente aan herstel of onderhoud van die brug niet is gedacht, ten gevolge waarvan, na 14 jaren, gehecle slooping is noodig geworden. Nu moge het waar zijn, dat de firma's Tieleman Dros en Dros en Gebr. Tieleman. bijna uitsluitend, althans het meeste belang hebben bij eene beweegbare brugeven waar is het naar onze bescheiden meeniugdat die firma's wel cenig recht hebben, dat de toestand van 1864, waartoe de HH. Dros Gebr. Tieleman geldelijk zooveel hebben bijgedragenworde bestendigdzonder dat van de zijde dier heeren op nieuw geldelijke offers worden gevraagd. Of het raadzaam is te hepalendat van de zijde dier heeren in de bedie ning van de brug worde voorzienwillen wij hier niet beslissenwel weuschen wijdat duidelgk uitkomedat het onderhoud voor rekening van de ge meente blijve, Wij stellen alzoo voor te besluiten tot het doen maken van eene nieuwe beweegbare brug, voor rekening van de gemeente. Aan den Gemeenteraad, De Commissie van Financiën, enz. N®. A. Leiden, 9 Januari 1879. Ter vervulling van de vacature, in onze Commissie ontstaan door het overlijden van den heer Mr. A. J. Wijnstroom, hebben wij de eer aan Uwe Vergadering de onderstaande aanbeveling in te dienen L°. Dr. H. G. Van de Sando Bakhuyzen2°. Mr. J. De Wal. De Plaatselijke Sclioolcommissie albier, F. Was Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Leiden, 9 Januari 1879. Ten gevolge van de benoeming van Mej. S. M. VeltbuyzenVan Iperen totstads vroedvrouwis de betrekking van adjunct-vroedvrouw vacant geworden. Zooals Uwe Vergadering uit de in de leeskamer nedergelegde stukken heeft kunnen ontwaren wordt daarvoor door den praelector in <!e verlos kunde in de eerste plaats aanbevolen Mej. J. F. Peyster, geb. Berkmet welke aanbeveling wij ons gaarne vereenigen. Wij stellen U voor alsnu tot de benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N". 3. Leiden, 9 Januari 1879. Omtrent het verzoek van de vorige huurders van het raamland buiten de voormalige Hoogewoerdspoorthebben wij het advies ingewonnen van de Commissie vBn Fabricage en met de conclusie van het rapport dier Com missie, hetwelk hiernevens wordt overgelegd, kunnen wij ons vcreenigen zoodat wij Uwe Vergadering voorstellen aan de firma's J. C. Zaalberg Zn. en Gebr. Van Wijk Co. bet gebruik te vergunnen van bedoeld mainland tot uit. Juni a. s.onder de voorgestelde voorwaarden en tegen betaling van een som VHn 425 aan de gemeente. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz. Leiden, 8 Januari 1879. De Commissie van Fabricage heeft de eer op de in hare handen gestelde adressen van de dekenfabrikeurs J. C. Zaalberg Zn. en Gebr. Van Wijk Co., te berichten, dat zij gaarne in hun belang voorstellen om het gebruik der droogramen op het raamland onder de gemeente Zoeterwoude te vergunnen voor den tijd van zes maandeneindigende den laatsten Juni dezes jaars, en zulks buiten het genot van het grasgewas, dat voor f 600 'sjaars door hen ondershands was verpacht, maar nu komt ten voordeele van de gemeente, zoodat de huur van ƒ1450 'sjaars, door den Gemeente raad bij besluit van 12 December 1868 vastgesteld, met die ƒ600 vermin derd, voor de eerste zes maanden van dit jaar zal bedragen 425, mits dan ook bij het eindigen van dat gebruik op 30 Juni 1879 al de opstallen van droogramen enz. zijn opgeruimd, en de gemeente over het raamland vrij kan beschikken. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. N®- A. Leiden, 9 Januari 1879. Onder overlegging der betrekkelijke stukken, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan Mr. H. B. Greven eervol ontslag te verleenen als leeraar in de Staatswetenschappen aan de Hoogere Burgerschool alhier, met ingang van 21 Februari a. s.of zooveel vroeger als zijn opvolger in functie zal treden. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz. Rotterdam, 21 December 1878. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Mr. H. B. Grevenleeraar in de Staatswetenschappen aan de Hoogere Burgerschool te Leiden dat hij bij Zr. Ms. besluit van heden is benoemd tot secretaris van het Muntcollege; dat de Regeering deze benoeming reeds op 1 Januari 1879 heeft doen ingaanwaardoor het waarnemen door ondergeteekende van zijne tegen woordige betrekking gedurende nog volle twee maanden in verband met

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1878 | | pagina 1