62
Leiden, 3 December 1878.
Curatoren van het Gymnasium hebben de eer den heer Van Deventer
thans tijdelijk als leeraar aan het Gymnasium verbondenvoor te dragen
om tot leeraar in de wiskunde aan die inrichting te worden benoemd, met
ingang van 1 Januari 1879 en op de jaarwedde van 1800-, welke voor
die betrekking op de onlangs vastgestelde gemeente-begrooting is uitgetrokken.
Tot toelichting van deze voordracht hebben Curatoren niets anders te
kennen te geven, dan dat de heer Van Deventer, gedurende den tijd dien
hij als tijdelijk leeraar werkzaam was, de meest afdoende blijken heeft ge
geven dat hij voor dezen werkkring in alle opzichten geschikt is.
Curatoren van het Gymnasium alhier
Aan Heeren Burgemeester en V. d. Bbandeleb, Voorzitter.
Wethouders alhier. F. Wa3, Secretaris.
N®. 247. Leiden, 6 December 1878.
De onderwijzer 2e klasse D. J. M. De Hondt is l December des vorigen
jaars tijdelijk aangesteld aan de jongensschool 2e klasse op eene jaarwedde
van 700.
Daar wij het in het belang van het onderwijs nuttig achten dien onder
wijzer aan die school te verbinden, hebben wij de eer u in overleg met
den betrokken hoofdonderwijzer en den districts-schoolopziener voor te
stellen hem definitief te benoemen als onderwijzer 2e klasse, op eene jaar
wedde van 800 en zulks met ingang van l Januari 1879, zijnde de gelden
daarvoor reeds op de begrooting toegestaan.
Ten einde aan de bepalingen van de wet te voldoen, zijn de onderwijzers
H. J. Oonk en A. Van der Steenwerkzaam aan de openbare scholen
nu. I en 2 voor onvermogendenmede op de voordracht geplaatstzoodat
die aldus is samengesteld:
l". D. J. M. De Hondt; 2°. H. J. Oonk en 3°. A. Van der Steen.
Wij nemen de vrijheid u uit te noodigen tot de benoeming te willen
overgaan.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N®. 248. Leiden, 9 December 1878.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering biernevens over te leggen een
staat van af- en overschrijving op de begrooting voor 1878, tot een bedrag
van 1872.63, strekkende om enkele artikelen dier begrooting, welke ge
bleken zijn niet voldoende te wezen voor de behoeften, te verhoogen door
afschrijving van de posten Onderhoud van bruggen en overzetveren, volgn.
92, ad ƒ472.63, Onderhoud van pompen en riolen, volgn. 93, ad 400 en
Dag- en weekgelden der werklieden in dienst der Fabricage, volgn. 104 a,
ad'"/'1000. Tot toelichting deelen wij u het volgende mede:
Volgn. 75. Kosten van het onderhoud en schoonhouden van het gebouw
of vertrek besterad voor de vergadering van den Baad en van Burg. en
Weth., mitsgaders voor de secretarie der gemeente, ad ƒ214, en volgn. 76
onderhoud en aankoop van meubelen voor die gebouwen of vertrekken,
ad ƒ186.
De verhooging van deze posten is een gevolg van de buitengewone her
stelling aan de bureaux en het zich daarin bevindend ameublement van den
commissaris van politie.
Volgn. 128. Kosten voor de hoogere burgerschool, a. Jaarwedden der
onderwijzers ad 622.63
Het tekort op dit artikel is ontstaan tengevolge van de bij raadsbesluit
dd. 4 April 187S gemaakte wijziging in de verordening van 24 Februari
1876 (Gemeenteblad n°. 2), waarbij de jaarwedden van de leeraren in de
geschiedenis en aardrijkskunde nader zijn geregeld, en tengevolge van de
dadelijke toekenning van de periodieke verhoogingen aan den heer Dr. A. E. J.
Holwerda, benoemd in de raadsvergadering van genoemden datum, alsmede
door de aanstelling van een 2den hulponderwijzer in de gymnastiek op eene
jaarwedde ad /"800, blijkens raadsbesluit van 18 April 1878, waarvan een
bedrag ad ƒ120 op dit artikel wordt gebracht.
Volgn. 132. Kosten van schoolboeken en schoolbehoeften der leerlingen,
ad ƒ650.
De geraamde kosten zullen worden overschreden op grond van het steeds
toenemend aantal kinderen op de openbare scholen en ook wegens de
oprichting van de school n°. 3 voor minvermogendenwelke in de maand
September van dit jaar is opengesteld.
Volgn. 141. Kosten van advertentiën, /xamina enz. bij voorkomende
vacatures in het onderwijzend personeel aan de scholen voor hooger, middel
baar en lager onderwijs ad ƒ100.
Vermits uit dit artikel betaald zijn geworden de kosten voor het vergelijkend
examen naar de betrekking van hoofdonderwijzer aan de school n°. 1 voor
onvermogenden, zal er op een tekort gerekend moeten worden. Met het
oog op de nog te betalen kosten van oproepingen in dagbladen, tengevolge
van de vele vacatures in het onderwijzend personeel, vermeenen wij dit
artikel met ƒ100 te moeten verhoogen.
Volgn. 146. Onderstand, vervoer en verplegingskostenmitsgaders die
van geneeskundige hulp aan arme en doortrekkende personen ad ƒ100.
De uitgetrokken som is gebleken niet voldoende te zijn, tengevolge van
het groot getal gedurende dit jaar verpleegd wordende verlaten kinderen
die niet in de Weeshuizen kunnen worden opgenomen.
Wij veroorloven ons alzoo de vrijheid Uwe Vergadering in overweging
te geven den nevensgevoegden staat van af- en overschrijving vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
den tijd van honderd jaren kunnen loopen, hetgeen, naar het oordeel van de
Gedeput. Staten niet in het belang van de gemeente is. Eene aflossing binnen
een veel korter tijdsverloop dan thans is voorgesteldwordt door den finan-
cieelen toestand der gemeente alleszins gedoogd, terwijl daarenboven daar
door renten worden bespaard.
Ged. Staten verklaren zich vervolgens bereid aan de onderwerpelijke leening
de gevorderde goedkeuring te verleenenwanneer bet op te nemen kapitaal
in 40 jaren zal worden gedelgd.
Naar het ons voorkomt, bestaat er volstrekt geen bezwaar aan het ver
langen van de Gedeput. Staten te gemoet te komen te minder omdat ook bij
handhaving van de bestaande bepaling tot aflossing van minstens éen ten
honderd per jaar, vermoedelijk een hooger bedrag zoude worden afgelost,
met het oog op de telken jare te ontvangen gelden die bestemd zijn om
tot belegging of aflossing te worden aangewend.
Wij stellen Uwe Vergadering mitsdien voor in art. 5 te bepalen dat jaar
lijks, aan te vangen met 30 Juni 1881, minstens twee en een half ten honderd
van het nominaal bedrag der aangenomen inschrijvingen zal worden afgelost,
waardoor de aflossing zal plaats hebben uiterlijk binnen 40 jaren. Tevens
is het wenschelijk dat de termijn van storting, 8 Januari a. s., met
eenige dagen worde verlengd, zoodat wordt voorgesteld, in art. 1 te be
palen, de geldleening wordt aangegaan tegen 14 Januari 1879 en in art. 4,
de storting moet geschieden ten kantore van den Gemeente-Ontvanger, in
eens, op of vdér 14 Januari 1879 enz.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N". 249. Leiden, 10 December 1878.
Door de Gedeputeerde Staten is ons bij missive van 3/9 December jl. bericht
dat zij bezwaar maken hunne goedkeuring te hechten aan het raadsbesluit
van 21 November jl., strekkende tot het aangaan van eene geldleening
ad 125,000. Door de bepaling sub 5 van het besluit, dat jaarlijks, aan
te vangen met 30 Juni 1881, minstens één ten honderd van het nominaal
bedrag der aangenomen inschrijvingen wordt afgelost, zou deze leening over
N®. 250. Leiden9 December 1878.
Ter vervulling der vacaturen, welke op 31 December a. s. in onze Com
missie zullen ontstaan door de periodieke aftreding van de leden der School
commissie, de Heeren Dr. D. Bierens de Haan Dr. W. N. Du Rieu, Dr. W.
P. Weebers en Dr. J. M. Van Bemraelen, hebben wij de eer, onder mede-
deeling, dat de Heer Du Rieu tot ons leedwezen verzocht heeft voor eene
herbenoeming niet in aanmerking te komen, de volgende dubbeltallen voor
te dragen: s-
I. Dr. D. Bierens de Haan en Dr. P. Van Geer.
Dr. M. J. De Goeje en Ur. H. G. Van de Sande Bakhuyzen.
Dr. W. P. Weebers en P. Driessen.
Dr. J. M. Van Bemmelen en Mr. J. De Wal.
De Plaatselijke Schoolcommissie te Leiden,
F. Was, Secretaris.'
Aan den Gemeenteraad alhier.
II.
III.
IV.
N®. 251. Leiden, 9 December 1S78.
Blijkens ontvangen bericht van de Gedeputeerde Staten is de begrooting
van het huis van bewaring alhier voor het dienstjaar 1879 door dat college
goedgekeurd in ontvangst en uitgaaf ad 590 en is het aandeel in de
kosten voor deze gemeente vastgesteld op ƒ259.95.
Vermits de kosten daarvoor op de onlangs vastgestelde gemeente-begroo
ting voor 1879 zijn geraamd op 200, stellen wij Uwe Vegadering voor
bet" betrekkelijk artikel N°. 120 met ƒ60 te verhoogen en den post voor
Onvoorziene Uitgaven met dat bedrag te verminderen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.