1
53
bet contract dat tussclien Zijne Excellentie den Minister van Marine en de
Verecniging gesloten is, dat naar ons inzien gerustelijk de tijd, door de wet j
zelve aangegeven, in die vergunning kan worden gesteld.
Wat de recognitie betreft, deze bedraagt thans J 4.50 'sjaars; er bestaat
onzes inziens geene redenom dat bedrag thans te verhoogen omdat sedert
de laatste jaren de gemeentekas in het genot is getreden der gemeente-
opeen ten op de hoofdsom der grondbelasting op de gebouwde en ongebouwde
eigendommen.
De Commissie van Fabricage heeft derhalve vrijheid, het navolgende voor
te stellen:
a. dat aan de Kweekschool in erfpacht voor deu tijd van dertig jaren
wordt afgestaan: 31 aren en 60 centiaren grond met de daarop staande ge
bouwen bij het kadaster der gemeente bekend onder Sectie Anos. 643 en
644, tegen eene jaarlijksche erfpacht van vier gulden vijftig cents;
b. dat bij eventueele opheffing der Kweekschool, de gebouwen op dien
grond staande, door de gemeente tegen taxatie van deskundigen kunnen
worden overgenomen of bijaldien de gemeente zulks niet mocht verlangen
van wege de Commissie moeten worden weggeruimd;
c. dat zonder goedkeuring van den Gemeenteraad geene gebouwen of ge
timmerten worden gesteldnoch eenige verandering gemaakt in het aan de
gemeente toebehoorend ijzeren hek tot afscheiding, aan het Noordeinde;
d. dat bij het eindigen van de erfpacht de grond ter beschikking van
de gemeente wordt gesteld.
Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz.
en Wethouders.
N°. 335. Leiden, 28 November 1878.
Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen de
verzoeken van de huurders der raaralandenom continuatie van de huur
voor den tijd van 6 jaren, met het daaromtrent ingewonnen bericht van
de Commissie van Fabricage.
Onder referte aan bedoeld rapport stellen wij U voor om dienovereen
komstig te bpsluiten.
In het adres van de heeren Zaalberg e.s., komt overigens eene zinsnede
voor, die wij niet met stilzwijgen mogen voorbijgaan en waarschijnlijk aan
een misverstand moet worden toegeschreven. Door adressanten namelijk
wordt beweerd dat in een onderhoud met ons college door ons zoude zijn
te kennen gegeven dat wij wel veel belangstelling voor de nijverheid koes
terden doch dat de financieele belangen der gemeente voor ons van meer
overwegenden aard waren.
Wij hebben ons in dezen zin volstrekt niet uitgelatenalleen hebben wij
aan adressanten als ons gevoelen te kennen gegeven dat er voor de gemeente
alleszins termen bestonden om de nijverheid behulpzaam te zijn en te dien
einde de voor de nijverheid benoodigde gronden buiten de openbare concurrentie
te houdendoch dat de gemeente niet verder mocht gaan en niet geroepen
was de nijverheid te ondersteunen, hetgeen het geval zoude wezen wanneer
de gronden werden verhuurd voor eenen prijs ver beneden de werkelijke
huurwaarde, die landerijen, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van de
stadbezitten.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geven met den meesten eerbied te kennen, de ondergeteekenden J. C.
Zaalberg Se Zoon en Gebr. Van Wijk C°.fabrikanten van wollendekens
enz. alhier, in hunne qualiteit van huurders van het Raamland gelegen
buiten de voormalige Hoogewoerdspoortonder de gemeente Zoeterwoude;
dat, aangezien de huurtijd van genoemd Raamland met Kerstmisdage 1878
eindigt, adressanten zich vóór eenigen tijd hebben gewend tot HH. Burge
meester en Wethouders dezer gemeente, met het eerbiedig verzoek om die
huur op dezelfde voorwaarden te willen bestendigen.
Bij een nader onderhoud dat adressanten met HH. Burgemeester en Wet
houders mochten hebbenwerd door dezen aan hen te kennen gegevendat
het Bestuur dezer gemeente wel genegen zoude zijn om aan bet verzoek van
adressanten te voldoen, indien namelijk met onderling goedvinden (en onder
nadere goedkeuring van den Gemeenteraad) de huurprijs op ƒ2000 per jaar
konde gebracht worden, daarbij tevens onder woorden brengende, dat Bur
gemeester en Wethouders wel veel belangstelling voor de nijverheid koester
den doch dat de financieëele belangen der gemeente voor hen van meer
overwegenden aard warenendaar adressanten vermeenden in dat voorstel
niet te°kunnen toestemmen, gaven Burgemeester en Wethouders hun den
raad om zich dan deswegens te wenden tot den Raad dezer gemeente.^
Ue ondergeteekenden nemen dan alzoo met alle bescheidenheid de vrijheid
zich met opzicht tot het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot Uw
Edel-Achtbaren te wenden, om U in overweging te geven, of de gestelde
eisch niet boven alle berekening ongehoord hoog is te noemen, immers,
wanneer men in aanmerking neemt den toestand waarin genoemd Raamland
verkeert en dat hetzelve niet is te vergelijken met ander wel toegemaakt
weiland,' waarvoor in den regel ƒ100 tot ƒ125 per hectare buur wordt
betaald.
De waarde toch aan het Raamland voor 5 jaren toegekend door een des
kundige (de heer Van Beek) was 12000 en door een landbouwer (de heer
Vromestein) was ƒ18000, de beide taxatiën werden gebaseerd op de veron
derstelling der onmisbare behoefte die heeren taxateurs vermeenden dat
adressanten aan dat land hadden, en nu nog onlangs is, «door een onpar
tijdig en erkend deskundige, de taxatie van ƒ12000 zelfs voor genoemd
Raamland veel te hoog genoemd; en, indien nu de door adressanten be-
taalue huurprijs van ƒ1000 naar den maatstaf van 4 pCt. rente berekend
(zooals gewoonlijk voor landerijen berekend wordt) dan zoude dat land een
kapitaal vertegenwoordigen van ƒ25000, wat bij een huurprijs van 2000
per jaar tot 50000opklimmen zoude.
Redenenwaarom de ondergeteekenden zich tot U Ed.-Achtb. wenden met
het eerbiedW verzoek om hun het Raamland op dezelfde voorwaarden en
voor denzelfden prijs van 1000 per jaar, op nieuw in huur te willen
fifstii fin
Leiden, 4 October 1878. 't Welk doende enz.,
Leiden, 16 November 1878.
De ondergeteekenden fabriekanten van wollen dekens alhier, hebben de
eer UEd. beleefdelijk te verzoekenhet met hen aangegane contract over
het recht van opstal in het raamland buiten de voormalige Marepoort alhier,
wederom op dezelfde voorwaarden met Kerstmis a. s. te willen vernieuwen.
Aan Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden.
Leiden, 27 November 1878.
Met het einde dezes jaars is de huur geëindigd:
1°. van bet raamland buiten de Hoogewoerdspoort, onder de gemeente
Zoeterwoude, verhuurd aan de firma's J. C. Zaalberg Zn. en Gebr. van
Wijk 8b C°., bij contract van onderhandsche verhuring van 9 Januari 1874
krachtens raadsbesluit van 4 December 1873, voor 1000 'sjaars;
2°. van het raamland buiten de Marepoort, onder de gemeente Leider
dorp, verhuurd aan de firma Jan Zuurdeeg 8e Zn. c. s. bij contract van
7 Januari 1874, ƒ125 'sjaars;
3°. van de afmaaiing van het grasgewas op laatstgemeld raamland ge
pacht door D. Juffermans bij proces verbaal van openbare verpachting van
25 Januari 1869 voor ƒ375 'sjaars.
Nu van laatstgemeld raamland de huur voor het gebruik door de deken-
fabriekeurs en de pacht der afmaaiing van het grasgewas op hetzelfde tijdstip
eindigt, is het raadzaam, dat perceel in zijn geheel op dezelfde wijze te
verhuren als dat bij de dekenfabrikeurs J. C. Zaalberg 8e Zn. c. s. in
gebruik, zoodat ook het genot van het grasgewas daaronder begrepen is;
terwijl dezelfde reden nog bestaat, waarop het raadsbesluit van den 4en
December 1873 is gegrond, om die perceelen land ondershands aan de
dekenfabriekeurs te verhurenomdat zij daarvan sedert meer dan twee
eeuwen achtereenvolgens het gebruik hadden tot het plaatseD van droogramen.
Maar desniettemin eischt het belang der gemeente datzonder iets) te
kort te doen aan de belangen der dekenfabriekende huur der landerijen
in billijke verhouding staat tot die van de aan de buitensingels gelegen
landerijen aan de gemeente in eigendom toebehoorende en openbaar ver
huurd. Die huur bedraagt:
a. van 5| hectare in den Maredijkschenpolder, onder Oegstgeest ƒ1150
'sjaars of ƒ205 per hectare;
b. van 1.0392 hectare in deu Pesthuispolder, onder Oegstgeest ƒ250
'sjaars of ƒ240 per hectare;
c. van 1.8418 hectare in den Pesthuispolder 360 'sjaars of ƒ195 per
hectare;
d. van 1.6230 hectare in den Bosehhuizerpoldcronder Zoeterwoude,
aan den Haagschen straatweg ƒ301 'sjaars of ƒ190 per hectare,
terwijl bij de voorwaarden van verpachting dezer landerijen bepalingen zijn
gemaakt, betreffende het bemesten, beweiden enz. op kosten van de pach
ters of huurders.
Op die gronden en naar die berekening is de Commissie van Fabricage
van gevoelen, dat een som van 200 'sjaars, per hectare, een billijke
huur is voor de raamlanden bij eene onderhandsche verpachting onder de
voorwaarden bij het pachtcontract voor bet grasgewas van 28 December
1868 omschreven en zij beeft de eer dienovereenkomstig voor te stellen:
1». dat aan de firma's J. C. Zaalberg 8e Zn. en Gebr. Van Wijk Se C*.
het raamland onder de gemeente Zoeterwoude, bij het kadaster bekend,
onder Sectie A, n#. 2169, ter grootte van 7 hectaren, 25 aren en 80
centiaren, voor de som van ƒ1450 'sjaars;
2°. dat aan de firma's Jan Zuurdeeg 8e Zn. c. s. het raamland onder de
gemeente Leiderdorp, bij het kadaster bekend onder Sectie A, nos. 1769
en 2181, (waarvan afgetrokken zijn de erven der petroleum pakhuizen) ter
grootte van 3 hectaren, 56 aren en 18 centiaren, wordt verhuurd voor de
som van ƒ700 'sjaars; mits ƒ100 'sjaars minder voor den tijd dat de
schietbaan niet als grasland kan worden beschouwd
3°. dat de huur wordt aangegaan voor den tijd van vijf jaren ingaande
1 Januari aanstaande en einfligende ultimo December 1883, met bevoegd
heid aan de huurders om de afmaaiing van het grasgewas ten hunnen voor-
deele te verpachten;
4°. dat de huurders van het raamland ouder Leiderdorp verplicht zijn,
om de rondom liggende slooten van dit land behoorlijk schoon te houden,
op te maken en buiten alle schouwing te houden en voor hunne, rekening
te onderhouden hét groote gangpad; voorts te gedoogen de bestaande,
bekende en onbekende servituten van overpad enz. alsmede, dat de ver
pachters zoodanig gedeelte van het raamland afnemenals zij om deze of
gene reden noodig mochten hebbenwaarvoor de huurders in dit geval
zullen genieten eene vermindering van huur, berekend tegen twee cents per
centiare.
De Commissie meent hiermede van bericht en raad te hebben gediend op
de in hare handen gestelde requesten der belanghebbende dekenfabrikeurs.
Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz.
en Wethouders.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DHx\BBE.
i