55 hij den gemeente-ontvanger en verder in verband daarmede art. 10 aan te vullen met de bepaling dat de concessionaris alle aanspraak op de gestorte gelden verliest. Dat zal voor den ernstigen inschrijver niets te beduiden hebben. Want het geval kan zich voordoen dat door niet ernstige personen ingeschreven wordt, die dan probeeren kunnen aandeelen te plaatsen; ge lukt zulks, dan halen zij er een slaatje uit. De heer Du Rieu. Het spijt mij dat ik- mij met het voorstel van llurg. en Weth. niet kan vereenigen. Ik zou het onheusch vinden tegen over andere aanvragersde conditiën nu nog te veranderen. Ook zou ik de gemeente niet voor zulk een lang tijdsverloop willen verbinden. Ik heb geen groot idee, dat de zaak op zal nemen. Neemt zij niet op, dan zijn 25 jaren genoeg. Mocht dat wel het geval zijn of veranderen de ver voermiddelen dan heeft de gemeente de voordeelendie behaald worden met eene nieuwe concessie of die met de verlenging der concessie kunnen verkregen worden. De heer De Laat de Kantrr. Het voorstel van Burg. en Weth. be oogt juist serieuse aanbiedingen uit te lokken. Een termijn van 25 jaren is te kort om te verwachten dat na verloop van dien tijd de zaak vrij is. Is de termijn te kort, dan zal geen soliede inschrijver zich er aan wagen. Juist om soliede inschrijvers te lokken is voorgesteld den termijn te ver lengen. De heer Du Rieu. Ik meende, dat wij soliede aanvragen hadden ont vangen en op dien grond de aanbeveling gedaan was. Voor de gasfabriek zal men ook de concessie voor 50 jaren niet willen geven. Men heeft gezien dat het niet voordeelig is voor de gemeente zich voor zoo langen tijd te binden. Komen er later betere vervoermiddelendan is men ge bonden aan eene veeljarige concessie, waar de voordeelen niet tegenover de nadeelen staan. De Voorzitter. Mag ik den heer Van der Zweep verzoeken zijne amendementen schriftelijk in te dienen? De heer Juta. Ik moet bekennen dat ik op dit oogenblik daarover niet goed kan oordeelen. Misschien is het denkbeeld zeer praktisch. Ik zou mij echter buiten stemming moeten houdenwant het amendement is mij niet duidelijk, en ik kan dus de portée daarvan niet goed beoordeelen. De heer Van der Zweep. Ik verbeeld mijdat de zaak eenvoudig is. Bij de laatste aanbieding werd er eerst door den eenen inschrijver en later ook door den tweede een som van 2000 geboden. Indien er echter vier maan den verstreken zijn en er is blijk gegeven dat de concessie niet aangeno men is, dan vervalt zij volgens de nu bestaande voorwaarden. Nu is het zeer gemakkelijk te beloven 4, 5, 8 a 10 duizend gulden te zullen geven, als men zijn aandeelen geplaatst heeft. Gelukt dit niet, dan is de inschrijver niets kwijt. Weet hij nu echter dat hij zijn geld kwijt zal zijndan zal de ernstige inschrijver zeggen: ik wil de maatschappij oprichten en het deert mij niets. De beunhazen zullen zich echter wel bedenkenalvorens de concessie aan te vragen omdat zij bij het begin moeten beloven eene som te storten, die zij veel kans hebben te verliezen. De heer De Laat de Kanter. De heer Van der Zweep heelt de be leefdheid gehad zijn voorstel vooraf aan Burg. en Weth. mede te deelen waarmede zij zich gaarne vereenigen. Ik geloof niet dat het zoo ingewik keld isdat gecne beslissing zou genomen kunnen worden. De zaak is eenvoudig deze: Wij wcnschen maatregelen te nemen, waardoor insolicde inschrijvers worden afgeschrikt om in te schrijven. Later zal den Raad worden voorgesteld over de gunning te beslissen. Nu is het denkbeeld van den heer Van der Zweep om in de voorwaarden op te nemen dat degcen aan wien de concessie gegund wordt, binnen 14 dagen verklaren zal of hij de concessie aanneemt en tegelijk den inschrijvingstermijn stort. Levert hij nu binnen een vast te stellen termijn het bewijs niet, dat hij het noodige kapitaal heeft, dan vervalt de concessie en verbeurt de inschrijver de som, welke hij voor het verkrijgen der concessie gestort heeft. De heer Juta. Nu ben ik meer op de hoogte dan de eerste maal, en dank voor de inlichtingen. De heer Van Heukelom. Ik wenschte alleen te zeggen, dat ik voor de tramwaygeschiedenis niet de minste sympathie gevoel. Ik geloof dat niemand van ons de zaak van harte voorstaatmaar tegen ons beter weten zijn wij door de omstandigheden en den loop der dingen nu wel gedwon gen er ons mede in te laten. Ik voor mij gevoel geen lust ze te bevor deren en daar ik nu in het voorstel van den heer Van der Zweep de strekking meen te zien om de voorwaarden eener eventueele concessie te verzwaren en mitsdien de geheele zaak te bemoeielijkenzoo zal ik daar voor stemmen en in het algemeen alle pogingen ondersteunen om die dwaasheid te keeren. Het voorstel van den heer Van der Zweep, om in art. 1 der concessie voorwaarden het tijdstip van 2 jaar op 1 jaar te stellenwordt met alge- meene stemmen aangenomen. De Voorzitter. Thans zal ik in omvraag brengen het voorstel van den heer Van der Zweep bij art. 12 te voegen: «Tot richtige nakoming van de voorwaarden der vergunning moet door den hoogsten inschrijver de door hem aangeboden - som binnen 14 dagen bij den gemeente-ontvanger gestort worden." De heer Van Iterson. Ik denk dat hierin eene kleine verandering noodig is. De bedoeling is toch niet om den hoogsten inschrijver te doen betalenmaar hemaan wien de concessie wordt verleend. De heer Van der Zweep. Ik vereenig mij met die gedachte. Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. De Voorzitter. In verband hiermede dient art. 16, naar aanleiding van een ander voorstel van den heer Van der Zweep, te worden aangevuld met de volgende woorden: «en verliest de concessionaris alle aanspraken op de door hem ingevolge het eerste lid van art. 12 gestorte gelden, welke som zonder formaliteit het eigendom der gemeente wordt". De heer De Laat de Kanter. Zou het laatste woord niet in «blijft" moeten veranderd worden? Na de storting is de som reeds eigendom der gemeente. De heer Van Iterson. Het geld, dat verloren gaat, komt immers ten bate der gemeente? I De Voorzitter. Ik stel voor de nadere redactie van de bijvoeging verder op te dragen aan Burg. en Weth. Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. Het voorstel van Burg. en Weth., om te bepalen dat de concessie voor den tijd van 50 jaren in plaats van 25 jaren zal worden verleend, wordt hierop aangenomen met 15 tegen 7 stemmen. Tegen stemden: de heeren Van der LithVerster, Du Rieu, Cock, ObreenVan Heukelom en Driessen. II. Voordracht aangaande eene wijziging der verordening, houdende aan wijzing der plaatsen, dagen en uren van de verschillende markten binnen deze gemeente. (Zie Ing. St. n°. 188.) De heer De Laat de Kanter. Mijnheer de Voorzitter! Alleen een enkel woord over de aanleiding tot dit voorstel. Toen aan Roos vergunning werd gegeven om een vischhuisje te plaatsen tegenover de Waagheeft de heer d'Aumerie gevraagd of daar nog wel de riviervischmarkt was. Ik meende van ja. Niemand onzer was er echter zeker van. Nu heeft de heer d'Aumerie later geziendat die plaats was aangewezen voor de kersen- markt en heeft de beleefdheid gehad het Dagelijksch Bestuur daarop aan dachtig te maken. Het gevolg hiervan nu is dit voorstel en ik wenschte dit niet te behandelen zonder den heer d'Aumerie te bedanken voor zijne beleefdheid en voor de heusche wijze waarop hij ons attent heeft gemaakt op eene fout, waaraan wel is waar de geheele Raad medeplichtig is, maar die toch het eerst door Burg. en Weth. werd begaan. De heer d'Aumerie zal nu tevens zienwat althans gedeeltelijk de reden is dat dit punt eerst nu aan de orde komt. Eerst hebben Burg. en Weth. getracht eene grootere wijziging voor te bereiden; het is hun evenwel niet gelukt dit zoo te doen, dat zij aan den Raad een voorstel konden aanbiedenzonder de Commissie voor de huishoudelijke verordeningen daarop te hoorenhetgeen zal kunnen geschieden, wanneer de Raad zich met dat voorstel vereenigt. De voordracht wordt met algemeene stemmen aangenomen. III. Voordracht tot het verleenen van afschrijving van plaatselijke directe belasting, dienst 1878. (Zie Ing. St. n°. 181.) Wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. IV. Adres van ouders en voogden van leerlingen van het gymnasium en de hoogere burgerschool, betrekkelijk het godsdienstonderwijs. (Zie Ing. St. n°. 186.) Met 19 tegen 3 stemmen wordt overeenkomstig het voorstel van Burg. en Weth. besloten. Tegen stemden: de heeren Hartevelt, Van der Zweep en Du Rieu. V. Adres van mej. A. J. W. Homan, om ontslag als hulponderwijzeres aan de openbare meisjesschool 1ste klasse. (Zie Ing. St. n®. 182.) Zonder hoofdelijke stemming wordt het gevraagde ontslag eervol verleend. VI. Voordracht tot overplaatsing van eene hulponderwijzeres naar de school n®. 3 voor minvermogenden. (Zie Ing. St. n°. 187.) Wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. VII. Adressen van T. L. Musers en de wed. J. Elippo geb. Van der Nat, ter bekoming van gemeentegrond aan de Marendorpsacbtergracht. (Zie Ing. St. n°. 183.) Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burg. en Weth. besloten. VIII. Adres van J. P. D. Lancet tot onderhandsche continuatie van de levering van schrijfboeken enz. voor de openbare scholen. (Zie Ing. St. n". 189.) Met 21 stemmen tegen 1, die van den heer Du Rieu, wordt overeen komstig de voordracht van Burg. en Weth. tot afwijzing van dit verzoek besloten. De Voorzitter. Ik heb gisteren officieus bericht ontvangen, dat de spoorweg LeidenWoerden voorloopig door de ingenieurs is opge nomen en in goede orde bevonden; dat op 9 en 10 dezer de inspectie vanwege den Staat zal gehouden worden, waarvan de toestemming van de regeering tot bet in exploitatie brengen van dun weg afhankelijk is. Het uit zicht is dus, dat 15 October de weg zal geopend worden. Burg. en Weth. achten het wenschelijk dat de verbinding van Leiden aan het groote spoorwegnet niet onopgemerkt voorbijgaat en vragen daartoe van Uwl Vergadering een cre- diet van ƒ500; over den post op de begrooting voor publieke vermakelijk heden is bijna geheel beschikt. Om het spoedeischende dezer aanvrage stel ik u voor deze zaak hoewel niet op de agendaree s nu in behandeling te nemen. De heer Obreen. Zal dit besluit tot feestviering gepaard gaan met eene opwekking aan de burgerij om dien belangrijken dag voor Leiden zooveel mogelijk feestelijk te doen afloopen De Voorzitter. Burg. en Weth. hebben daaraan nog niet gedacht; maar eene opwekking tot vreugdebetoon door het uitsteken van vlaggen wordt bij dergelijke buitengewone gelegenheden steeds gedaan. Het voorstel, tot het toestaan van een crediet van ƒ500, wordt aange nomen met 16 tegen 6 stemmen. Tegen stemden: de heeren Goudsmit, Juta, Van der Zweep, Wilhelmy Damsté, .Verster en Cock. De Voorzitter. Ik verander thans de openbare vergadering in eene met gesloten deuren. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DllABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1878 | | pagina 3