37 N°. 146. Leiden, 29 Juli 1878, De Commissie van Financiën heeft geen bezwaar tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders: 1°. om met wijziging van het Raadsbesluit van 4 Juli jl. de jaarwedde van de onderwijzeres 2de klasse aan de meisjesschool 1ste klasse vast te stellen op 750 2®. tot vermeerdering van het hulppersoneel aan de Tusschensehool met één onderwijzer 2de klasse; 3®. tot inwilliging van het verzoek van het Bestuur der Leidsche Bouw- vereeniging tot het leggen van eene brug over de singelsloot tusschen de Mare- en Rhijnsburgsche poorten toegang verleenende voor de in aanbouw zijnde werkmanswoningen, alsmede tot het maken van eene rechte schoeiing in genoemde sloot; 4®. tot het verleenen van de jaarlijksche subsidie aan de Commissie voor Volksbijcenkomstenten behoeve van de tentoonstelling van bloemen en planten door den werkman gekweekt. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën enz. N®. 14?. Leiden, Sl Juli 1878. De Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handen ge stelde rekening van Vrouwen-kraammoeders over het jaar 1877 en heeft daarop geene bedenkingen. Zij heeft de eer U te raden die goed te keurende ontvangsten ad 2401.26^ de uitgaven ad 1727.28^, alzoo opleverende een batig saldo van 673.98, waarvan in de eerstvolgende rekening verantwoording zal bebooren te worden gedaanalsmede van hetgeen is aangewezen alsnog te ontvangen of te verhalen, ten bedrage van 3.75. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 148. Leiden, 16 Augustus 1878. De Commissie van Financiën heeft onderzocht de hierbij gevoegde sup- pletoire begrooting van het bestuur van bet Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis alhier, voor bet jaar 1877. Zij heeft de eer u te berichten dat zij daarop geene bedenkingen heeft en uwe vergadering alzoo voorstelt deze goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N°. 149. Leiden, 16 Augustus 1878. De Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handen gestelde rekening van inkomsten en uitgaven over 1877 van HH. Regenten van het R. K. Wees- en Oudeliedenhuis alhier, en beeft de eer uwe vergadering, voor te stellen die goed tc keurende ontvangsten tot een bedrag ad /"20226.44, de uitgaven tot een bedrag ad ƒ19986.66, zoodat het dienst jaar oplevert een batig saldo 239.78, waarvan in de eerstvolgende reke ning verantwoording zal moeten worden gedaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën enz. N°. 159. Leiden, 16 Augustus 1878. De Commissie van Financiën geene bedenkingen hebbende op de in hare handen ten fine van onderzoek gestelde rekening der inkomsten en uitga ven van het R. K. Armbestuur over 1877, heeft de eer u te raden die goed te keuren: in ontvangst ad ƒ7110.39, in uitgaaf adƒ6985.76^ zoodat het dienstjaar oplevert een batig saldo van ƒ124.62®, hetwelk in de eerst volgende rekening zal moeten worden verantwoord. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N°. 151. Leiden, 8 Augustus 1S78. Vlij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen een ontwerp vcor het bouwen van een gymnastiek-lokaal tevens speelplaats bij ongunstig weder aan de school n°. 3 voor minvermogenden op de gedempte Korte Langegracht, met begrooting van kosten, welke met inbegrip van de aanschaffing van gymnastick-toestellen geraamd worden op ƒ6600. Omtrent h(t plan is de plaatselijke schoolcommissie gehoord blijkens hierbij gevoegd rapport. Aan het bezwaar dat het gymnastiek lokaal alleen kan worden bereikt over de open speelplaats kan worden te geraoet geko men door het maken van een overdekt gangpadbetgeen in geval van on- guustig weder zeer zeker in het belang van de schooljeugd zal wezen. De raming van kosten zoude daardoor met 250 moeten worden verhoogd. Van de op de begrooting voor 1877 uitgetrokken gelden voor het bou wen van de school n®. 3 voor minvermogenden behoeft niet te worden verbruikt eene som van ƒ2000, welke som begrepen is in het bedrag dat ter zake op den post Onvoorziene Uitgaven der begrootiug voor 1878 bij de voor- loopige vaststelling van de gemeente-rekening zal moeten worden overgebracht. Mocht Uwe Vergadering alzoo, naar wij vertrouwen, tot de oprichting van een gymnatiek-lokaal bij voormelde school besluiten, dan zal de post voor Onvoorziene Uitgaven der begrooting voor dit jaar nog met 4250 moeten worden verhoogd. Die gelden zullen onzes inziens thans moeten worden gevonden door eene geldleening, aangezien het hier betreft eene uitgave voor schoolbouw en de kosten van de oprichting van het school lokaal zijn gevonden door verkoop van Inschrijving op het Grootboekwelk middel van inkomst thans is uitgeput. Eene suppletoire staat van begrooting strekkende tot verhooging van de begrooting voor 1878, in ontvangst en uitgaaf met ƒ4250, wordt hierbij ter vaststelling aangeboden. Aan den Gemeenteraad. Burgemet ster en Wethouders, enz. Leiden, 22 Juli 1878. In antwoord op uwe missive van 2 Juli II., n°. 579, hebhen wij de eer u te berichten, dat wij met genoegen vernomen hebben, dat het voornc- Ino. stckken 1S7S. men bestaat om aan de nieuwe school op de Korte Langegracht eene over dekte speelplaats toe te voegen. Het ontwerp dezer speel;ilaats gaf in onze Commissie aanleiding tot de vraag, waarom die speelplaats niet even breed gemaakt wordt als het schoolgebouw is. Vervolgens achten wij het een groot bezwaar, dat de kinderen, om de overdekte speelplaats te bereiken, steeds over de opene plaats, welke onmid dellijk achter het schoolgebouw gelegen is, zullen moeten gaan, hetgeen vooral in den winter, in welken tijd voornamelijk van de overdekte speel plaats gebruik moet worden gemaakt, tot ongerief aanleiding geeft. Wij veroorloven ons daarom de vraag, ol het niet mogelijk is de over dekte speelplaats te maken, op de plaats waar nu de open speelplaats is, en deze te vestigen in de ruimte, welke thans voor de overdekte speelplaats zou worden bestemd. De Plaatselijke Schoolcommissie alhier, F. Was, Secretaris. Aan heeren Burgemeester en Wethouders alhier. N". 153. Leiden, 8 Augustus 1878. Bij raadsbesluit van 29 Maart 1866 werd bepaald dat de jaarwedde van eën overleden ambtenaar aan zijne na te laten weduwe of kinderen over 3 maanden, te rekenen van het tijdstip van dat overlijdenten gevolge waarvan bij overlijden van een ambtenaar aan diens ouders geene uilbeta ling kan geschieden. Het komt ons voor dat in vele gevallen zoodanige bepaling niet van eenige hardheid is vrij te pleiten en in de verordening van 13 Januari 1876, regelende het pensioen aan gemeente-ambtenaren en bedienden te verstrekken, komt dan ook de volgende hepaling voorBij overlijden wordt aan de overgebleven echtgenoot of aan de bloedverwanten in de op- en nederdalende linie van de ambtenaren of bediendeneen kwartaal van het pensioenin te gaan met den dag van het overlijden uitgekeerd. Wij stellen Uwe Vergadering dien ten gevolge voor te besluiten dat dezelfde regel zal gelden ten aanzien van de jaarwedden der ambtenaren als omtrent de pensioenen is vastgesteld en tevens dat besluit al dadelijk toetepassen ten aanzien van de jaarwedde ad 550 aan den onlangs over leden hulponderwijzer aan de school n°. 2 van minvermogenden, J. Koet, wiens moeder nog in leven is en aan wie hij de bestaande bepalingen de jaarwedde niet zoude kunnen worden uitgekeerd. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N®. 153. Leiden, 12 Augustus 1878. Wij hebben de eer U mede te deelen dat er bij ons, na daaromtrent den YVethouder, Voorzitter der Commissie van Fabricage gehoord te heb ben, geen bezwaar bestaat tegen het verleenen der gevraagde vergunning tot het leggen van eene gemetselde stoep, door I. Boudri, vóór zijn huis in de Janvos9ensteeg n°. 41 en tot het leggen van een hardsteenen stoep en het stellen van drie palen door J. J, C. Klijnée vóór zijn bovenhuis op de Oude Varkenmarkt n°. 27, onder de voorwaarde, wat het eerste verzoek betreft, dat de stoep niet meer dan 8 decimeters buiten den gevel en 5 centimeters boven de straat uitspringe en dat beide stoepen worden gelegd onder toezicht en op aanwijzing van rooimeesters. Wat betreft het verzoek van Klijnée moeten wij nog opmerken dut de stoep reeds is gslegd, weshalve door ons proces-verbaal is opgemaakt en ter vervolging opgezonden. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. De ondergeteekende Izuac Boudri, timmerman, wonende alhier Man- demakersteeg n°. 15, geeft met verschuldigden eerbied te kennen aan de Edele Achtbaren Heeren Commissie van Fabricage, tot het leggen van eene gemetselde stoep hoog boven de straat 5 centimeter, voor het huis in de Janvossensteeg Wijk VI Straatnommer 41. 't Welk doende enz. Leiden, 21 Juli I87S. J. Boüdki. Aan Edel-Achtb. Heeren BurgemeesterWethouders en Raden der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen. Jacobus Johannes Cornelis Klijnée, dat hij voornemens is te doen plaatsen een stoep met palen voor zijne woning aan het Noordeindestrekkende langs do Varkemarkt, geteekend Wijk I, n°, 27, verzoekende daartoe Uw Edel-Achtb. gunstige toestemming te mogen erlangen mij onderwerpende aan keuren en wetten dezer stad. Met de meeste hoogachting verblijf ik Uw dienaar, J. J. C. Klijnée. N". 154. Leiden, 12 Augustus 1878. Door de Gedeputeerde Staten is ter onzer kennis gebrucht dat dc be grooting van het huis van bewaring alhier voor het dienstjaar 1878 door hen is goedgekeurd in ontvangst en uitgaaf ad ƒ340.en dat het aandeel in de kosten voor deze gemeente is vastgesteld op 149.60, met verzoek dat bedrag vóór of op den laatsten Augustus aanst. te voldoen aan de Commissie van administratie over de gevangenissen alhier. Tevens hebben Gedeputeerde Staten bericht dat in de kosten van begroe ting vooralsnog niet zijn kunnen worden opgenomen die benoodigd voor onderhoud der strafinrichting en dat het daartoe verschuldigd aandeel, als mede het bedrag door het Rijk aan deze gemeente te restilueeren als bij drage in de algemeene kosten van onderhoud en toezicht, later ter onzer kennis zullen worden gebracht. Met het oog op een en ander geven wij Uwe Vergadering in overweging den post der begrooting, dienst 1878, Kosten van het huis van bewaring en onderhoud van politie-gevaugenen met ƒ200.te verhoogendoor af schrijving van den post voor Onvoorziene Uitgaven, terwijl een staat van af- en overschrijving hiernevens ter vaststelling wordt aangeboden. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester t-n Wethouders, enz.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1878 | | pagina 1