39
N°. 161. Leiden, 22 Juli 1878.
Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering hiernevens over te leggen een
voorstel tot wijziging van de verordeningen op de heffing en invordering
van bruggeld, vergezeld van een Memorie van Toelichting, waarnaar wij
vermeenen te kunnen verwijzen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz.
Besluit tot heffing van eene belasting onder den naam van
bruggeld in de gemeente Leiden.
Art. la Voor het ten gerieve van de scheepvaart openen der van gemeente
wege gemaakte bruggen wordt eene belasting geheven onder den naam van
bruggeldten bedrage als volgt
Bedrag van het bruggeld.
bruggeld geheven wordt.
Op gewonen tijd van
Buiten den gewonen
openen.
tijd van openen.
Een vaartuig
van 51 ton en daarboven
0.15
f 0.30
0 0
0 50—41
0.12}
0 0.25
0 0
40—31
0.10
0.20
0 0
30-21
0.07 i
0.15
0 0
20—11
0.05
v 0.10
0 0
0 10 en daaronder.
0.02»
v 0.05
Art. 2. Voor stoomschepen wordt het bruggeld berekend naar de ge-
heele inhoudsgrootte van liet vaartuig, verminderd met de ruimte voor de
machinekamer, ketels en kolenruimen.
Art. 3. Het bruggeld i9 verschuldigd voor iedere reis dat een vaartuig,
waarvoor de brug geopend moet worden deze doorvaart.
Art. 4. Voor vaartuigen die blijkens eene schriftelijke verklaring van
den gemeente-architect in dienst der gemeente worden gebruiktis geen
bruggeld verschuldigd.
Vaartuigenin dienst van aannemers van gemeentewerkenworden niet
geacht in dienst der gemeente te worden gebruikt.
Art. 5. De gewone tijd voor het openen der bruggen is als volgt
in de maanden November, December en Januari, van 's morgens acht
tot 's avonds vijf uren
in de maand Februari van 's morgens acht tot 's avonds zes uren
in de maand Maartvan 's morgens zeven tot 's avonds zeven uren
in de maanden April, Mei, Juni, Juli en Augustus, van 's morgens
zes tot 's avonds acht uren
in de maand September, van 's morgens zes tot 's avonds zeven uren;
in de maand October, van 's morgena zeven tot 's avonds zes uren.
Op Zondagen, de Paasclidagen Hemelvaartsdag, de Pinkster- en Kerst
dagen is onder den gewonen tijd van openen niet begrepen de tijd des
morgens tusschen acht en twaalf urendes namiddags tusscben een en twee
uren en des avonds tusscben vier en zes uren.
Op de beide marktdagen (Vrijdag en Zaterdag) blijft de Blauwpoortsbrug
dén kwartier vóór het vertrek vnn eiken spoortrein in He richting van Amster
dam Botterdam en Woerden gesloten.
Art. 6. De grootte der vaartuigen wordt bepaald door den meetbrief
door een Rijksscheepsmeter afgegeven. Vaartuigen van welke geene meet
brieven kunnen worden vertoondworden gerekend naar de hoogste klasse
van het tarief.
Art. 7. Dit besluit treedt in werking op 1 Januari 1879, terwijl alsdan
vervallen de raadsbesluiten van 23 December 1858/28 April 1859goedge
keurd bij koninklijk besluit van 30 Juli 1859. n°. 42, regelende de helling
en invordering eener belasting voor het ophalen of openen der bruggen
te Leiden.
Verordening betreffende de invordering van het bruggeld in de
gemeente Leiden.
Art. 1. Het bruggeld wordt bij het doorvaren van ieder vaartuigdoor
den schipper voldaan in handen van de door Burgemeester en Wethouders
aangestelde brugwachters.
Art. 2. De brugwachters geven voor elke betaling een bewijs van kwij
ting af, waarop het bedrag van het bruggeld en de tijd van afgifte ver
meid zijn, en dat voor ieder bedrag eene afzonderlijke kleur heeft.
Art. 3. De schippers zijn gedurende hun verblijf in de gemeente ver
plicht de in art. 2 genoemde bewijzen van kwijting, des gevorderd te ver-
toonen aan de ambtenaren, die door Burgemeester en Wethouders worden
belast met bet toezicht op de invordering dezer belasting, bij gehreke
waarvan zij verplicht zijn alsnog het bruggeld te betalen.
Art. 4. De overtreding of poging tot overtreding van art. 1 dezer
verordeningwordt gestraft overeenkomstig de bepalingen van de artikels
270, 271, 272 en 273 (dit laatste zooals het is gewijzigd door de wet
van 22 April 1864, Staatsbl. n°. 29) der wet vaD 29 Juni 1861 (Staatsbl.
n°. 85.)
Art. 5. De marktmeester neemt dagelijks het door de brugwachters ont
vangen bruggeld over en stort dit eenmaal 's weeks bij den gemeente-ont
vanger.
Memorie van Toelichting.
Bij de aanbieding der begrooting voor het loopende jaar gaven wij ons
voornemen te kennen om een voorstel in te dienen tot reorganisatie van
den thans bestaanden dienst der brugwachters, ten doel hebbende om in over-
eeneteuimiug met de bepalingen der gemeentewet, het ontvangen bruggeld
in zijn geheel in de gemeentekas te doen storten.
Aan dat voornemen wordt door de indiening van de hierbij gevoegde
ontwerpen voldaan.
Art. 254 der gemeentewet bepaalt dat de aan bet slot van art. 240 ver
melde rechtenloonen en geldenwaaronder ook het bruggeld behoort
(zie art. 238), tot geen hooger bedrag worden geheven dan noodig is om
den betaler, naar evenredigheid van bet gebruik of genot dat bij heeft,
in de kosten van aanleg, onderhoud of verstrekking van het gebruikte of
Iso. stckkkn 1878.
genotene te doen dragen. Bij de wijze waarop in deze gemeente aan het
oieerendcel der hruggen bet bruggeld wordt gehevenmag het eene
onmogelijkheid heeten, na te gaan of dat wetsartikel (254) wordt nage
leefd wat het bedrag der geheven belasting betreft. Immers met
enkele uitzonderingen (de drie Havenbruggen en de Schrijversbrug) zijn bij de
bruggen aL brugwachters personen aangesteld met eene zeer geringe jaar-
lijkscbe vaste bezoldiging, welke wordt aangevuld door het ontvangen brug
geld. Het bedrag van deze, zonder eenige controle geheven gelden, is
uit den aard der zaak onmogelijk na te gaanen de wijze van helling is
zeer zeker in strijd met de artt. 113 en 114 der gemeentewet, welke den
gemeente-ontvanger aanwijzen als de persoon die belast is met de invor
dering van al de inkomsten der gemeente en met het doen van alle
betalingen uit de gemeentekas.
Eene tweede op zich zelve even voldoende reden, waarom eene veran
dering van den bestaanden toestand noodig isligt in de wijze waarop de
dienst bij het openen en sluiten der bruggen thans wordt verricht. Het is
algemeen bekend dat deze te wenscheu overlaaten dit ligt in den aard
der zaak. Alleen bij de Schrijversbrugde drie Havenbruggende
Pauwbrug, die bij de Verversstraat en die over de Langegracbt bij de
Houtmarkt, zijn wachthuisjes voor de brugwachters geplaatst, en be
staat alzoo de mogelijkheid om voor die bruggen personen aan te stellen,
die geacht kunnen worden altijd bij de hand te zijn wanneer een dier brug
gen geopend moet worden. Voor de andere bruggen moet men trachten
personen te vinden, die zooveel mogelijk in de nabijheid wonen om het
waarschuwend geroep der schippers te kunnen hoorenen bij de aanstel
ling tot brugwachter moet dus dikwijls meer gelet worden op de plaats
waar de titularis woont dan op zijne geschiktheid. Sommige bruggen wor
den door vrouwen geopend en geslotenhetgeen op zichzelf zeker niet
bevorderlijk is aan de goede orde; en eindelijk is geen der brugwachters
of brugwachtsters met eenig gezag bekleedhetwelk hen of haar in staat
stelt de goede orde te handhuveute beletten dat de bruggen begaan of
bereden worden vóór dat zij geheel gesloten en vastgezet zijn, hot openen
der hekken door daartoe onbevoegden te verhinderenbij grooten aan
drang van voetgangers en rijtuigen te zorgen dat de eerste ruimte ge
maakt hebben voor de laatsteom ongelukken te voorkomen en meer
dergelijke omstandigheden.
AI deze gebreken kunnen worden weggenomen door de aanstelling
van vaste bezoldigde brugwachtersaan tvien tevens de betrekking zoude
kunnen worden opgedragen van onbezoldigd agent van politie, zoodat zij te
gelijkertijd ook nog voor de politie in bet algemeen dienstbaar zouden
kunnen zijnen die dan ook een uniform als zoodanig zouden moeten
dragen. Het spreekt vanzelf dat dan daarenboven op verschillende plaatsen
brugwachtershuisjes moeten worden opgericht, waardoor te gelijkertijd aan
een meermalen geuiten wensch kan worden voldaandat n. 1. op verschil
lende plaatsen in de gemeente politie-stations worden ingesteld. Eenige van
deze brugwachtershuisjes zouden daarvoor dan kunnen worden ingericht.
In de gemeente zijn de volgende beweegbare bruggen
1. Schrijversbrug (draaibrug);
2. de groote Havenbrug (idem),
3. de kleine Havenbrug (idem);
4. de Scheluw brug (idem);
6. de Verversstraatsbrug (dubb. oph. brug);
6. de brug aan 't oostel. einde der Langegracht (enkele oph. brug)
7. de Pauwbrug (dubbele oph. brug);
8. de Janvosseobrug (draaibrug);
9. de oude Marepoortsbrug (idem);
10. de Alkemadebrug (enkele oph. brug);
11. de Touwersbrug (basculebrag)
12. de St. Nicolaasbrug (idem);
13. de Turfmarktsbrug (draaibrug);
14. de Blauwpoortsbrug (idem);
15. de St. Jansbrug (dubbele basculebrug)
16. de Kerksteegsbrug (dubb. oph. brug);
17. de Gepektebrug (idem);
18. de Gansoordbrug (enkele opb. brug);
19. de Kraaierstraatsbrug (dubb. oph. brug);
20. de Rijnstraatsbrug (idem);
21. de Singelbrug buiten de voorm. Hoogewoerdspoort (idem);
22. de brug over de Mare aan de Langegracht (basculebrug).
23. de brug over de Langegracht bij de Gasfabriek (draaibrug).
24. de Singelbrug buiten de Morscbpoort (enkele ophaalbrug).
te zamen 24 bruggen, waarvoor noodig geacht worden 19 brugwach
ters te verdeelen als volgt
a. Een bij de Schrijversbrug.
b. Twee voor de twee Havenbruggen en de Scheluwbrug.
c. Twee voor de Verversstraatsbrug, de brug aao 't einde der Langegracht
de Pauwbrug.
d. Drie voor de Jativo99eobrugde oude Marepoortsbrug, de Alkemade
brug de Touwers en St. Nicolaasbruggende brug over de Mare
aan de Langegracht en de brug over die gracht bij de Gasfabriek.
e. Twee voor de Turfmarkts- en Blauwpoortsbruggen en de Singelbrug
buiten de Morscbpoort.
f. Vier voor de St. Jansbrugde Kerksteegs- en de Gepektebrug.
g. Twee voor de Gmsoord- en Kraaierstraatsbruggen.
h. Drie voor de Rijnstraatsbrug en die over den Singel buiten de voorm.
Hoogewoerdspoort, te zamen derhalve 19 brugwachters.
Bovendien zijn er nog twee losse bruggenals de basculebrug over de
Middelstegracht bij den Ouden Rijn en de rolbrug over de Middelstegracht
bij de Vleerensteegdie kosteloos worden bediend van wege de firma Dros
en Tielemanen waarover alzoo geene voorzieningen behoeven te worden
genomen.
In verband met de van de brugwachters gevorderde diensten wordt eene
bezoldiging van ƒ400 'sjaars billijk en noodig geacht; voor 19 brug
wachters is derhalve noodig eene som vanƒ7600.
daarbij voegende 50 per hoofd voor de uniformkleeding950.
Maakt te zamen8550,