21 N#- S3. Leiden, 23 April 1878. Onder overlegging van de betrekkelijke stukken hebben wij de eer aan Uwe Vergadering te adviseereneene afwijzende beschikking te nemen op het adres van P. Kooreman, die daarbij grond in eigendom verzoekt aan den Vestwal bij de openbare zwemplaats. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan de Edel-Achtbare HH. Burgemeester en Wethouders te Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennenPieter Kooreman timmerman wonende 3de Groenesteeg, wijk 7, n°. 53, te Leiden; dat hij zich tot de Edel-Achlbare HH. wendt met het eerbiedig verzoek om de laan aan de voormalige Heerenpoort te willen koopen en te gebruiken voor bergplaats en af te sluiten aan het water met rasterwerkindien er bezwaar tegen het verzoek bestaat, verzoek ik s. v. p. om de genoemde laan te kunnen huren. Hopende zich te mogen vleien met de gunstige en welwillende beschik king van de Edel-Achtbare HH. Welk doende, Leiden, 1 April. Pietee Kooreman. Leiden, 17 April 1878. De Commissie van Fabricage heeft de eer op het request van P. Koore man te berichten, dat krachtens raadsbesluit van 19 Maart 1874, de grond op den Ve9twal bij de openbare zwemplaats, waarvan door den requestrant eigendom of gebruik wordt gevraagdniet in eigendom kan worden afge staanmaar bij beschikking van hb. Burg. en Weth. van 21 Mei daar aanvolgende, tot wederopzeggens toe, aan G. J. Boelen is in gebruik ge geven, tot bet houden van eene los- en stapelplaats, terwijl de laan daarheen leidende, moet blijven strekken tot toegang, zoodat daaraan geene andere bestemming kan worden gegeven en derhalve het verzoek bij genoemd request gedaan, voor geene gunstige beschikking vatbaar is. Aan H H. Burgemeester De Commissie van Fabricageenz. en Wethouders. N°. Ï3. Leiden 25 April 1878. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering over te leggen de adressen van P. G. Bommezijn en Q. Heus, met bijbeboorende stukken, waarbij zij vergunning vragen tot het dempen van een gedeelte der slootgelegen langs hunne eigendommen aan den Haagschen straatweg, onder de gemeente Zoe- terwoude. Overtuigd van het gewenschte om tot die demping over te gaan in het belang van de openbare gezondheid en reinheidhebben wijover eenkomstig het rapport der Commissie van Fabricage, de eer U te advi seeren eene gunstige beschikking te nemen op bovenbedoelde adressen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met eerbied te kennen P. G. Bommezijn eigenaar van eene blee- kerij onder Zoeterwoudeaan den Haagschen straatweg dat hij behoefte heeft de daarop stftaude bleekerswoning te verbouwen en den voorgevel daarvan meer vooruit naar dè zijde van den straatweg te brengen, doch daarvoor noodig isdat de rottende stinksloot tusschen die woning en den straatweg worde gedempt; maar aangezien door die dem ping de berm of glooiing van den Kijndijk (de gemeente Leiden beboo- rende) zou moeten worden aangevuldzoo wordt van Uwen Baad toestemming gevraagd: de aanplemping van die sloot, kadaster Zoeterwoude, jH. n°. 2268, ook tegen den Bijndijk te veroorloven, met verplichting van requestrant, om door het stellen van eene bekwame schutting, na demping der sloot, de scheiding, tusschen zijn eigendom en den straatwegte bevestigen. Zoo ook wordt medewerking van den Baad der gemeente Leiden eerbiediglijk ge vraagd, dat hij moge besluiten, het gedeelte sloot gelegen voor de laan, behoorende aan uwe gemeentenaast voorzegde bleekerijalmede te willen dempen waardoor het onderhoud van de bestaande brug zou kunnen ver vallen. De vereischte kadastrale stukken neemt hij de vrijheid hierbij over te leggen. 't Welk doende enz. Leiden, 13 Februari 1878. P. G. Bommezijn. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geeft met eerbied te kennen Quirinus Heus, van beroep kleêrbleeker, wonende aan den Haagschen straatweg onder Zoeterwoude, dat hij kennis draagt, dat door den nabijgelegen eigenaar, den heer P. G. Bommezijn, een verzoek tot Uwe Vergadering is gericht tot het verkrijgen van toestemming om eene tusschen diens bleekerij en den Bijndijk of straat weg gelegen stinksloot te mogen dempen tot aan den berm van den Bijndijk of straatwegbehoorende de gemeente Leiden. Dat hij gaarne met dien verzoeker wil medewerken om den voor het ge heel langs de huizen daar ter plaatse zich bevindende, voor de gezondheid schadenden toestand door die rottende sloot ontstaande, te helpen verbeteren en daarvoor het verzoek tot Uwe Vergadering is doende, hem requestrant almede te veroorloven, de aanplemping der hem behoorende sloot, kadaster gemeente Zoeterwoude, Sectie A. n°. 2672 gedeeltelijk, voor zooverre dit met groene kleur op de hierbij overgelegde situatieteekening is aangewezen te bewerkstelligen, met aansluiting van den grond aan den berm van den Bijn dijk, de gemeente Leiden behoorende, onder verplichting van requestrant om door het stellen van bekwame schutting, raster of hekwerk, na demping der sloot, de scheiding tusschen zijn eigendom en den straatweg over de geheele breedte te bevestigen, en wel: aansluitende aan de schutting van het nevengclegen perceel behoorende den heer C. J. E. Brutel de la Bivière, doch met de vrijheidlating om van do sloot het resteerende gedeelte eveneens te mogen dempen als het verzoeker niet zal gelukkenna het wegnemen van eenen dam in de oostelijke sloot versch water in het gedeelte sloot voor zijne huizing te verkrijgen. De vereischte kadastrale stukken worden bij deze overgelegd. 't Welk doende Zoeterwoude. Q. Heds. Leiden, 17 April 1878. Bij de in onze handen gestelde requesten van P. G. Bommezijn en Q. Heus, wordt vergunning gevraagd tot het dempen van een gedeelte der sloot langs hunne eigendommen loopende en liggende naast den straatweg naar het Haagscbe Schouwonder de gemeente Zoeterwoude. Die sloot is in zulk een vervuilden toestanddat die demping zou strekken in het belang der openbare reinheid en gezondheid, terwijl geene doorvaart bestaat, even min als eene behoorlijke doorstrooming in gemeenschap met andere vaarten. Er bestaat dus tpgen de demping geen bezwaar, maar veeleer is zij ge- Is g. stckkex 187S. wenscht en aangezien de gemeente Leiden alleen daarbij betrokken is door eene daarover liggende brug naar eene partij weiland gelegen aan de Molenlaan, bij het kadaster bekend onder Sectie A. n°. 1909 kan die brug worden weggenomen en vervangen door een aarden dam, waarvan de kosten komen voor rekening der gemeente. De Commissie van Fabricage heeft de eer tot dat einde voor te stellen om zich te vereenigen met het plan van demping en met het daartoe aan het Hoogheemraadschap van Bijnland in te dienen verzoek tot het verleenen der vereischte vergunning, maar aan de requestranten te kennen te geven, dat zij verplicht zijn voor hunne rekening na de demping, de verkregen grond door eene behoorlijke houten schutting of rastering af te scheiden van den berm langs den straatweg liggendeonder toezicht van den Gemeente Architect. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. tf®. £4. Leiden, 30 April 1878. Onderzocht hebbende de rekening en verantwoording van de stads bank van leening over het jaar 1877, heeft de Commissie van Financiën de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat zij geene bemerkingen heeft gevonden. Zij stelt U voor die goed te keuren, in ontvang tot een bedrag van 328243.91, in uitgaaf tot een bedrag van 320431.33^, sluitende met een saldo van 7812.57onder bepaling dat van het saldo in de eerst volgende rekening verantwoording zal worden gedaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. jjo. 75. Leiden, 30 April 1878. Wij hebben de eer aan Uwe Vergadering over te leggen het verslag van den toestand der gemeente over 1877, welk verslag wordt gedrukt en aan de leden zal worden toegezonden. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. jjo. 7a. Leiden, 2 Mei 1878. De Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid heeft ons berichtdat Z. E. bereid is de woning boven de Telegraafkantoorlokalen aan de Aal markt alhier met den 1 Mei a. s. van de gemeente in huur te nemen voor eene som van ƒ180 'sjaars, de huursom te voldoen in een of twee termijnen. Wij geven U thans in overweging ommet afwijking van het beginsel van openbare verhuring door Uwe Vergadering aangenomen en toegepast in de zittingen van 25 Februari en 7 Maart jl.de bovenwoning aan het Eijk te verhuren voor de som van ƒ180 per jaar, de huursom telkeo jare te voldoen vóór of op 31 December, onder bepaling dat de gemeente na 1 Januari 1881 bevoegd zal zijn om, wanneer de woning moebt blijken voor gemeentelijke doeleinden benoodigd te wezen de huur op te zeggen in welk geval één jaar na die opzegging de woning wederom ter beschik king van de gemeente zal moeten worden gesteld. Gelijke bepaling werd in de vergadering van 25 Februari vastgesteld ten aanzien van de in gebruikgeving van het Telegraafkantoor aan bet Bijk. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. j^o. 77. Leiden, 25 April 1878. Bij de vaststelling van de begrooting voor dit jaar werd na rijp beraad en ampele di9cus9ien besloten om de voor den tijd van drie jaren aan den directeur der Universiteits-Bijschool verleende jaarlijkscbe toelage uit dé gemeentekas niet meer te continueeren. Het than9 door 242 studenten ingediend adres, medegedeeld in de zitting van 8 Maart jl.waarbij wordt verzocht om wederom gelijk vroeger eene toelage van 800 te verleenen, kan, naar onze meenirig, geen aanleiding geven om op het genomen besluit terug te komen. Het groot aantal onderteekenaren van het adres levert onzes inziens een bewijs op van de levendige belangstelling, die de Universiteits-Bijschool bij de studeerende jongelingschap ondervindt, zoodat wij niet mogen aan nemen dat het bestaan dier inrichting van eene toelage van 800 afhan kelijk zoude wezen. Overigens blijven wij van oordeel dat bezwaarlijk gelden uit de gemeentekas in deze kunnen worden beschikbaar gesteld en vermeenen te kunnen verwijzen naar de ter zake ten vorigen jare uitgebrachte rapporten, zoodat wij Uwe Vergadering in overweging geven om afwijzend op bet verzoek te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 27 April 1878. De Commissie van Financiën vereenigt zich met het afwijzend advies van Burgemeester en Wethouders betrekkelijk nevensgaand verzoek, dat wederom eene toelage moge worden verleend aan den directeur der Universiteits- Bijschool. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiëuenz. N°. Leiden, 4 Mei 1878. Onder overlegging der betrekkelijke stukken, hebben wij de eer Uwe Vergadering voor te stellen aan mej. S. Porter, leerares in de Engelsche taal aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 1ste klasse voor meisjes, op baar verzoek, tegen 1 Aug. a. s. een eervol ontslag te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Gemeenteraad van Leiden Geeft met gepasten eerbied te kennen de ondergeteekende Susan Porter, leerares in de Engelsche taal aan de meisjesschool 1ste klasse alhier, dat zij eervol ontslag verzoekt uit hare tegenwoordige betrekking, ingaande 1 Augustus e. k. 't Welk doende enz., Leiden, 3 Mei 1878. S. Portee. Leiden, 4 Mei 1878. Ter vuldoening aan uwe apostille van den 3den dezer, heb ik de eer U mede te deeleD, dat bij mij geen bezwaar bestaat tegen het verleenen van eervol ontslag aan mejufirouw S. Porter. De hoofdonderwijzeres aan de openbare school der lste klasse voor meisjes. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders M. Jesse. der Gemeente Leiden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1878 | | pagina 2