123
I
Zitting van Donderdag 3Ï December 18?7
geopend 's namiddags te half twee.
Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler.
Te behandelen onderwerpen:
1*. Belediging en installatie van de heeren Mr. M. d'Aumerie en Mr. H. L. A.
Obreen, als leden van den Gemeenteraad.
2°. Benoeming van een lid der Commissie der Bewaarscholen. (283)
3». Idem van vier leden der Plaatselijke Schoolcommissie. (288)
4*. Voordracht tot het verleenen van eervol ontslag aan Mr. R. Th. Bijle-
veld, als lid van de Commissie van Bestnur over het Academiseh
Ziekenhuis. (278)
5». Benoeming van twee leden in de sub 4° bedoelde Commissie. (278)
6". Idem van een lid der Commissie voor de strafverordeningen.
7°. Benoeming van een Curator van het Gymnasium.
8°. Voordracht tot het verleenen van vergunning voor overtochten enz. ten
behoeve van den spoorweg Leiden—Woerden. (272 en 284)
9°. Concept-verordeningen op de heffing en invordering van collegegeld op
de gemeente-inrichting voor de opleiding van Oost-Indische ambtena
ren. (273 en 285)
10». Verzoek van Bestuurders der Leidsche Stoombootmaatschappij nde Vol
harding", betrekkelijk de terugbetaling van bruggelden. (276)
11°. Voordracht, betrekkelijk de jaarwedden der ambtenaren ter Secretarie. (277)
12°. Idem, betrekkelijk de regeling der jaarwedden van het hulppersoneel
aan de lagere scholen. (235 282)
13°. Staten van af- en overschrijving en suppletoire staat van begrooting
dienst 1877. (280, 281 en 284)
14°. Voordracht, betrekkelijk het onderwijs in de gymnastiek. (203 en 279)
15». Verzoek van N. Meijer, om ontslag als onderwijzer 2de klasse aan de
jongensschool der lste klasse. (287)
16». Idem van P. D. Steenhuizen, om eene loods te plaatsen buiten de Morsch-
poort, voor het droogen van schapenvellen. (263 en 289).
17". Voordracht lot vermeerdering van het personeel van leeraren voor de
oude talen aan het Gymnasium en benoeming van een leeraar. (275 en 290)
18°. Idembetreffende het Utrechtsche jaagpad. (286)
Tegenwoordig de heeren Eigeman, Du Rieu, Wilhelmy Damsté, Van
Hettinga Tromp, Van der Zweep, Suringar, Goudsmit, HarteveltDe Laat
de Kanter, Librecht Lezwijn, Van Wensen, Krantz. De Fremery, Van
der LithVan Heukelom, d'Aumerie, Obreen, Cock, Van ItersonLe
Poole, Juta en Van den Brandeler.
De Voobzitter. Ik open de vergadering en wensch over te gaan
tot beëediging en installatie van de heeren Mr. M. d'Aumerie en Mr. H.
L. A. Obreen als leden van den Gemeenteraad.
De beide genoemde heeren leggen in handen des Voorzitters de bij de
wet gevorderde eeden af.
De Voorzitter. Mijne HeerenHet doet mij genoegen u geluk te kun-,
nen wenschen bij het binnentreden in deze vergaderzaal. Ik vertrouw dat
het mandaatdoor de kiezers opgelegddoor u met ijver en lust zal worden
volbracht, dat uwe tegenwoordigheid bij onze beraadslagingen zal strekken
tot bevordering der belangen onzer gemeente en wensch u toe dat gij in
deze betrekking de meeste zelfvoldoening zult mogen smaken.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Zaterdag 15 De
cember 11. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede:
1°. Dispositie van de Gedeputeerde Staten, van 11/15 Dec. 11. G. S. n°. 51/1
ten geleide van de goedgekeurde raadsbesluiten van 18 Oct., 22 Nov. en
6 Dec., tot afstand van grond aan CreyghtonTibboel en Zonen en aan
het Rijk.
2°. Dispositie van de Gedeputeerde Staten, van 11/15 Dec. 11. G. S.
n°. 52/3ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit tot verhooging van
het herstellings- en vernieuwingsfonds ten behoeve van de Gasfabriek.
3°. Dispositie van de Gedeputeerde Staten, van 17/21 Dec. 11. n°. 36,
ten geleide van het goedgekeurde 2de suppletoire kohier der plaatselijke
directe belasting over 1877.
4°. Dispositie van de Gedeputeerde Staten, van 18/21 Dec. 11. G. S.
n°. 2/1 ten geleide van het goedgekeurde raadsbesluit tot wijziging van
de plaatselijke directe belasting.
Deze worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter deelt nog mede dat de heer C. J. Leembruggen de be
noeming tot Bestuurder van het Werkhuis heeft aangenomen.
Dit wordt mede voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over
1°. Verzoek van A. Roos, om een huisje tot verkoop van visch aan
de Aalmarkt tegenover de Waag.
2°. Verzoek van H. Peltenbnrg, om gemeentegrond te mogen innemen
aan de voormalige Heerenpoort.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen
van Burg. en Weth.
3°. Adres van J. A. Longepée, om gecontinueerd te worden als Stads
heelmeester.
Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit te stellen in handen
van de drie groote armbesturen.
4°. Rapport van de Raadscommissie in zake het Utrechtsche Jaagpad.
Dit stuk isgedruktaan de leden medegedeeld.
5°. Missive van Curatoren der Rijks-Universiteit over de bijdrage aan
het Ziekenhuis.
Deze missive is van den volgenden inhoud
ZlTTÜÏOVERSLAG 1877.
«Leiden, 26 December 1877.
Curatoren der Rijks-Universiteit te Leiden hebben de eer U hierbij in
afschrift mede te deelen een schrijven van den Minister van Binnenland-
sche Zaken, dd. 24 December 1877, n#. 28, afd. V., in antwoord op uwe
missive van 6 December 1877, n®. 966.
Curatoren voornoemd,
Vrolik, Voorzitter.
P. C. L. Lezwijn, waarn. Secr."
v's Gravenhage24 December 1877.
Na kennisneming van uw in margine vermeld schrijven met bijlagen en
van de vroeger omtrent dit onderwerp gewisselde stukken, ben ik met
mijn ambtsvoorganger en met uw Collegie van oordeel dat eene bijdrage
van 75 cents per persoon en per dag slechts eene zeer matige vergoeding
kan worden genoemd voor de verpleging van zieke stads-armen in het Zie
kenhuis uwer Universiteit.
Ik verzoek U hiervan aan het Gemeentebestuur van Leiden kennis te
gevenin antwoord op zijn mij door uwe tusschenkomst toegezonden
schrijven van 6 dezer, n°. 966. In verband met het eerlang afloopen van
den termijnvoor welken de bijdrage van 50 cents per persoon en ver-
pleegdag werd geregeld, zal eene spoedige beslissing mij aangenaam zijn.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
(get.) Kappeyne"
De Voorzitter. Ik wensch in overweging te gevennadat het voor en
tegen reeds breedvoerig behandeld isthans eene beslissing te nemen.
Zooals de heeren wetenhebben Burgemeester en Wethouders voorgesteld
arbiters te benoemen. Zooals uit de missive van Z. E. blijkt, is ook de
nieuwe minister een tegenovergesteld gevoelen toegedaan, dat ook door
velen uwer en door mij gedeeld wordt. Ik geloof dus dat het wenschelijk
is reeds nu eene beslissing te nemen. Ik wensch te vragen of een der
leden het woord verlangt over het voorsteldat 75 centsin plaats van
50 cents, voor eiken verpleegde zal worden betaald. Zoo niemand het woord
wenscht, stel ik voor met het aanbod van den Minister van Binnenl. Zaken
genoegen te nemen.
Met 17 tegen 3 stemmen wordt daartoe besloten.
Tegen stemdende heeren an ItersonEigeman en Wilhelmy Damsté.
De Voorzitter. Alvorens over te gaan tot de pnnten van behandeling
wensch ik in herinnering te brengen, dat eene dér belangrijkste gemeente-
instellingen dezer dagen haar 25-jarig bestaan heeft mogen vieren. Ik
behoef niet te zeggendat ik het Werkhuis bedoel. Veel heeft deze
gemeente te danken aan het bestuur dier inrichting, waardoor' de bede
larij zoo krachtig is kunnen geweerd worden. Ik stel voor dat
Burgemeester en Wethoudersnamens den Raadaan Commissarissen
hunne sympathie met deze instelling betuigen en dank zeggen voor
het vele goede in hunne betrekking verricht. Wij hebben het voorrecht
drie leden van de Commissie in ons midden te zienwaaronder de heer
Krantz, die van de oprichting af, in 1852, als zoodanig werkzaam was.
Ik geloof de tolk van den Raad te zijn, indien ik dien heeren hulde breng
voor de uitstekende diensten in die betrekking bewezen.
Bij acclamatie wordt het voorstel van den Voorzitter aangenomen.
De heer Krantz. Mijnheer de Voorzitter! Mag ik namens de leden
van het bestuur van het Werkhuis, die zeker daarmede zullen instemmen,
bedanken voor het ontvangen bewijs van belangstelling en tevens voor de
felicitatie meer in het bijzonder tot mij gericht, bij gelegenheid dat ik
het voorrecht had 25 jaren als lid van het bestuur aan die instelling
werkzaam te mogen zijn.
Aan de orde is:
II. Benoeming van een lid der Commissie van de bewaarscholen.
(Zie Ing. St. no. 283.)
De heeren EigemanVan der Lith en Van Heukelom worden door den
Voorzitter uitgenoodigd met hem het stembureau uit te maken.
Tot de benoeming overgegaan zijnde, blijkt dat de heer F. Stokhuyzen
met algemeene stemmen tot genoemde betrekking benoemd is.
III. Benoeming van vier leden der Plaatselijke Schoolcommissie.
(Zie Ing. St. n°. 288.)
Worden achtereenvolgens benoemd de heeren
a. Dr. P. L. Rijke, met 19 stemmen, zijnde een blancobiljet ingeleverd.
b. Mr. J. E. Goudsmit, met 19 steramen, zijnde een blancobiljet
ingeleverd.
c. Mr. P. A. Van der Lith, met 19 stemmen, terwijl 1 stem is uitge
bracht op Dr. H. G. Van de Sande Bakhuyzen.
d. H. C. Jutamet algemeene stemmen.
De heer Le Poole komt ter vergadering.
IV. Voordracht tot het verleenen van eervol ontslag aan Mr. R. Th. Bij-
leveld, als lid van de Commissie van het Bestuur over het Academisch
Ziekenhuis.
(Zie Ing. St. n°. 278.)
Overeenkomstig het voorstel van Burg. en Weth. wordt besloten den heer
Bijleveld een eervol ontslag toe te kennen, onder dankbetuiging wegens de
door hem in die betrekking bewezen diensten.
V. Benoeming van twee leden in de sub 4° bedoelde Commissie.
(Zie Ing. St. n®. 278.)
Overgaande tot de aanwijzing van een lid, wordt met 20 stemmen her-
benoemd de heer A. H. Eigeman, zijnde 1 blancobriefje ingeleverd.
Bij de stemming over een tweede lid verkrijgen de heeren G. F. AlscheO,
D. Hartevelt 4, Dr. J. E. Van Iterson 2, Mr. A. J. Wijnstroom 2 stem-