95
II
De heer Scheltema. Bij vroegere gelegenheid ie deze post dikwerf be
sproken cd is door de groote meerderheid van dezen Baad steeds het be
ginsel voorgestaan van weinig ambtenarenmaar goede bezoldiging. Dat is
dan ook werkelijk geschied. Bij de behandeling van de begrooting voor
dit jaar zeide de Voorzitter, met het oog op twee ambtenaren ter secretarie
dat het onmogelijk is meer werk van hen te vergen en dat zij geen ander
werk verrichten dan voor de gemeente. Nu kan het moeielijk daarmede
rijmendat een dier ambtenaren toch eene vaste rijksbetrekking waarneemt.
Dat de ambtenaren ter secretarie hun werk niet af kunnen, is mij gebleken.
Als commandant van de schutterij had ik voor 15 Augustus de schuttersrol
moeten ontvangen en nu zelfs heb ik die nog nietwaardoor ik de nieuwe
lichting niet op den bepaalden tijd heb kunnen inlijven. En terwijl men
met zooveel werk is overladen, neemt een dier ambtenaren de vaste betrek
king van secretaris van den militieraad waar. Op die tegenstrijdigheid meen
ik te moeten wijzen: En zoo zij niet wordt opgehelderd, zal ik tegen
dezen post stemmen.
De Voorzitter. liet is vijf a zes jaren geleden, dat de heer De Haas,
met toestemming van Burg. en Weth.de betrekking van secretaris van
den militieraad aanvaardde. Daardoor beeft de dienst op de secretarie vol
strekt niet geleden. Nu is bet mogelijk dat er tengevolge van het over
lijden van den heer La Lau eenige stagnatie van het werk ter secretarie
heeft plaats gehadmaar dit is niet het gevolg van de vervulling der
meergemelde betrekking.
De heer Scheltema. Ik heb de gronden opgegeven, die voor mijn ge
voelen pleitenen ik heb zelfs eigene ervaring opgedaandie ik thans ken
baar heb gemaakt. Ik acht het in strijd met het beginsel, in het vorig jaar
door den Baad aangenomen. Volgens dat beginsel tooh wordt het getal
ambtenaren ingekrompen en worden de bezoldigingen verbeterd maar moet de
geheele beschikking van den tijd der ambtenaren ten behoeve der gemeente
blijven. En het is bepaald daarmede in strijd dat een ambtenaar eene
vaste rijksbetrekking aanneemt, waaruit voortvloeit, dat hij soms geheele
dagen van de secretarie verwijderd is.
De Voorzitter. Dat het oponthond, dat de vorige spreker heeft ontdekt
bij het opmaken van de schutters-rol veroorzaakt zou zijn door het vervul
len der betrekking van secretaris van den militieraad, is niet aannemelijk.
Het werk van den militieraad bepaalt zich uitsluitend tot de maanden Februari,
Maart en April, terwijl de schuttersrol in Augustus wordt opgemaakt.
In omvraag gebracht, wordt no. 63 aangenomen met 20 stemmen tegen 1,
die van den heer Scheltema.
Nos. 6470 worden aldus goedgekeurd: Jaarwedden van den concierge
en van de boden ƒ3350; Jaarwedde van den klokkenist en klokluider/300;
Jaarwedden van de keurders, wegers, meters, rooimeesters en dergelijke
900Jaarwedden van de sluiswachters, brugophalers en dergelijke Memorie;
Jaarwedde van den arohivaris 600; Schrijfloonen ƒ950; Beis- en verblijf
kosten f 250.
Afdeelino II. Andere kosten van dagelijksch bestuur, niet behoorende tot
de voorgaande afdeeling.
Nos. 71—75 worden aldus goedgekeurd: Kosten van licht- en brand
stoften 1100; Schrijf- en bureau-behoeften ƒ350; Druk- en bindwerk
ƒ1500; Briefporten, vrachtloonen en andere kleine uitgaven ƒ250; Kosten
voor het onderhouden en schoonhouden van het gebouw of vertrek, bestemd
voor de vergadering van den Baad en van Burgemeester en Wethouders,
mitsgaders voor de Seoretarie der gemeente 1450:
No. 76. Onderhoud en aankoop van meubelen voor die gebouwen of
vertrekken 570.
De heer Van Iterson. Het heeft mijne aandacht getrokkendat in een
der gewisselde stukken melding wordt gemaakt van het voornemen om op
de scholen calorifères in te voeren. Daartegen meen ik te moeten waar
schuwen, indien althans bedoeld worden de toestellen in den laatsten tijd
onder den naam van calorifères bekend, bestaande uit een hollen cylinder
van geslagen ijzer met eene opening van boven, die de brandstof opneemt, en
eene van onderen die den luchttoevoer regelt. Ik acht ze niet dienstig voor
eene juiste warmteregeling en strijdig met de beginselen der gezondheidsleer.
De heer De Laat de Kantek. Er wordt op dit oogenblikzoo als
medegedeeld is, in een gemeente-lokaal eene proef met een calorifère geno
men. Van den uitslag dier proef zal het afhangen of er meer zullen worden
geplaatst. Het is mijne overtuiging, dat er van geene kachels eene meer
gelijkmatige warmte kan worden verkregen dan van calorifères. Ik gebruik
ze zelf en kan er dus over oordeelen. Men kan er eene zeer gelijkmatige
warmte door verkrijgenmaar men moet weten er mede om te gaan.
De heer Van Iterson. Deze laatste voorwaarde sluit alle tegenspraak
uit. Ik meen echter te mogen betwijfelen of voor de vele toestellenin
de scholen benoodigdpersonen gevonden zullen wordendie erin den
geest van den geachten Wethouder, goed mede weten om te gaan. Dik
wijls heb ik deze calorifères in werking gezien en steeds bevonden dat het
zoo geroemde gelijkmatig afgeven van warmte een nadeel was. Daardoor
mist men de gelegenheid al naar de behoefte den warmtegraad te verhoogen
of te verlagen.
De heer De Laat de Kanter. Men kan met de calorifères zoo zacht
en zoo warm stoken als men zelf verkiest. Ieder oogenblik kan men eene
regelmatige warmte naar verkiezing verkrijgen. Maar in allen gevalle be
treft het nu slechts het nemen van eene proef, en van den uitslag daarvan
zal het afhangen of wij met het aanschaffen van calorifères zullen voortgaan.
De heer Van Iterson. Ik raad het bestuur aan zich tweemaal te beden
ken voordat tot de aanschaffing van calorifères wordt overgegaan.
De Voorzitter. Door den heer De Laat de Kanter is te recht gezegd,
dat het nu alleen geldt het nemen van eene proef.
No. 76 wordt daarop goedgekeurd.
Nos. 77 en 78 worden aldus goedgekeurd: Kosten voor verteringen ten
behoeve van het huishoudelijk bestuur, bureaux van stemopneming en van
commissiën 200Kosten van het aanleggen en bijhouden der registérs
van den burgerlijken stand f 950.
No. 79. Kosten van het aanleggen en bijhouden van de dubbelen der
leggers en plans van het kadaster ƒ150.
Deze post vervaltvermits dit werk voortaan kosteloos zal worden uit
gevoerd.
Nos. 8088 worden aldus goedgekeurd: Kosten van de bevolkingsregis
ters 300Kosten van de kiezerslijsten en van het uitoefenen der kies-
verrichtingen 50; Kosten van abonnement op het Staatsblad, Provinciaal
blad en dagbladen 200 Kosten van uitgifte van het gemeente- nieuws- of
dagblad ƒ850; Kosten van zegels van registers, rekeningen enz. 350;
Vergoeding van schrijfloonen, knechtsloonen en andere kleine uitgaven aan
de heeren der gebuurten ƒ1000; Onderhoud en aankoop van voorwerpen
van waarde of belangrijk voor de oudheidkunde en de geschiedenis der
kunst ƒ400; Bezoldiging van den concierge in het museum van sohilderijen
en oudheden in de Lakenhal 300Bezoldiging van den gemeente-veearts
ƒ400.
Hoofdstuk I wordt daarop met algemeene stemmen aangenomen.
Hoofdstuk II. Kosten voob werken en inriohtinsen tot open
baren DIENST BESTEMD.
No. 89 wordt aldus goedgekeurd: Onderhoud van straten en pleinen
ƒ10000.
No. 90. Onderhoud van wegen en voetpaden 3972.
De heer Hartevelt. Wanneer zal de aanbesteding plaats hebben?
De Voorzitter. De aanbesteding zal geschieden den 22sten November.
De aankondiging daarvan zal morgen of overmorgen in de couranten wor
den opgenomen.
No. 90 wordt daarop goedgekeurd.
No. 91. Onderhoud van wandelplaatsen en plantsoenen ƒ1000.
De heer Le Poole. In het algemeen sectie-verslag wordt de wensch uit
gedrukt dat de som, voor heester-, boom- en bloemgewas uitgetrokkenvoor
dat doel uitsluitend zoude worden besteedter verfraaiing van het plantsoen.
Het antwoorddaarop door Burg. en Weth. gegeven komt mij niet zeer be
vredigend voor. Het heet dat de gelden, daarvoor uitgetrokken, steeds voor
dat doel worden aangewend. Dit jaar althans is dit niet geschiedgetuige
de toestand der meeste perken in den afgeloopen zomer. Het kan geen
verwondering baren, dat daarop de aandacht is gevestigd. Dit plantsoen is
nog de eenige openbare wandeling, en ik zou dus gaarne zien dat aan het
verlangen in mijne sectie geuit, in een ander jaar beter gevolg werd ge
geven.
De heer De Laat de Kanteb. Ik geef den geachten vorigen spreker
de verzekeringdat het geld dat disponibel isnog dit jaar tot het be
stemde doel zal worden gebezigd, voornamelijk voor het gedeelte plantsoen
buiten de voormalige Hoogewoerdspoortdat tengevolge van de daar ge
maakte veranderingengeheel nieuw aangelegd moet worden.
No. 91 wordt daarop goedgekeurd.
No, 92. Onderhoud van bruggen en overzetveren ƒ11150.
De Voorzitter. Er is dienaangaande nog een adres van den heer Van
Kaathoven ontvangen. Verlangt iemand over dezen post het woord?
De heer Cock. Ik acht de voorgestelde uitgave tot verlaging van de
brug over de Groenhazengracht geheel onnoodig en door niets gerecht
vaardigd. Ik moet mij dus daartegen verklaren.
De heer Bijleveld. Ik ben er ook tegen. In den tegenwoordigen toe
stand van de geldmiddelen dezer gemeente moeten alle ounoodige, niet vol
strekt noodzakelijke uitgaven van de begrooting verdwijnen.
De heer Hartevelt. Ik stel namens de Commissie van Financiën voor
den post van ƒ600 tot verlaging van de brug over de Groenhazengracht,
niet op de begrooting te brengen.
De heer Van Iterson. Door mijne stem tegen dezen post uit te brengen
wil ik niet geacht worden tevens het denkbeeld der demping van de Groen
hazengracht te verwerpen. Voorstellen daartoe zal ik gaarne overwegen.
De heer Juta. Ook ik ben tegen de verlaging van de brug, niet alleen
omdat ik zulks onnoodig acht, maar ook omdat zulks eene geheel doel-
looze uitgave zoude zijnindien naderhand besloten werd tot demping van
een gedeelte der Groenhazengracht.
Het amendement van de Commissie van Financiën, om den post (met
het oog op onderdeel litt. met 600 te verminderenwordt aangenomen
met 15 tegen 6 stemmen.
Tegen stemdende heeren Van der ZweepDe FremeryDe Laat de
Kanter, Van Wensen, Librecht Lezwijn en de Voorzitter.
De heer Verster houdt zich buiten stemming.
De heer Van Iterson. Het antwoord door Burg. en Weth. gegeven
nopens de voormalige stadskweekerijheeft mij niet geheel bevredigd. Zou
er niets gedaan kunnen worden om van het rijk te verkrijgen dat er een einde
kwam aan dien slordigen toestand? Bovendien is daar aan het einde der Groen
hazengracht nog een open plek en een verwulf, zoo ik mij niet bedrieg
nog aan de stad behoorende, die dikwijls tot mestvaalt voor de buurt
gebruikt worden.
De heer De Laat de Kanter. Ik heb de plaats, door den heer Van
Iterson bedoeldonderzochtzij is wel te verbeterenmaar niet zonder
eenige kosten. Ik zal daartoe het voorstel doen; de kosten zullen in elk
geval slechts gering zijn.
De heer Van Iterson. Het grachtje naast dé buiten-societeit vordert
dringend verbetering. Dat is waarlijk niet anders dan een open riool.
Mag ik ook daarop de aandacht vestigen?
De heer De Laat de Kanter. Binnen weinige dagen zullen tot dat
einde door de Commissie van Fabricage voorstellen aan Burg. en Weth.
worden gedaan. Zoo zij door den Baad worden aangenomenkan voor
deze verbetering beschikbaarstelling van de noodige middelen worden
gevraagd.
De heer Van Iterson. Ik dank den vorigen spreker voor de gedane
toezegging en verklaar mij niet alleen dankbaar, maar ook voldaan. Ik
heb nog eene opmerking omtrent dezen post. Bij vorige begrootingen heb