69
N°. 210. Leiden, 1 Ootober 1877.
De Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handen ten
fine van bericht en raad gestelde begrooting voor 1878 van het gesubsidieerde
Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis alhier.
Zij heeft daarop geene bedenkingen, terwijl het subsidie, hetwelk krach
tens raadsbesluit dd. 29 November 1868, telken jare met 5 pCt. werd ver
minderd wederom wordt voorgesteld met 10 pCt. van de hoofdsom ad 5000.
te verminderen tengevolge van de door wijlen den heer Martinus Wijnaendts
van Maarsseveen aan die instelling besproken erfstelling, met welke vermin
dering in het jaar 1876 een aanvang is genomen.
De Commissie stelt U voor het door Bestuurderen uitgetrokken subsidie
ad 3500.te bepalen bij een besluit waarvan het model bij dit rapport is
gevoegd en voorts de begrooting goed te keurende inkopasten op 33957.05
en de uitgaven op/33957.05, sluitende quitebij een besluit waarvan het
model aan den voet der begrooting is gedrukt.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 311. Leiden, 1 October 1877.
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten op de in hare
handen ten fine van bericht en raad gestelde begrootingen voor 1878, der
navolgende niet gesubsidieerde gemeente-instellingen van weldadigheid, dat
zij deze heeft onderzocht en daarop bij haar geene aanmerkingen zijn voor
gekomen, weshalve zij vrijheid vindt U te raden deze goed te keuren bij
besluiten, waarvan het model aan den voet dier respectieve begrootingen
voorkomt, als die van 1°. Het Roomsch Katholiek Armbestuur, in ontvangst
ad 7875.50 en in uitgaaf ad/7875.50, sluitende quite; 2°. Het Gerefor
meerde Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis, in ontvangst ad
/11502.30 en in uitgaaf ad 11502.30, sluitende quiteen 3°. Vrouwen
Kraammoedersin ontvangst ad f 2288.64 en in uitgaaf ad /2180.37J-, slui
tende met een batig slot van 108.26J.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 313. Leiden, 1 October 1877.
De Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handen ten
fine van bericht en raad gestelde begrootingen voor 1877 der gesubsidieerde
instellingen van weldadigheid en van het Israëlietisch Armbestuur.
Zij heeft daarop geene bedenkingenterwijl de daarbij voorgedragene
subsidiën in overeenstemming zijn met het raadsbesluit van 19 November
1868 en met 5 pCt. verminderd.
a. Het Roomsch Katholiek Wees- en Oudeliedenhuis.
De Commissie raadt U het door bestuurderen uitgetrokken subsidie ad
7 7 00 te bepalen bij een besluit, waarvan het model bij dit rapport is ge
voegd en voorts de begrooting goed te keuren: de inkomsten op/19065.50,
de uitgaven op 19065.50, alzoo quite, bij een besluit waarvan het model
aan den voet der begrooting is gedrukt.
b. Het Evangelisch Luthersch Wees- en Oudeliedenhuis.
Ook voor deze administratie vindt zij vrijheid te raden het gevraagd sub
sidie op /1540.te bepalen bij het hierbij gevoegde besluit en hare begrooting
goed te keuren.- de inkomsten op /6904.60, de uitgaven op 6903, sluitende
met een batig slot van /1.60, bij het aan den voet der begrooting ge
drukte besluit.
o. Het Nederlandsch Israëlietisch Armbestuur.
Het subsidie voor dat bestuur raadt zij U op het daarbij voorgestelde
cijfer van 280.50 te bepalen bij bet genoemd besluit en de begrooting
goed te keuren; de inkomsten op /1185.50, de uitgaven op 1185.50,
sluitende quite bij het aan den voet dier begrooting gedrukt besluit.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz.
N°. 313. Leiden, 29 September 1877.
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten op de in hare
handen ten fine van bericht en raad gestelde begrootiug voor 1878 der Bank
van Leening alhier, dat zij deze onderzocht heeft en daarop bij haar geene
aanmerkingen zijn voorgekomen, weshalve zij vrijheid vindt U te raden
deze goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N#. 311. Leiden, 29 September 1877.
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten dat zij op de
in hare handen ten fine van bericht en raad gestelde begrooting van het
Werkhuis voor 1878, geene bedenkingen heeft en daarom vrijheid vindt U
voor te stellen die goed te keuren, in ontvangst en uitgaaf ad/21000.en
het door deze administratie verlangde subsidie ad 3000.uit de gemeente
kas toe te staan, bij een besluit, waarvan het model hierbij gevoegd is.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz.
N®. 315. Leiden, 2 October 1877.
De Commissie van Financiën maakt geene bedenkingen tegen de in hare
handen, ten fine van onderzoek, gestelde rekening van de Plaatselijka
Schoolcommissie over 1876 en heeft de eer U te raden die goed te keuren,
in ontvangst en uitgaaf ad ƒ169.03.
Aan de Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. 316. Leiden, 4 October 1877.
Onder overlegging van het adres van Mejuffrouw T. Koning, om ontslag
als hulponderwijzeres aan de openbare school no. 1 voor minvermogenden
en onder verwijzing naar het nevensgevoegd rapport van den betrokken
hoofdonderwijzer, hebben wij de eer aan Uwe Vergadering te adviseeren,
der adressante tegen 1 November a. s. eervol ontslag te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 27 September 1877.
Edel-Achtbare Heeren!
Uit hoofde mijner benoeming tot hulponderwijzeres aan eene der openbare
scholen te Zaandam, heb ik de eer u beleefd te verzoeken, tegen primo
November a. s. uit mijne betrekking aan de school no. 1 voor minvermo
genden alhier ontslagen te worden.
Met de meeste hoogachting heb ik de eer te zijn
van Uw Edel Achtbaren
de dienstw. Dien8.,
T. Koning.
ING. SXÜK&BN 1877.
Leiden, 3 October 1877.
Ter voldoening aan uwe apostille van den 28sten September jl.waarbij
een verzoek van de hulponderwijseres T. Koning om ontslag uit bare tegen
woordige betrekking, heb ik de eer u te berichten, dat bij mij geen be
zwaar bestaat het verzoek van adressante tegen den gevraagden datum toe
te staan.
De hoofdonderwijzer der openbare school no. 1 voor minverm.,
Den Heer Burgemeester der gemeente Leiden. A. Van dee Harst.
N°. 31?. Leiden, 1 October 1877.
Onder overlegging van het adres van G. A. Van der Heyde om ontslag
als hulponderwijzer aan een der scholen voor uitgebreid lager onderwijs al
hier, tegen uit0. October en onder referte aan het nevensgaand rapport van
den betrokken hoofdonderwijzer, hebben wij de eer aan Uwe Vergadering
voor te stellen den adressant het gevraagd ontslag tegen 1 November a. s.
te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 29 September 1877.
De ondergeteekende verzoekt beleefdelijk eervol ontslag uit zijne betrek
king van hulponderwijzer aan een der scholen voor uitgebreid lager onder
wijs te Leiden, tegen uit". October 1877.
Aan den Gemeenteraad van Leiden. G. A. Van der Heyde.
Leiden, 1 October 1877.
Ter voldoening aan uwe apostille van den 29sten September 11., heb ik
de eer u te berichtendat ik het verzoek van den heer G. A. Van der
Heyde voor eene gunstige beschikking vatbaar acht.
Aan den heer Burgemeester De hoofdonderwijzer,
van Leiden. J. A. Van Dijk.
N°. 318. - Leiden, 2 October 1877.
Wij hebben de eer, in overeenstemming met het hierbij overgelegd be
trekkelijk rapport van de Commissie van Fabricageaan Uwe Vergadering te
adviseerenonr eene afwijzende beschikking té nemen op het adres van
K. Visser ter bekoming van een stuk grond, gelegen onder de gemeente
Leiderdorp.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan het Edel-Achtbaar Gemeentebestuur van Leiden
geeft met verschuldigden eerbied te kennen Klaas Visser, wonende te
Leiden aan den Vliet, Wijk 1 n°. 25;
dat onder de gemeente Leiderdorp een stuk grond is liggende, aangeduid
op bijgaande schetsteekeningen in eigendom toebehoorende aan de stad
Leiden
dat hij gaarne zou zien dat het Edel-Achtbaar Gemeentebestuur, met hem
in overleg wilde tredenom het bedoelde stuk grond aan hem te verkoo-
penten einde alsdan daarop een woonhuisje te bouwen.
't Welk doende,
Leiden, 18 Augustus 1877. K. Visser.
Leiden, 26 September 1877.
Bij ons rapport van 28 December 1876 (Hand. Gemeenteraad 1877,
No. 46) is behandeld een request van J. L. en P. H. Hoos, betreffende
de verplaatsing van het Zijlhek en de pachterswoning naar een gedeelte grond
van den Zijldijk nabij de eerste brug en eene beslissing op dat request is
nog aangehouden, in verband met de toen ophanden zijnde verpachting en
de daartoe betrekkelijke regeling van het subsidie aan de gemeente Alkemade.
Thans wordt, bij het in onze handen gestelde request van Klaas Visser
de eigendom gevraagd van dienzelfden grond, ter grootte van 180 centiaren,
uitmakende een gedeelte van het perceel, bij het kadaster der gemeente
Leiderdorp bekend onder sectie A. No. 650, ten einde daarop eene woning
bouwen.
Onder de bestaande omstandigheden komt het ons niet raadzaam voor,
het verzoek van Klaas Visser in gunstige overweging te nemente minder
omdat wellicht een openbare verkoop van dien grondzoo de gemeente
daaraan geene behoefte heeftde voorkeur zou verdienen.
De Commissie van Fabricage vindt daarin voldoenden grondom het
nemen van eene afwijzende beschikking aan te raden.
Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz.
en Wethouders.
N°. 319. Leiden, 2 October 1877.
In de zitting van 30 Januari jl. werd in behandeling genomen eene con
cept-overeenkomst betrekkelijk den afstand aan het Rijk, van grond, gele
gen aan den Vestwal bij de Kaiserstraat ten behoeve van de oprichting van
Academische gebouwen.
Vermit6 enkele punten bij die concept-overeenkomst niet voldoende sche
nen te zijn geregeld, werden wij uitgenoodigd de onderhandelingen met
Z. E. den Minister van Binnenlandsche Zaken voort te zetten. Het voor
naamste bezwaar bestond daarin dat niet tevens werd geregeld eene over
dracht door de gemeente van den grond bij het Zoötomisch Kabinet, die
de Raad als voorwaarde aan den verkoop bij zijn besluit van den 18 Januari
te voren had verbonden. In de tweede plaats wenschten enkele leden de
bepaling te maken dat, wanneer binnen 4 jaren niet tot oprichting vaneen
Academisch gebouw mocht worden overgegaan en de grond alzoo aan dé
gemeente terugkeert, alsdan slechts eene som van /2000 aan het Rijk zal
worden terugbetaaldomdat de gemeente op zich had genomen aan de voor
waardelijke koopers tot tegemoetkoming in de door hen te lijden winstder
ving wegens de niet-guuning een bedrag van 500. uit te keeren. Ein
delijk verlangde men, welke ook de beslissing mocht zijn omtrent het voor
gaande puntart. 4 der concept-overeenkomst zoodanig te wijzigen dat
daaruit blijke dat de kosten van de gehouden openbare verkooping, waar
mede de koopsom in art. 3 was verhoogd, in het bovenbedoelde geval niet
aan het Rijk behoefden te worden teruggegeven, hetgeen trouwens blijkens
den brief van Z. E. van 20 Januari, destijds onder de stukken overgelegd,
in de bedoeling had gelegenvermits daarin sprake was van de eventueele
terugbetaling van den koopprijs ad ƒ2500. Wat het eerste punt betreft,
werd op den afstand van den groud bij het Zoötomisch Kabinet aangedron
gen, omdat, zooals Uwe Vergadering zich zal herinneren, alsdan het
hek zoude kunnen worden verwijderd en de sloot gedempt, hetgeen van
het hoogste belang werd beschouwd, vermits bij den bestaanden"toestand