55 Nm19®" Leiden, 16 Augustus 1877. Ier voorziening in de bestaande vacature van hulponderwijzer, met akte voor de Fransche taal, aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 2de klasse voor jongens, hebben wij de eer uwe vergadering eene voordracht aan te biedenopgemaakt in overleg met den betrokken hoofdonderwijzer en den districts-schoolopziener, met verzoek daaruit tot de benoeming op eene jaarwedde van /-600 over te gaan, als: 1. Gerardus Van der Waals; 2. Bouwen Van der Weel, en 8. Johannes Jacobus Werst. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N®. 171. Leiden, 17 Augustus 1877. De Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handen ten fine van bericht en raad gestelde verantwoording van Burg. en Weth. van de inkomsten en uitgaven dezer gemeente over den dienst 1876 benevens de daarbij overgelegde rekening van den gemeente-ontvanger. Zij neemt de vrijheid u te raden om, onder goedkeuring der rekening van e trekvaarten en jaagpaden welke deze gemeente in gemeenschap met andere bezit, deze rekening voorloopig vast te stellen bij het besluit waarvan het ontwerp overeenkomstig art. 220 der wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad n 85) u tegelijk met de rekening door Burg. en Weth. is aangeboden, terwijl zij ten slotte de vrijheid neemt u te raden de daarbij overgelegde suppletoire begrooting en den staat (model A) tevens vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°' I?ï' Leiden, 22 Augustus 1877. Wij hebben de eer aan uwe vergadering hiernevens over te leggen een, naar aanleiding van het raadsbesluit van 16 Augustus jl.ingewonnen bericht van Curatoren van hel Gymnasium, betrekkelijk de benoeming van een Conrector. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. t Leiden, 21 Augustus 1877. in antwoord op uwe missive van 17 dezer n°. 666 en met terugzending van de daarbij gevoegde stukkenhebben wij de eer te berichtendat van twee sollicitanten naar de betrekking van Conrector ons l)r. Vollgraff de meest geschikte voorkomt om als Conrector van liet Gymnasium alhier op te treden. r Zonder aan de bekwaamheid en de verdiensten van den anderen sollicitant iets te willen te kort doenaarzelen wij niet aan Dr. Vollgrafl den voorrang toe te kennen, op grond, deels van eigene ervaring, deels van de door ons ingewonnen informatiën. Bij onze aanbeveling onthielden wij ons van beschouwingen over den aïl8°lllcltant en v°lgden hierin onze vroegere wijze van handelen. Wij achten het toch in het algemeen minder wenschelijk onze considera- tién over niet aanbevolen sollicitanten mede te deelen bij eene aanbeveling, welke wordt gepubliceerd, omdat dit voor de betrokken personen tot minder aangename gevolgen zou kunnen aanleiding geven. Hoewel nu ten opzichte van Dr. A. E. Beuzekamp hiervoor geen gevaar bestond, was er evenmin aanleiding om van den gewonen regel af te wijken. Dr. Vollgrafl, die, zooals uit de stukken blijkt, thans Praeceptor is aan het Gymnasium te Haarlem, zal, bij eventueele benoeming tot Conrector alhier, die betrekking eerst tegen de aanstaande Kerstvacantie kunnen aan vaarden, daar te Haarlem de verordening voorschrijft, dat de docenten bij vertrek drie maanden te voren hun ontslag moeten indienen. Hoezeer wij liever gezien haddendat de nieuwe Conrector dadelijk bij den aanvang van den cursus in functie kon tredenvinden wij dit bezwaar niet zoo overwegenddat wij daarom een sollicitantdie zich in alle op zichten aanbeveelt, buiten mededinging zouden houden, te minder, nu zich toevallig de gelegenheid aanbiedt, dat een geschikt persoon bereid is vacature> ontstaan door de benoeming van Dr. Van der Mey tot Rector, tijdelijk te vervullen. Bij ons schrijven van 9 Augustus 11., namen wij de vrijheid u in over weging te geven tijdelijk in deze vacature, d. i. in die, welke door de benoeming van Dr. Van der Mey was ontstaante voorzien. Onze bedoeling was, dat deze tijdelijke voorziening zou geschieden door bet Collegie van Burg. en Weth. en dat aan den tijdelijken docent een tractement zou worden toegekend, gelijkstaande met het bedrag, bij de verordening voor den Conrector bepaald f 2000). Curatoren van het Gymnasium alhier, F. Was, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders alhier. N#' lï3* Leiden 25 Augustus 1877. Geene aanmerkingen hebbende tegen de door HH. Regenten van het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis alhier ingediende suppletoire begrooting voor het dienstjaar 1877 om het saldo der rekening van 1876 te beleggen in geldheeft de Commissie van Financiën de eer u voor te stellen die suppletoire begrooting goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. Leiden, 25 Augustus 1877. len aanzien van de door HH. Regenten van het Gereformeerde Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis alhier ingediende suppletoire be grooting voor den dienst van 1877, tot belegging van het saldo der rekening van 1876 en inschrijving op het grootboek, heeft de Commissie van Finan cien geen bezwaar. Zij heeft de eer u voor te stellen die goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën enz. Ing. stdkken 1877. N°.175. Leiden, 20 Augustus 1877. i k* aa 8 Ü8 Van Maart jl. werd ons, overeenkomstig onze ?oor- dracht, opgedragen omna overleg met de betrokken autoriteiten.de noodige voorstellen in te dienen voor de oprichting alhier van eene inrich- ing voor e op eiding van O. I. ambtenaren en ons mede machtiging ver- een om aan E. den minister van koloniën de toekenning van een rijks- su si ie aan e vragen. Wij zijn onverwijld ter uitvoering van die opdracht me t e minis ers van binnenlandscbe zaken en van koloniën in overleg ge reuen en uit e gevoerde correspondentie, die in de leeskamer ter inzage van e e en is nedergelegd, blijkt dat het plan door de regeering met de mees e ingenomenheid is begroet en dat naar haar oordeel de gemeente 6 vo°rwaarden i" z'ch vereenigt om eene zoodanige instelling o n oeien. a de zaak nogmaals rijpelijk te hebben overwogen, zijn j meer en meer overtuigd geworden dat het van het uiterste belang is voor deze gemeente dat, nu bij de invoering van de wet op het hooger onderwijs de rijks-mstelling voor onderwijs in Indische taal- land-en volken- bestaan 200 sPoed'g mogelijk eene diergelijke inrichting van t," a 6 C^e W(? opgericht, hetgeen met te minder bezwaar kan ge- AlIii ïsifi^Tn" 0°°r, het akademiscb onderwijs volgens de wet van 28 P tbl. n 102, voor een deel zal worden voorzien in het Tanr de.l7,kken1tot dusïerre aa" de bovenbedoelde rijksinstelling 99 w h e'9 zal' sooals reeds in onze vorige voordracht van il Februari jl. werd medegedeeld, dat akademisch onderwijs worden ge- v»n0nflmht 6en 8nder doel dan beo°gd wordt bij de opleiding van ambtenaren bij den burgerlijken dienst in Nederlandsch Indië. Niet, dat adspirant-ambtenaren geen groot nut zouden kunnen trekken uit de LmÜÜi' ta8n u lunlversltelt te gevenmaar zij zullen zich daar niet geheel kunnen bekwamen voor hunne volgende loopbaan, èn omdat het onderwijs aan de hoogcschool uit den aard der zaak met een geheel rrll Cr °i?i W°r 8e8evenomdat volgen9 de bestaande regeling som- mge vakken, voor het eind-exaraeu vereischt, niet aan de hoogeschool en wor en onderwezeneen en ander een gevolg daarvan dat de univer siteit uit den aard der zaak geen kweekschool is voor ambtenaren. Zoude alsnu in de bestaande behoefte niet worden voorzien dan zouden zijdie zie ree s te Leiden hebben gevestigd om van de daar bestaande instel lingen van lager- en middelbaar onderwijs achtereenvolgens gebruik te maken en zich ten slotte voor het Indisch examen te bekwamende gemeente moe en ver aten. Wellicht zoude door het initiatief van particulieren kun nen «orden aangevuld wat er aan het universitair onderwijs in dit opzicht mocht ontbreken, maar dit achten wij èn weinig waarschijnlijk è:i bovendien niet wenschelijk. Weinig waarschijnlijk, omdat er niet ligt personen ge vonden zullen worden, die voor die taak berekend zouden zijn; niet wen- sc eij omdat daardoor- alle eenheid in het onderwijs zoude worden ver broken en de studeerenden zonder leiding en toezicht aan zich zeiven over gelaten zeer spoedig zouden inziendat zij zich elders moesten aanmelden waar de noodige zamenwerking en eenheid gevonden wordt. Is dit waar en stelt de gemeente Leiden prijs op het behoud van de Indische familien aan blijft voor haar niets anders over dan de zaak zelve ter hand te uemen hetgeen haar gemakkelijk zal vallen door gebruik te maken van de elemen ten die de hoogeschool bevat. Wil dit plan slagen, dan moet in de eerste plaats gezorgd worden voor behoorlijk toezicht op den gang van het onderwijs en op de vorderingen der ingeschrevenen. Naar het ons voorkomt, kan dit geschieden door een cu ratorium door den Gemeenteraad benoemd en zamengesteld uit een Voorzit ter en 4 leden, bijgestaan door een secretaris. Aan dit curatorium zoude moeten worden opgedragen het ontwerpen van een reglement, ast te stellen door den Gemeenteraadwaarinonzes inzienso. a. moet worden bepaald dat aan de ingeschrevenen wordt aangewezen tot welk studiejaar zij kunnen worden toegelaten en welke lessen zij behooren te volgen. Dit is noodza kelijk om te voorkomen, dat eerstbeginnenden de lessen voor meer gevor derden bijwonen en daardoor het onderricht aan de laatsten grootendeels vertragen of onvruchtbaar maken. Daarin zoude verder aan den secretaris moeten worden opgedragen om op aanvrage van belanghebbenden hun inlichtingen te geven omtrent de kennis en vorderingen der ingeschrevenen strekkende als waarborg voor de ouders en voogden dat op elk der inge schrevenen, wat de studiën betreftnauwlettend wordt toegezien iets dat bij jongelieden, die meestal pas de hoogere burgerschool hebben verlaten geenszins overbodig zal blijken. Bovendien is het noodig dat daarin worde bepaald dat waar het aangelegenheden van het onderwijs betreft het cura torium handelt in overleg met het onderwijzend personeel. Zooals boven gezegd is het wenschelijk gebruik te maken van de elementen aan de hoo geschool aanwezig. Dit kan geschiedendoor met de hoogleerarendie zich daartoe bereid verklarenovereen te komen dat zijbehalve hunne gewone lessen aan de hoogeschool die ook door de studenten aan de inrichting zouden kunnen worden gevolgd nog een zoodanig onderwijs zouaen geven als noodig 19 met het oog op de aanstaande bestemmincr der ingeschrevenen aan die inrichting. Voor zooverre er lectoren aan de univer siteit mochten worden aangesteld, zoude men dezen tevens kunnen aan stellen als leeraren aan de inrichting tegen het genot van eene toelage, terwijl voor die vakken welke niet aan de hoogeschool zullen worden onder wezeneen of meer leeraren zouden moeten worden aangesteld. Men rekent dat volgens dit plan zonder bovenmatige kosten voor' de gemeente voldoend onderwijs zal kunnen worden gegeven in de land- en volkenkunde van Ned.-Indie, de staatsinstellingen, de godsdienstige wetten, de geschie denis en de Javaansche, Maleische, MadoereescheSoendaneesche en Ba- taksche talen, zoodat in alle opzichten zal kunnen worden voldaan aan het programma voor het examen van O. I. ambtenaar. In de leeskamer is ter inzage van de leden nedergelegd een voorloopig leerplan alsmede eene regeling van het personeel met het onderwijs in de onderscheidene vakken belastwaaruit blijkt dat voorloopig de kosten niet meer dan f 4000 a a000 per jaar zullen bedragen. Tegenover deze uitgaven staan de inkomsten uit de schoolgelden der ingeschrevenen. Deze kunnen niet hooger dan op f 100 per student gesteld worden, omdat voor de lessen der hoo°-. eeraren afzonderlijk moet worden betaald. (Zie art. 65 der wet op het hooger onderwijs) en het allerminst raadzaam is dat het gezamenlijk bedmo de som van f 200 per jaar overschrijdt. Wij achten het van het hoogste gewicht dat het plan de instemming

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1877 | | pagina 3