45
N*. 128. Leiden, 4 Juli 1877.
Wij hebben de eer uwe vergadering over te leggen een verzoek om ont
slag als hulponderwijzer van G. W. Buising, tegen 1 Juli jl. met een gun
stig advies van den hoofdonderwijzer der openbare lagere school n°. 2 voor
minvermogenden.
Wij stellen u dienaangaande voor met het oog op adressant's gezondheids
toestand het gevraagd ontslag reeds tegen genoemden datum eervol te ver-
leenen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Edel-Achtb. Baad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de ondergeteekendehulp
onderwijzer aan school n". 2 voor minvermogendendat hijom redenen
van gezondheid, zich genoodzaakt ziet zijn ontslag te vragen tegen 1 Juli 1877.
't Welk doende enz.
Ridderkerk, 30 Juni 1877. G. W. Bdlsing.
Leiden, 3 Juli 1877.
Ter voldoening aan uwe apostille van gisterenn°. 1381, heb ik de eer
u te berichten, dat er bij mij geen bezwaar bestaat tegen het verleenen
van een eervol ontslag aan den hulponderwijzer G. W. Buisingin te gaan
den lsten dezer maand.
De hoofdonderwijzer der openb. school n°. 2 voor minv.
Aan den Heer Burg. van Leiden. N. Bbouweb.
N°. 129. Leiden, 3 Juli 1877.
In de zitting van 19 Juni 1876 werd de gemeentebegrooting in ontvangst
en uitgaaf met 4U000 verhoogd voor het bouwen van de school nu. 3
voor minvermogenden, de kosten te vinden door verkoop van Inschrijving
op het Grootboek, onder bepaling dat van dat bedrag telken jare gedurende
25 jaren 1/25 gedeelte op de begrooting zal worden gebracht, ten einde
te worden aangewend tot aankoop van Inschrijving op het Grootboek of
aflossing van schuld. Vermits over den dienst 1876 tot de oprichting van
bedoeld schoollokaal niet is kunnen worden overgegaan stellen wij u voor
diergelijk besluit te nemen ten aanzien van de begrooting voor dit jaar,
te welken einde een suppletoire staat van begrooting hiernevens ter vast
stelling wordt aangeboden.
Tevens leggen wij hierbij over de concept-besluiten tot verkoop van
Inschrijving op het Grootboek tot een nominaal bedrag van 6 2500, waarvan
35000 op bet boofd van rekening, Leiden, de stad, zijnde het bedrag
hetwelk nog onder dat hoofd op het Grootboek is ingeschreven, en ƒ27500
op het hoofd van rekening, Leiden, de stad, voor het Pesthuis aldaar.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
De Baad der gemeente Leiden
Gezien de artt. 137 en 194 Jitt. c der Wet van den 29sten Juni 1851
(Stbl. n". 85)j
Heeft besloten:
Te verkoopen de ingeschreven kapitalen op het Grootboek der Nationale
Werkelijke 2J^ pCt. rentegevende schuld, ten name van de gemeente Leiden,
op het hoofd vbo rekening, Leyden, de stad (letter L, deel 19 n°. 5480),
en zulks tot een nominaal bedrag van vijf en dertig duizend gulden (ƒ35000)
Gedaan te Leiden enz.
De Baad der gemeente Leiden
Gezien de artt. 137 en 194 litt. c der Wet van den 89sten Juni 1851
(Stbl. n". 85)j
Heeft besloten
Te verkoopen een gedeelte der ingeschreven kapitalen op het Grootboek
der Nationale Werkelijke 2| pCt. rentegevende schuldten name van de
gemeente Leidenop het hoofd van rekeningLeydende stadvoor het
Pesthuis aldaar, onder letter L, deel 2, n°. 399 en zulks tot een nominaal
bedrag van zeven en twintig duizend vijf honderd gulden 27500).
Gedaan te Leidenenz.
N°. 130. Leiden, 5 Juli 1877.
Bij deze hebben wij de eer uwe vergadering eene voordracht aan te bie
den tot het benoemen van een hulponderwijzer aan de openbare school
n°. 2 voor minvermogenden, op eene jaarwedde van f 550, opgemaakt in
overleg met den hoofdonderwijzer en den districts-schoolopziener, als:
1®. Philippus Bank, wonende te Ridderkerk, en ter aanvulling 2®. Willem
Hendrik Hasselbach3°. Hendrik Gerard Van der Waalsbeiden alhier.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N°. 131. Leiden, 28 Juni 1877.
Ten aanzien van het verzoek van den adjunct-marktmeester hebben wij
de eer u mede te deelen dat er, onzes inziens, in geenen deele termen be
staan voor eene verhooging van adressant's jaarwedde.
Vooreerst is de titularis nog sedert korten tijd in functie, als zijnde hij
als zoodanig benoemd in de zitting van 9 December 1875, maar bovendien
is de jaarwedde van den vorigen adjunct-marktmeester eerst met 1 Januari
1875 van ƒ600 tot op ƒ660 verhoogd en aan adressant reeds terstond dat
verhoogd bedrag toegekendterwijl zulks niet heeft plaats gehad ten aanzien
van den marktmeester C. Plu, die den 25sten November 1875 is benoemd
op eene jaarwedde van 1000, terwijl de jaarwedde van den vorigen
marktmeester met 1 Januari 1875 met ƒ100 was verhoogd en vastgesteld
op ƒ1100. In vergelijking met den vorigen toestand geniet alzoo de markt
meester een evenredig mindere jaarwedde dan de adjunct-marktmeester,
vroeger ƒ1000 en 600, thans 1000 en 660.
Eene afwijzende beschikking wordt mitsdien in overweging gegeven.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
IHG. STÜKKJSH 1877.
Aan den Edel-Achtbaren Baad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Johan Hendrik Oldenburg
adjnnct-marktmeester alhier.
Dat hij zich eerbiedig tot UEdel-Achtbaren wendt met verzoek om ver
hooging zijner jaarwedde, en wel om de navolgende reden:
Strekte bij zijne aanstelling zijn werkkring zich alleen uit tot de markten
en dus bij dag, na de in werking treding der verordening van October 1876,
regelende de heffing eener belasting op de markten en elders, strekt die
zich ook uit tot des avondsja zelfs tot Zon- en Feestdagen waardoor dan
ook de opbrengsten sedert dien tijd aanmerkelijk zijn toegenomen.
Ook neemt hij de vrijheid UEAb. met bescheidenheid te doen opmerken
op het groote verschil van ƒ340 tusschen zijne bezoldiging en die van den
algemeenen marktmeester, terwijl dat bij de meeste ambtenaren in dezelfde
functie slechts ƒ100 a 200 is.
Hij neemt tevens nog de vrijheid UEAb. te wijzen op zijne geringe be
zoldiging voor iemand aan wien een groot deel der gemeente finantiën zijn
toevertrouwd, en dat zonder er eenige emolumenten hoe ook genaamd bij
komen.
Hij hoopt dat UEAb. dit zijn verzoek gunstig moogt adviseeren en zijne
bezoldiging naar UEAb. goedvinden zoodanig verhoogen dat hij naar de be
hoeften des tijds met zijn gezin als fatsoenlijk man leven kan.
't Welk doende,
Leiden, 28 Juni 1877. J. H. Oldenbübg.
N°. 132. Leiden, 12 Juli 1877.
Op de in hare handen ten fine van onderzoek gestelde rekening en ver
antwoording der inkomsten en uitgaven van het Gereformeerde Minne- of
Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis alhier, over den dienst van 1876,
heeft de Commissie van Financiën geen bedenkingen. Zij heeft de eer u
voor te stellen die goed te keurende ontvangsten op eene som van
ƒ13129.91 de uitgaven op eene som van ƒ12483.29, alzoo opleverende
een batig saldo van 646.62^, onder bepaling dat daarvan in de eerstvol
gende rekening verantwoording zal behooren te worden gedaan.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz.
N®. 133. Leiden. 9 Juli 1877.
Ter uitvoering van het raadsbesluit van 28 Juni jl.goedgekeurd door
de Gedeputeerde Staten bij beschikking van 2 Juli d. a. v.betrekkelijk den
aankoop van 2 huisjes ten behoeve van de stedelijke gasfabriek voor ƒ5200
met inbegrip van de kosten hebben wij de eer hiernevens ter vaststelling
over te leggen een concept-raadsbesluit tot verkoop van Inschrijving op het
Grootboek tot een nominaal bedrag van ƒ8200.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
De Raad der gemeente Leiden,
Gezien de artt. 137 en 194 litt. o der Wet van den 29sten Juni 1851
(Stbl. n°. 85),
Heeft besloten:
Te verkooDen een gedeelte der ingeschreven kapitalen op het Grootboek
der Nationale Werkelijke 2^ pCt. rentegevende schuld, ten name van de
gemeente Leiden, op het boofd van rekening, Leyden, de stad, voor het
Pesthuis aldaar, onder letter L. deel 2 n°. 399, en zulks tot een nominaal
bedrag vau acht duizend twee honderd gulden 8200).
Gedaan te Leiden, enz.
N®. 134. Leiden, 10 Juli 1877.
Wij hebben de eer, onder overlegging van nevensgaand adres van H. J.
Tietjens, hulponderwijzer aan de school n°. I voor minvermogenden om ont
slag uit die betrekking en in verhand met het rapport van den betrokken
hoofdonderwijzer, aan uwe vergadering voor te stellen, het gevraagd ontslag
tegen 7 Augustus eervol te verleenen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Edel-Achtbare Heeren
Bij dezen neem ik de vrijheid UEd.-Achtb. beleefdelijk te verzoeken mij
tegen 7 Augustus a. s. eervol ontslag te verleenen uit mijne betrekking als
hulponderwijzer aan school n°. 1 voor minvermogenden.
Met de meeste hoogachting heb ik de eer te zijn
Ed.-Achtb. Heeren,
Leiden, 7 Juli 1877. Uw dw. dienaar,
H. J. Tietjens.
Leiden, 10 Juli 1877.
In antwoord op uw apostillewaarbij een verzoek van den hulponderwij
zer H. J. Tietjens, om eervol ontslag uit zijne tegenwoordige betrekking
met 7 Aug. e. k.heb ik de eer u te melden, dat bij mij geen bezwaar
bestaat tegen het toestaan van adressants verzoek.
De hoofdonderwijzer der openbare school n°. 1 voor minv.
A. Van deb Habst.
Aan den Heer Burgemeester der gemeente Leiden.
N°. 13S. Leiden, 9 Juli 1877.
Dr. G. D. J. Schotel, emeritus predikant alhier, verzoekt in bijgaand
adres om 7 maanden afschrijving van zijnen aanslag in de plaatselijke directe
belasting op grond dat hij met ultimo Mei jl. verhuisd is van de Brêestraat
naar het Rapenburg.
De adressant is in den hoofdelijken omslag aangeslagen iu evenredigheid
van zijn belastbaar inkomen, zooals dit op 1 Januari van het dienstjaar,
volgens de bij de verordeningen, dd. 29 Dec. 1870/30 Nov. 1871, aange-
uoraeu grondslagen, geacht werd te zijn. Art. 11 dier verordeningen be
paalt dat vermeerdering of vermindering gedurende den loop van het belas-
lingjaar in die grondslagen geeue verandering in den aanslag teweeg brengt.