40
Het schijnt bovendien niet raadzaam omzoodra zich eenige verschijnse
len voordoen, die een gunstigen invloed hebben op de productie kostenplot
seling en dan nog in den loop van het dienstjaar tot eenen zoo diep ingrij
penden maatregel over te gaan, en daarmede niet te wachten totdat zal zijn
gebleken dat die gunstige verschijnselen niet slechts als van tijdelijken aard
moeten worden aangemerkt.
Alle deze overwegingen nopen ons u de aanneming van bet voorstel te
ontradenons voorbehoudende later, wanneer ook de ten behoeve van de
Gasfabriek te doene uitgaven bekend zullen zijn omtrent eene verlaging van
den gasprijs ons oordeel uit te spreken. In geen geval zouden wij daartoe
reeds met L Juli a. s. wenschen over te gaanen wij stellen uwe vergade
ring mitsdien voor, in den prijs van het gas vooralsnog geene wijziging te
brengen en de voorstellen tot prijsverlaging voorloopig aan te houden.
De voorgedragen wijziging der redactie van het tweede gedeelte van art.
12 der verordening heeft overigens bij ons tot geene bedenkingen aanlei
ding gegeven.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N#. 112. Leiden, 22 Juni 1877.
Met £urg. en Wetb. zijn wij van oordeel dat op de in het rapport aan
gevoerde gronden afwijzend moet worden beschikt op het verzoek van mr.
Jansma Van der Ploeg om restitutie van betaalde hondenbelasting.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz.
N°. 113. Leiden, 22 Juni 1877.
Ten aanzien van het voorstel van Commissarissen der Bank van Leening,
hebben wij de eer uwe vergadering mede te deelen dat wij daartegen geene
bedenkingen hebben, weshalve wij u voorstellen het raadsbesluit van 18
December 1874 (Gemeenteblad n°. 17) dienovereenkomstig te wijzigen en
aan den taxateur een wachtgeld toe te kennen te bedrage van f 880 per
jaar, ingaande 1 Juli e. k.
Wij veroorloven ons evenwel de opmerking dat de mededeeling van Com
missarissen als zoude aan de uitkeering van dat wachtgeld geenerlei gelde
lijk bezwaar zijn verbondenniet volkomen juist is. Immers wel wordt
ten gevolge van de vermindering van het personeel eene som van f 400
bespaard wegens de opheffing van de betrekking van derden klerk doch de
geraamde meerdere ontvangst van f 480 als aandeel van de gemeente in
het administratieloon ten gevolge van de uitbreiding van de werkzaamheden der
Bank, zoude ook worden ontvangen, wanneer de onderwerpelijke reorgani
satie niet mocht tot stand komen. Thans toch wordt evenzeer als in het
nu aanhangig voorstel 25 percent van het administratieloon voor de ge
meente gereserveerd.
Intusschen zijn wij er van overtuigd dat de financieele opofiering van
ƒ480 door de voordeelen aan de reorganisatie verbonden ten volle wordt
gerechtvaardigd.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 22 Juni 1877.
De Commissie van Financiën vereenigt zich met het voorstel van Com
missarissen der Bank van Leening tot het toekennen van een wachtgeld
aan den taxateur in verband met de reorganisatie van het ambtenaars-
personeel.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N°. lldk. Leiden, 22 Juni 1877.
Wij hebben de eer hierbij over te leggen een schrijven van den heer Schel-
tema, waarbij wordt ingediend eene memorie betreflende de administratie der
Gasfabriek. Naar het ons voorkomt bestaat er bezwaar om bedoelde memorie, die
in de leeskamer is nedergelegdin de Handelingen van den Gemeenteraad
te doen opnemenaangezien daarin geenerlei voorstel wordt gedaan en zij
slechts beschouwingen bevat aangaande de laatstelijk goedgekeurde rekening
en het onlangs vastgesteld reglement op het beheer en bestuur der Gas
fabriek omtrent welke beide zaken derhalve reeds door uwe vergadering
eene beslissing is genomen.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 18 Juni 1877.
Edel-Achtbaren Heer.
Ik heb de eer u hierbij toe te zenden eene tot den Gemeenteraad gerichte
memorie van aanmerkingen betreflende de administratie der Gasfabriek met
beleefd verzoek ze in het eerstvolgende blad van den Handelingen van den
Gemeenteraad (Ingekomen Stukken) te willen doen opnemen.
Met de meeste hoogachting heb ik de eer te zijn
Edel-Achtbaren Heer
Den Heer Voorzitter van den Uw dw. dienaar,
Gemeenteraad van Leiden. J. Scheltema.
N°. 115.
Memorie van toelichting tot een staat van suppletoire begrooting
voor de dienstdoende Schutterij te Leidenover het jaar 1877.
De kleeding der muziekanten dezer d.d. schutterij is in eenen allertreurigsten
toestand, zoo zelfs dat sommige kleedingstukken niet meer draagbaar zijn.
Bij eene hoogst zuinige vernieuwing zal daarvoor eene som van f 550
benoodigd zijn, waarom wij hiernevens een staat van suppletoire begrooting
voor den dienst 1877 indienen. Daarbij wordt art. 40 der uitgaven: voor
onderofficiers uniformen met de benoodigde f 550 verhoogd; terwijl in de
ontvangsten n°. 5toelage uit de gemeentekas, met een gelijk bedrag wordt
vermeerderd.
Die 550 zullen uitsluitend voor het aangewezen doel worden gebruikt
en worden slechts voor eens aangevraagd daar men middelen zal beramen
om voor het vervolg eene dergelijke verhooging te voorkomen.
Aldus opgemaakt bij den schuttersraad der diendoende schutterij te Leiden
den 18den Juni 1877.
Scheltema Voorzitter.
H. W. F. Bakkes, Secretaris.
Leiden, 22 Juni 1877.
Tegen den suppletoiren staat van begrooting, dienst 1877, van de dienst
doende schutterij, strekkende om /"550 te kunnen besteden voor de klee
ding der muziekantenbestaan bij ons geene bedenkingenweshalve wij
uwe vergadering voorstellen dien staat voorloopig vast te stellenzullende
alsdan de post der gemeentebegrooting »kosten der schutterij" met gelijk
bedrag moeten worden verhoogd, te vinden door afschrijving uit den post
Onvoorziene Uitgaven.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.