37 Zitting van Donderdag 11 Mel IS??, 4 geopend 's namiddags te twee uren. Voorzitterde heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler. Te behandelen onderwerpen: 1*. Kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1877, met de daartegen ingediende reclames. (75) 2". Staat van af- en overschrijving op de gemeente-begrooting, dienst 1876. (76) 3*. Idem op de gemeente-begrooting, dienst 1877. (77) 4°. Suppletoire staat van begrooting en staat van af- en overschrijving op de begrooting der dienstdoende schutterij voor 1876. (79) 5°. Voorstel van Qommissarissen der Bank van Leening, betrekkelijk de reorganisatie van het ambtenaarspersoneel. (66 en 81) 6'. Voordracht tot aankoop van Inschrijving op het Grootboek. (78) Tegenwoordig de heerenWilhelmy Damsté, Van der Zweep, Hartevelt, Librecht LezwijnKrantzVan ItersonDriessenVan der LithVan HeukelomCock, Du Bieu, Verster, Bijleveld, LePoole, De Laat de Kanter, De FremeryDercksen en Van den Brandeler. De heeren Eigeman en Van Wensen gaven kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 3 Mei II. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: Dispositiën van de Gedeputeerde Staten, dd. 1/5 Mei n°. 28/1, ten geleide van de goedgekeurde raadsbesluiten van 19 April, tot voldoening van 500, uit de onvoorziene uitgaven, aan de voorwaardelijke koopers van den grond bij de Kaiserstraattot afstand van grond aan J. H. Sala en tot onder- bandsche verhuring van de huizen aan de Aalmarkt en buiten de voormalige Wittepoort. Deze worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Adres van Dr. W. H. D. Suringar, om eervol ontslag als Sector van het Gymnasium. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit te stellen in handen van Burg. en Weth. 2°. Missive van Concessionarissen der Duinwaterleiding, verzoekende goed keuring van eene wijziging in de statuten. 3°. Adres van P. Kooreman, ter bebouwing van gemeentegrond. 4°. Adres van H. Vergunstom eene toelage uit de gemeentekas. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van Burg. en Weth. en van de Commissie van Financiën. 5°. Bekening van het Werkhuis over 1876. 6°. Bekening van het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwen huis over 1876. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van de Commissie van Financiën. De Voorzitter deelt vervolgens nog mede Dat voor de verkiezing van een lid der Tweede Kamer van de Staten- Generaal op 12 Juni a. s. zitting zullen hebben in het stembureau de hee ren Mr. B. Th. Bijleveld en Dr. J. E. Van Iterson J.Az. dat aan de Concessionarissen van de Duinwaterleiding vergunning is ver leend om met de werken aan te vangen, ingevolge art. 7 der concessie, alsmede om den weg te nemen langs Valkenburg en de Vink dat ingevolge raadsbesluit van 4 Juni 1863, volgens den rooster, de Commissie bij de loting voor de sehutterij dit jaar zal zijn samengesteld uit de leden Krantz en De Fremery, terwijl de leden Van Wensen en Van Heukelom de Commissie van onderzoek bij de schutterij zullen uitmaken. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Aan de orde is: I. Kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1877, met de daar tegen ingediende reclames. (Zie Ing. St. n°. 75.) De Voorzitter. De ingekomen adressen zijn in handen gesteld van Burg. en Weth., enkele aanslagen zijn tot het in het kohier aangegeven cijfer teruggebracht. Indien niemand tegen die wijzigingen bezwaar heeft, stel ik voor ze aldus vast te stellen. Dienovereenkomstig wordt besloten. De Voorzitter. In de tweede plaats stel ik voor het kohier voorloopig vast te stellen tot het bedrag van ƒ115,771.80. In stemming gebracht wordt dit voorstel met algemeene stemmen aange nomen. De Voorzitter. Eindelijk stel ik voor, overeenkomstig het raadsbesluit ten vorigen jare genomen, de toelage aan den heer Van Dijk ad f65.82 wederom toe te staan. Daartoe wordt besloten. II. Staat van af- en overschrijving op de gemeente-begrooting, dienst 1876. (Zie Ing. St. n°. 76.) Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd, III. Idem op de gemeentc-begrootingdienst 1877. (Zie Ing. St. n°. 77.) Wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. IV. Suppletoire staat van begrooting en staat van af- en overschrijving op de begrooting der dienstdoende schutterij voor 1876. (Zie Ing. St. n°. 79.) De Voorzitter. Dit punt wordt aangehouden tot eene volgende vergadering. V. Voorstel van Commissarissen der Bank van Leening, betrekkelijk de reorganisatie van het ambtenaarspersoneel. (Zie Ing. St. nos. 66 en 81.) ZlTTINOVEMLiO 1877. Alvorens dit punt in behandeling te nemen wordt de openbare in eene gesloten zitting veranderd. Na heropening der openbare zitting, stelt de Voorzitter voor, overeen komstig het voorstel van de Commissie van Financiën de zaak aan te houden. De beer Cock. Ik wensch eenvoudig mijne instemming te kennen te geven, mijnheer de VoorzitterI met het voorstel van de Commissie van Financiën. Toen door Commissarissen van de Bank van Leening bet voor stel aan den Baad was ingediend, voorkomende onder n°. 66 der gedrukte stukken en het voorstel gesteld was geworden in handen van de Commissie van Financiënis deze zoo beleefd geweest Commissarissen te verzoeken met baar eene conferentie te houden om de zaak te bespreken. Wij waren zeer gevoelig voor die beleefdheid en het is ons zeer aangenaam geweest monde ling alle beweeggronden aan de Commissie te kunnen mededeelendie ons tot het doen van ons voorstel hadden geleiden verder de zaak der Bank meer in het algemeen met haar te kunnen bespreken. Daar het voorstel door de Commissie van Financiën thans gedaanhet resultaat is van die gecombineerde vergadering, volgt daaruit reeds per se dat Commissarissen van de Bank niets tegen het voorstel hebben, en integendeel zeer sterk er voor zijn gestemd. De beer Hartevelt. Ik wensch geheel te beamen wat de heer Cock gezegd heeft. Het heeft der Commissie van Financiën zeer veel genoegen gedaan dat Commissarissen van de Bank van Leening dadelijk aan haar verzoek hebben voldaan tot het houden van eene gecombineerde vergadering, die, zoo ik hoop en vertrouw, goede vruchten zal dragen. Het voorstel wordt daarop aangenomen. De heer Cock. Om nog even op de zaak terug te komenmijnheer de Voorzitter, naar ik hoop is nu toch het geheele voorstel van de Commissie van Financiën aangenomen dat strekte niet alleen om de zaak der reor ganisatie aan te houdenmaar ook om den Burgemeester uit te noodigen die démarches te doen, welke in n°. 81 der gedrukte Stukken zijn uiteengezet. De Voorzitter. De bedoeling was: het geheele voorstel van de Com missie van Financiën. De heer Cock. Ik dank u voor die inlichting. VI. Voordracht tot aankoop van Inschrijving op het Grootboek. (Zie Ing. St. n°. 78.) Wordt met algemeene stemmen aangenomen. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. Zitting wan Dinsdag 32 Mel IS??, geopend 's namiddags te twee uren. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler. Ie behandelen onderwerp: Voorstel tot goedkeuring der wijziging van de statuten der Leidsche Duin watermaatschappij. Tegenwoordig de heeren Bijleveld, Suringar, Cock, Wilhelmy Damsté, Van der Zweep, Hartevelt, Librecht LezwijnEigeman, Verster, Schel- tema, Du Bieu, Van der Lith, Driessen, Krantz, Van Wensen, De Fre mery, De Laat de Kanter, Van Iterson, Dercksen, Van Heukelom en Van den Brandeler. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 17 Mei worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter legt over: 1°. Voordracht tot het verleenen van concessie aan J. H. De Haan voor het aanleggen en exploiteeren van paardenspoorwegen. 2°. Bapport van de Commissie van Financiën op de rekening der gas fabriek over 1876. Deze stukken zullen ter inzage van de leden in de leeskamer worden nedergelegd. Aan de orde is het voorstel tot goedkeuring der wijziging van de statuten der Leidsche Duinwatermaatschappij. De Voorzitter. De leden zijn in de gelegenheid geweest kennis te ne men van de voorgestelde wijziging in de statuten. Ik stel uwe vergadering voor zich met die wijziging te vereenigen. De heer De Laat de Kanteb. Een enkel woord slechts, mijnheer de Voorzittertot toelichting van het verzoek. Bij de behandeling der statuten van de Duinwatermaatschappij is op den voorgrond gesteld, dat wij die statuten slechts te onderzoeken hadden in zoover zij in strijd zouden kunnen zijn met de voorwaarden waaronder aan de concessionarissen de concessie is verleend. Art. 3 nuzooals dit in de statuten is opgenomenbehoort tot die artikelen bij welker inhoud de gemeente geencrlei belang heeft. Het behelst eene overeenkomstwelke door de concessionarissen met de vennooten onderling is gemaakt. Of die bepaling al dan niet in de statuten blijft bestaanis voor de gemeente van geen belang. Mij is echter buiten deze vergadering de vraag gedaan of de vennooten bekend waren met dit verzoek tot goedkeuring der wijziging van de statuten. Ofschoon het eigenlijk niet op onzen weg ligt daaromtrent in een onderzoek te tredenkan ik toch mededeelen dat de vennooten de wijziging kenden en daarin hebben toege stemd. Ik geloof dus dat er alleszins termen bestaan voor den Baad het gedaan verzoek in te willigen. Het voorstel van den Voorzitter, om het verzoek toe te staan wordt hierop met 19 stemmen tegen I, die van den heer Verster, aangenomen. De Voorzitter, Verlangt nog een van de leden het woord? De heer Van der Lith. Ja, mijnheer de Voorzitter! Mijne aandacht is gevallen op de regeling der treinen tusschen Leiden en Amsterdam en Bot terdam bij den zomerdienst. Het valt niet te ontkennen dat onze gemeente daarbij in een slechten toestand is gekomen vooral in vergelijking met den

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1877 | | pagina 1