27
is niet opgehelderd het grootc verschil in de kosten van twee scholen hier
in Leiden van denzelfden aard, beide voor minvermogenden, en voor gelijk
aantal leerlingen. En evenals de heer üe Kanter dure scholen heeft ge
noemdzoo zou men op andere plaatsen ook wel scholen kunnen opzoeken
die weinig gekost hebben.
De Voorzitter. Ik hoop dat de tijd spoedig mag aanbreken, dat de
plaats voor de beestenmarkt te beperkt wordt. Het zou een verblijdend
verschijnsel zijn.
De heer Van Hettinga Tromp. Ik zou gaarne eenige inlichtingen ver
nemen nopens de bezwaren door de school autoriteiten ingebracht. Vloeien
die bezwaren daaruit voort, dat de school slechts 40000 Wisten mag, of
wel, omdat zij niet uit eene van twee verdiepingen zal bestaan.
De heer De Laat de Kanter. Het is de schoolautoriteiten tamelijk
onverschillig of de school 40000 of /"48000 kosten zal. Voor zoo ver
ik heb kunnen nagaan waren hare bezwaren gelegen in het gemis aan een
lokaal voor de gymnastiek. Dat bezwaar was voor de plaatselijke school
commissie zoo overwegend dat zij niet is willen afdalen in de ontwikkeling
van andere bezwaren. Het hoofdbezwaar van de plaatselijke schoolcommissie
was steeds, dat de op te richten school niet aan de eischen zou voldoen.
Ten einde dat bezwaar uit den weg te ruimen, heeft de heer Van der Lith
nu een hooger bedrag voorgesteld, ƒ48500. In het belang der zaak wijs
ik er op, dat het zeer wenschelijk is, dat het voorstel van den heer Van
der Lith worde aangenomen. Ik houde mij overtuigd dat het cijfer van
48000 niet zal worden bereikt. Ik kan zelfs mededeelen dat mij reeds
een aanbod gedaan is om de school voor een belangrijk lager cijfer te bou
wen doch ik koude dit natuurlijk niet in overweging nemen. De Raad
beeft nu te kiezen tusschen eene school die 40000 kosten zal, waarvan
het gebouw a priori is afgekeurd, en dat de stad niet tot sieraad strekken
zalóf eene schooldie aan alle eischen zal beantwoorden en waar later in
tijden van nood nog 200 kinderen meer kunnen geplaatst worden. Voor mij
is de keuze niet twijfelachtig. Moge de Raad mijn gevoelen deelen
De heer Van Hettinga Tromp. Naar het ontvangen antwoord op mijne
vraag schijnt de ontworpen school afgekeurd, omdat zij uit slechts ééne
verdieping bestaat. Er zou dus geene goede schoolvoldoende aan de
daarvoor gestelde eischen, kunnen worden gesticht, dan met eene bovenver
dieping. Zulks bevreemdt echter zeer, als men nagaat dat voor korten tijd
op de Marendorpsachtergracht de school n°. 1 werd gebouwd zonder zoo
danige bovenverdieping, die de volkomen goedkeuring van al de betrokken
autoriteiten wegdroeg. Dat men nu voor 40000 eenu dergelijke school,
niet dan slecht, kan bouwen, valt mij moeielijk te begrijpen.
De heer Juta. Ofschoon de vraag bepaald gericht is aan den geachten
Wethouder van Eabricage, veroorloof ik mij er toch ook een antwoord op
te geven. De plaatselijke schoolcommissie zegt dat zij, ongerekend de ove
rige bezwarenwelke zij niet noemthet plan afkeurtomdat er geen gym-
nastiek-lokaal in voorkwam. Eerst verlangt zij dat er voor een gymnastiek
lokaal worde zorg gedragen en daarna is zij bereid het plan herder te be-
oordeelen en hare andere bezwaren te doen kennen. Wat nu aangaat de vraag
over de kosten der school, geloof ik dat het genoeg bekend is dat het
hnancieele gedeelte der quaestie geheel buiten de bevoegdheid der Com
missie ligt.
De heer Eigeman. Ik eerbiedig zeer de overtuiging van mijne mede
leden, die gemeend hebben mijne motie te moeten afstemmen. Die af
stemming wijzigt echter niet mijne overtuiging, die mij weerhoudt voor
een hooger bedrag te stemmen. De strekking van mijne motie had juist
ten doel om te verkrijgen, na een grondig onderzoek, voor mij afdoende
redenen, waardoor ik tot andere gedachten zou kunnen komen. Ik zal
daarom nu ook moeten stemmen tegen het laatste voorstel van den heer
Van der Lith. Nogtans wil ik niet geacht worden genoegen te nemen
met de stichting van eene onvoldoende school voor de som van 40000,
terwijl voor eenige duizenden gulden meer een aan de eischen beantwoordend
lokaal te verkrijgen is. Mijne motie, en hetgeen ik vooraf gezegd heb,
geeft genoeg aan dat ik mij niet verantwoord acht eene nog veel hoogere
som toe te staan zoolang het voor mij eene niet uitgemaakte zaak blijft,
dat eene veel mindere som niet voldoende zou zijn om toch te verkrijgen
wat vereischt wordt.
De heer Df.rcksen. Alvorens mijne stem uit te brengen wensch ik uit
drukkelijk te verklarendat uit het stemmen tegen het nader voorstel van
dan heer Van der Lith niet moet worden afgeleid dat ik de meening voorsta,
dat de school van 40000 op de Langegracht moet worden gebouwd. Ik
wensch, dat alsnog de mogelijkheid zal blijven beslaan, om een ander en
beter plan dan het vastgestelde ter tafel en tot stand te brengenal ware
het ook dat het Elisabeths-hofje daartoe in aanmerking zou komen.
De Voorzitter. Alvorens deze beraadslagingen te sluiten, acht ik mij
verplicht den heer Van der Lith dank te betuigen voor de pogingen die
hij heeft aangewendom alsnog den bouw van een school te bevorderen
die aan alle eischen voldoen zou. Ik stel dit te meer op prijsdaar ons geacht
medelid dit moest doen te midden van treurige huiselijke omstandigheden. En
mocht zijn eerste voorstel al met eene groote meerderheid verworpen zijn, waartoe
zijn subsidiair voorstel zeer veel zal hebben bijgedragen, dan hoop ik dat
de vergadering zijn tweede voorstel met groote meerderheid zal aannemen
en dat hij daarin eene vergoeding moge vinden voor de teleurstelling, die hij
zoo even ondervonden voor de pogingendoor hem in het werk gesteld
om iets goeds tot stand te brengen.
De heer Van der Lith. Ik dank den Voorzitter voor de hartelijke woor
den, tot mij gericht, die ik op boogen prijs stel.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het eerste voorstel van den heer Van der Lithstrekkende om de school
te bouwen op de te dien einde te dempen Volmolengracht en daarvoor
ƒ54000 beschikbaar te stellen, wordt verworpen met 18 tegen 4 stemmen,
die van de leden Wilhelmy Damsté, Van Iterson, Van der Lith en
Scheltema.
Het subsidiaire voorstel van den heer Van der Lith wordt in omvraag
gebracht. Er verklaren zich 11 leden voor en 11 leden tegen, zoodat de
stemmen staken en de beslissing tot eenè volgende vergadering wordt uit
gesteld.
Voor stemden: de heeren De Laat de Kanter, Van Wensen, Librecht
Lezwijn, De Eremery, Krantz, DriessenVan der Lith, Juta, Wilhelmy
Damsté, Van der Zweep en de Voorzitter.
Tegen stemden: de heeren Suringar, Hartevelt, Van Iterson, Van Heu-
kelora, Du RieuScheltema, Verster, DercksenEigeman, Le Poole en
Van Hettinga Tromp.
Vervolgens worden behandeld:
V. Verzoek van Gebroeders Van Hoeken, om de coupure aan de Haven
te verwijden.
(Zie Ing. St. n°. 41
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
VI. Verzoek van P. G. Houthuysen en J. Filippo Hzn., om een riool
te leggen.
(Zie Ing. St. no. 42.)
Wordt op gelijke wijze aangenomen.
VII. Suppletoire begrooting van het Werkhuis.
(Zie Ing. St. n#. 39.)
Wordt zonder beraadslaging en met algemeene stemmen goedgekeurd.
VIII. Rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, over 1876.
(Zie Ing. St. n°. 38.)
Wordt op gelijke wijze goedgekeurd.
De heeren Du Kieu, De Fremery, Van Wensen, Van HeukelomKrantz
en Hartevelt hadden inmiddels de vergadering verlaten.
Niets meer aan de orde zijnde wordt de vergadering gesloten.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.
Y