2
N®. 6. Leiden, 11 Januari 1877.
In de zitting van 21 December jl. werd op verzoek van Diakenen der
Nederlandsche Hervormde gemeente aangehouden de zaak van de toelating
van nieuwe leerlingen op de scholen voor onvermogenden en thans hebben
Diakenen een nader schrijven tot uwe vergadering gerichthetwelk, met
een rapport van den Districts-Scboolopziener en de Plaatselijke Schoolcom
missie, hiernevens wordt aangeboden.
Wij stellen u alsnuonder verwijzing naar de betrekkelijke stukken
n°. 271 der Handelingen, voor om afwijzend te beschikken op de ver
zoeken van HH. Diakenen voornoémd en van het hoofdbestuur der Leid-
sche vereeniging tot bevordering van geregeld schoolbezoek.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Gemeentraad van Leiden.
Diakenen der Nederlandsch Hervormde gemeente te Leiden kennis ge
nomen hebbende van het adviesuitgebracht door den heer Districts-School-
opziener, nopens het door hen Diakenen gedaan verzoek, vervat in hunne
missive aan den Gemeenteraad van den 23sten November 1876, hebben
de eer UEdel Achtbaren bij dezen mede te deelendat de maatregel
door hen genomen bij de tijdelijke bedeeling niet alleen strekt voor den
tijd, dien de winterbedeeling duurt, maar dat zij hunne tijdelijk bedeelden
de verplichting hebben opgelegd, om hunne kinderen het geheele jaar de
school te doen bezoeken, zoodat, wanneer die bedeelden in gebreke blijven
aan die verplichting te voldoenzij in den daaropvolgenden winter door
hun collegie niet zullen worden bedeeld.
Diakenen voornoemd nemen de vrijheid UEdel Achtbaren nogmaals drin
gend te verzoeken hun gedaan verzoekvervat in bovengenoemde missive
in ernstige overweging te nemen.
Diakenen voornoemd
Leiden, 5 Januari 1877. G. J. Cobts Voorzitter.
C. C. Tieleman Secretaris.
Leiden, 11 Januari 1877.
Onder terugzending van het in onze handen gestelde suppletoire adres
van Diakenen der Hervormde gemeente alhier, hebben wij de^ eer u te
berichten, dat wij daarin geen aanleiding vinden op onze adviezen van
4 en 13 December 1876 terug te komen.
De Districts-SchoolopzienerDe Plaatselijke Schoolcommissie te Leiden
M. J. De Goeje. F. Was, Secretaris.
Aan Heeren Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 7. Leiden, 16 Deeemher 1876.
Onder n°: 265 van den éden December jl. wordt ons in de Handelingen
van den Gemeenteraad aangeboden een voorstel van Burg. en Weth. om,
in overeenstemming met de onlangs bij de begrooting voor 1877 genomen
beslissingdat de jaarwedden van 7 beambten ter secretarie ieder met f 100
zullen worden verhoogden die van den jongsten vastgesteld op f 400
te bepalendat de jaarwedden bovenbedoeld zullen geacht worden te zijn
ingegaan met 1'. Januari van dit jaar, en zulks op grond, dat de vacature
door overlijden van een der beambtenreeds in het laatst van het vorig
jaar is ontstaan, en de bezoldiging over dit loopend jaar nog moet worden
geregeld.
De Commissie van Financiëngeroepen om in deze van advies te
dienen, begint met hare verbazing te kennen te geven, dat zij ten derden
male over eene zaak moet rapporteeren die, na het gevallen besluit, in de
raadszitting van 24 Februari 11. naar haar inzien voor goed is afgedaan.
Zij verwijst de leden van den Baad naar het primitieve voorstel van
Burg. en Weth. dd. 17 Januari n°. 11, naar het rapport van de Com
missie van Financiën van den 29sten Januari n°. 20, het daarop gevolgde
antwoord van Burg. en Weth. van den 14den Februari n°. 24 en het
wederantwoord van de Commissie van Financiën dd. 22 Februari n°. 26
waarna de zaak den 29sten Februari in Baadszitting is behandeld en het
voorstel van Burg. en Weth. is verworpen met 16 tegen 8 stemmen.
Wat is er sedert deze gevallen beslissing veranderddat bet nu door.
Burg. en Weth. gedane voorstel wettigt? Niets hoegenaamd.
De Baad heeft bij de begrooting voor 1877 de traktementen voor de
beambten ter secretarie geregeld en vastgesteld. Dit had ook plaats bij
de begrooting voor 1876er valt dus over 1876 niets meer te regelen of
vast te stellen, want men zal toch geen terugwerkende kracht willen ont-
leenenaan de voor 1877 geldende besluiten?
De Commissie van Financiën blijft bij hare meening dat de ƒ700 die
voor dit jaar vrijvallen, komen ten bate van de gemeentekas en adviseert
om niet terug te komen op het gevallen besluit van den Baad van den
24sten F'bruari dezes jaars, en dus ook tot verwerping van het voorstel
van Burg. en Weth. van den 4den dezer.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DBABBE.
V