143 INGEKOMEN STUKKEN ter inzage van de leden nedergelegd. Zitdag van Donderdag 31 September 1870, geopend 's namiddags half drie. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler. Te behandelen onderwerpen: 1°. Benoeming van een onderwijzer 2de klasse aan de school n". 1 voor onvermogenden. (201) 2'. Vaststelling van drie dubbeltallen voor de benoeming van zetters voor 's Rijks directe belastingen. (202) 3». Benoeming van een Regent voor het Gereformeerde Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (200) 4°. Voordracht betrekkelijk de plaatsing van een bliksemafleider op de Lakenhal. (203 en 212) 5". Verzoek vau G. F. Gombault om een spoelvlot te leggen in het Leven daal. (204) 6*. Idem van J. J. Krantz en Zn om een waterkanaal te leggen naar hunne fabriek op de Langegracht. (205) 7°. Idem van B. Van Driel en W. C. Mulder en van J. Van der Kamp ter bekoming van gemeentegrond bjj den Vliet. (206 en 212) 8». Idem van J. Van der Kamp als voren buiten de voormalige Hooge- woerdspoort. (207 en 212) 9°. Idem van J. Ciggaar, betrekkelijk de verpachting van den tol bij de Postbrug. (208 en 212) 10°. Idem van Gebr». Den Houter om een stoep te leggen aan de Oude Heerengracht. (209) 11°. Idem als voren van J. W. Filippo. (210) 12°. Rekening der Plaatselijke Schoolcommissie over 1875. (211) Tegenwoordig de heeren Van der LithVerster, Van der Zweep, Derck- senËigeman, Krantz, Wilhelmy Damsté, Hartevelt, Juta, De Fremery, De Laat de Kanter, Bijleveld, Cock, Goudsmit, Van Iterson en Van den Brandeler. De heeren Suringar, Van Hettinga Tromp en Van Wensen gavésn kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. Van den heer Van Wensen was het volgende schrijven ingekomen Mijnheer de Voorzitter! Morgen, wegens afwezigheid, niet in de gelegenheid zijnde de vergadering te kunnen hij wonenverzoek ik u, mijne medeleden van den Raad ter kennis te willen brengen, dat ik, bij de eventueele herkiezing op morgen voor het college van zetters voor 's Rijks directe belastingen, niet meer in aanmerking wensch te komen, hebbende mijn ontslag aan genoemd college aangeboden. Met de meeste hoogachting heb ik de eer te verblijven Uw dv. dienaar, Leiden, 20 Sept. 1876. J. I. Van Wensen." De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 7 September 11. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: Dispositie van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Hollanddd. 12/16 Sep tember, n°. 57/1, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 24 Augustustot den afstand van grond aan A. Van Veelo en H. Feykes Jr. Deze wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1*. Begrooting der Bank van Leening voor 1877. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van Burg. en Weth. 2'. Verzoeken van M. J. Zandvliet en H. H. N. Franchimont, om afschrijving van plaatselijke directe belasting. 3". Verzoek van J M. Platteel wed. Kooremanom gemeentegrond bij den Vliet. 4°. Adres van H. Nijkamp, schipper op Utrecht, verzoekende vrijstel ling of vermindering van de betaling van padgeld. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van Burg. en Wetli. en van de Commissie van Financiën. 5°. Begrooting van het Werkhuis, voor 1877. 6®. Begrooting der Plaatselijke Schoolcommissievoor 1877. 7®. Rapport van Commissarissen der gasfabriek, aangaande het voorstel van den heer Scheltema in zake de boekhouding der gasfabriek. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van de kommissie van Financiën. 8®. Adres van de Commissie voor de Volksvoorlezingenom een subsidie van f 500 in 1877, voor de te houden tentoonstellingen. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit te behandelen bij de gemeente-begrooting voor 1877. Aan de orde is: I. Benoeming van een onderwijzer 2de klasse aan de school n°. 1 voor onvermogenden. (Zie Ing. St. n". 201.) De heeren Verster, Hartevelt en Goudsmit worden door den Voorzitter uitgenoodigd met hem het bureau van stemopneming uit te maken. Wordt benoemd Jeljer Radersmate Ter Aarmet 11 stemmen 3 brief jes zijn in blanco gelaten, een biljet wordt van onwaarde verklaard. De heer Van Iterson komt ter vergadering. II. Vaststelling van drie dubbeltallen voor de benoeming van zetters voor 's Rijks directe belastingen. (Zie Ing. St. n°. 202.) Worden benoemd voor het eerste dubbeltal: 1®. L. C. Quant met 14 stemmen, J. P. J. Van Ewijk verkrijgt 1 stem, blanco 1 biljet j 2°. J. P. J. Van Ewijk met 13 stemmen, blanco 3 biljetten. HANDD. OEM 1876. Voor het tweede dubbeltal: 1°. A. H. Eigeraan met 15 stemmenblanco 1 biljet; 2°. J. C. Rijk met algemeene stemmen. Voor het derde dubbeltal: 1°. J. P. Rietbergen met algemeene stemmen 2°. J. Van Lith met algemeene stemmen. III. Benoeming van een Regent voor het Gereformeerde Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (Zie Ing. St. n°. 200.) Wordt benoemd D. F. Van'Heyst met 14 stemmen. Er wordt 1 stem uitgebracht op G. F. Alsche1 biljet was in blanco gelaten. IV. Voordracht betrekkelijk de plaatsing van een bliksemafleider op de Lakenhal. (Zie Ing. St. nos. 203 en 212.) Het voorstel wordt zonder beraadslaging met algemeene stemmen aan genomen. V. Verzoek van G. F. Gombault, om een spoelvlot te leggen in het Lcvendaal. (Zie Ing. St. n®. 204.) Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. VI. Verzoek van J. J. Krantz en Zoon, om een waterkanaal te leggen naar hare fabriek op de Langegracht. (Zie Ing. St. n°. 205.) Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer Krantz wordt geacht zich van de stemming te hebben onthouden. VII. Verzoek van B. Van Driel en W. C. Mulder en van J. Van der Kamp, ter bekoming van gemeentegrond bij den Vliet. (Zie Ing. St. nos. 206 en 212.) De heer Cock. Ik kan mij met dit voorstel wel vereenigenmaar ik zou wenscben dat de gunning aan den Raad verbleef, zooals dit bij vroe gere gelegenheden ook het geval is geweest. Immers, al moge de moge lijkheid bestaan, dat een buitengewoon hooge prijs worde geboden, het is even mogelijk-Mat ons eene bespottelijk lage som worde aangeboden. Daarom is h^Éeflzaam dat de gunning aan den Raad worde overgelaten. De Voorzitter. Ik heb er niets tegener bestaat volstrekt geen be zwaar aan dien wensch te voldoen. Ik stel dus voor dienovereenkom stig te besluiten. Het voorstel wordtalzoo aangevuldaangenomen met 14 tegen 2 (temmen. Tegen stemden: de heeren Goudsmit en Dercksen. VIII. Verzoek van J. Van der Kamp, als vorenbuiten de voormalige Hoogewoerdspoort. (Zie Ing. St. nos. 207 en 212.) Het voorsteltot afwijzing van het verzoekwordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. IX. Verzoek van J. Ciggaar, betrekkelijk de verpachting van den tol bij de Postbrug. (Zie Ing. St. nos. 208 en 212.) De Voorzitter. De Commissie van Financiën heeft haar rapport over deze zaak nog niet uitgebracht. Na inzage der stukken komt het mij ook uit dien hoofde wenschelijk voor, de behandeling van deze zaak tot eene volgende vergadering aan te houden. Dienovereenkomstig wordt besloten. X. Verzoek van Gebr. Den Houter, om een stoep te leggen aan de Oude Heerengracht (Zie Ing. St. n°. 209.) Dit voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XI. Verzoek als voren van J. W. Filippo. (Zie Ing St. n°. 210.) Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XII. Rekening der Plaatselijke Schoolcommissie. (Zie Ing. St. n°. 211.) De heeren Goudsmit en Juta, leden dier Commissie, verlaten de ver gadering. De rekening wordtovereenkomstig het advies van de Commissie van Financiën, zonder beraadslaging met algemeene stemmer, goedgekeurd. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. N°. 309. Leiden, 15 September 1876. Wij hebben de eer na overleg met den heer Voorzittter der Commissie van Fabricage uwe vergadering omtrent bijgaand verzoek van Gebroeders Den Houter, om een stoep te leggen voor den toegang tot eene boven woning op de Oude Heerengracht n°. 24, in overweging te geven te be sluiten tot inwilliging van het verzoek onder voorwaarde dat de zerk ge plaatst worde gelijk met de straat en niet meer dan elf decimeters buiten den gevel uitspringe. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1876 | | pagina 1