184
INGEKOMEN STEKKEN
ter inz-ge van tie leden nedergelegd.
III. Voordracht betrekkelijk de reorganisatie van het Gymnasium.
(Zie log. St. no. 169.)
Wordt aangenomen zonder hoofdelijke stemming.
IV. Verzoek van Th. Van Wijk, om een keldergat te maken.
(Zie Ing. St. n". 180.)
Wordt aangenomen zonder hoofdelijke stemming.
V. Verzoek van J. Van der Kampom een stoep te leggen in de
Kaiserstraat.
(Zie Ing. St. n°. 178.)
Wordt aangenomen zonder hoofdelijke stemming.
VI. Verzoek van J. De Koning, om een stoep te leggen aan den Nieuwen
Rijntwee keldergaten alsmede een uitloozing te maken.
(Zie Ing. St. n°. 179.)
Wordt aangenomen zonder hoofdelijke stemming.
VII. Verzoek van J. Bots, ter bekoming van gemeentegrond aan den
Vestwal bij de voormalige Heerenpoort.
(Zie Ing. St. nos. 18 L en 161.)
De Voorzitter. Bij het Dagelij ksch Bestuur bestaan eenige bezwaren
tegen de inwilliging van dit verzoek. Burg. en Weth. stellen dus voor
daarop afwijzend te beschikken.
Wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
VIII Verzoeken van W. Kok, W. A. Van Lith en A.P. M. Van Oordt,
ter bekoming van gemeentegrond buiten de voormalige Wittepoort.
(Zie Ing. St. nos. 182 en 184.)
De Voorzitter. Burg. en Weth. stellen voor ook op die verzoeken afwij
zend te beschikken.
Wordt aangenomen zonder hoofdelijke stemming.
IX. Verzoek van A. Van Veelo en H. Feykes .Ir., ter bekoming van
gemeentegrond van den Vestwal bij de Kaiserstraat.
(Zie Ing. St. nos. 183 en 184.)
De Voorzitter. Dit voorstel is in twee deelen gesplitst; het strekt in
de eerste plaats om te verklarendat de bedoelde strook grond niet meer
voor den openbaren dienst bestemd isen in de tweede plaats om dien
grond onder de daarbij gestelde voorwaarden af te staan.
Dat voorstel wordt in zijn geheel in omvraag gebracht en aangenomen
met 18 stemmen tegen 1die vau den heer Dercksen.
X. Rekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente over 1875.
(Zie Ing. St. n°. 177.)
Wordt aangenomen met algemeene (16) stemmen.
De beeren Wethouders hielden zich buiten stemming.
XI. Voordracht tot wijziging van de verordening van 13 Januari 1876
regelende het pensioen aan gemeente ambtenaren en bedienden te ver
strekken.
(Zie Ing. St. n°. 168.)
De heer Cock. Namens de Commissie voor de huishoudelijke verorde
ningen geef ik in overweging de behandeling van deze zaak uit te stellen
tot eene volgende vergadering. Sedert deze voordracht in de Handd. van
den Gemeenteraad openbaar gemaakt is hebben eenige ambtenaren enkele
bedenkingen daartegen in het midden gebracht. Zonder nu over die beden
kingen een oordeel uit te spreken meen ik toch te moeten verklaren dat
zij, althans aan twee leden der commissie, belangrijk genoeg toeschenen
om ze in nadere overweging te nemen. En ik zou dit des te meer wenschen,
omdat zoowel de Voorzitter als het derde lid der commissie heden niet
tegenwoordig kunnen zijn, zoodat hun oordeel over die bezwaren moeielijk
kan ingewonnen worden.
De Voorzitter. Ik heb volstrekt geen bezwaar om aan het verlangen
van den beer Cock te voldoen en stel dus voor de behandeling van deze
zaak tot eene volgende vergadering aan te houden.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
XII. Verzoek van J. A. Kramer, stadswerkman 'betrekkelijk het bedrag
van het hem toekomend pensioen.
(Zie Ing. St. nos. 64, 85, 95 en 168.)
De Voorzitter. Nu geef ik in overweging om ook deze zaak aan te
houdendaar zij wellicht kan beschouwd worden in verband te staan met
de vorige.
De heer Cock. Ik zou het ook voorzichtig achten dit punt aan te
houden, maar laat dit aan de beslissing van den Voorzitter over.
Wordt aangehouden tot eene volgende vergadering.
XIII. Kekening van Vrouwen-Kraammoeders over 1875.
(Zie Ing. St. n". 173.)
Wordt met algemeene stemmen aangenomen.
XIV. Kekening van het Nederl. Israëlietisch Armbestuur.
(Zie Ing. St. n°. 175.)
Wordt met algemeene stemmen aangenomen.
XV. Rekening van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis.
(Zie Ing. St. n°. 176.)
Wordt met algemeene stemmen aangenomen.
N#. 185. Leiden, 21 Augustus 1876.
De Commissie van Financiën adviseerende op de aanvrage van de Kon.
Nederl. Grofsmederij alhier om restitutie van de beloopen boete ad 800.
wegens te late oplevering van de brug over den Ouden Singel heeft de eer
uwe vergadering mede te deelendat zij de redenenwaarop zij hare aan
vrage grondt nauwkeurig heeft onderzocht.
Dat ten gevolge van dat onderzoek en naar aanleiding van het rapport
van de Commissie van Fabricage, die ten volle die redenen beaamt, het
haar gebleken is, dat er genoeg termen aanwezig zijn om te verklaren, dat
het niet op tijd leveren van bedoeld werkibuiten toedoen van de adressante
heeft plaats gehad, en, zoo bij eenige aanneming, dan zeker bij deze moet
toegeschreven worden aan niet te voorziene omstandigheden.
Dat de te late oplevering van het werk, dat naar behooren en tot alge
meen genoegen is daargeste'dgeene andere schade aan de gemeente ver
oorzaakt heeft dan 80.voor de kosten van het overzetten.
Dat zij, lettende op den zin en de bedoeling van art. 139 der gemeente
wet, zich volkomen vereenigen kan met het voorstel van Burg. en Weth.,
om aan adressante kwijt te schelden de boete, na aftrek van de genoemde
80.die in billijkheid van adressante kan gevorderd worden, en alzoo
tot een bedrag van 720.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz.
N". 186. Leiden24 Augustus 1876.
Wij hebben de eer uwe vergadering hierbij aan te bieden eene, 'door
ons in overleg met de betrokken hoofdonderwijzers en den districts-school-
opziener opgemaakte, voordracht voor de benoeming van twee onderwijzers
2e klasse, waarvan een aan de school n°. 1 voor minvermogenden en een
aan de school n°. 2 voor onvermogendenieder op eene jaarwedde van ƒ700
en zulks ter voorziening in de bestaande vacatures aan die scholen ,^als:
Voor de school n°. 1 voor minvermogenden:
1°. Abraham Willem Swart alhier; 2°, Leendert Vermaas te Hillegom
3". Jeljer Radersiria te Ter Aar.
En voor de school n°. 2 voor onvermogenden:
1". Leendert Vermaas te Hillegom; 2°. Jeljer Kadersma te Ter Aar;
3°. Johan Hendrik Barlage te Leeuwarden.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N°. 18?. Leiden, 29 Augustus 1876.
In verband met het hierbij overgelegd schrijven van de Plaatselijke
Commissie van toezicht op de scholen van middelbaar onderwijs, hebben
wij de eer u voor te stellen den in uwe vergadering van 10 Februari jl.
tijdelijk tot leeraar in het boekhouden aan de Hoogere Burgerschool be
noemden heer H. Tillema thans definitief als zoodanig te benoemen op de
door hem genoten wordende jaarwedde van ƒ200, waartegen hij den heer
Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs geene bedenking bestaat.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden 21 Augustus 1876.
Bij besluit van den lOden Februari 1876 werd de heer II. Tillema
benoemd tot tijdelijk leeraar in het boekhouden aan de H. Burgerschool
tot 1 September e. k. De sedert opgedane ervaring geeft ons vrijheid u
thans dien heer voor eene definitieve benoeming tot leeraar in het boek
houden voor te dragen.
Namens de Plaatselijke Commissie van Toezicht op de scholen
van middelbaar onderwijs,
P. L. Rijke, Voorzitter.
H. J. Hamaker, Secretaris.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
N°. 188. Leiden. 31 Augustus 1876.
Wij hebben de eer aan uwe vergadering, ter voldoening aan art. 203
der gemeentewet hiernevens aan te bieden de begrooting der inkomsten en
uitgaven voor 1877 met daarbij behoorende memorie van toelichting, welke
stukken worden gedrukt en aan de leden toegezonden.
De begrooting bedraagt in ontvangst en in uitgaaf f 488648.54terwijl de
plaatselijke directe belasting daarbij is geraamd op ƒ112300.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N°. 189. Leiden, 29 Augustus 1876.
Ter voorziening in een der bestaande vacatures van hulponderwijzer of
hulponderwijzeres aan de openbare scholen voor on- en minvermogenden op
eene jaarwedde van /"5a0, hebben wij de eer uwe vergadering voor te
stellen uit de volgende voordracht, opgemaakt in overleg met den betrokken
hoofdonderwijzer en den districts-schoolopziener, eene benoeming te doen
voor de openbare lagere school n°. 1 voor minvermogenden, als: 1°. Hen
drik Jakob Tietjens te Benschop, en ter aanvulling: 2°. Pieter De Jong
en 3°. Gerrit Bernardus Lalleraanbeide bereids aan die school werkzaam.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.