135 INGEKOMEN STEKKEN ter inzage van de leden nedergclegd. N°. 190. Leiden, 24 Augustus 1876. Wij hebben de rer u hierbij over te leggen een staal, vermeldende de namen van eenige belastingschuldigen over 1876, die in den loop van dat jaar de gemeente verlieten cf overleden zijn, met voorstel om den aanslag van die personen in de plaatselijke directe belasting te verminderen me"! eene somzooals kolom 11 van dien staat aanwijst. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 80 Augustus 1876. De Commissie van Financiënin wier handen werd gesteldten fine van bericht en raad, een lijst vermeldende de namen van personen, die in de plaatselijke directe belasting over 1876 waren aangeslagen en die de gemeente in den loop van het jaar hebben verlaten of overleden zijn, heeft de eer u medetedeelen dat zij zich met het voorstel van Burgemeester en Wethouders vereenigen kanom aan die personen gedeeltelijke afschrij ving van hunnen aanslag in genoemde belasting te verleenen en wel voor de sommen als in kolom 11 dier lijst zijn uitgetrokken, tot een gezamen^ lijk bedrag van /"2199.10. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N®. 191. Leiden 24 Augustus 1876. Door heeren Commissarissen der volksvoorlezingen wordt bij nevensge- voegd adres eene tegemoetkoming gevraagd in de kosten van zaalhuur voor het houden van de tentoonstelling van bloemen en planten door den werk man gekweekt. Even als zulks in vorige jaren is geschied hebben wij de eer uwe vergadering voor te stellen op nieuw eene toelage van 100 te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Aan den Gemeenteraad van Leiden. Geven reverentelijk te kennen: Commissarissen der volksvoorlezingen van het departement Leiden der maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Eerbiedig verzoekende dat het uwe vergadering goedgunstig moge be hagen voor de tentoonstelling van bloemen en planten door den werkman gekweekt en die zij zich voorstelt te houden in de lokalen der stadszaal op 27, 28 en 29 Augustus a. s.evenals ten vorigen jare en vroeger, eene subsidie te verleenen tot een bedrag gelijkstaande met eene tegemoetkoming der kosten van huur enz. der voornoemde lokalen. 't Welk doende enz. Namens Commissarissen voornoemd W. T. Werst, Voorzitter. H. W. F. Bakker, loco-Secretaris. Leiden, 1 Augustus 1876. Wij hebben de eer uwe vergadering te berichten dat wij geen bezwaar hebben onze goedkeuring te hechten aan het voorstel van Burgemeester en Wethoudersstrekkende tot het op nieuw verleenen van eene toelage van f 100 aan de Commissie vcor de Volksvoorlezingen ter tegemoetkoming in de kosten van de gehouden tentoonstelling van bloemen enz. door den werkman gekweekt. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën enz. N°. 193. Leiden, 31 Augustus 1876. Wij hebben de eer uwe vergadering omtrent bijgaand verzoekschrift van L. E. Nieuwenhuizen te berichten dat wijevenmin als de heer voorzitter der Commissie van Fabricage, bezwaar hebben des adressants verzoek in te willigen en stellet» u mitsdien voor hem toe te staan een keldergat te maken in de Mosterdsteeg tegen den gevel van zijn huis staande op de Botermarkt n®. 20mits het gedekt worde door een rooster van geslagen staafijzer, vijftig centimeters uitspringe buiten den gevel en niet langer zij dan 125 centimeters, omgeven door een hardsteenen band, gelijk met de straat en in de richting daarvan afloopende, terwijl de stijlen van den roos ter niet meer dan vijf centimeters van elkander verwijderd mogen zijn. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 16 Augustus 1876. Aan den Gemeenteraad van Leiden. De ondergeteekende L. E. Nieuwenhuizen geeft met verschuldigden eerbied te kennendat hij wenschte te maken eene lichtopening voor zijnen in aan bouw zijnden kelder in het huis uitkomende aan de Botermarkt, wijk 7 straatnommer 20, uitkomende in de Mosterdsteeg, waarvoor hij beleefd uwe toestemming verzoekt. Hetwelk doende, L. E. Nieuwenhuizen. N°. 193. Leiden, 31 Augustus 1876. Op bijgaand verzoek van T. M. Cornelissenom een stoep te leggen vóór zijn nieuw gebouwd huis in de Commanderij- of Scheepmakersteeg hebben wij den heer voorzitter der Commissie van Fabricage gehoord en zijn met hem van oordeel dat geen bezwaar bestaat dit verzoek toe te staan mits de stoep niet meer dan een meter buiten den gevel uitspringe. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz. Aan den Gemeenteraad van Leiden. De ondergeteekende T. M. Cornelissen, wonende op het Rapenburg 82, verzoekt beleefd vergunning om een stoep te mogen doen leggen voor het in aanbouw zijnde huisje in de Commanderij- of Scheepmakersteeg. HANDD. OEM. 1876. Tevens verzoekt hijin 't belang van de bewoonbaarheid van genoemd perceelom herstel van de zich in die steeg bevindende pompalsmede dat er, zoo mogelijk, yoor gezorgd worde, dat in de nabijheid dier pomp geene voor de gezondheid nadeelige stoffen worden neergeworpen. Leiden, 22 Augustus 1876. T. M. Cornelissen. N°. 191. Leiden, 31 Augustus 1876. De Commissie van Financiën heeft de eer u te raden de in hare handen gestelde rekening van inkomsten en uitgaven over 1875 van het R. C. Wees- en Oudeliedenbuis alhier, goed te keuren in ontvangst ad 21306.51 in uitgaaf ad 21272.95, alzoo opleverende een batig saldo van f 33.56, hetwelk in de eerstvolgende rekening zal moeten worden verantwoord. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N®. 195. Leiden, 31 Augustus 1876. De Commissie van Financiën geene bedenkingen hebbende op de in hare handen ten fine van onderzoek gestelde rekening der inkomsten en uitgaven van het R. C. Armbestuur over 1875 heeft de eer u te raden die goed te keuren: in ontvangst ad f 10037.60^ in uitgaaf ad f 9950.22, alzoo ople verende een batig saldo van f 87.38^-, hetgeen in de eerstvolgende rekening zal moeten worden verantwoord. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N°. 19G. Leiden, 4 September 1876. De Commissie van Financiën maakt geene bedenkingen tegen de in hare handenten fine van onderzoek gestelde suppletoire begrooting van vrouwen- kraammoeders alhier over 1876 en heeft de eer u voortestellen die goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N°. 197. Leiden 4 September 1876. De Commissie van Financiën heeft de eer u te berichten dat zij op de in hare handen ten fine van bericht en raad gestelde suppletoire begrooting, van het Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis voor 1876, geene bedenkingen heeft en daarom de vrijheid neemt u te raden die goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 198. Leiden, 4 September 1876. Onder overlegging van een rapport van de Commissie van Fabricage stellen wij uwe vergadering voor te besluiten tot het doen rooien en ver- koopen van drie daarbij bedoelde boomen buiten de Morschpoort. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 30 Augustus 1876. - Ten gevolge van den nieuwen aanleg der brug aan de Morschpoort en de daarmede in verband staande veranderde richting van den weg naar den Singel en naar de Lopsbrug is het noodig dat drie kastanjeboomen aldaar worden gerooid. De Commissie van Fabricage heeft de eer u te verzoekendaarvoor de machtiging van den Gemeenteraad te vragen. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. N°. 199. Leiden, 4 September 1876. Ten vervolge op ons rapport van 1 September jl. hebben wij de eer uwe vergadering mede te deelen dat door de Commissie voor de Bloemententoon stelling voor zaalhuur is voldaan de som van f 186, weshalve wij u, met aanvulling van onze voordracht, in overweging geven eene toelage ter zake aan de Commissio te verleenen tot bovenvermeld bedrag. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N®. 300. Leiden 1 September 1876. Ter voorziening in de vacature in hun collegie ontstaan door het vertrek van den heer N. H. De Graaf, vroeger commissionair in effecten alhier, die deze gemeente heeft verlaten, klaarblijkelijk, met het voornemen om niet meer terug te keerenhebben Regenten van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis binnen Leiden de eer bij deze aan den Raad der gemeente Leiden in te dienen de volgende voordracht van twee personen, te weten: 1°. D. F. Van Heyst, zonder beroep, en 2°. G. F. Alsche, fabrikant, beiden wonende te Leiden. Regenten voornoemd H. Obreen, Voorzitter. M: d'Aumerie, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1876 | | pagina 2