123 - 'i&r- Art. 6 (oud) wordt onveranderd goedgekeurd. Art. 7 (oud). De heer Goudsmit. Er is hier sprake van //prospectus". De bedoeling echter is: het tarief. De Voobzitter. Dat volgt uit artikel 8 (oud), maar bezwaar bestaat niet tegen die verandering. Hoe denkeu de heeren in dit artikel over de opvatting van //gemeentebestuur"? Is dit ook «de gemeenteraad"? De heer Van dek Lith. (Volgt later.) De Voorzitter. Dan stel ik nog voor het woord «gemeentebestuur", waar het in dit artikel het eerst voorkomtte veranderen in «de gemeente". Art. 7 wordt aldus gewijzigd: Zoodra de werken tot binnen de gemeente voltooid zijn (art. 5) zullen concessionarissen verplicht zijn het duinwater uit eene standpijp aan de gemeente en aan de ingezetenen te leverentegen den prijs bij het tarief te bepalen en op de wijze als door Burg. en Weth. wordt voorgeschreven." Wordt zonder stemming goedgekeurd. Art. 8 a. De heer Krantz. Die bepaling kan ik niet goedkeuren. Het tarief van Amsterdam is zeer hoog. Wordt dit tarief als maximum hier aangenomen, dan vrees ik dat slechts een zeer klein getal ingezetenen van de waterleiding zal kunnen gebruik maken. Te Amsterdam betaalt men voor 1 kamer 7, voor 2 kamers ƒ11, voor 3 kamers f 15, voor 4 kamers ƒ18. Aan gezien nu in deze gemeente vele ingezetenen uit de mindere standen huizen bewonen met 8 a 4 kamers, is voor hen het watergebruik te duur. Inden Haag daarentegen betaalt men in de le klasse (beneden 48 huur) 2.50, in de 2e kl. (van ƒ48ƒ100 huur) ƒ5, en in de 3e kl. (van 100ƒ200 huur) 7.50, Dat maakt een belangrijk verschil. Ik weet echter niet waartoe het dient een reglement van eene andere stad te nemen. Maar doet men het, waarom neemt men dan niet dat van den Haag, waar eigen exploitatie is en de prijs veel minder is. De heer De Laat de Kanter. De vorige spreker ziet over het hoofd dat ons dit niet wordt aangeboden en dat de bepaling van den maximumprijs niet aan ons is. De concessionarissen hebben het recht dat maximum te bepalen. De heer Krantz. Indien het voornemen bestaat aan een groot gedeelte van de ingezetenen het gebruik van duinwater te onthoudendan kan men niet beter doen dan deze bepaling te behouden. Alleen de hoogere en middel-klassen zullen nu in staat zijn er gebruik van te maken. De heer De Laat de Kanter. In Amsterdam wordt echter volgens dat tarief zeer algemeen gebruik gemaakt van het duinwater. Voor de min- gegoeden zal trouwens hier gelegenheid bestaan zich van duinwater te voor zien uit de standpijpen tegen 1 cent per emmer van 15 liter. De heer Krantz. Niettemin zeg ik waarheid, als ik beweer dat de min der gegoede klasse het water niet in huis zal kunnen nemen wegens den hoogen prijs. De heer De Laat de Kanteb. Maar bij litt. a wordt alleen bepaald de maximumprijs. Het tarief zelf zal later vastgesteld en goedgekeurd worden door het gemeentebestuur. Dit is alleen een waarborg dat de prijs nooit hooger zal worden dan te Amsterdam. De heer Krantz. Daar echter dit. maximum zoo hoog is, geloof ik dat wij even goed de geheele bepaling kunnen weglatenvooral als het gemeente bestuur toch de macht zal hebben het tarief te regelen. De heer Goudsmit. Het eigenbelang der concessionarissen zal voor hen een prikkel zijn om den prijs niet zoo boog te stellendat alleen de meer gegoeden er gebruik van zullen kunnen maken. Ik zou dus niet zoover willen gaan als de heer Krantz. Als de gemeenteraad zorgt dat de behoef- tigen kosteloos en de gemeente-instellingen tegen een kleiner prijs het water kunnen bekomen, heeft hij m. i. genoeg gedaan en behoeft hij zich niet verder te stellen tusschen koopers en verkoopers. Daarom zou, dunkt mij, litt. a en b gevoegelijk kunnen wegvallen. De heer Van der Lith. (Volgt later.) De heer Goudsmit. Ik geloof', wat ook aangenomen wordt omtrent de personen die de tarieven zullen goedkeurendat deze grondslagen niet noodig zijn. De Voorzitter. Dus verlangt gij dat hier in plaats van «gemeentebestuur" worde gelezen: «Burg. en Weth." De heer Goudsmit. Ja, en ook dat litt. a en 6 wegvallen. De heer Du Kieu. De bepaling van den maximumprijs van het water komt mij niet kwaad voor. Anders loopen wij gevaar datnadat wij de waterleiding hebbenonverwachts de prijs door de concessionarissen wordt opgeslagen. De heer Goudsmit. Daartegen waakt het gemeentebestuur, dat het tarief moet goedkeuren. De heer Van Iterson. Ik ben het eens met den heer Du Bieu, dat de voorgestelde grondslagen wel noodig zijn. Stelt men ze niet vast, wat zal dan moeten gebeuren als b. v. over 20 jaren de concessionarissen den prijs willen verhoogen en Burg. en Wetb. die verhooging niet goedkeuren? De heer Goudsmit. Dan mogen zij geen water leveren. De heer Van Iterson. Maar men kan toch niet verlangen dat de con cessionarissen zich voegen naar de zetting van den prijs door Burg. en Weth. Deze kunnen toch niet met absoluut gez.Bg den prijs bepalen. Neener moet onderlinge overeenstemming zijn. Ter tempering van het gevaar dat die overeenstemming niet zou worden verkregendient de aanwijzing van een maximumprijs. Wat bezwaar is daartegen? De beer Krantz vreest dat dan de prijs te hoog zal worden. Maar dat bezwaar wordt volstrekt niet weggenomen door alle beperking weg te laten. De heer Goudsmit. Ik herhaal, het eigenbelang zal den concessionaris sen beletten den prijs te hoog op te drijven. De heer Van Iterson. Bij bepaling van het maximum zal de prikkel van het eigenbelang evenzeer voortdurend bij de concessionarissen werken. Ik kan begrijpen dat men zegt: ik acht die bepaling van een maximum niet noodig. Maar hoe men bezwaar tegen de opnemiog kan makendat begrijp ik niet. De heer Van der Lith. (Volgt later.) De heer Krantz. Maar waarom neemt men juist de hoogste markt aan De heer De Laat de Kanter. Om te verhinderen dat de prijs boven dat maximum stijgt. handd. oem. 1876. De heer Krantz. Mijne medeleden stellen een groot vertrouwen in de concessionarissen. Mijne opinie is dat zij den prijs zoo hoog mogelijk zullen houden. Ik ondersteun gaarne het voorstel van den heer Goudsmit. De heer Cock. In dit art. beteekent dus «gemeentebestuur" het Dage lij ksch Bestuur? De heer Van Iterson. Ja, en tevens moet in alinea a bijgevoegd wor den «dan thans te Amsterdam". Aldus gewijzigd worden de alinea's a en b goedgekeurd. Alinea c. De heer Goudsmit. Hier behoort voor «gemeentebestuur" gelezen te worden: «de gemeente." Aldus gewijzigd wordt de alinea goedgekeurd. Alinea d. De heer Bijleveld. In dit artikel komt voor het woord «desverkiezende". Zooals het daar staat zou het verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden. Nu zou het slaan op de concessionarissendie dus naar willekeur al of niet een kraan zouden kunnen aanbrengen, terwijl hei blijkbaar de bedoeling is dat de abonnenten en niet de concessionarissen de keuze zullen hebben. De Voorzitter. De opmerking is juist. Er moet staan: «indien dezen (de abonnenten) dit verkiezen." De heer Wilhelmy Damsté. Ik wenschte nog wel een paragraaf aan dit artikel toe te voegennamelijk dat bij brand de gemeente vrije beschik king erlange over de geheele leiding, mits zij de aangebrachte schade later voor hare rekening herstelle. De heer De Laat de Kanter. Tegen zoodanige bepaling heb ik groot bezwaar. Nergens is bepaald dat in geval van brand de gemeente de geheele beschikking erlangt over de leiding. En als er ergens weinig behoefte bestaat aan zoodanige bepaling dan is het hierwaar men geen stap kan doen of men heeft eene gracht voor zich. Voor eene gemeente van 40000 zielen zou zoodanige bepaling daarenboven nutteloos zijn. Wil men iets doendan kan men reservoirs maken in publieke gebouwen om dadelijk water bij de hand te hebben bij het ontstaan van brandmaar om op groote schaal het duinwater te gebruiken om brand te blusschendat is in deze gemeente werkelijk niet noodig en de voorraad zoude daarvoor ook niet toereikend zijn men zoude daartoe minstens reservoirs moeten hebben berekend en ingericht voor waterverbruik in groote steden als Amsterdam en Londen. De heer Wilhelmy Damsté. Ik wensch den vorigen spreker op te merken dat ik op de gedachte ben gekomen door het lezen van een bericht in de Rotterdamsche courant, dat ergens een brand door behulp der sater- leiding gebluscht is. Ik bedoelde dan ook alleen het duinwater te gebrui ken bij begin van brandniet om groote branden te blusschen. Alleen voor de brandmeesters wenschte ik dat zij terstond van het water gebruik zouden kunnen maken. De heer De Laat de Kanter. Daarvoor kan men brandkranen maken, volgens het tarief, maar als men de leiding zelve wilde opbreken om gebruik te maken van het duinwater voor het blusschen van branddan zoude de stad of een gedeelte daarvan gedurende eenige dagen van duin water verstoken zijn. De Voorzitter. Het zou niet te controleeren zijn, hoeveel water werd gebruikt. Blijft de beer Damsté persisteeren bij zijn voorstel? De heer Wilhelmy Damsté. Neen, mijnheer de Voorzitter! ik trek mijn voorstel in. Art. 8 (oud) wordt hierop aangenomen. Art. 9 (oud). De Voorzitter. Er wordt in dit artikel gesproken van een terrein in de duinen nabij Katwijk, waarvan de gemeente het eigendomsrecht zal overdragen. Ik kan de heeren mededeelen dat Burg. en Weth. zich eeni- gen tijd geleden van een geschikt terrein in de duinen verzekerd hebben. Zij zijn met den eigenaar van dien duingrond overeengekomen dat perceel tegen een daarvoor gestelden prijs te koopen voor het geval dat de duin waterleiding mocht tot stand komen. De heer Cock. Naar aanleiding van hetgeen ik bij de algemeene beraad slagingen in het midden heb gebracht, zal ik thans hier geen voorstel doen. Ik beschouw deze voorwaarden slechts als een leiddraad in grove trekken ten dienste van Burg. en Weth. en de Commissie van Fabricage, bij hunne nadere onderhandelingen met concessionarissen. Zoowel bij dit als bij de volgende artikels, vestig ik dus hun aandacht op het toen door mij gespro kene, onder anderen op de lacunes door mij aangewezen, op de vraag, of de gronden ten name der gemeente of ten name van concessionarissen zul len onteigend wordenhoe het na 50 jaren zal gaanzoowel met die gronden als met het terreinwaarvan Burg. en Weth. zich den eigendom reeds verzekerd hebben. Het zou mij moeielijk zijn omtrent al die punten bepaalde voorstellen te doen. Ik laat dit gaarne aan het Dagelijksch Be stuur over en herinner alleendat dit alles m. i. nauwkeurig moet geregeld worden. De eindbeslissing blijft nu toch aan den Raad. De heer Bijleveld. Bij dit art. wordt gezegddat het opbreken der straten tot het leggen van buizen en het daarna weder dichtengeschiedt op kosten der concessionarissenmaar door stadswerklieden. Ik keur die bepaling volkomen goed, maar zou wel in bedenking willen geven achter het woord «leggen", in het art. in te lasschen de woorden «na te zien of te herstellen." Deze bijvoeging zal wel in overeenstemming zijn met de bedoeling en maakt rn. i. de bepaling vollediger. De heer Goudsmit. In het artikel is ook sprake van medewerking, die de gemeente belooft voor het verkrijgen van eigendom van derden. Deze woorden beteekenen of niets of te veel. Willen zij aanduidenzedelijke medewerkingdan beteekenen zij niets. Maar is de beteekenis dat de gemeente er voor instaatdan is de verplichting te zwaar. Daarom zou ik voorstellen de woorden weg te laten. Wij laden anders eene verplichting op ons zonder waarborg te bezitten die te kunnen uitvoeren. De Voorzitter. De bepaling zag voornamelijk op, het verkrijgen van domeingrond. De heer De Laat de Kanter. Ik heb bezwaar tegen het voorstel van den heer Goudsmit. Het geldt hier eene voorwaarde waarop de concessio narissen natuurlijk zeer veel prijs stellen. Maar ik zou willen voorstellen, om aan het bezwaar tegemoet te komen, te lezen: //zedelijke medewerking".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1876 | | pagina 9