115 Zltfliig van Donderdag 13 Jail 1876, geopend 's namiddags te halftwee. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler, Te behandelen onderwerpen: 1*. Benoeming van eene onderwijzeres in de handwerken aan de scholen n®. 2 voor on- en minvermogenden. (142) 2®. Idem van een tjjdeljjk lid der Commissie van Financiën. 3®. Idem van een Commissaris der Bank van Leening. (147) 4®. Suppletoire slaat van begrooting en staat van af- en overschrijving van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (140) 5®. Verzoek van B. Kret, om een stoep te leggen aan de Zijdgracht. (137) 6®. Idem van D. Straathof, om een aarden dam te leggen in de Singel- sloot. (139) 7®. Idem van J. D. De Kriek, om ontslag als hulponderwijzer aan de school n®. 2 voor minvermogenden. (141) 8®. Voordracht betrekkelijk de plaatsing van een zuurkast in de school op de Boommarkt. (146 en 1531 9®. Idem betrekkelijk den aanleg van eene duinwaterleiding. (145) 10°. Voordracht tot nadere regeling van-de jaarwedden van den Directeur en den Boekhouder der Stedelijke Gasfabriek, concept-verordening, houdende reglement op het beheer en bestuur dier inrichting; voorstel van den heer J. Scheltema betrekkelijk de boekhouding. (7, 17, 88, 117, 134 en 143) Tegenwoordig de heeren Bijleveld, Wilhelmy DamstéEigeman, Le Poole, Van der Zweep, Suringar, Juta, Hartevelt, De Laat de Kanter, Van Wensen, KrantzVan Iterson, Van der Lith, Van Heukelom, Cock, Du Kieu, Verster, De Eremery, Goudsmit, Librecht Lezwijn, Dercksen en Van den Brandeler. De heeren Van Hettinga Tromp en Scheltema gaven kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 29 Juni II. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: Dispositiën van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, dd. 27/30, 26/30 en 27/30 Juni, nos. 28/3, 28 en 27, houdende goedkeuring van de raadsbesluiten van 19 Juni tot verhooging der begrooting 1876 met 60000 voor het dempen der Korte Langegracht en het bouwen van de school n°. 3 voor minvermogendentot afstand van grond aan de firma Jaeger C°. tot afstand van de tienden onder Leiderdorp en tot onderbandsche verhuring van het jachtrecht op waterwild op de Vroonwateren aan J. H. Willink. Deze worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter deelt vervolgens mede 1". Adres van Th. Van Wijk, om een keldergat te maken aan de Hee rengracht. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten dit te stellen in handen van Burg. en Weth. 2°. Adres van G. Tibboel, betrekkelijk zijne aanvrage om gemeentegrond bij de voormalige Marepoort. 3®. Adressen van W. Kok en van W. A. Van Lith, ter bekoming van het pleintje buiten de voormalige Wittepoort, ten einde daarop woonhuizen te bouwen. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van Burg. en Weth. en van de Commissie van Financiën. 4®. Verzoeken om afschrijving van plaatselijke directe belasting, over 1876, van Mej. M. M. Van Laer én A. Van Laer, voor wijlen Mej. E. J. J. Dutilb, van J. P. Kerkvliet, voor wijlen J. Kerkvliet, en van E. M. Mulder. 5®. Suppletoire begrooting, dienst 1876, van het Geref. Minne of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze te stellen in handen van de Commissie van Financiën. 6®. Voordracht van Bestuurderen van de R. K. Armen en het R. K. Wees- en Oudeliedenhuis voor de benoeming van een regent. 7®. Voordracht voor de benoeming van hulponderwijzers of hulponder wijzeressen als1 aan de school n°. 2 voor onvermogenden1 aan de school n®. 2 voor minvermogendenen 2 aan de school n°. 1 voor min vermogenden. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen. De Voorzitter deelt nog mede bericht te hebben ontvangen dat C. J. Carrière, onlangs benoemd tot hulponderwijzer aan de school n°. 2 voor onvermogenden, zijne benoeming niet kan aannemen, wegens eene be noeming elders. Aan de orde is: I. Benoeming van eene onderwijzeres in de handwerken aan de scholen n®. 2 voor on- en minvermogenden. (Zie Ing. St. n°. 142.) De heeren Eigeman, Le Poole en Du Rieu worden door den Voorzitter uitgenoodigd met hem het stembureau uit te maken. Met 17 stemmen wordt benoemd Mej. A. M. Sassezijnde 3 briefjes in blanco gelaten. II. Benoeming van een tijdelijk lid der Commissie van Financiën. Met 14 stemmen wordt benoemd de heer B. F. Krantzzijnde uitge bracht op de heeren Wilhelmy Damsté 2 stemmen, Scheltema, Van Heu kelom, Du Rieu en Van Wensen ieder 1 stem. HANDD. QSM. 1876, De Voorzitter. Mag ik vragen of de heer Krantz bereid is de ba- noeming aan te nemen? De heer Krantz. Gaarne, mijnheer de Voorzitter! De heer Librecht Lezwijn komt ter vergadering. III. Benoeming van een Commissaris der Bank van Leening. (Zie Ing. St. n°. 147.) Met 19 stemmen wordt benoemd de heer Cock. De heer Krantz ver krijgt 1 stem, terwijl 1 briefje in blanco gelaten is. De Voorzitter. Is de heer Cock bereid deze betrekking te aanvaarden? De heer Cock. Ja, mijnheer de Voorzitter. De heer Dercksen komt ter vergadering. IV. Suppletoire staat van begrooting en staat van af- en overschrijving van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (Zie Ing. St. n®. 140.) In rondvraag gebracht wordt die met algemeene stemmen goedgekeurd. V. Verzoek van B. Kretom een stoep te leggen aan de Zijdgracht. (Zie log. St. no. 187.) Wordt, zonder hoofdelijke stemming afgewezen. VI. Verzoek van D. Straathof, om een aarden dam te leggen in de Singelsloot. (Zie Ing. St. n®. 139.) Wordt, zonder hoofdelijke stemming toegestaan. VII. Verzoek van J. D. De Kriek, om ontslag als hulponderwijzer aan de school n°. 2 voor minvermogenden. (Zie Ing. St. n®. 141.) Zonder hoofdelijke stemming wordt hem een eervol ontslag verleend. VIII. Voordracht betrekkelijk de plaatsing van een zuurkast in de school op de Boommarkt. (Zie Ing. St. nos. 146 en 148.) De Voorzitter. De Commissie van Financiën vereenigt zich met het voorstel van Burg. en Weth. en adviseert om het crediet toe te staan. Wordt met algemeene stemmen aangenomen. IX. Voordracht betrekkelijk den aanleg van eene duinwaterleiding. (Zie Ing. St. n°. 145.) De Voorzitter. Ik zal de heeren in de gelegenheid stellen dasrover algemeene beschouwingen te voeren. De heer Krantz. Mijnheer de Voorzitter! Dat ik door het voorstel, de waterleiding betrefiende, ben teleur gesteld, laat zich begrijpen. Toen aan Burg. en Weth. het vorig jaar door den Raad machtiging tot onderzoek verleend is, heb ik er reeds op aangedrongen ook een onderzoek naar eene exploitatie onder eigen beheer in te stellen; dat voorstel echter heeft geen ondersteuning gevonden. De wijze nu waarop in deze belangrijke zaak is gehandeld kan ik niet fair noemen. Ook de ingezetenen hadden aanspraak op meerdere bekendheid daarvan. Na maanden lang niets ver nomen te hebben en tot geheimhouding verplichtworden de leden van den Raad thans genoopt tot eene dadelijke beslissing, zonder voldoenden tijd tot onderzoek gehad te hebben en zonder voorlichting van deskundigen. Door afwezigheid in de gemeente had ik tot onderzoek te minder gelegen heid. Ofschoon twijfelende aan voldoenden bijval, wensch ik toch nog een lans te breken voor de eigen exploitatie. Burg. en Weth., alsmede de ge hoorde Commissien verklaren zich daartegen, zonder evenwel de redenen daarvoor op te geven behalve de algemeene gezegdendat eigen exploitatie duurder zoude zijn, dat particulieren goedkooper werken, enz. enz. Voor mijne meening kan ik aanvoeren, dat de exploitatie eener waterleiding veel eenvoudiger is dan die eener gasfabriek, en toch hoe gunstig zijn daarvan de uitkomsten alhier geweest. Door bijna alle gemeenten is liet voorbeeld, door Leiden gegevengevolgdzoodra zij van de pijnigende banden eener concessie waren ontslagen. Rotterdam heeft hare waterleiding onder eigen beheer, en zal ook een gasfabriek in het nieuwe gedeelte der stad oprichten. '8 Gravenhage heeft hetzelfde gedaanna 25 jaren den druk eeuer concessie ondervonden te hebben, en waarom zullen wij het nu anders doen, na do gunstigste resultaten met de gasfabriek verkregen te hebben? Eenmaal aan eene concessie gebonden, is het verbreken zeer moeilijk. Door verschil van opvatting der voorwaarden tot overname der gasfabriek bij het eindigen van de concessie, heeft de gemeente 's Gravenhage ongeveer 1-J- ton meer moeten betalen dan den prijs, waarvoor zij gemeend had de fabriek te zullen kunnen overnemen. Waterleidingen zijn in ons land nog niet veelvuldig, maar algemeen zijn de klachten in Duitschland en Engeland over de nadeelige gevolgen der verleende concessies, en men tracht door belangrijke opofferin gen die onder eigen beheer te verkrijgen. Wat is er voor de daarstelling eener waterleiding noodig? Immers kapitaal en kennis, en nu zal men niet kunnen betwisten dat onze gemeente tegen minder intrest de benoodigde gel den zal kunnen verkrijgen dan eenige particuliere onderneming, en wat kennis aangaat, in ons land zijn verschillende specialiteiten in dat vak aan wezig, die reeds bewijzen hunner bekwaamheid hebben geleverd. Naar mijne overtuiging doet eene gemeente, die den moed tot eigen exploitatie mist, beter met den aanleg nog eenigen tijd te wachten. Wat nu de gedane voorstellen betreftdaarover zal ik thans geen oordeel vellenofschoon ik vernomen heb dat de hoeveelheid water, die aangevoerd zal wordente gering is. Alvorens de concessie verleend wordt, zal het noodig zijn daarover het oordeel van een deskundige te vragen. Indien evenwel in deze vergadering nog een voorstel tot eigen exploitatie wordt gedaan, zal ik het gaarne ondersteunen. De heer Bijleveld. Zoo even vernamen wij V8n den heer Krantz dat hij behoort tot de tcleurgestelden. In den zin waarin die geachte spreker

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1876 | | pagina 1