94
Aan Burgemeester en Wethouders der stad Leiden.
Geeft met den vereischten eerbied te kennen J. H. Willinkgrondeige
naar wonende op het kasteel Oud-Poelgeest onder Oegstgeesthuurder
der jagt op waterwild op de vroonwateren der stad Leiden, dat hij gaarne
die jagt andermaal voor drie jaren, tegen drie honderd en één gulden per
jaar zouden willen huren.
Weshalve hij de vrijheid neemt zich tot UEdel-Achtbaren te wenden met
verzoek dat de jagt aan den ondergeteekende wederom worde verhuurd.
Hetwelk doende, enz.
12 Juni 1876. J. H. Willink.
N°. 123. Leiden, 13 Juni 1876.
Naar aanleiding van art. 3 van het reglement van beheer, hebben wij
de eer u de volgende dubbeltallen voor te dragenter vervanging van de
leden van ons bestuur buiten den gemeenteraad, die den lsten Juli moeten
aftredenzijnde de heeren D. A. Schretlen A. C. Leembruggen en H. P. J.
Van Wensen, die weder op nieuw benoembaar zijn: 1°. de heer D. A.
Schretlen en de heer L. C. Quant; 2°. de heer A. C. Leembruggen en de
heer E. J. Hoos, 3°. de heer H. P. J. Van Wensen en de heer J. Kuiper.
Bestuurderen van het Werkhuis,
Aan den Gemeenteraad Leiden. B. F. Kbantz Voorzitter
J. Van Heukelom Jr., lo. Secretaris.
N°. 124. Leiden, 12 Juni 1876.
De Commissie van Financiën heeft de eer uwe vergadering te berichten
dat zij zich vereenigt met het voorstel van Burg. en Weth. tot vinding van
269.07 op de begrooting van 1875 voor het nadeelig slot der administratie
van de trek- en jaagpaden.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz.
N°. 125. Leiden, 12 Juni 1876.
De Commissie van Financiëngeene bedenkingen hebbende tegen de in
hare handen gestelde rekening der inkomsten en uitgaven van het Gerefor
meerd Minne of Armen Oude Mannen en Vrouwenhuis alhier, over den
dienst van 1875 heeft de eer u te raden die goed te keuren: in ontvangst
ad 12236.79, in uitgaaf ad 10610.03, alzoo opleverde een batig saldo
van 1 1626.76, onder bepaling dat daarvan in de eerstvolgende rekening
verantwoording zal worden gedaan.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën enz.
N°. 120. Leiden, 14 Juni 1876.
Ter voorziening in bestaande vacaturenhebben wij de eer uwe vergade
ring de volgende voordrachten aan te bieden voor de benoeming van hulp
onderwijzers of hulponderwijzeressen aan de daarbij vermelde scholenop
eene jaarwedde van 550, welke voordrachten door ons zijn opgemaakt
in overleg met de betrokken hoofdonderwijzers en den districts-sohoolop-
ziener, als
Aan de school n#. 2 voor minvermogenden:
1°. Johanna Catharina De Hondt alhier; 2°. Johannes Van Ling te
Woerden3°. Cornelis Jan Carrière te Amsterdam.
Aan de school n°. 2 voor onvermogenden
1°. Johannes Van Ling te Woerden; 2°. Johanna Catharina De Hondt
alhier; 3°. H. M. Van Essen te Steenwijkerwolde.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.
t