MDMGEI Till DID GEEEENTERAAD TAS LEIDER. INGEKOMEN STEKKEN ter inzage van de leden nedergelegd. m iV Leiden, 13 Januari 1876. Wij hebben de eer uwe vergadering.hierbij voor te stellen: A. a. Het vaste tractement van den Directeur van de Stedelijke Gas fabriek te brengen op ƒ3000en zijne veranderlijke belooning te vermin deren tot twee ten honderd van de zuivere winst, zooals dit in art. 16 van bijgaande concept-verordening nader is omschreven. b. Het vaste tractement van den Boekhouder van de Stedelijke Gasfabriek te brengen op 1600, en daarentegen de percenten aan de beambten bij verordening van 28 Januari 1864 toegekend, te vervangen door evenredige tractementsverhooging. B. Eene concept-verordening houdende reglement op het beheer en be stuur der Stedelijke Gasfabriek, ter wijziging van de bestaande verordening van 14 Mei 1868 (Gem. blad n°. 1) en de later daarin gebrachte wijzigingen. Een en ander in nevensgaande bijlage nader toegelicht. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek De Fremeby. Aan den Gemeenteraad van Leiden. P. Du Rieu. B. Concept-verordering van 1876, houdende reglement op het beheer en bestuur der Stedelijke Gasfabriek te Leiden, ter wijziging van de bestaande yerordening vastgesteld den 14den Mei 1858 (Gem. bl. n°. 1) gewijzigd den 28sten Januari 1864, 23 Mei 1872, 16 Januari 1873 en 11 Juni 1874. Art. 1. De Stedelijke Gasfabriek is een eigendom der gemeente, daar gesteld voor de straatverlichting der gemeente en ten dienste van particu lieren voor de verlichting van woningen en gebouwen. Art. 2. Het bestuur dezer inrichting wordt waargenomen door eene Com missie uit den Gemeenteraadonder den titel van Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek. Deze Commissie bestaat uit: a. één Wethouder door het Dagelijksch Bestuur aan te wijzen. b. twee Raadsleden. Art. 3. De twee Raadsleden treden beurtelings om de twee jaren af, doch zijn weder verkiesbaar. Hunne benoeming geschiedt bij voorkomende vacature, uit een dubbeltal door Commissarissen aan te bieden, vermeer derd met een gelijk getal door Burgemeester en Wethouders. Art. 4. Commissarissen kunnenbehoudens hunne bevoegdheid zich zoo noodig van de hulp of voorlichting van andere deskundigen te bedienen de diensten van den gemeente-architect, wanneer zij die behoeveninroepen. Art. 5. Onder het bestuur van Commissarissen zullen werkzaam zijn a. een Directeur. b. een Boekhouder, benevens de verder benoodigde beambten en werklieden. Art. 6. De benoeming van den Directeur en den Boekhoudergeschiedt door den Gemeenteraad uit een dubbeltal door Commissarissen opgemaakt. De overige beambten en werklieden worden door Commissarissen aan gesteld. Ingeval van wangedrag of nalatigheidworden de beambten geschorst en ontslagendoor het collegie dat hen heeft benoemd of aangesteld. Art. 7. De instructie voor den Directeur en voor den Boekhouder, hunne bezoldiging, en het bedrag van den door den Boekhouder te stellen borg tocht, worden door den Gemeenteraad vastgesteld. De regeling der werkzaamheden van dé overige beambtengeschiedt door den Directeur onder goedkeuring van Commissarissen. Art. 8. De straatlantaarns met palen en armenalsmede de gasbuizen door de straten zullen, evenals de fabrieksgebouwen, uit het bedrijf kapitaal behoorlijk worden onderhouden. Buitengewone vernieuwingen en uitbreiding zullen worden bestreden uit de gelden, vermeld onder art. 13 alinea b. Art. 9. Alle gaten in de stadsstraten of verdere schade daaraan te be rokkenen, zullen voor rekening der fabriek worden hersteld. Daarentegen zullen de herstellingen of wijzigingen van het buizennet, te maken ten gevolge van werken ten behoeve der gemeente, voor rekening der gemeente worden uitgevoerd. Art. 10. Uit de straatbuizen zullen ten gerieve van hen, die zulks voor hunne gebouwen verlangen, dwarspijpen tot tegen de stoep, of wanneer er geene stoep is, tot tegen den voorgevel worden geleid. Art. 11. De bepalingen omtrent het gebruik van gas door particulieren, worden door den Gemeenteraad bij reglement vastgesteldhetwelk iederen nieuwen verbruiker kosteloos zal worden uitgereikt. Art. 12. De rekening en verantwoording van het gehouden kohier van het dienstjaar eindigende 31 December, zal vóór 1 Maart d.a. v. door Commissarissen den Gemeenteraad worden overgelegd, daarbij ter inzage aanbiedende alle bescheiden die tot toelichting en verificatie kunnen strekken. Art. 13. De jaarlijksche zuivere winst wordt bepaald uit de bruto-winst, na aftrek van a. eene som van vijf duizend gulden voor kapitaal aflossing. b. eene som, berekend tegen zes ten honderd van de kosten van aanleg der eigendommen als gebouwenwerktuigenstraatpijpenlantaarns enz. bestemd tot een reservefonds. Art. 14. De gelden vermeld onder art. 13 alinea b zullen, wanneer daaraan tot bestrijding van vernieuwing of uitbreiding der fabriek geene behoefte bestaat, worden aangelegd in inschrijvingen in het Grootboek der Nationale Werkelijke Schuld 2|- p.Ct. op een afzonderlijk hoofdwaaruit de bestemming duidelijk kan blijken, waarvan de renten jaarlijks bij het kapitaal zullen worden gevoegd. De jaarlijksche rekening van dit reservefonds zal eene bijlage van de rekening der Gasfabriek uitmaken. 1876. Art. 15. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek zijn belast met de ontvangst der renten van de kapitalenten behoeve der fabriek ingeschreven in het Grootboek der Nationale Werkelijke Schuld, alsmede bevoegd tot het eventuëel bewerkstelligen van afschrijvingen van kapitalen in dat Groot boek ingeschreven, waartoe hunne teekening voldoende zal zijn, nadat zij bij raadsbesluit tot die afschrijving zullen zijn gemachtigd. Art. 16. Jaarlijks worden twee ten honderd van het verschil der zuivere winst en der som door de gemeente voor straatverlichting betaald, aan den Directeur boven zijne vaste jaarwedde als buitengewone belooning toegekend. Overgangsbepaling. Dit reglement wordt geacht in werking te zijn getreden met I Januari 1876, waarna het reglement van den 14den Mei 1858 (Gem. bl. n°. 1) en alle daarin later gemaakte wijzigingen, buiten werking zijn gesteld. Vastgesteld door den Raad der gemeente Leiden, in zijne openbare ver gadering van den 1876. Bijlage. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek hebben de eer .uwe vergadering hierbij over te leggen A. Eene voordracht tot wijziging van de bezoldiging van den Directeur en den Boekhouder der Stedelijke Gasfabriek. B. Eene concept-verordening houdende reglement op het beheer en bestuur der Stedelijke Gasfabriek. Aanleiding daartoe vinden Commissarissen voornamelijk in hunne over- tuigingt dat het tegenwoordig stelsel om den Boekhouder en andere kantoor beambten te doen deelen in de winsten moet worden verlatenen vervangen door evenredige tractementsverhooging, overeenkomstig het rapport der Commissie van Financiën, dd. 8 Juni 1874 n®. 139. Wat is toch thans het geval P Beambten belast met werkzaamheden op het kantoor ontvangen tot buitengewone belooning als prikkel van hunnen ijver, een aandeel in de winst, tot het behalen waarvan zij niet medewer ken en die prikkel is in verhouding tot hun traotement buitengewoon groot (2050 pCt.) j terwijl zij die belooning eerst genieten ongeveer een half jaar na ontvangst van hun vaste tractement en steeds in de onzekerheid verkeeren omtrent het bedrag dier belooning. Hiertegenover staat, wanneer de Gemeenteraad zich met de thans voor gestelde regeling vereenigt, om eene som, ongeveer gelijk aan de 3 ten honderddie tot nog toe aan de beambten wordt uitgekeerd te bestemmen tot verbetering van hunne vaste tractementendat die onzekerheid ophoudt, omdat met die wijziging hun inkomen niet meer kan afwisselen met de winst; waarop behalve goede directie evenzeer de prijzen der grondstoffen en van het product van grooten invloed blijven. Daarenboven kan deze vérhooging der bezoldiging op de geheele administratie geen nadeeligen invloed hebben, want haar totaal bedrag zal gelijk staan met de andera uit te keeren winstaandeelen. Deze beschouwingen voeren Commissarissen tot het voorstel aan den Gemeenteraad, die de bezoldiging van den Directeur en Boekhouder vast stelt, om de bezoldiging van den Boekhouder te brengen van f 1000 'sjaars op ƒ1500 'sjaars terwijl Commissarissen zelve zich voorstellen overeenkom stig hunne bevoegdheid om de bezoldiging der overige beambten eveneens overeenkomstig het gemiddelde van hun jaarlijksche winstaandeelen te ver- hoogen. Meer eigenaardig behoort een percentsgewijze belooning uit de winst der gasfabriek gegeven te worden aan hen, die met het bestuur en de leiding der fabricatie belast zijn en dus op de goede resultaten der zaak directen invloed uitoefenen. Doch eveneens moet'hier de belooning niets meer dan een prikkel zijn en deze geen te groot (50 a 60 pCt.) aandeel van het tractement uitmaken maar een extra belooning voor ijver en goed beheer blijven. Evenzeer omdat een geregeld vast tractement meer in het belang is der personen en het bedrag van het vaste percent of te hoog of te laag lyin worden onder omstandigheden geheel onafhankelijk van ijver en nauwgezette plichts betrachting. Redenen waarom Commissarissen uwe vergadering tevens voorstellen het tractement van den Directeur te wijzigen en te brengen op ƒ3000 met behoud van 2 pCt. in de jaarlijksche winst,, zooals dit in de concept-veror dening nader is omgeschreven terwijl zij hunnerzijds voornemens zijn den opzichter een aandeel in die winst te verzekeren. Mocht uwe vergadering met onze overwegingen instemmen dan is tevens eene wijziging der verordening, bovenvermeld, noodzakelijk. Hiermede doen Commissarissen eene algemeene herziening gepaard gaanten einde deze verordening meer in overeenstemming te brengen met de in 1874 vastgestelde instructiënwaarbij tevens door splitsing van enkele artikelen duidelijkheid van redactie wordt bevorderd en het begrip van »zuivere winst" naar de meening van Commissarissen duidelijker wordt omschreven. Dien tengevolge zijn uit art. 2 twee artikelen ontstaanevenzoo uit art. 8 waarbij aan het voorgestelde art. 9 een tweede alinea is toegevoegdmet het oog op de werkzaamheden aan het buizennet, welke ongetwijfeld zullen noodig wordenwanneer de canalisatie der duinwaterleiding moet plaats hebben. In het oude art. 1L, het laatst gewijzigd bij verordening van 11 Juni 1S74 (Gem. blad n°. 15), is alinea a vervallen, daar men niet tot bruto winstbepaling kan geraken zonder ook de uit te keeren renten onder de lasten en de toelage voor straatverlichting onder de baten te hebben gebracht. Alinea a van het concept-artikel 13 omvat nu de jaarlijksche kapitaalaflos sing, vastgesteld bij raadsbesluit van 23 November 1867, waardoor de kapitaalrekening geheel conform wordt met die welke jaarlijks op de toe lichting der gemeente-begrooting voorkomt. Alinea c blijft behouden in concept alinea b terwijl het slot van het artikel, gewijzigd in den geest van ons voorstel, teruggevonden wordt in het nieuwe concept artikel 16. Ten slotte meenen Commissarissen niet onvermeld te moeten laten dat de Directeur er grooten prijs op zou stellen aan de fabriek te wonen. Com missarissen deelen dien wensch en adhten dit in het belang van toezicht en directe hulp van veel gewicht, doch maken hiervan vooralsnog geen voorstel, omdat de gelden bij het reservefonds toegestaan vooreerst nog besteed

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1876 | | pagina 1