richt, dan kan ik daarmede moeielijk rijmen de bewering, dat zij de ge wone werkzaamheden aan hunne betrekking verbonden niet afkunnen. De Voorzitter. Ik moet in de eerste plaats antwoorden dat het doel zou zijn voor die 500 een persoon aan te stellen, bepaald voor het teeke- nen, omdat de opzichters bij hun veel omvattende taak weinig of geen tijd overig hebben om daaraan te besteden. De ondervinding heeft geleerd, dat hun werkelijk bij dat opzicht de tijd voor teekenen ontbreekt. De tweede vraag, of het wel eens gebruikelijk is, dat dergelijke ambtenaar bui ten de gemeente werkzaam was, moet ik ontkennend beantwoorden alleen dan wanneer daartoe door Burgemeester en Wethouders vergunning wordt gegevengeschiedt zulks. Het gevaldoor den heer Scheltema bedoeld betreft de brug te Koudekerk, een werk, dat voor ons van zeer veel belang is, met het oog op het Utrechtsche jaagpad. Ik kan overigens de verzeke- *'"8 gevendat er van dien aard niets gedaan wordt dan met bijzondere vergunning van Burgemeester en Wethouders, en dan nog zeer zeldzaam. De heer Goudsmit. Ik wensch een enkel woord in het midden te bren gen tot het verkrijgen van inlichting. Het is om aan de Commissie van Financiën te vragen, wat zij eigenlijk bedoelt, als zij toch de 500 wil behouden als vasten post. Als de som, de uitgaaf, waartegen zij bedenking heeft, toch blijft bestaan, dan zullen wij niet veel er mede winnen. Im mers of wij^ geslagen worden onder n». 56 of onder n». 96, zal wel op hetzelfde neerkomen. Indien daarentegen de ƒ500 niet bestemd zijn om geheel te worden gebruikt, maar naar mate er geteekend wordt, dan staat de zaak nog slimmerwant dan bestaat er groote kansdat er niet betaald zal worden omdat er geteekend ismaar dat er geteekend zal worden opdat betaald worde. De heer Hartevelt. Het vaste kader van ambtenaren zagen wij on gaarne op nieuw met een vermeerderd, en wenschen daarom geen beambte, belast met het verrichten van teekenwerkop eene jaarwedde van ƒ500. Is er eene zekere som noodig voor teekenwerkdat niet aan het bestaande per soneel kan worden opgedragen, welnu men brenge die som op volgnommer 96, en geve daarvan niet meer uit dan noodig zijn zal. De Voorzitter. Het is toch voor den' architect niet onverschilligwie daarmede belast is, en het gaat niet aan daarmede, even als voor schrijf- loonen, nu en dan een persoon te belasten. Men moet ten deze rekening houden met de bestaande behoefte en die kan alleen beoordeeld worden door den architect. De beer Hartevelt. Indien gij blijft bij het denkbeeldom een vasten teekenaar te willen op het bureau van fabricage eri het zonder dien niet te kunnen doen, dan zoude ik geheel tegen de uitgave van ƒ500 zijn. De heer Skelig. Ik zou die som zeer gaarne op volgn. 57 van de begrooting toegestaan zien, en liefst niet medewerken om de ƒ500, bij wijze van kosten voor teekenwerk over te brengen op den post voor 'dag en weekgelden. Ik kan de verzekering geven, dat op den duur een teeke- naar noodig is. Ik kan dat verzekerenzoover mijne ondervinding van driejaren bij de Commissie van Fabricage reikt. Als men nagaat, volgens de nota overgelegd bij de memorie van beantwoording van Burgemeester en Wethouders, wat er in eene zoo uitgebreide stad als Leiden al moet verricht worden door de opzichters, dan zal men moeten erkennen, dat voor geen hunner voldoende tijd beschikbaar blijft om zich met teekenen bezig te houden. Wordt daarin geen verandering gebracht, dan zullen telkens klachten oprijzen over gebrekkig opzicht, zooals thans bij her- haling geschiedt. Het is dus werkelijk noodzakelijk, dat een vast ambte naar worde aangewezen, met het teekenen speciaal belast. Een geschikt jongmensch zou men daartoe kunnen aanstellen, en op den duur wel vinden. De heer Scheltema. Ik dank u, mijnheer de Voorzitter, voor de ge- gevene inlichting, waaruit blijkt dat het werk voor de brug te Koudekerk een zeer exceptioneel geval is. Wat nu betreft den nieuwen post van ƒ500, zoo ben ik er zeer tegen om een vasten teekenaar aan te stellen. Als er werkelijk gebrek aan toezicht is, dan zal ik de laatste zijn om de gelden daarvoor te weigeren, maar dan zou het mij veel beter voorkomen om een opzichter meer aan te stellen. Over gebrek aan teekeningen wordt niet ge klaagd nog onlangs heeft zelfs elk lid van den Baad er eene gekregen. De architect en twee opzichters zijn, indien ik mij niet vergis, meer spe ciaal bouwkundigen en primitief voor het timmervak opgeleid. Deze kunnen dus alle teekenen en hebben daartoe den tijd, want het eigenlijke bouwen is by de gemeentewerken geen hoofdzaak. Hoofdzaak is straten riolen brug- gen^enz.en daarvoor is onder onze opzichters maar één specialiteit. Voor die werkzaamheden een tweeden opzichter aan te stellen zou mij dus veel be ter voorkomen dan een vasten teekenaar. Daarbij komt nog dat die ƒ500 alleen nog maar zijn voor een teekenaar; nu zal er, evenals vroeger, ook nog wat noodig zijn voor teekenbehoeften. De heer Seelig. Het is mij minder te doen om den naam, als maar een bepaald persoon met de zaak wordt belast. Het doel van den heer Scheltema zal juist worden bereikt door een persoon te benoemenspeciaal voor het teekenen; want daardoor zal de thans daarmede belaste opzichter van dat werk kunnen worden ontheven, en zal er dus het opzicht over de stadswerken door worden verbeterd. Wij hebben voor eene groote stad als Leiden drie opzichters hoog noodig, boven en behalve een teekenaar. De heer Cock. Ik ben tegen die verhooging, onverschillig onder welken vorm ook, en wel op grond van hetgeen in do sectiën is gezegd, blijkens het verslag van het aldaar verhandelde. Ik lees aldaar o. a.: //Een lid meende, dat het niet in de bedoeling van het gemeentebestuur konde lig gen om bij voorkomende gelegenheden steeds in het bezit te zijn van prach tige teekeningen der te verrichten werkzaamheden, zoo als hij die meer malen bewonderd had. Naar zijn oordeel kon men in den regel zeer goed volstaan met eene ruwe schetsteekening, waardoor de te verrichten werken duidelijk werden aangewezen. Hij achtte derhalve ook op dien grond de voor gestelde uitgave niet gewettigd." Ik sluit mij geheel bij dat lid aan. In de laatste jaren hebben wij een overvloed van mooie teekeningen gezien of ontvangen, veelal van groote werken, die nooit zijn. uitgevoerd. Eenige meer of minder ruwe schetsteekeningen waren volkomen voldoende geweest. En mochten wij in het vervolg een enkelen keer meer uitgewerkte teeke ningen behoevenwelnu dat teekenen zij den stads-arobitect opgedragen. Deze ambtenaar doet dit werk zeer netjes. De héér Seelig. Er is juist, helaas, eene zeer groote lacune in het archief van teekeningen. Dat de bij projecten van werken overgelegde net zijn uitgewerktwie zal daarvan een verwijt makendoch die teeke ningen worden ook veelal gebruikt, wegens gebrek aan personeel om er copieën^ van te makenbij de uitvoering der werkenen komen dan in onooglijken staat, of bij stukken en brokken in het archief terug. En even als schrifturen worden bewaard, is het toch noodig. dat het archief e teekeningen en plannen bezitnaar welke gemeentewerken zijn uit gevoerd. De Voorzitter. Er is straks voorgesteld, deze ƒ500 over te brengen op volgn. 96, dag- en weekgelden. Daarmede had ik viede. Als de Com missie van Financiën echter meentdat de som alleen en cas de hesoin wordt gebruikten geen vaste post behoort uit te makendan kom ik terug op het primitief voorstel van Burgemeester en Wethouders om de som te houden onder no. 57. Dat voorstel, alsnu in hoofdelijke omvrage gebracht zijnde, wordt ver- worpen met 12 tegen 11 stemmen. Voor steradende heeren De FremeryVan ItersonVan Wensen Krantzvan der Lith, Van Heukelom, Seelig, Suringar, LibrechtLezwijn Dnessen en de Voorzitter. o o j De post wordt overigens goedgekeurd. Nos. 581 en 59 worden aldus goedgekeurd: Jaarwedden van de ambtena ren en bedienden der gemeente-secretarie 9850; Jaarwedden van den con cierge en van de boden ƒ3300. No. 60. Jaarwedde van den klokkenist en klokkeluider ƒ300. ®e ^eer Van Heukelom. Ik ben tegen dien post, gelijk ik dat elk jaar heb te kennen gegeven. De post wordt goedgekeurd. Nos. 61 en 62 worden aldus goedgekeurd: Jaarwedden van de keurders, wegers, meters, rooimeesters en dergelijke 900; Jaarwedde van den archi varis ƒ600. No. 63. Sehrijfloonen 850. De Voorzitter. Deze post is met 200 vermeerderdblijkens de memorie van toelichting. De post wordt goedgekeurd. No. 64 wordt aldus goedgekeurd: Beis- en verblijfkosten 25. Afdeeling II. Andere kosten van dagelij ksch bestuur, niet behoorende tot de voorgaande afdeeling. Nos. 65—68 worden aldus goedgekeurd: Kosten van licht en brandstofien ƒ1200; Schrijf- en bureaubehoeften 250; Druk- en bindwerk ƒ1400; Briefporten, vrachtloonen en andere kleine uitgaven 250. No. 69. Kosten voor het onderhouden en schoonhouden van het gebouw of vertrekbestemd voor de vergadering van den Baad en van Burgemeester en Wethouders, mitsgaders voor de secretarie der gemeente ƒ1550. De Voorzitter. De Commissie van Financiën heeft voorgestelddat bijzondere werken bij aanbesteding zouden geschieden. De Commissie van abneage en Burgemeester en Wethouders hebben daartegen nog al bezwaar, daar het cijfer zeer gering is. Ten andere zijn het veelal zakendie niet zoo voor aanbesteding vatbaar zijn, zoo als b. v. eenige vierkante meters leien dak. Daar kan men moeielijk zoo maar een ieder naar toe zenden. Het is wenschelijkdat men op het stadhuis toegang geeft alleen aan ver trouwde personen. Zoo ook het verfwerk. Ook dat is niet wel vatbaar voor uitbesteding. Het is alleszins noodzakelijk, dat dit worde gecontroleerd. Wij zouden ten slotte, om op de som van ƒ350 enkele guldens te besparen niet in het belang der gemeente handelen. Wij willen echter in overweging nemen, in hoever er onder die ƒ350 nog zaken zijn, die voor uitbesteding vatbaar zijn. - De heer Cock. Wat door u daar is medegedeeld, mijnheer de Voorzit ter, doet mij genoegen; want ik houd mij overtuigd, dat het Dagelijksch Bestuur, zoo het maar goed zoekt, nog wel het een en ander meer zal ontdekken, dat voor publieke uitbesteding vatbaar is. Daargelaten die vijf tig centiaren leien dakdurf ik bij ondervinding verzekerendat het overige werk, zooals verven, behangen, maken van nieuwe kozijnen en plafonds, zeer goed publiek kan worden aanbesteed. Het geldt ook hier de publieke zaak en evenals die publiek moet behandeld wordenmoet zoo veel mo gelijk alles wat den publieken dienst betreft, ik bedoel hier de publieke werken, publiek uitbesteed worden. Anders zou allicht aanleiding kunnen ontstaan tot de onderstelling, dat beoogd werd aan deze of gene bazen of aannemers preferentie toe te kennen. Daarom verheugt mij ,de mededeelin<' van den Voorzitter. De post wordt hierop goedgekeurd. Nos. 70—72 worden aldus goedgekeurd: Onderhoud en aankoop van meubelen voor die gebouwen of vertrekken 650; Kosten voor verteringen ten behoeve van bet huishoudelijk bestuur, bureaux van stemopneming en van commissiën 200 Kosten van bet aanleggen en bijhouden der regis ters van den burgerlijken stand 950. No. 73. Kosten van het aanleggen en bijhouden van de dubbelen der leggers en plans van het kadaster 150. De Voorzitter. Thans zou het voorstel zijn bij die 150 nog 370 te voegen, in verband met de nieuw aan te leggen registers, waardoor de post zou worden 620. Tot dat bedrag wordt de post goedgekeurd. Nos. 74—76 worden aldus goedgekeurd: Kosten van de bevolkingsregis ters 300; Kosten van de kiezerslijsten en van het uitoefenen der kïes- verrichtingen 50; Kosten van abonnement op het Staatsblad, Provinciaal blad en dagbladen 150. No. 77. Kosten van uitgifte van het gemeente- nieuws- of dagblad ƒ850; De heer Cock. Ik wensch nog even aan te dringen op dit, punt, dat ook in de sectiën is besproken. Het blijkt, dat er onderscheidene leden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1875 | | pagina 3