De Voorzitter. Dit is juist. Er zal hier nog de rente van ƒ20000 moeten worden uitgetrokken. De heer Van der Lith. Dus dat zal moeten zijn 400 over het half jaar. Met die aanvulling wordt de post goedgekeurd. Nos. 26 en 27 worden aldus goedgekeurdOpbrengst van grasverpach tingen ƒ192; Pacht van de jacht en visscherij ƒ806.50. No. 28. Ontvangsten, resultaat van een afzonderlijk beheer: a. gasfabriek ƒ53000; b. gemeente-apotheek ƒ650. De heer Debcksen. Ik doe een verzoek pour acquit de conscience, daar ik anders genoodzaakt zou zijn tegen het artikel in zijn geheel te stemmen, om de winst van de gasfabriek. Ik zie namelijk ook melding gemaakt in de Memorie van toelichting van ontvangst van de gemeente-apotheeken aangezien ik daar niets tegen heb, zou ik, om niet tegen den geheelen post te stemmenverzoeken het artikel te splitsen. Ik heb vele jaren tegen het bedrag van de overwinst der gasfabriek gestemd, en zal dit natuurlijk weer doenniettegenstaande mijne oprechte dankbaarheid voor de prijsverminde ring waartoe de Eaad dezer dagenop voorstel van Commissarissenbesloot. De post alzoo gesplitst zijndewordt de opbrengst van de gasfabriek af zonderlijk in stemming gebracht en goedgekeurd met 22 stemmen tegen 1, die van den heer Dercksen. De Voorzitter. De heer Dercksen zal er zeker niets tegen hebbenals het ander gedeelte van den post bij acclamatie wordt goedgekeurd. De heèr Dercksen. Ik heb er niets tegeD. Met het tweedehierboven bedoelde gedeelte, wordt de post goedgekeurd. No. 29 wordt aldus goedgekeurdBaggeren in de wateren de gemeente toekomende 3700. No. 30. Ontvangsten bij de Commissie van Fabricage ƒ1250. De heer Le Poole. In de sectie, waarin ik de eer had zitting te heb ben is door een van de ledendezelfde die heden morgen over de contröle bij de fabricagewerken gesproken heeftgevraagd of er geen controle be stond op de ontvangsten hier bedoeld. Ik herhaal hier met opzet die vraag, omdat er voor 1875 de som van ƒ300 is uitgetrokken, en er tot heden slechts ƒ53,25 is ontvangen, wegens houthak of takkebossen, welke ont vangst meer thuis behoort op volgn. 24//opbrengst van den houthak.". Ik doe die vraag met te meer aandrang, omdat er in dit jaar belangrijke werken zijn afgebroken of hersteld, zooals de bruggen aan de Mare en het Leider- dorpsohe hek, en de school le klasse voor jongens. Waar is de afbraak van die kostbare panden gebleven, en zop het niet mogelijk zijn dat er vóór dat men begon af te breken, van zoodanige afbraak een behoorlijke staat opgemaakt werddie naar de stadswerf gebracht werdten einde te con- stateeren, of alles behoorlijk inkomtP Zou daar niet de architect of een opzichter mede kunnen worden belast? De Voorzitter. Ik kan begrijpen, dat eene zoo luttele-ontvangst den heer Le Poole bevreemdt. Maar als hij meent, dat alle voorwerpen van eene afbraak afkomstig, aan de werf ten goede komendan vergist hij zich. Immers, zooals uit alle bestekken van aanbestedingen blijkt, komt de af braak ten goede aan den aannemer. De beambte overigens, die met de controle belast is, geniet ons vertrouwen geheel. De heer Le Poole. Ik dank u voor de inlichtingen, mijnheer de Voor zitter. De post wordt goedgekeurd. Het hoofdstuk wordt met algemeene stemmen aangenomen. Hoofdstuk IV. Ontvangsten van verschillenden aard en toeval lige BATEN. Nos. 3134 worden aldus goedgekeurd: Tienden, cijnsen en erfpachten ƒ1350; Pacht of opbrengst der bank van leening Nihil; Pacht of opbrengst van de haardasch, vuilnis-, bagger- en dergelijke mestspeciën 4377; Boe ten van politie, nationale militie enz. 200. No. 35: Boeten wegens overtredingen in zake van plaatselijke belastin gen 25. De heer Goudsmit. Het is eene kleine som. Ik moet erkennen dat, daarnaar te oordeelen er hier in de stad eene zoo groote eerlijkheid heerscht, als wellicht nergens aangetroffen wordt. De heer De Fremery. Het is zeer begrijpelijk, dat bij het opmaken der begrooting voor dezen post geen hooger cijfer kon worden uitgetrokken omdat geen andere boeten kunnen worden ingevorderd dan die, welke ver schuldigd zijn door overtreding van de plaatselijke belasting op de honden. De Voorzitter. De hondenbelasting is een van de artikelenwaarvoor nog al boete wordt beloopen. Maar meestal wordt subsidiaire gevange nisstraf toegepast. De post wordt goedgekeurd. Nos. 3643 worden aldus goedgekeurd Teruggave van het rijk wegens bij voorschot verstrekte reisgelden aan militie-plichtigen ƒ50; Teruggave van verplegings- en transportkosten van krankzinnigen en kinderen van gevangenen ƒ155; Bijdrage van het rijk in de kosten van het middelbaar- onderwijs 7000Andere ontvangsten, niet tot de vorenstaande behoorende ƒ500; Teruggave van zegelgelden voor quitantien der plaatselijke belastingen 350; Opbrengst van faecale stoflen (stelsel Liernur) 450; Opbrengst wegens de afgifte van duinwater ƒ3000; Pensioens-bijdragen van gemeente ambtenaren Memorie. Het hoofdstuk wordt met algemeene stemmen aangenomen. Hoofdstuk V. Buitengewone Ontvangsten. De Voorzitter. No. 44Opbrengst van den vérkoop van gemeente eigendommen, van boomen enz. ƒ150, zou ik nog willen aanhouden, aan gezien daarbij casu quo de quaestie van de Morschpoort zal kunnen te pas komen. Dienovereenkomstig wordt besloten. Nos. 4548 worden aldus goedgekeurdAflossing op hypotheken en obligatien ƒ1000; Afkoop van grondrenten, tienden enz. ƒ10; Subsidie in de verpleging van arme krankzinnigen ƒ900; Tegemoetkoming in de gewone kosten van het lager onderwijs ƒ2000. De Voorzitter. No. 49. Verkoop van inschrijvingen op het grootboek der nat. werkelijke schuld 2^ pCt. ƒ20000, is nu vervallen. Nos. 5052 worden aldus goedgekeurd: Renten wegens op prolongatie uitgegeven gelden ƒ50; Teruggave van voorschotten uit de gemeentekas 7000; Ontvangsten voortvloeiende uit het beheer van de voormalige admi nistratie der Vereenigde Gast- en Leprooshuizen ƒ3230.80. De Voorzitter. De eindstemming over het hoofdstuk zal nu moeten aangehouden worden. Burgemeester en Wethouders zullen inmiddels opmaken de eindcijfers in uitgaaf en ontvangstom op morgén de begrooting in be handeling te nemen en vast te stellen. De heer Cock. Het spijt mij, maar ik zal morgen waarschijnlijk niet kunnen tegenwoordig zijn, wegens eene vergadering van Rijnland, voor de behandeling der begrooting van dat waterschapen morgen avond bestaat voor mij dezelfde moeielijkheid. De heer Bijleveld. Het spijt mijmaar ook ik heb ambtsbezigheden die mij wellicht zullen verhinderen tegenwoordig te zijn. De heer Seelig. Ook ik zal helaas morgen niet kunnen tegenwoor dig zijn. De vergadering wordt vervolgens gesloten en de volgende zitting bepaald op Vrijdagdes namiddags te drie uren. Zitting Tan Vrijdag 30 October 1815, geopend 's namiddag» le 3 uren. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. Van den Brandeler. Tegenwoordig dé heeren Hartevelt, Suringar, Van der Zweep, Van Hettinga Tromp, Goudsmit, Juta, Librecht Lezwijn, De Fremery, Van Wensen, Krantz, Van Iterson, Van Heukelom, Van der Lith, Driessen Dercksen, Cock, Du Rieu, Scheltema, Verster, Bijleveld, Le Poole en Van den Brandeler. De heer Eigeman gaf kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zittingen van Donderdag 28 October II. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat is ingekomen eene missive van de Rijks- Adviseurs voor de monumenten van geschiedenis en kunst. Die missive is van den volgenden inhoud: «Den Haag, den 28 October 1875. De Rijks-Adviseurs voor de monumenten van geschiedenis en kunst hebben vernomen dat door eenige leden van den Leidschen Gemeenteraad een amen dement op de ontworpen stedelijke begrooting voor 1876 is ingediend, tot strekking hebbende om niet alleen te doen schrappen een post groot ƒ750 tot onderhoud en herstel der Morschpoortmaar ook om het poortgebouw zelf onder den moker te doen vallen. De Rijks-Adviseurs achten het hun plicht u te wijzen op de belangstelling welke de Morschpoort uit een architectonisch en artistiek oogpunt verdient en u in overweging te geven, geen gevolg te schenken aan het noodlottig denkbeeld om dit gebouw te sloopen. De Morschpoort, welke van 1669 dagteekent, is een sierlijk gebouw, opgetrokken in den levendigen, echt Dationalen stijl, die gedurende de XVIe en de XVIIe eeuw, in de glansperiode der Nederlandsche kunst, ge bruikelijk was en nog heden ten dage bewondering inboezemt en luide getuigt van den smaak en van den kunstzin onzer voorouders. Bij dé constructie daarvan is hoofdzakelijk van baksteen en slechts spaarzaam van bergsteen gebruik gemaakt en desniettegenstaande heeft de bouwmeester, Willem Van der Helm, een gebouw opgetrokken, dat niet behoeft onder te doen voor zoovele duurdere gebouwen uit het buitenland, waaraan met kwistige hand natuurlijke steen is aangebracht. De smaakvolle wijze waarop de donker bruine lagen baksteen afgewisseld zijn met levendige licht gele banden van bergsteen geeft aan de poort een kleurschakeeringdiebij de vaak donkere en grauwe Nederlandsche luchtgesteldheid een uiterst ge lukkig aanzien verzekert. Niet alleen de schilderachtige kleuren doen dit gebouw uitmunten, ook de welbegrepen verhoudingen van de onderdeelen en vooral de slanke en bevallige lijnen van het koepelgebouw maken aanspraak op waardeering, de bijzonderheden eindelijk der versiering, bij name de smaakvolle orne- mentatie van de frieze onder de daklijst van den koepel, mogen als staaltjes van uitnemend architectonisch talent géroemd worden. In hare soort behoort de Morschpoort gerangschikt te worden onder die gebouwenwelke meer in het bijzonder de aandacht verdienen en de Advi seurs aarzelen daarom ook niet u met den meesten nadruk te verzoeken tot de instandhouding daarvan te besluiten. Zij doen dit niet alleen in het belang van onze nationale architectuur, welke gebaat wordt door het behoud van die fraaie gebouwen uit vroeger tijden die aan den hedendaagschen bouwmeester nuttige lessen kunnen geven en aan het publiek begrippen van kunst en goeden smaak kunnen geven. Ook in het belang van het aanzien uwer stad is de instandhouding der Morschpoort gewenscht. Geplaatst aan het uiteinde eener rechte straat, waarvan de min aanzienlijke huizen weinig stof tot artistieke iuboezemingen levert, biedt de Morschpoort aan het oog van den voorbijganger een aangenaam en verkwikkelijk rustpunt aan. Voor hem die zich aan den ingang der Morschstraat aan den hoek der Beestenmarkt plaatst, kan het niet twijfelachtig zijn dat de Morschpoort een perspectief aanbiedt, zóó schilderachtig als die maar zeldzaam in onze Hollandsche steden wordt aangetroffen en vrij wat aangenamer dan het een- toonig gezicht hetwelk men aan de zijde der Steenstraat in de richting der voormalige Rijnsburgsche poort ontwaart. Het sloopen der Morschpoort zou derhalve aan deze buurt der stad een waar sieraad ontnemen en er zou geen vergoeding gevonden worden in het vrij gezicht op de in schuine richting geplaatste massive infirmerie, een gezicht dat ook zonder opruiming der poort verkregen kan wordenwanneer men een daartoe geschikte plaats inneemt. Het mag hier vermeld worden dat het departement van oorlog aan het plan dezer infirmerie belangrijke wijzigingen heeft doen ondergaanten einde dit gebouw in harmonie te brengen met de omgeving en bij name met de Morschpoort. Zoowel het architectonisch en artistiek belang als dat van de fraaiheid uwer stad pleiten voor het behoud der poort.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1875 | | pagina 16