I
De Voorzitter. Ik erken dat de opmerking van den heer Du Hleu
niet ongegrond is, maar ik moet toch verklaren dat de ondervinding
geleerd heeft, dat, hoe langer de naam eener straat ia, bij des te minder
geheel genoemd wordt. Ik doe opmerken dat de bewoners der Celle-
broêrsgraclit om den naam van Kaiserstraat verzocht hebben. Bovendien
acht ik de bijvoeging, die de heer Dn Rieu wenscht, niet noodig, want
iedereen weet wie Kaiser is geweest. Ik vrees ook dat men nimmer de
Frederik Kaiserstraat zal noemenmaar wel Kaiserstraat. Het is wenscbelijk
dat men de namen van straten zoo kort mogelijk make.
Mag ik vragen of de heer Du Rieu het bepaalde voorstel doet om aan
de Cellebroersgracht den naam van Frederik Kaiserstraat te geven?
De heer Du Rieu. Ik zou het gaarne zien en doe derhalve daartoe het
voorstel.
Dat voorstel wordt voldoende ondersteund.
De Voorzitter. Daar het voorstel genoegzaam ondersteund is, zal ik het
in stemming brengen, hoewel met leedwezen, omdat het naambordje reeds
gereed is.
Het voorstel van den heer Du Rieu, in omvraag gebracht, wordt verwor
pen met 9 tegen 7 stemmen.
Voor stemden: de heeren Scheltema, Van Hettinga Tromp, Seelig, Su-
ringar, Juta, Du Rieu en Van Wensen.
Met algemeene stemmen wordt hierop de voordracht aangenomen van
Burgemeester en Wethouders, strekkende om te besluiten dat de Cellebroers
gracht in het vervolg zal worden genoemd: Kaiserstraat.
VII. Verzoek van Bestuurders van het Departement Leiden der Maat
schappij tot Nut van 't Algemeen, ter bekoming van gemeentegrond.
(Zie Handd. 29, n°. 196.)
De conclusie van het rapport van Burgemeester en Wethouders, waarmede
de Commissie van Financiën zich vereenigt, wordt zonder beraadslaging
met algemeene stemmen aangenomen.
VIII. Verzoek van D. J. Van Dalfsenom ontslag als hulponderwijzer
aan de school n°. 1 voor minvermogenden.
(Zie Handd. 29, n°. 200.)
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders, om den adressant het ge
vraagd ontslag tegen 1° September e, k. eervol te verleenen, wordt zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
IX. Verzoek van R. M. Beuth en Zn., om eene waterlozing te leggen
naar het Rapenburg.
(Zie Handd. 29, n'. 199.)
De conclusie van het rapport van Burgemeester en Wethouders om de
gevraagde vergunning te verleenen, wordt zonder beraadslaging met alge
meene stemmen aangenomen.
X. Verzoek van J. Levedag, om een stoep te leggen aan de Langebrug.
De Voorzitter. Dit stuk nog niet gedrukt zijnde maar in de leeskamer
ter visie liggende, zal ik de strekking er van aan de vergadering mede-
deelen. De adressant wenscht eenvoudig 6 of 4 treden van zijn huis aan
de Langebrug, die wijlen de heer Siegenbeek indertijd heeft laten maken,
in een hardsteenen stoep te veranderen. In de tweede plaats verzoekt hij
om daar te maken een ingang naar zijn bierkelder met schuinen toegang.
Zonder beraadslaging en met algemeene stemmen wordt het verzoek toe
gestaan.
XI. Voordracht tot verkoop van Inschrijving op het Grootboek.
(Zie Handd. 29, n*. 198.)
De conclusie van het rapport der Commissie van Financiën, om over tè
gaan tot den verkoop van inschrijving tot een nominaal bedrag van 11500,
tot vinding der kosten van het dempen der Minnebroers- en Cellebroers-
grachtenwordt zonder beraadslaging met algemeene stemmen aangenomen.
XII. Rekening van ontvangst en uitgaaf der gemeente over 1874.
(Zie Handd. 29, n°. 201.)
De conclusie van het rapport der Commissie van Financiën, tot voorloopige
vaststelling der rekening, wordt zonder beraadslaging met algemeene stem
men aangenomenhebbende de Wethouder De Fremery en de Voorzitter
zich buiten stemming gehouden.
XIII. Rekening van Vrouwen Kraammoeders.
(Zie Handd. 28, n°. 192.)
Het voorstel der Commissie van Financiëntot goedkeuring dier rekening,
wordt zonder beraadslaging met algemeene stemmen aangenomen.
XIV. Rekening van het R. Kath. Armbestuur.
(Zie Handd. 28, n°. 193.)
De conclusie als voren wordt op gelijke wijze aangenomenhebbende de
heer Van Wensen vóór de behandeling daarvan de vergadering verlaten.
XV. Rekening van het R. Kath. Wees- en Oudeliedenhuis.
(Zie Handd. 28 n°. 194.)
De conclusie als voren wordt op gelijke wijze aangenomen.
Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering
gesloten.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.