besloten water, als de scbuitenvaart voor korter of langer tijd wordt ge
stremd. Hoe kort de stremming duurt, zij kan plaats vinden in tijden,
waarin op bet ruim bezit van zuiver drinkwater juist hooge prijs te stel
len is.
Andere, bovendien tegen de permanentie van den bestaanden maatregel
aan te voeren bedenkingen gaan wij voorbijom stil te staan bij deze
voorname: de watervoorraad.
Met de beschikbare middelen zijn per jaar aan te voeren ruim 15 millioen
liters. Wij hebben daarop reeds vroeger gewezen, ten betooge der onver
mijdelijkheid om de verstrekking te beperken tot het strikt benoodigde
voor levensbehoefte.. Stel deze zoo klein mogelijk, b. v. op drie liters daags
dooreen per hoofd, dan zonden voor de bevolking van 40,000 zielen van
Leiden, 120,000 liters daags noodig, en dus met genoemden voorraad slechts
gedurende vier maanden in het strikt benoodigde te voorzien zijn.
Wel is waar zijn de aanvoermiddelen voor uitbreiding vatbaar, doch niet
in die mate, om, bij algemeen gebruik van duinwater, de krachten der
exploitatie gelijken tred te doen houden, met de in billijkheid te stellen,
en voor den algemeenen gezondheidstoestand hoogst wenschelijke, ruime
toename van de eischen der bevolking.
Die cijfers zijn te welsprekendom verder betoog te vorderen van het
onhoudbare van den bestaanden toestand, als maatregel van duurzamen aard;
als moetende een dergelijke aan den eiscb beantwoordenom ten allen tijde
en zonder eenige kans van belemmering, op eene voor het publiek gemak
kelijke wijze, in alle huisselijke behoeften ruim te voorzien.
Op deze overwegingen gegrond, zijn wij overtuigd het algemeen belang
te bevorderendoor onze aanbevelingom op de eerstgestelde vraag der
Commissie toestemmend te antwoorden; derhalve, mede te werken tot eene
beslissing van den gemeenteraad in dien zindat het welbegrepen belang
der bevolking vordert, om op ruimer schaal dan tot heden geschiedde, van
gemeentewege te voorzien in de middelen tot verkrijging van zuiver drink
water.
Mocht de gemeenteraad dienovereenkomstig beslissendan ligt voor de
handna al de ondervonden bezwaren tegen de toepassing van andere maat
regelen, dat het tot stand brengen van eene duinwaterleiding de eenige
doeltreffende uitweg zal zijn:
De Commissie heeft bij haar rapport overgelegd eene memorie van toe
lichting met begrooting van kostenbetreffende de herziene ontwerpen van
1869 van Professor Henkett, voor eene duinwaterleiding naar Leiden. Vol
gens die raming zouden de kosten van aanleg, met inbegrip van die voor
het pijpennet tot distributie van het water door de stad, de aanzienlijke
som vorderen van ƒ1.850.000; of, wellicht wat minder, gelet op de sedert
lager geworden ijzerprijzen.
De Commissie heeft echter ook de vraag besproken, of onze stad zich
niet zou kunnen, mogen en moeten tevreden stellen met eene beperkter
inrichting, en daarbij het oog diende te vestigen, niet op hetgeen in groote
en rijke gemeenten met zekere weelde is daargesteld, maar op kleinere en
minder aanzienlijke plaatsenwaar de zaak op practische wijze door middel
van particuliere krachten is opgelost. Daartoe heeft zij de aandacht geves
tigd op de bestaande leidingwelke den Helder en het Nieuwe Diep van
duinwater voorziet, en door eene maatschappij voor ongeveer f 150,000 is
fot stand gebracht.
In onze plichtmatige bemoeiingen, met het doel verbetering te brengen
in de voor Leiden gevolgde wijze van wateraanvoer, zijn wij door eene toe
vallige omstandigheid gebracht tot bijzondere beschouwing van het voor en
tegen der Heldersche leiding, wat het toepassen betreft van hare inrichting
voor de behoefte van onze stad.
Ons werd namelijk door een geacht ingezeten van Leiden gewezen op
het bestaan van een krachtigen en onafgebroken ruim vloeienden waterstraal,
uit eene onbeduidende greb in eene Katwijksche zanderij ontspringende.
Niettegenstaande het in den omtrek bijna twee maanden achtereen niet
noemenswaardig had geregend, leverde die straal ruim 8000 liter per uur
aan water; weshalve onze waterschuiten in drie uren, d. i. in den tijd
daartoe gemiddeld te Leiduin noodig konden gevuld worden terwijl de reis
van Leiden uit naar de bron en terug slechts 5 a 6 uren zoude vorderen
in stede van het dubbele van dien tijd voor het afhalen van Leiduin ver-
eischt.
Met het oog op de besparing aan tijd, aan schippers- en jaagloonen, en
wellicht aan het kostende van het water, moesten wij het gewicht der aan
wijzing ten volle erkennen. Het aan den straal in geringe hoeveelheid aan
vankelijk opgevangen water bleek kristal helder te zijn. Ook gat het schei
kundig onderzoek een bevredigend getuigenisdoch toen het water op ruimer
schaal was afgehaaldwerden daarin insecten waargenomen welke de voor
ziene onvermijdelijkheid bevestigden, om filtreerinrichtingen te plaatsen.
Alvorens verder te gaan moesten wij ons ook vergewissen omtrent de
mogelijkheid, om met den eigenaar der zanderij en met de bezitters der
omliggende gronden billijke overeenkomsten aan te gaan, ter verkrijging
van zekerheid, dat het direct benoodigde terrein gedurende langen tijd ter
beschikking van onze gemeente zou geraken en dat in den omtrek geen
afgravingen of andere werken zouden plaats vinden, van nadeeligen invloed
op den geregelden wateraanvoer.
Onze voortgezette onderzoekingen deden op dat gebied bezwaren van
onderscheiden aard kennendoch brachten ons daarentegen in de duinen op
een vlak dat voor billijken prijs als te koop aangewezen en zonder veel
bezwaar in verbinding te brengen met den Wassenaarschen grintweg, ons
voorkwam aan alle eischen te voldoenomin verband met de omliggende
heuvels behoorende tot 's Rijks domein als voedingsbronnente dienen tot
den aanleg der voor eene geregelde waterleiding naar Leiden gevorderde
werken.
Tegenover die toevallige vondst de overweging stellende, dat om in de
behoefte onzer gemeente op duurzame wijze te voorzien buiten het bezit
van eene waterleiding elk ander middel slechts een meer of minder kostbaar,
doch onvoldoend surrogaat zal zijn en blijven, zagen wij bij ons de vroeger
herhaaldelijk besproken wenschen naar zulk bezit verlevendigd.
Had reeds voorheen de bekende eenvoudige inrichting der Heldersche
duinwaterleiding de aandacht getrokkenin toenemende mate werd zulks het
gevaltoen wij door de bereidvaardigheid van baren directeur en van den
technischen ingenieurin staat waren gesteld de bestaande werken in oogen-
schouw te nemenalle noodige inlichtingen te bekomen en ons te overtui
gen van het eenvoudige en doelmatige der geheéle inrichting.
Met erkentelijkheid noteeren wijdat die bereidwilligheid zich verder heeft
uitgestrekt tot eene opname door dien ingenieur van het besproken terrein
in de duinen van Katwijkdat ook door hem volkomen geschikt werd ge
acht voor het beoogde doelalsmede tot medewerking zijnerzijds in het
ontwerpen van een plan der daar ten behoeve van Leiden aan te leggen
waterwerken.
Daarop gegrond heeft vervolgens op onze uitnoodiging de Gemeente
architect, de heer Schaap, zich met loffelijken ijver onledig gehouden met
het bewerkstelligen en opmaken van de vereischte waterpassingenteekenin-
genbegrootingenenz. benevens van eene memorie van toelichting waar
van wij de uitkomsten in nevensgaande stukken de eer hebben aan te
bieden.
Blijkens die bescheiden kan, bij toepassing van het Heldersche stelsel,
eene doelmatige aan alle billijke eischen voldoende waterleiding, van uit de
duinen te Katwijk tot aan de stad Leiden, voor de somma van ƒ250,000
worden tot stand gebracht, waaronder begrepen de geraamde uitgaven a jz
ƒ5000, voor den aankoop van het benoodigde aan particulieren toebehoorende
terrein, en a /T000 voor den aanleg van een toegangspad daarheen van uit
den Wassenaarschen grintweg, terwijl voorts gerekend is op de kostelooze
beschikking over den omringenden duingrond van het Rijksdomeinten
einde verzekerd te zijn van den duurzamen aanvoer van water naar de te
graven ontvangstputten.
Eens in het bezit van de waterleiding zal een punt van onvermijdelijk
latere zorg uitmaken, dé verspreiding van het water door de geheele stad.
Volgens de memorie van toelichting heeft de ontwerper zich voorloopig be
paald tot éene begrooting van kosten, voor de verlenging van de aanvoer-
buis tot aan de Beestenmarktvoor het van daar doen uitgaan van vijf
hoofdbuizen langs de Haarlemmerstraat tot de Haven, langs de geheele
Oude Vest, langs de Breêstraat tot aan het einde van de Hoogewoerd,
langs het Rapenburg en langs de Heerengracht; en eindelijk, voor het in
verbinding brengen van die hoofdbuizen met de aanwezige reservoirs, en
heeft hij die kosten, ruim genomen gesteld op ƒ150,000, uitmakende met
die waarop de aanleg tot aan de stad geraamd, de totale som van ƒ400,000.
Ten opzichte van verdere bijzonderheden, vermeenen wij te kunnen vol
staan met eene verwijzing naar de aangeboden bescheiden.
Ook wij zouden ongaarne in het minste te kort doen aan de hooge
waarde der vroeger in overweging genomen plannen, om onze stad van eene
duinwaterleiding te voorzien, doch hebben rekening moeten houden met de
begrootte aanzienlijke uitgaven; terwijl wij evenzeer als de meergemelde
Commissie van rapporteurs, zouden wenschen het doel bereikt te zien, door
particuliere middelenmet krachtige ondersteuning van gemeentewege in den
vorm van eene billijke rentegarantie, of, zoo mogelijk, van periodiek ver
minderende subsidiën.
De bevredigende uitkomsten der Heldersche onderneming, welke niet
alleen den Helder en het Nieuwe Diep, maar ook de vele daar aankomende
en vertrekkende schepen van zuiver drinkwater voorziet, strekken tot vol
doende aanbeveling van het hierbij aangeboden plan.
Ons vleiende met uwe ondersteuning en met eene beslissing in den door
ons aanbevolen zin op punt 1 der conclusie van meergemelde Commissie
onderschrijven wij gaarne het nemen van een besluit door den gemeenteraad,
als in punt 2 van die conclusie omschreven.
Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz:
en Wethouders.
N°. 193. Leiden, II Augustus 1875.
De Commissie van Financiën heeft onderzocht en goedbevonden de in
hare handen gestelde rekening en verantwoording van Vrouwen Kraammoeders
over 1874. Zij heeft de eer u te raden die goed te keuren: de ontvangsten
op eene som van ƒ3377.01 J, de uitgaven op eene som van ƒ2095.782;
alzoo opleverende een batig saldo van ƒ1281.23, onder bepaling dat daarvan
in de eerstvolgende rekening verantwoording zal behooren te worden gedaan
mitsgaders van hetgeen is aangewezen als nog te ontvangen of te verhalen,
ten beloope van 4.50.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz.
N#. 193. Leiden, 11 Augustus 1875.
De Commissie van Financiën geene bedenkingen hebbende op de in hare
handen ten fine van onderzoek gestelde rekening der inkomsten en uitgaven
van het R. C. Armbestuur over 1874, heeft de eer u te raden die goed te
keuren: in ontvangst ad /9991.00, in uitgaaf ad ƒ10311.93; alzoo ople
verende een nadeelig saldo van ƒ320.93, hetwelk in de eerstvolgende reke
ning in uitgaaf zal worden geleden.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz.
N°. 191. Leiden, 11 Augustus 1875.
De Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handen gestelde
rekening der inkomsten en uitgaven van het bestuur van het R. C. Wees-
en Oudeliedenhnis alhier, over den dienst van 1874 en daarop gcene beden
kingen gevonden.
Zij heeft de eer u te raden die goed te keurende ontvangsten ad
21779.85, de uitgaven ad ƒ21745.70, alzoo opleverende een batig saldo
van ƒ34.15, waarvan in de eerstvolgende rekening verantwoording zal be
hooren te worden gedaan.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.