1 HiSDELira TUI DIM GEMEENTERAAD VAN LUIER. 16. INGEKOMEN STEKKEN, ter iflzage van de leden nedergelegd. N". 91. Leiden, 30 April 1875, 17 N#. 89- Leiden, April 1875. De Commissie van Financiën geene bedenkingen hebbende tegen de in hare handen gestelde rekening der StaderBank van Leening over 1874, heeft de eer u te raden die goed te keuren, in ontvangst ad ƒ259613.29 in uitgaaf ad ƒ286241.34, glzoo opleverende een batig saldo van 23871.95 hetgeen bij dg eerstvolgende rekening in ontvangst zal moeten worden ver antwoord. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, en?. N°. Leider», 30 April 1875, De Commissie van Financiën, in wier handen werd gesteld, ter» fine van bericht en raad, de rekening van de stedelijke gasfabriek over 18f4, heeft de eer u te berichtendat zij daarop geene aanmerking heeft en raadt u die op te nemen en goed te keurenals 1° van de gasfabriekin ontvangst tot eene som van 214418.61|in uitgaaf tot eene som van 191848.88, sluitende met een voordeelig saldo van 22569.73^; 2° van het reservefonds: in ontvangst ten bedrage van ƒ41001.25, in uitgaaf ten bedrage van f 35746.30sluitende met een voordeelig saldo van ƒ5254,95, welke beide voordeelige sloten de rendanten in hunne respectieve eerstvol gende rekeningen gehouden zijn in ontvangst te verantwoorden. De Commissie stelt u tevens voor, ter voldoening aan art. 11, 3e alinea der verordening van 14 Mei 1858 (Gembl. n°. 1), de winst over dat jaar, ten bedrage van 36597.05^ te storten in de gemeentekas op den dienst van den jare 1874 en daarvan aan te wenden eene som van ƒ5000 tot aflossing van schuld. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën Door Burgemeester en Wethouders wordt bij het in onze handen gesteld rapport yan 19 April jl. in overweging gegeven om de beide voorstellen van Commissarissen der Bank van Leening, strekkende om het kapitaal der gemeente in de Bank te verminderengoed te keurenonder overlegging van drie suppletoire staten van begrooting, dienst 1875. Evenzeer als Burgemeester en Wethouders kunnen wij ons met de voor stellen van Commissarissen der Bank van Leening vereenigenterwijl mede tegen de vaststelling yan de overgelegde suppletoire staten van begrooting bjj onze Cpmiflissie geene bedenkingen bestaanmet uitzondering wat betreft den staat vermeld sub 5, ten aanzien van het voorstel om de Onvoor ziene Uitgaven met ƒ500 fp yerhpogen. Op grond dat de begrooting wegens de huur der lokalen van de Bank moet worden verhoogd met f 900 en de uitgaven voor onderhoudgrond belasting en brandassurantie te zamen geraamd worden op 400wenschen Burgemeester en Wethouders, ten einde de begrooting te doen sluiten, het verschil ad ƒ500 te brengen op den post voor Onvoorziene Uitgaven. Hoezeer daartegen op zich zelve geen bezwaar zoude bestaanzoo komt het ons evenwel regelmatiger voor het verschil tusschen ontvangst en uit gaaf te vereffenen door middel van eene vermindering van de raming der rente van het kapitaal der gemeente in de Bank, opgenomen onder Hoofd stuk III, Art. 4, volgn. 25, Renten van Kapitalen, en de thans uitge trokken som van ƒ5500 alzoo te brengen op ƒ5000, waardoor het totaal van volgn. 25 wordt ƒ17431.99. Wanneer namelijk voor het gebrgjk der lokalen door de Bank aan de gemeente huur wordt betaald, dan kan de som van ƒ500, die na aftrek van de kosten voor onderhoudassurantie enz. overblijft, niet beschouwd worden als eene nieuwe bate welke aan de ge meente toevalt, maar als eene zelfde bate onder een anderen naam; het inkomen van het bankkapitaal zal met dat bedrag worden verminderd, en de door de gemeente genoten wordende rente alzoo in evenredigheid lager worden. Wij stellen mitsdien uwe vergadering voor den overgelegden staat in bovenstaanden zin te wijzigen en overigens de voorstellen aan te nemen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N°. 92. Leiden, 1 Mei 1875. Wij hebben de eer u hierbij over te leggen het rapport der Commissie van Fabricage op het adres van Johannes Van Tongeren alhier, daarbij verzoekende om uit zijne huizen aan het Levendaal nos. 106 en 108 een riool te mogen doen makenuitloopende in het water van genoemde gracht. Ons met dat advies vereenigendenemen wij de vrijheid u te raden des adressants verzoek tot wederopzeggens in te willigen en onder voorwaarde dat het riool gelegd worde onder toezicht van den gemeente-architect en tegen betaling der rechten bepaald bij art. 3nos. 911, 15 en 16 van het tarief van 5 Maart 1857. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 22 Maart 1875. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de ondergeteekende Johannes Van Tongeren, wonende aan de Vliet te dezer stede: Dat hijuit zijne hem in eigendom toebehoorende panden gelegen aan het Levendaal, wijk 6, nos. 508 en 509 een riool wenschte te mogen doen leggen, ten einde daar door een geregelden afvoer van faecale stoffen te verkrijgenwelke afvoer zooals de daarstelling thans is wordt verhinderd door een der eigenaren van in de nabijheid gelegen panden. Dat hij daartoe de toestemming van UEd.-Achtbaren behoeft, en daarom door deze verzoekt. 't Welk doende Aan HH. Burgemeester en Wet- Joh. Van Tongeren. houders alhier. 1875. Leiden, 14 April 1875. De Cqrnmissie van fabricage heeft de eer op het request van J. Van Tongeren te berichtendat bij een plaats gehad hebbend onderzoek door den gemeente-architect voldoende gebleken is, dat vopr de pan den reques- trant toebehoorende vier woonhuizen op bet Levendaal, nabij dé Kraaier- straat feitelijk de gelegenheid is benomen om het riool, waarin de faecale stoffen rnopten (iitloozente doen ruimenomdat het ligt in een steen- kolenpakhuis van een anderen eigenaar, die zelfs den toegang tot een bloot onderzoek naar den toestand YPn het riool t weigert, Ng het beweerde recht tot het doen ruimen alleen kan verkregen worden door eene rechts vordering, waaraan tijdmoeite en kosten verbonden zijnis het meest gepaden eene uitloozing tg verkrijgen door de straat naar hef Levendaal waartegen te minder bezwaar bestaat, omdat dg stad?rioleq daarop nipt loozen en onderscheidene fabrieken het grachtwater aldaar verontreinigen. Om die redep heeft de Commissie van Fabricage geen bedenking tegen het verzoek, tot het leggen van een riool, voor rekening van den eigenaar, uit de huizen op het Levendaal, wijk 3, nos. 508 en 509 (straatn. 106 en 108) naar het Levendaal, mits tot wederopzeggens toe en onder toezicht van den gemeente-architect, alsmede tegep betaling der rechten bepaald bij art. 3, nos. 9, 1)15 en 16 van het tarief vastgesteld den 5den Maart 1857. Aan HII. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. N°. 93. Leiden, 1 Mei 1875. Door HH. Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland is, ten einde eene verbeterde waterafvloeiing van het noorderdeel van Rijnland te verkrijgen door verruiming van de Maandagsqhe en Dinsdagsche wateringenhet ver zoek gedaan om den afstand in eigendom van een gedeelte gronds aan Haarlem en deze gemeente behoorendeter grootte van 225 centiarente gen den koopprijs van ƒ90 berekend naar ƒ4000 per hectare. Het daarop door ons ingewonnen rapport der Commissie van Fabricage, Waarmede wij ons vereenigenwordt hierbij overgelegd. Wij nemen alzoo de vrijheid u te raden bedoelde gedeelte gronds aan het Bestuur van Rijnland in eigendom af te staan onder de yporwaprdep en tegen den koopprijs ip het rapport der Commissie nader opschreven, Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 28 April 1875. Bij eene plaatselijke opneming en uit inzage van het plan en verkregen toelichtingenten aanzien van de ontworpen verbeterde waterafvloeiing van het noorderdeel van Rijnland, door verruiming van de Maandagsche en Dinsdagsche wateringen onder de gemeente Noordwijk, is de behoefte ge bleken aan grond, in eigendom toebehoorende aan de gemeenten Leiden en Haarlemter grootte van 225 centiarenomschreven bij de missive van HH. Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland, van dep 28 Maart dezes jaars, n°. 15/377, qp aangeduid op het daarbij gevoegd Apartje. De afstand van dien grond beeft geen be?waar voor de Haarlemmertrek vaart, den rijweg of het jaagpad, omdat pi de kosten van afgraving, ver wijding en verbreeding der brug komen voor rekening van het daarbij betrokken polderbestuur. De koopprijs is bepaald op ƒ4000 per hectare of 40 cents per centiare, overeenkomende met het 25-voudig bedrag der recog nitie van l\ cent per centiare 'sjaars, die berekend wordt voor het in gebruik geven van gronden langs de Haarlemmertrekvaart. Afstand in eigendom is nu mogelijk geworden door het raadsbesluit van 24 Juni 1872, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, den 29 Juli d. a. v., waarbij machtiging is verleend, om het gemeen schappelijk belang tusschen de gemeentebesturen van Leiden en Haarlem te regelen. De Commissie van Fabricage heeft dientengevolge de eer voortestellen dat aan het Hoogheemraadschap van Rijnland in eigendom wordt afgestaan 225 centiaren grond van de perceelen bij het kadaster der gemeenten Noord- wijk en Voorhout, bekend onder Sectie L, n°. 75 en Sectie A, n°. 993 onder de volgende voorwaarden 1°. dat de vergraven specie komt ter vrije beschikking van de gemeente Leiden 2°. dat het onderhoud der nieuwe brug, de opritten enz. blijft buiten kos ten van de gemeente Leiden; 3°. dat de noodige ontgraving, het ontruimen der oude er. het leggen der nieuwe brug geschieden buiten hinder van het onbelemmerd gebruik van den weg en het pad langs de Haarlemmertrekvaart; 4°. dat de overdracht in eigendom plaats heeft tegen betaling van eenen koopprijs van negentig gulden, benevens de daarop loopende kosten. De Commissie van Fabricage, enz. Leiden, 8 Mei 1875. De Commissie van Financiën vereenigt zich met de voordracht vpp Bur gemeester en Wethouders, betrekkelijk den afstand van een gedeelte gronds aan de Haarlemmertrekvaart, ten behoeve van eene verbeterde jwaterafvloeiing van het noorderdeel van Rijnland en heeft alzoo de eer tot góedkeuring van die voordracht te adviseeren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. N°. 94. Leiden, 3 Mei 1875. Wij hebben de eer u te berichten dat wij ons vereenigen met het advies van den hoofdonderwijzer der openbare school n°. 2 voor minvermogenden op het verzoek van den hulponderwijzer J. Snijder, om tegen 1 Juni a. s. een eervol ontslag als zoodanig te bekomen. Onder overlegging dier stukken, nemen wij de vrijheid u aan te raden den adressant het gevraagd ontslag tegen gemeld tijdstip eervol te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethoudersenz.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1875 | | pagina 1