HANDELINGEN TAN DIN 6EHEEBTERAAD TAN LEIDEN. 5. INGEKOMEN STEKKEN, ter inzage van de leden nedcrgelegd. N°- S*- Leiden, 15 Februari 1875. Ter vervulling der vacature van onderwijzer der 2e klasse aan de school n°. 2 voor minvermogenden, op eene jaarwedde van ƒ600, ontstaan door liet verleend eervol ontslag aan N. P. J. Woensdregt, hebben wij, in over leg met den booidonderwijzer der betrokken school en den districtsschool- opziener, eene voordracht opgemaakt, die wij ons de eer geven u bij deze aan te bieden, met verzoek om tot de benoeming over te gaan, als: 1°. Jacob Mast, 2°. Theodorus Wilhelm Belterman, en 3°. Abraham Serné Bz.de beide eersten alhier, de laatste te Haarlem werkzaam. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 25. Leiden, 13 Februari 1875. De Commissie van Financiën, zich vereenigende met het rapport door Burgemeester en Wethouders uitgebracht naar aanleiding van het adres van den heer L. Zegers Veeckensin zake de plaatselijke directe belasting over 1874, heelt de eer u te raden overeenkomstig dat advies te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N°. 26. Leiden, 18 Februari 1875. Hoezeer reeds sedert geruimen tijd zich de behoelte heeft doen gevoelen aan het bezit van gaskronen in de Gehoorzaal ter vervanging van de tot dusverre gebruikte hulpkronenheeft menten einde de uitgaven zooveel mogelijk te beperken den aankoop daarvan steeds uitgesteld. Thans biedt zich de gelegenheid aan om de bij de jongste Acade mische feesten gebruikte kronen, die naar het algemeen oordeel bij uitstek hebben voldaanvoor de gemeente aan te koopen voor eer.e som van onge veer 1600, met inbegrip van de koopsom van een 10-tal branches benoo- digd voor de verlichting van het orchest en van den ingang der zaalop grond waarvan wij uwe vergadering in overweging geven om ons college tot dien aankoop te machtigen en te dien einde vast te stellen den hierbij overgelegden slaat van Bf- en overschrijving op de begrooting voor dit jaar strekkende om den post Hoofdstuk III, art. 1, volgn. 91 onderhoud van huizen enz., met dat bedrag te verhoogen, te vinden door afschrijving van den post voor onvoorziene uitgaven. Tot nadere toelichting zij nog opgemerkt dat bedoelde kronen ten be hoeve van de leestelijkheden bovenvermeld zijn gehuurd voor eene som van f 400, onder bepaling dat bij eventueelen aankoop de huurprijs niet bchoelt te worden voldaan. Intusschen zal ook wanneer uwe vergadering tot den aankoop besluit uit den aard der zaak wegens gebruik dier kronen moeten worden bijgedragen door de beide corporatien in overleg met wien het decoreeren van de Gehoorzaal heeft plaats gehadzoodat twee derde gedeelten van de bedongen huursom of 266 ter zake door de gemeente zal worden ontvangen, en een bedrag van ƒ400 alzoo gerekend kan worden in mindering te komen van de uitgave wegens aankoop. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 291. Leiden, 15 Februari 1875. De Commissie van Financiën heeft onderzocht den in hare handen ge stelden suppletoiren staat van begrooting van de dienstdoende schutterij dezer gemeente over het jaar 1875 en daarop geene bedenkingen hebbende, raadt zij u dien goed te keuren. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz. Memorie van loelichting tot eene svppleloire begrooling van de dienst doende schutterig dezer gemeente, dienstjaar 1875. Ten einde de oefeningen, inzonderheid die van den len ban alsook de instructie van de officierenonderofficieren en korporaals, in zooverre dit met de belemmerende bepalingenvervat in de nog vigeerende wet van 11 April 1827 (St. BI. n°. 17) te bereiken is, eenigszins gelijken tred met die van het leger te doen houden en de weinige urenwelke krachtens die wet, jaarlijks daaraan kunnen worden besteed, met vrucht te gebruiken, heeft de majoorkommandant hel noodig geacht bij de bevoegde autoriteit een officier der infanterie aan te vragen om hem in de regeling en leiding van een en ander bij te staan. Dientengevolge zal eene kleine verhooging, van de begrooting voor het loopend dienstjaar noodig zijnwaarom wij hierbij voordragen om art. 44 der uitgaven «kosten voor instructeurs" met 150 te verhoogen. Op grond der ondervinding vooral in het vorige jaar opgedaanhebben wij gemeend in de ontvangsten aan art. 3 «boeten enz." een gelijk bedrag te kunnen toevoegenzoodat de toelage uit de gemeentekas niet zal behoeven te vermeerderenen alzoo de verlangde ver hooging, als het ware, uit eigen middelen wordt gevonden. Aldus opgemaakt bij den schuttersraad der dd. schutterij te LeidendeD 26en Januari 1875. Scheltema, Voorzitter. H. W. F. Bakker, Secretaris. 1875. N°. 28. Leiden, 19 Februari 1875. Op het adres van mejuflrouw W'ilhclmina Maria Vink, hulponderwijzeres aan de openbare school n°. 1 voor minvermogendendaarbij verzoekende om als zoodanig tegen 1° April e. k. een eervol ontslag te bekomen hebben wij, onder overlegging van het daartoe betrekkelijk advies van den betrokken hoofdonderwijzer, de eer u te berichten dat wij ons daarmede vereenigen. Wij nemen alzoo de vrijheid u te raden de adressante het gevraagd eer vol ontslag tegen gemeld tijdstip te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 17 Februari 1875. Aan den Gemeenteraad. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, Wilhelmina Maria Vink, hulponderwijzeres aan de openbare school n°. 1 voor minvermogenden alhier, dat zij met den eersten April a. s. uit hare betrekking eervol ontslagen wenscht te worden. 't Welk doende enz. Aan den Gemeenteraad van Leiden. W. M. Vink. Leiden, 19 Februari 1875. Ter voldoening aan uw apostille van den 17en dezer, waarbij een verzoek van de hulponderwijzeres mejuffr. W. M. Vink, om met 1° April e. k. eervol ontslagen to worden uit hare tegenwoordige betrekkingheb ik de eer u omtrent gemeld verzoek van adressante gunstig te adviseeren. De hoofdonderwijzer der openb. Aan den heer Burgemeester school n°. 1 voor minv. der Gemeente Leiden. A. Van der Harst. N°. 29. Leiden, 22 Februari 1875. Wij hebben de eer u hierbij over te leggen de berichten van de plaat selijke commissie van toezicht en van den inspecteur van het middelbaar onderwijs omtrent den eenigen sollicitant naar de betrekking van leeraar in de Duitsche taal- en letterkunde aan de gemeente-instellingen voor hooger- eu middelbaar onderwijs alhier. Ons met die adviezen geheel vereenigende, r.emen wij de vrijheid u voor die betrekking aan te bevelen den heer Kobertus Dijkstra, thans leeraar aan de hoogere burgerschool te Sneekonder bepalingdat de uren welke voor het onderwijs aan het gymnasium en do hoogere burgerschool niet behoeven besteed te worden, beschikbaar zullen blijven ten behoeve, hetzij van de kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressenhetzij van de scholen voor meer uitgebreid lager onderwijs, met dien verstande evenwel dat de eventueel benoemde aan alle inrichtingen van onderwijs te zamen niet meer dan 24 uren 's weeks werkzaam zal zijn. Aan den Gemeenteraad.. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 30. Leiden, 11 Februari 1875. De Commissie van Financiën vereenigt zich met de voordracht van Bur gemeester en Wethouders, om de boomen op het Rapenburg tusschen de Nieuwsteeg en de Klokstceg te doen rooien en te vervangen door jonge boomenen geelt mitsdien in overweging dienovereenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. N®. 31. Leiden, 23 Februari 1875. De Commissie van Financiën kan zich bezwaarlijk vereenigen met het voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan den pikeur eene toelage van ƒ800 te verleenen. Aangenomen dat aan de universiteit noodzakelijk eene rijschool moet verbonden zijn eene quaestie die de Commissie niet te onderzoeken heeft zoo meent zij toch dat de kosten van zulk eene inrichting vreemd zijn aan de gemeentehuishouding en daarom niet ten laste van de burgers kunnen worden gebracht. Men kan het innig verband tusschen hoogeschool en gemeente erkennen, zonder daarom nog toe te geven dat de laatste behoort te betalen wat ten behoeve van eerstgenoemde bestaat. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1875 | | pagina 1