HANDELING!! VAN DEN GEBEENTERAAD VAN LEIDEN. 4. INGEKOMEN STEKKEN, ter inzage van de leden ncdergclegd. Zitting van Vrydag 5 Februari 1875, geopend 's namidda/ja te drie uren. Voorzitter t de lieer Burgemeester Dr. VV. C. Van den Brandcler. Te behandelen onderwerp. Voordracht betrekkelijk de herbesteding van de vernieuwing der Mare- poortsbrug. Tegenwoordig de beeren Stoffels, Hartevelt, Lezwijn, Juta, Suringar, Seelig, Le PooleBuys, Verster, Du Rieu, Cock Dercksen Van Heu- kelom, Van OuterenVan ItersonKrantz, De Fremery en Van den Brandeler. De heer Eigeman gaf kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonfcn. De aanteekeningen van bet verhandelde in de zitting van Donderdag 28 Januari 11. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1°. Missive van mej. S. Winkler, houdende aanneming van de betrekking van hoofdonderwijzeres aan de meisjesschool 2de klasse. Deze missive luidt als volgt: «Edel-Achtbare Meeren In antwoord op uwe missive van 28 Januari houdende de mededeeling mijner benoeming tot hoofdonderwijzeres aan de openbare meisjesschool 2de klasse in uwe gemeente, heb ik de eer UEA. te melden dat ik deze benoe ming gaarne aanneem. Tegen 1 Maart ontslag uit mijne tegenwoordige betrekking van hulponder wijzeres aan de stads-jongejuffrouwenschool te Gouda gevraagd hebbende, hoop ik met dien datum in functie te kuunen tredea. Met den verschuldigden eerbied heb ik de eer te zijn Édel-Achtbare Heeren Uwe dw. dienaresse, S. WlNKLER. Aan den Edel-Achtbaren Baad der gemeente Leiden." 2°. Missive van de Plaatselijke Schoolcommissiehoudende bericht van de benoeming van een voorzitter, vice-voorzitter en secretaris. Deze missive is van den volgenden inhoud «-Leiden, 2 Februari 1875. Wij hebben de eer u mede te deelendat in onze vergadering van beden benoemd zijn tot voorzitter der Plaatselijke Schoolcommissie alhier Dr. J. H. C. Kern, tot vice-voorzitter Dr. D. Bierens de Haan en tot secretaris Mr. F. Was. Namens de Plaatselijke Schoolcommissie alhier, F. Was, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden." Deze missives worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: i#. Suppletoirs begrooting der dienstdoende Schutterij dienst 1875. 2°. Voordracht tot verkoop van boomen op, het Rapenburg tusschen de Nieuwsteeg en de Kloksteeg. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze stukken te stellen in handen van de Commissie van Financiën. 8°. Voordracht van de Plaatselijke Schoolcommissie voor de benoeming van een lid in de plaats van den heer mr. Buys. 4°. Voordracht voor de benoeming van eene onderwijzeres 2de klasse aan de meisjesschool der 1ste klasse. Overeenkomstig de voordracht wordt besloten deze ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen. De Voohzittee. Ik moet nog aan de vergadering medcdeelen dat de heer J. C. Van de Blocquery Jr., pachter van de faecale stoften, verzameld volgens het Liernurstelselheeft bericht geen gebruik te zullen maken van de hem bij het contract verleende bevoegdheid om den termijn met één jaar te verlengen tegen betaling van ƒ0.50 pe.r 100 kilogrammen, en dat mitsdien wordt voorgesteld thans tot eene openbare verpachting over te gaan, ingaande l Mei 1875. Dat voorstel wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. De Voorzitter. Ik heb de eer nog mede te deelen dat is ingekomen het rapport van mr. Aug. Philipsadvocaat te Amsterdamin zake de Bank van Leening. Ik zou in overweging geven, dat rapport, hetwelk een zeer lijvig stuk iste doen drukken. Ik zal intusschen den secretaris ver zoeken de conclusie van het rapport voor te lezen. Die conclusie is van den volgenden inhoud 1°. dat de kassier en de eerste schatter, gezamenlijk met den onder kassier, aansprakelijk zijn voor de vergoeding der schade, ten bedrage van 405voortgesproten uit de heimelijke lossing van gouden en zilveren panden 2°. dat geen college en geen persoonbuiten den onderkassier zelf, civiel-rechtelijk aansprakelijk is tot vergoeding van de verdere schade, door de handelingen van den onderkassier aan de Bank berokkend. Wordt besloten overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter. De Voorzitter. Ik kan aan de vergadering de verblijdende tijding mededeelendat ik van eene oude kennisoud-student alhierthans op Java gevestigdter gelegenheid van het alhier te houden eeuwfeest der hoogeschoolheb ontvangen eene som van 5300 om die onder de armen in deze gemeente te verdeelen, ten einde op 8 Februari in spijs en'drank to worden uitgedeeld. Ik stel voorden geëerdeu schenker dank te zeggen voor 1875. dat blijk van belangstelling en welwillendheiden hem voorts bericht te zenden van de wijze, hoedanig die som zal zijn besteed. Dienovereenkomstig wordt besloten. Aan de orde is: Voordracht betrekkelijk de herbesteding van de-vernieuwing der Mare- poortsbrug. Deze voordracht is de volgende: «Leiden4 Februari 1875. Bij de op heden gehouden herbesteding van het vernieuwen der brug op de Oude Vest bij de Mare hebben zich de volgende inschrijvers aangemeld als: de Koninklijke Nederl. Grofsmederij voor/24291, D. A. Schretlen C°. voor ƒ24300, J. Van der Drift voor ƒ24333, J. Van der Kamp voor 24800, P. Verbrugge voor ƒ25190, L. J. Enthoven O. voor 25500, de ijzer gieterij «de Prin3 Van Oranje" voor 26240, Gebr. Figee voor ƒ27625. Wij nemen de vrijheid u te verzoeken ons te machtigen om bedoeld werfe nlsnu te gunnen aan den minsten inschrijver, zijnde de Grofsmederij voor ƒ24291. Bij dezelfde gelegenheid werd ook aanbesteed het dempen der Cellebroers- en Minnebroersgrachtenwaarvan aannemers werden J. J. Planjer voor 4400 en Houthuysen Filippo voor 1620; alsmede het verrichten van onder scheidene werkzaamheden aan het voormalig Nosocomium, hetwelk door 8. Van Leeuwen voor ƒ2150 werd aangenomen. Die werken zijn gezamenlijk ƒ1930 lager aangenomen dan de raming; zoodat de kosten der hoogere herbesteding der Marepoortsbrug daardoor vol doende gedekt kunnen worden. Burgemeester en Wethoudersenz." De Voorzitter. Verlangt iemand over deze voordracht het woord Zoo niet, dan geef ik in overweging te besluiten overeenkomstig de conclusie der voordrachtom namelijk het Dagelijksch Bestuur te machtigen het werk aan den minsten inschrijver te gunnen zijnde de Koninklijke Neder- landsche Grofsmederij. Dat voorstel wordt, zonder beraadslaging, met algemeene stemmen aan genomen. Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering gesloten. N®. 16. Leiden, 6 Februari 1875. Onder overlegging van bijgaand voorstel der Commissie van Fabricage om de boomen op het Rapenburg tusschen de Nieuwsteeg en de Kloksteeg te doen rooien en te vervangen door een 25-tal jonge boomenhebben wij de eer u te berichten dat wij ons daarmede vereenigen en u mitsdien ver zoeken dienovereenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 3 Februari 1875. Aangezien van de zestien boomen staande op het Rapenburg, tusschen de Nieuwsteeg en de Kloksteeg, enkele zijn gerooid en de overigen een misstand geven, acht de Commissie van Fabricage het noodzakelijk, de geheele rei te vervangen door een 25-tal jeugdige boomenstaande op het plein van de Ruïne. Zij heeft de eer daarvoor de machtiging van den Gemeenteraad te verzoekenten einde nog vóór het einde dezer maand de verkoopde rooiing en de nieuwe beplanting zouden kunnen geschieden. Aan HH. Burgemeester De Commissie van Fabricage, enz. en Wethouders. N°. 17. Leiden, 4 Februari 1875. Ten gevolge van uw besluit van 21 Januari jl.waarbij bepaald werd dat het hulppersoneel aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der le klasse, voor meisjes, vermeerderd zou worden met eene onderwijzeres der 2e klasseop eene jaarwedde van 600hebben wij eene opioeping van sollicitanten gedaan. Daarop heeft zich slechts ééne aspirante, mejuffrouw Van Goor den Oosterlinghaangemeld. Tn overleg met den hoofdonderwijzeres der betrokken school en den districts-schoolopziener nemen wij de vrijheid u de navolgende voordracht ter benoeming aan te bieden, als: 1°. Stevenette Hendriks Wilhelmina Van Goor den Ooster lingh terwijl wijom aan de letterlijke bepaling der wet te voldoen ter aanvulling hierbij plaatsen: 2°. Johanna Jacoba Van der Weyde, en 3°. Wilhelmina Catharina Jacoba Hepp, allen binnen deze gemeente werkzaam. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N". 18. Leiden, 2 Februari 1875. Ter voldoening aan de artt. 2 en 5 der gemeente-verordening van 21 December 1857, hebben wij de eer, wegens de vacature in onze Commissie ontstaan door het aan Mr. J. T. Buys verleend eervol ontslagaan te bevelen de heeren: 1°. Dr. J. M. Van Bemmelen 2°. Mr. W. van der Kaay. Namens de Plaatselijke Schoolcommissie alhier F. Was Secretaris. Aan den Gemeenteraad van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1875 | | pagina 1